gesprekken aan tafel
Maarten Luther, gravure, gepubliceerd in Meyers Konversations-Lexikon, Leipzig, 1859
maarten luther
Gesprekken aan tafel
Inleiding & samenstelling herman westerink Vertaling mirjam nieboer
sjibbolet origine amsterdam µ mmxiv
Deze uitgave kwam mede tot stand dankzij subsidie en medewerking van: Stichting Luthers Diakonessenhuis Fonds I. St. te A. Christiana Maria Stichting Dr. M. van Wichenstichting Stichting Lutherse Uitgeverij en Boekhandel
Oorspronkelijk: Tischreden oder colloquia Doct. Mart. Luthers (Johannes Aurifaber), Eisleben: Urban Gaubisch, 1566. Vollediger uitgaven: D. Martin Luthers Werke. Kritische Gesamtausgabe, Weimar 1883–2009. Luther Deutsch: Die Werke Martin Luthers in neuer Auswahl für die Gegenwart, K. Aland (red.), CD-Rom, Berlin: Directmedia, 2002.
© 2014 Gesprekken aan tafel [Maarten Luther], Amsterdam: Sjibbolet (reeks Origine) © 2014 Samenstelling & inleiding: Herman Westerink; vertaling: Mirjam Nieboer Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced without the written permission of the publisher.
Illustratie omslag Detail uit een stilleven door Pieter Claesz, 1627 [Timken Museum of Art, San Diego, Californië] Boekverzorging René van der Vooren, Amsterdam
isbn 978 94 9111 017 7 | nur 700
inhoud
Voorwoord door Trinette Verhoeven 7 Inleiding door Herman Westerink 9
i
de persoon luther Jeugd en afkomst 43 Monnik en hervormer 44 Familieman 52 Ziekte en levenseinde 54
ii god en zijn woord Over Gods woord 61 Omgang met de Bijbel 64 Wet en evangelie 67 De onbegrepen God 73 De geopenbaarde God 76 Christus 78 De heilige Geest 82
iii christen zijn Wijze van geloven 85 Beproeving en zonde 92 Geloof en verstand 101 Opstanding en navolging 111 Afgoderij en ongeloof 116 Over de duivel 121 Dood en eeuwig leven 128
6
inhoud
iv
kerk, staat & samenleving Kerk en wereld 131 Overheid en burgerschap 138 Conflict en verzet 147 Verkondiging en eredienst 151 Wetenschap en rechtspraak 154
v schepping & wereld Gods gaven 161 Levenshouding van een christen 167 Deugden en dwalingen 174 Armoede, rijkdom en geld 179 Vermaak 185 Huwelijk en scheiding 187 Vrouwen en kinderen 192 Ziekte en dood 194
Chronologie van Luthers leven 201 Personalia 203
7
voorwoord
“ Het evangelie is als een zacht en koel briesje in de klamme zomerhitte” […] : zo maar een citaat uit een van de tafelgesprekken. Volgens mij is het belang van deze uitgave hiermee al bewezen. Maarten Luther is niet voor eeuwig. Hij was een man van zijn tijd die op de vragen van zijn tijd antwoord gaf. Ik ben altijd de eerste die bezorgd is dat we Luther overvragen. Wij hebben tegenwoordig andere vragen en andere antwoorden nodig. Luther heeft echter zo beeldend en zo direct vanuit het hart geschreven en gesproken dat zijn woorden ook nu nog de moeite waard zijn om te l ezen. Maar dat is het niet alleen. Omdat de tafelgesprekken ons zeer dicht bij de dagelijkse omgang brengen die Luther met God en met de Schrift had, is het allereerst vanuit historisch perspectief interessant de ‘gesprekken aan tafel’ te lezen. Je deelt dan in de sfeer van het voormalig augustijnse klooster. Je zit aan tafel en luistert mee. Veel van Luthers theologische ideeën vallen op hun plaats en krijgen de juiste kleur. Deze man heeft geworsteld met het geloof en met zichzelf. Als hij zegt dat wij door het geloof gerechtvaardigd worden, betekent dat geen goedkope genade. Hier spreekt een man die weet wat het is om te twijfelen en te vechten om het goede te doen en dan toch weer te mislukken. Ieder die geïnteresseerd is in de theologie van Luther moet zeker ook kennis nemen van de tafelgesprekken. Toch zijn de gesprekken niet alleen vanuit historisch perspectief interessant maar ook vanuit gelovig perspectief. Luther mag dan een middeleeuwer zijn en geen man
8
voorwoord
van de eenentwintigste eeuw, zijn worsteling en zijn existentiÍle vragen maken dat ook de moderne gelovige bij hem veel kan leren. En ik denk aan de manier waarop hij over ziekte schrijft. Luther was geen gemakkelijke zieke. Veel van zijn goede raad heeft hij op zichzelf moeten betrekken. Lutheranen lezen graag Luther. Maar niet alleen luthe ranen. Als presidente van de Evangelisch-Lutherse synode ben ik blij met deze uitgave die hopelijk haar weg zal vinden naar vele lezers. U heeft hier een heldere inleiding en een plezierig leesbare vertaling van verschillende tafelgesprekken in handen.
