Ankerplaatsen

Page 1

Ankerplaatsen



Onder redactie van Willem Maarten Dekker, Bert Karel Foppen, Bert de Leede & Koos van Noppen

Ankerplaatsen waar geloven houvast vindt

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer


Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Ook is het papier 100% chloor- en zwavelvrij gebleekt.

www.uitgeverijboekencentrum.nl Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met de IZB.

Ontwerp omslag: Geert de Koning Vormgeving binnenwerk: Gerard de Groot ISBN 978 90 239 7027 9 NUR 707 © 2015 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden.


Zaaigoed Voor een dienaar des Woords Zorg voor het zaaigoed aan hem toevertrouwd, dat in de korrel niet de kracht verflauwt, en vrees dat het zou opgaan, door en door vruchteloos, dertig-, zestig-, honderdvoud. Wie kan het horen? Wie kan roepen: ‘Hoor!’? Wie kent de akker achter in zijn oor? Wanneer God zelf het zaad dat in ons valt niet wekken zou – waar leefden wij nog voor? Zaaien is zwaar. Maar dit is het zwaarst van al: zelf zaad te worden, licht, een niemendal, hopend dat Hij die hier zijn akker bouwt ons voor de grote oogst uitzaaien zal. Ad den Besten

Uit: Tjerk de Reus (red.), Dader van het woord. Over Ad den Besten, themanummer van Bloknoot, nr. 22, november 1997



Woord vooraf

‘In het geloof voel ik me net als een vlieg aan het plafond. Op z’n kop, geen grond onder hem, maar van boven wordt hij vastgehouden.’ Dit raadselachtige beeld – ontleend aan een boek van Wim Dekker – benadrukt de passieve kant van geloven. Het geloof is niet in de eerste plaats een daad, maar een weldaad. We klampen ons vast aan het Woord dat stelt dat niet wíj God vasthouden, maar Hij óns. Dit is een bekend geluid in de protestantse theologie. Zeker in de eerste decennia na de oorlog was deze theologie van het Woord overheersend. De moderne (en tegelijk anti-moderne) theologie van Barth enerzijds en die van het bevindelijk-gereformeerde protestantisme anderzijds konden elkaar in deze ankerplaats herkennen. Calvijn, Kohlbrugge, Barth en Miskotte sloegen de handen ineen. Toch gaan er de laatste tijd ook andere stemmen op in de theologie. Stemmen die vragen of wij aan deze ene ankerplaats van het Woord werkelijk genoeg hebben. Wij leven in een tijd waarin ‘de beste argumenten’ voor het geloven in God weer naar voren gehaald worden, om weerstand te bieden aan het atheïsme, het sciëntisme, maar ook aan het ongeloof binnen de kerk zelf en om een alternatief te hebben na de erosie van de theologie van het Woord. Daarom is het een actuele vraag: waar vindt geloven houvast? Is er alleen het passivum van het door Christus gegrepen zijn, of is er ook een activum, een zichzelf kunnen vastgrijpen in de door God gegeven werkelijkheid? Na een inleidend artikel verkennen negen theologen op ons verzoek evenzovele ankerplaatsen: de Bijbel, de preek, de kerk, de traditie, de ervaring, discipelschap, de geschiedenis, de schepping en de rede. De wijze waarop de thema’s zijn gerangschikt geeft al te denken. 7


Aanleiding voor deze bundel is de 65e verjaardag van dr. Wim Dekker. Hij heeft in de afgelopen decennia een grote bijdrage geleverd aan de beoefening van de theologie in de breedte van de kerk en in het bijzonder ook in gesprek met collega’s over de prediking en de missionaire vragen waar de kerk voor staat. Met dankbaarheid bieden we hem deze opstellen aan, als een nieuwe impuls in het voortgaande gesprek. Willem Maarten Dekker, Waddinxveen Bert Karel Foppen, Gorinchem Bert de Leede, Amersfoort Koos van Noppen, Amersfoort

8


Inhoud

1. Ankerplaatsen Willem Maarten Dekker

11

2. De Bijbel Hans de Knijff

29

3. De preek Ciska Stark

41

4. De kerk Arjan Plaisier

55

5. De traditie Gerard de Korte

65

6. De ervaring Gerard den Hertog

77

7. Discipelschap Bert de Leede

87

8. De geschiedenis Wessel ten Boom

101

9. De schepping Benno van den Toren

113

10. De rede Gijsbert van den Brink

127

141

Personalia



1. Ankerplaatsen Een systematische peiling naar het gebruik van ‘ankerplaatsen’ in het werk van Wim Dekker Willem Maarten Dekker