Trinette Verhoeven Presidente Evangelisch-Lutherse Synode
inleiding Herman Westerink
Het lezen van teksten van Maarten Luther (1483–1546) is een uitdaging. Op veel hedendaagse lezers zullen zijn ideeën op het eerste gezicht een dogmatische, strenge en soms ook uitgesproken ongenuanceerde indruk maken. Maar wie verder leest zal merken dat het Luther in zijn theologie altijd te doen is om het subtiele en onzekere samenspel tussen God en mens dat wordt uitgedrukt in het woord “geloof”. Het gaat hem uiteindelijk om de vraag hoe men tot geloofsvertrouwen kan komen, juist wanneer alles daar tegen lijkt te spreken. Mensen lijken wel zelfverzekerd en doelgericht, maar als het erop aankomt zijn de meeste mensen angstig en overgeleverd aan krachten die ze niet beheersen. In de Tischreden (Gesprekken aan tafel) wordt daarover gesproken, maar niet alleen daarover. Ze zijn een bonte verzameling ernstige beschouwingen, persoonlijke ontboezemingen, pittige aforismen, maatschappijkritische en soms ook uitgesproken grappige uitspraken. Dat alles maakt Luther tot een boeiend auteur die de hedendaagse lezer heel wat meer te vertellen heeft dan we zouden verwachten.
Gesprekken aan tafel: een schets De oudste gedateerde notitie in Luthers Gesprekken aan tafel is geschreven op 14 augustus 1531 door Konrad Cordatus, die tot mei van dat jaar predikant in Zwickau was
10
herman westerink geweest en daarna een jaar lang als gast bij Luther en zijn gezin zou verblijven. Cordatus schrijft dat hij diep onder de indruk was van de retoriek van Philip Melanchton — naast Luther het intellectuele kopstuk van de Reformatie zoals die zich vanuit Wittenberg ontwikkelde — in een discussie met Luther die tijdens een avondeten plaatsvond. Hij maakt van deze discussie aantekeningen in een notitieboekje. Wanneer Melanchton vraagt of hij mag inzien wat hij opgeschreven heeft en hij hem inzage in het notitieboekje geeft, is deze geërgerd over de weergave van het gesprek en schrijft een waarschuwende opmerking in het boekje: “niet alles wat je hier opschrijft is nuttig, Cordatus. Over sommige dingen is het beter te zwijgen”.1 Deze opmerking bevestigt voor Cordatus dat het schriftelijk vastleggen van de tafelgesprekken een heikele zaak is. Maar hij overwint zijn schroom, niet alleen omdat hem zijn eigen notities en die van anderen nuttig en instructief lijken, voor hemzelf en andere gelovigen, maar vooral omdat Luther zelf zijn gasten tot meeschrijven aanspoort: “Schrijf het op en noteer het”.2 Alles wat hij zegt is het waard genoteerd te worden, schrijft Cordatus, alles wat hij zegt is nuttig, van de theologische uitspraken en uiteenzettingen tot en met die zaken “die schijnbaar alleen maar vermakelijk en onbelangrijk zijn”.3 Dat Luther zijn gasten aanmoedigt zijn redevoeringen en uitspraken schriftelijk vast te leggen betekent niet dat hij zondermeer een publicatie hiervan op het oog had. We weten dat hij zijn gasten gewaarschuwd heeft om met de notities niet lichtvaardig om te gaan en dat zonder zijn expliciete toestemming niets gepubliceerd zou mogen worden. Als geen ander kende hij de betekenis van de pas uitgevonden boekdrukkunst: “de boekdrukkunst is sum-
1 wa tr, 2068 (vert. H.W.). De afkorting wa tr verwijst naar de Weimarer Ausgabe van de Tischreden.