‘Zaagt ge nooit, dat Holland dáár het prachtigst is, waar het alleen één grote, naakte, stille vlakte is, een openheid die ándere schoonheden zichtbaar maakt? Ziet, zo moeten wij grote, arme, eenzame vlakten worden; vlakten, waarover Gods schoonheid zich voltrekt.’1 Terugblikken is gevaarlijk, vooral voor wie zelfkritisch ingesteld is. Zo iemand was de dichter Hendrik Marsman. Hij schrijft: ‘Wie zichzelf herleest, leest een grafschrift.’2 Zo kan de terugblik op het werk van een ander ook snel verworden tot een grafschrift: ‘Dit was dus Dekker.’ In deze bijdrage hoop ik daaraan te ontkomen. Wim Dekker heeft in zijn leven te veel meebewogen met wat de context van hem vroeg om hem eenvoudig te kunnen vastleggen. Bovendien is hij nog volop onderweg. Desalniettemin: er is in zijn werk wel een voortdurende concentratie te merken op dezelfde vragen en thema’s. Het meebewegen met zijn gesprekspartners geschiedt toch vanuit een innerlijk gelijkblijvend verlangen. Het is goed om te bezien waar Dekker nu staat – juist ook met het oog op het voortgaand theologisch en kerkelijk gesprek. 1 Een onbekende auteur, geciteerd door K.H. Miskotte aan het slot van ‘Geloof bij de gratie Gods’, in: Verzameld werk 13, Kampen 2008, 730. 2 Hendrik Marsman, Verzameld werk. Poëzie, Proza en Critisch Proza, Amsterdam 1979, 4e druk, 353.

11


Het constante Het constante, blijvende in de theologische en kerkelijke zoektocht van Wim Dekker is niet eenvoudig inhoudelijk te bepalen. Het is niet, in ieder geval niet primair, het verlangen om een bepaalde geloofsinhoud te handhaven of te verbreiden. Het verlangen waar heel Dekkers werk van spreekt, heeft meer betrekking op een relatie dan op een inhoud. De relatie tussen ‘het evangelie’ en ‘de cultuur’ is het grondthema van zijn werk. In het doordenken van deze relatie worden beide relata voortdurend bevraagd. In wat voor een cultuur leven wij eigenlijk, hoe komen wij daar achter, hoe krijgen wij daar zicht op? Wat betekent de moderniteit van onze cultuur, wat de postmoderniteit? Welke algemene of theologische termen zijn geschikt om onze cultuur te typeren? Zijn wij nihilistisch, seculier of post-christelijk, leven wij in een plurale of agnostische cultuur, wat betekent het voor de kerk dat zij leeft in een belevingscultuur en in een cultuur waarin geloven nooit meer dan een van de opties kan zijn? Maar ook het evangelie wordt steeds opnieuw bevraagd en onderzocht. Wie zijn wij eigenlijk dat wij menen te weten wat ‘het evangelie’ is? Moet dat evangelie niet steeds opnieuw aan de hand van de teksten van de Bijbel ontdekt worden? Moet ons ongeloof niet steeds opnieuw overwonnen worden? Dit constante heen en weer gaan tussen evangelie en cultuur geeft aan het denken van Dekker een grote soepelheid. Het maakt ook dat hij in zijn leven kon meebewegen met verschillende theologen, zonder overigens modieus te worden. Hij heeft daarin vaak manieren van denken willen of kunnen verbinden, die niet altijd zomaar te verbinden zijn. Komend vanuit een bevindelijk Gereformeerde Bonds-milieu in Ermelo voelde hij zich als Utrechts theologiestudent thuis bij de studentenvereniging csfr en het theologisch dispuut Voetius. Hij kende uiteraard de theologie van Calvijn en van de Nadere Reformatie, alsook die van Kohlbrugge, Kievit en Woelderink. Begrijpelijk is ook dat hij vanuit die achtergrond openstond voor de theologie van A.A. van Ruler en C. Graafland. Ook de latere belangstelling voor de (onderling zeer verschillende) theologieën van W. Pannenberg en A. van de Beek is vanuit Dekkers achtergrond wel te plaatsen. De verplichte ‘Heppe’ (het leerboek gereformeerde scholastiek) ging via Van Ruler en Hasselaar meer voor Dekker leven, maar bleef hem toch te rationalistisch en te weinig in staat de brug tussen evangelie en cultuur te overbruggen. Veel minder vanzelfsprekend was dat Dekker zich al vroeg openstelde 12


voor de theologie van K.H. Miskotte. Deze openheid kwam hem in de kringen van de Gereformeerde Bond op een scherpe afwijzing te staan.3 Evenmin vanzelfsprekend was zijn belangstelling voor H. Berkhof, die immers onder meer vanwege zijn ‘lage christologie’ onder verdenking stond bij de orthodoxie, maar voor Dekker toch een schoolvoorbeeld is van een redelijke en communicatief sterke verbinding van evangelie en cultuur. Ook de openheid voor Bonhoeffer was niet vanzelfsprekend, al moet gezegd worden dat Dekker hier de meer liberale interpretaties van Bonhoeffer, waarin deze als voorloper van de God-is-dood theologie verschijnt nooit gevolgd is en meer vooruitliep op de huidige evangelicale belangstelling voor Bonhoeffer en dito interpretatie.4 De interesse voor de op de oecumene gerichte, maar in haar grondstructuren toch duidelijk rooms-katholieke theologie van A. Houtepen was bijzonder. En ‘zelfs’ voor de vrijzinnige theologie van H.M. Kuitert heeft Dekker altijd belangstelling gehad. Van Kuitert leerde hij dat de theologie niet aan de ‘verificatievraag’ voorbij kan gaan. Het typisch moderne zoeken van Kuitert naar een fundament is hem wellicht liever dan het postmoderne afscheid van elk ‘funderingsdenken’, aangezien dat soms lijkt te eindigen in een schier grenzeloos pluralisme. In de belangstelling voor de verstaanbaarheid van het evangelie in de hedendaagse cultuur heeft Dekker zich altijd verwant gevoeld met de ‘vrijzinnigheid’. Toch bleef er bij al deze openheid naar verschillende kanten ook een 3 K. Exalto, ‘Hasselaar en de Gereformeerde Bond. Antwoord aan de collega’s Dekker en De Leede’, in: De Waarheidsvriend, 28 januari 1982, 2-4. In te zien via www.digibron.nl. Exalto was destijds lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Dekker had in enkele artikelen waardering uitgesproken voor de theologie van K.H. Miskotte en J.M. Hasselaar. Exalto reageerde scherp afwijzend. Vier jaar later verschijnt het eerste nummer van Kontekstueel. In dit nummer schrijft de redactie: ‘Wij denken in onze kerk nog te veel in modaliteiten.’ Men wil ruimte voor echt gesprek, voor het zoeken van nieuwe wegen als antwoord op nieuwe vragen. 4 G.W. Neven schetst kort de drie verschillende interpretaties van Bonhoeffer die nog steeds herkenbaar zijn: Bonhoeffer als radicaal, als gelovige en als romanticus. De laatste interpretatie meent dat Bonhoeffer iemand is ‘die tegen toenemende individualisering en eenzaamheid zoekt naar het sociale verband, naar de kerk, naar de instituties waarin deze mens kan worden opgevangen en waarin de kwaliteit van het leven kan worden bewaard.’ In de jaren 1960-1980 was de radicale Bonhoeffer het sterkst aanwezig. Nu binnen de kerkelijke theologie de evangelicale stroming sterker wordt, komt meer de gelovige Bonhoeffer naar voren. Men vergelijke dit aan de Bonhoeffer-biografieën van E. Bethge en E. Metaxas. Nevens stelling dat de drie interpretaties het beste verenigd kunnen worden wanneer we Bonhoeffer als theoloog van het kruis zien, verdient meer aandacht. (Bonhoeffer, theoloog van het kruis, Kampen 1992). Vgl. over Bonhoeffer ook Wim Dekker, Tegendraads en bij de tijd.Verder denken in het spoor van Bonhoeffer, Zoetermeer 2015.

13


duidelijke grens zichtbaar. Alle theologen die bij Dekker op waardering kunnen rekenen, zijn klassiek in hun vasthouden aan de algemene openbaring van God de Schepper. Theologen die deze inzet bij een algemeen godsbegrip radicaal afwijzen, zoals O. Noordmans, K. Barth (zeker die van de Römerbrief II)5, E. Jüngel en F. Breukelman6 hebben nooit echt zijn belangstelling gehad. Ook de theologie van Luther is Dekker altijd ‘te radicaal’ geweest. De theologie van Van de Beek is voor Dekker wel fascinerend, maar toch juist op dit punt ook weer onbevredigend. Zowel de theologie van het Woord als de theologie van het kruis kunnen volgens Dekker te weinig recht doen aan God als Schepper van alle mensen. Dit overziende is het intrigerend dat de figuur van Miskotte Dekker toch nooit heeft losgelaten. Dit heeft vermoedelijk te maken met het feit dat Miskottes denken weliswaar sterk door de theologie van het Woord beïnvloed is, maar toch drie andere kenmerken heeft die hem voor Dekker wel interessant maken: Miskotte was een bevindelijk theoloog, een cultuurtheoloog en een echte Schrifttheoloog. Dit maakt voor Dekker dat hij, ondanks zijn sterk christocentrische benadering, toch van groot belang is.