2 wa tr, 246 (vert. H.W.). 3 wa tr, 2068 (vert. H.W.).
inleiding mum et postremum donum, waardoor God de zaak van het evangelie aanjaagt”.4 Een eventuele uitgave van incidentele redevoeringen en uitspraken kan alleen maar zinvol zijn wanneer ze deze zaak kan ondersteunen door een bijdrage te leveren aan de verspreiding en versterking van de opvattingen van de Reformatie. Luther beseft als een van de eersten heel goed dat de boekdrukkunst niet alleen de verspreiding van de Bijbel, maar ook propaganda mogelijk maakt. Daardoor kan de nieuwe leer snel worden verspreid en kunnen ook de overtuigingen van het volk tot een (kerk-)politieke machtsfactor worden gemaakt. De eerste uitgave van de Tischreden oder colloquia verschijnt in 1566, twintig jaar na Luthers dood, en wordt uitgegeven door een andere tafelgast en meeschrijver, Johannes Aurifaber, die in het laatste levensjaar van Luther als gast bij de familie woonde. Vanaf dan volgen de herdrukken elkaar in hoog tempo op. De gesprekken aan tafel vinden plaats over een perio de van vijftien jaar — van 1531 tot 1546, het jaar van Luthers dood. Dat betekent dat we via deze gesprekken in de eerste plaats inzicht krijgen in het leven en denken van de late Luther. Dat leven is sinds 1525 — hij is dan inmiddels al tweeënveertig jaar oud — een familieleven, want in dat jaar trouwde hij met de zestien jaar jongere Katharina von Bora, een voormalige non die het cister ciënzerinnenklooster in Nimbschen samen met acht medezusters was ontvlucht, daartoe aangezet door de geest van de Reformatie en vooral door Luthers scherpe kritiek op het kloosterleven. Het huwelijk werd gesloten in het voormalige kloostergebouw van de augustijnen te Wittenberg. Dat klooster was in 1504 gebouwd als huisves-
4 wa tr, 2772b (vert. H.W.).
11
12
herman westerink ting voor jonge augustijner monniken die in Wittenberg aan de universiteit wilden studeren. Luther had vanaf 1508 in dit klooster een cel bewoond en bleef hier wonen tijdens de begintijd van Reformatie. Een korte tijd vindt hij een veilig onderkomen in de Wartburg bij Eisenach onder bescherming van de keurvorst van Saksen, Frederik de Wijze, nadat hij in 1521 door paus Leo X was geëxcommuniceerd en bij de Rijksdag in Worms ten overstaan van de keizer had geweigerd zijn theses te herroepen. Maar snel volgde de terugkeer naar Wittenberg, waar het klooster inmiddels was gesloten en Luther het in onbruik geraakte gebouw gaat bewonen. Vanaf 1525 is dus het voormalige augustijnenklooster het woonhuis van Maarten Luther, zijn vrouw en hun zes kinderen: Hans (geb. 1626), Elisabeth (geb. 1627), Magdalene (geb. 1529), Martin (geb. 1531), Paul (geb. 1533) en Margarete (geb. 1534). Het huishouden wordt in deze tijd met strakke hand door Luthers vrouw Katharina geleid — zij is degene die ook in financieel opzicht de touwtjes in handen heeft (opbrengst van tuin en akkers; veehouderij; bierbrouwerij). De rol die Katharina hier vervult, die van daadkrachtig organiserende huisvrouw en moeder, is exemplarisch voor Luthers opvattingen over de plaats en rol van vrouwen en meisjes. Vrouwen hoeven niet langer te voldoen aan de kuisheidsidealen die de kerk lange tijd als norm had gehanteerd. De plaats van de vrouw is in het huwelijk, het moederschap en vooral ook het bestieren van het huishouden. Voor ons klinkt dat hopeloos ouderwets, maar in Luthers tijd was dit in feite een emancipatie van de vrouw. Vrouwen konden in hun eigen domein een relatief zelfstandige rol gaan spelen in een goeddeels door mannen gedomineerde wereld. Het zijn Katharina’s huishouding en inkomen die het mogelijk maakten de omstandigheden te creëren waaruit de Gesprekken aan tafel zijn ontstaan: de vele tij-
inleiding delijk inwonende kostgangers of bezoekende gasten die allemaal mee-eten (vlees, brood) en meedrinken (bier) en driftig noteren wat L uther zoal te zeggen heeft. De uitgaven voor deze maaltijden waren hoger dan Luthers professoreninkomen. De plaats van de tafelgesprekken was meestal de eettafel in de zogenaamde Lutherstube — de tafel en kamer zijn bewaard gebleven en kunnen nu nog bezichtigd worden. Vanaf 1531 ontstond de gewoonte dat de kostgangers en gasten notities maken van Luthers redevoeringen en uitspraken. Oorspronkelijke notities zijn niet bewaard gebleven, maar het is waarschijnlijk dat deze notities een soort telegramstijl hadden of in snelschrift geschreven waren en dat de schrijver op basis van die notities een uitspraak, gesprek of redevoering reconstrueerde. De gesproken taal aan de tafel was waarschijnlijk afwisselend Duits en Latijn (regelmatig ook binnen een gesprek), al naar gelang het onderwerp en de aanwezigen. Omdat de meeste schrijvers academici waren en Latijn de officiële academische taal was, is het goed mogelijk dat sommige in het Duits uitgesproken redevoeringen in Latijn op papier werden gezet. In principe werd alles genoteerd — het nuttige, het vermakelijke en het schijnbaar onbelangrijke. We weten dat de schrijvers hun notitieboeken uitwisselden om eventuele hiaten te vullen. De verzameling Gesprekken aan tafel, zoals we die nu kennen in de vorm en omvang (ruim 7000 redevoeringen en uitspraken), samengesteld door Ernst Kroker en gepubliceerd in zes omvangrijke banden in de Weimarer Ausgabe van Luthers werken, kreeg aan het begin twintigste eeuw haar definitieve gestalte. In deze uitgave bevinden zich zeer veel doublures en door verschillende schrijvers opgetekende weergaves van een en dezelfde redevoering of uitspraak. Door de gewoonte van het uitwisselen van de notities zijn de verschillen in weergave vaak gering. De
13
14
herman westerink lezer van de Gesprekken aan tafel wordt snel duidelijk dat de schrijvers geprobeerd hebben de betogen en uitspraken zo natuurgetrouw mogelijk vast te leggen. Er is door geen enkele schrijver een poging gedaan de redevoeringen te verfraaien of te stileren. Integendeel, de lezer krijgt de indruk dat de schrijvers hun best hebben gedaan niet alleen de theologische compacte en doorwrochte betogen maar ook de spontane, vaak hoekige en barse uitspraken zo getrouw mogelijk weer te geven. We krijgen daardoor niet alleen inzicht in wat Luther te zeggen heeft, maar ook een inzicht in de sfeer aan tafel, de stemming in huis en uiteraard ook het humeur en karakter van Luther. In de Weimarer Ausgabe zijn de Tischreden geordend naar schrijver, niet naar thema. In totaal gaat het om achtentwintig verschillende kleinere en grotere handschriftencollecties en dagboeken van verschillende ons bekende en soms onbekende schrijvers. De belangrijkste van hen — naast Cordatus zijn dat Veit Dietrich, Johannes Mathesius, Hieronymus Weller, Anton Lauterbach, Kaspar Heydenreich, Hieronymus Besold, Johannes Schlaginhaufen, Georg Rörer en Johannes Goldschmidt (Aurifaber) — waren zonder uitzondering theologiestudenten, predikanten en in een enkel geval superintendenten, kortom, mannen die een leidende rol in het plaatselijke en regionale kerkelijk leven speelden of zouden gaan spelen. Voor hen waren Luthers redevoeringen in eerste instantie een persoonlijke inspiratie, maar ze konden uiteraard ook in bijvoorbeeld preken en dergelijke verwerkt en doorgegeven worden. Het feit dat Cordatus Luther vergelijkt met het “orakel van Apollo” en dat Auri faber zijn uitgave van de Gesprekken aan tafel begint met Johannes 6 : 12 als motto, “verzamel nu de overgebleven stukken brood, zodat er niets verloren gaat”, geeft aan dat er naast de idee van nuttigheid nog meer motieven een rol speelden bij het meeschrijven.5 Er is overduide-