Het oeuvre Het oeuvre van Dekker bestaat hoofdzakelijk uit drie delen. In de eerste plaats zijn er de preken. Na tientallen jaren elke zondag tweemaal het Woord te hebben bediend, zijn er vele honderden preken geschreven. Deze preken zijn nog nauwelijks in druk verschenen7, terwijl Dekker toch als prediker niet alleen de meeste bekendheid heeft, maar vermoedelijk ook het meest geliefd is. Velen kunnen getuigen van wat deze preken hun hebben gedaan. Bovendien: het zou zo kunnen zijn dat ook ‘Dekkers theologie’ het meest in zijn preken te vinden is. Het tweede deel van Dekkers oeuvre bestaat uit de talloze artikelen die hij schreef voor populair-theologische en kerkelijke tijdschriften en boeken. In de eerste plaats moet hier wel het tijdschrift Kontekstueel genoemd 5 Barth wordt wel historisch gewaardeerd (‘de stem van Karl Barth moest ook een keer zó gehoord worden ter waarschuwing’, in: G. van den Brink e.a., Gegrond geloof, Zoetermeer 1996, 117), maar systematisch niet beaamd. 6 Dekker volgde colleges bij Breukelman en was later geregeld in gesprek met diens leerlingen, waardeert hem ook als ‘Schriftgeleerde’, maar wijst de visie op de verhouding van openbaring en geschiedenis af. 7 Vier preken verschenen in L.W. Smelt (red.), Gaan voor Gods gemeente, Wezep 1995. Het boekje Liefde geneest. Het verhaal van Ruth opnieuw verteld, Kampen 1995, is gebaseerd op preken.

14


worden, waarvan hij in 1986 een van de oprichters was. Dit tijdschrift heeft als ondertitel ‘Tijdschrift voor gereformeerd belijden nú’ (met accent!) en drukt daarmee het Anliegen goed uit.8 Het derde deel van Dekkers oeuvre bestaat uit drie studies die een meer professioneel theologisch karakter dragen: zijn (niet gepubliceerde) doctoraalscriptie ‘Hoe kennen wij God?’9, zijn proefschrift Afwezigheid van God10 en het boek dat verreweg de meeste aandacht kreeg, Marginaal en missionair. Kleine theologie voor een krimpende kerk.11 Ook zijn artikelen in Theologia Reformata vallen onder deze categorie.

De traditie In dit artikel gaat het om een systematische peiling naar de wijze waarop Dekker in zijn publicaties spreekt over de ankerplaatsen van het geloof. De preken blijven hier dus buiten beschouwing. Aan het einde kom ik terug op de vraag of in deze preken de accenten misschien toch iets anders gelegd worden dan in zijn publicaties. In de andere hoofdstukken van dit boek komen de bekendste ankerplaatsen van het geloof stuk voor stuk aan de orde. Het gaat hier om vraagstellingen die in de geschiedenis van het christendom, tot de dag van vandaag, van groot theologisch en kerkelijk belang zijn geweest. Niet zelden gingen en gaan op dit punt de wegen uiteen. Het is daarom zinnig om de geschiedenis van het omgaan met de vraag naar de ankerplaatsen van het geloof (noodzakelijk zeer grofweg) te schetsen. Het hier bedoelde vraagstuk wordt vaak behandeld onder het kopje: ‘natuur en genade’. Met ‘natuur’ wordt dan bedoeld: de menselijke natuur, eventueel breder: de mens in zijn leefwereld. Met ‘genade’ wordt bedoeld: de heilswerkelijkheid van God. Volgens Thomas van Aquino en de hoofdstroom van de christelijke traditie tot aan de Renaissance vervolmaakt de genade de natuur.12 De genade voert de mens boven zijn natuur 8 Ook enkele monografieën vallen in deze categorie: Vaste grond.Werkboek bij de Dordtse leerregels, ’s Gravenhage 1984; Het Licht overwint. Een meditatieve uitleg van Genesis 1:1-3 en Johannes 1:1-18, ’s Gravenhage 1985; Langs de rand. Theologische reflecties bij de kloof tussen geloof en leven, Zoetermeer 2000. 9 ‘Hoe kennen wij God? In gesprek met Calvijn, Barth en Brunner’, 1986. Zie hierover mijn artikel ‘Een Veluwse jongen’, in: L.W. Smelt (red.), Gaan voor Gods gemeente, Wezep 1995. 10 Zoetermeer 2011. 11 Zoetermeer 2011. 12 Thomas van Aquino, Summa Theologiae 1 q. 1 a. 8 ad 2.

15


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.