inleiding lijk bewondering voor en een zekere idealisering van uther als grote man van de Reformatie, maar zonder L dat moeite gedaan wordt hem als heilige af te schilderen. Het bijzondere en ook absoluut nieuwe (moderne) aan de Gesprekken aan tafel is dat er aandacht is voor de hele persoon Luther met al zijn eigenschappen en ook gebreken, gaven en beperkingen, voor de man die theologische redevoeringen afwisselt met mededelingen over bijvoorbeeld dromen die hij de vorige nacht gehad heeft, met aardige en soms ook vileine ontboezemingen over zijn vrouw en kinderen, of met weinig subtiele oordelen over bepaalde personen, beroepsgroepen of politieke ontwikkelingen. Hij laat het gezelschap openhartig delen in zijn angsten, twijfels, teleurstellingen en kwalen (nier- en blaasstenen, artritis, oorinfecties). Opmerkelijk zijn ook een reeks berichten over de ziekte en de dood van dochter Magdalene. Zij sterft op dertienjarige leeftijd. De korte teksten over het heftige verdriet om haar dood nemen vanwege de intimiteit van het gebeuren een bijzondere plaats in het geheel in.6 Via de Gesprekken aan tafel krijgen we niet alleen een goed beeld van het leven van de late Luther en de zaken die hem op dat moment bezighouden, maar ook van de tijden hiervoor en de manier waarop hij die beleefd heeft. Regelmatig haalt hij herinneringen op en vertelt hij over andere tijden: over zijn jeugd en opvoeding, over zijn keuze om monnik te worden, over zijn geestelijke idealen, strijd en “aanvechtingen”, over zijn geestelijke crises en confrontaties met de duivel, over de ervaringen die hem belangrijke en doorslaggevende inzichten brachten, over de omgang met zijn biechtvader en geestelijk
5 wa tr, 2068; Aurifaber, Tischreden oder colloquia Doct. Mart. Luthers, Eisleben: Urban Gaubisch, 1566, titelblad.
6 wa tr, 5490-5502.
15
16
herman westerink mentor Johann von Staupitz, over zijn twijfels en vasthoudendheid in de eerste jaren van de Reformatie, over zijn discussies met tegenstanders zoals Erasmus, Johannes Eck en Johann Tetzel, en over strategische keuzes die hij moest maken zoals in de tijd van de boerenopstanden (1525) toen hij de kant van de vorsten koos die deze opstanden bloedig zouden neerslaan. Dit ophalen van herinneringen en het opmaken van de balans is opmerkelijk wanneer we het in de tijd plaatsen. Voor ons is het een haast automatische reflex om de vraag wie we zijn te beantwoorden vanuit onze levensloop en de ontwikkeling die we hebben doorgemaakt. Maar in de tijd van Luther is het verre van vanzelfsprekend om kritisch terug te blikken op de eigen geschiedenis, te reflecteren over ervaringen, herinneringen, dromen en keuzes, en dus ook om gewonnen overtuigingen en waarheden (waar geloof, ware leer) met een persoonlijke ontwikkeling te verbinden. De late Luther beseft als geen ander dat een keten van crises en nieuwe inzichten in zijn jongere jaren hem in veel opzichten heeft veranderd: de monnik is huisvader geworden, de theologiestudent is reformator geworden, de disputerende geleerde is kerkpoliticus geworden. En hij beseft daarbij ook dat deze persoonlijke ontwikkeling tot grote veranderingen in de wereld van zijn tijd heeft geleid. Een mens maakt een verschil, zo weet hij. En dat is wel degelijk iets nieuws, vooral ook wanneer we oog hebben voor de aard van die veranderingen, die allemaal draaien om het gegeven dat Luther in staat was fundamentele kritiek te leveren op vrijwel alles wat in zijn tijd aan vaste en geijkte patronen gangbaar en voorstelbaar was. Zo stelt hij resoluut de onaangevochten status van alle grote middeleeuwse theologische en filosofische denkrichtingen ter discussie. Hetzelfde geldt voor de status van de kerkelijke en politieke autoriteiten die de gegeven organisatie van de samenleving legitimeer-