Luisteroefeningen Brief aan de Hebreeen
10-02-2009
12:11
Pagina 1
eigenlijk vertellen? De taal en de beelden die hij gebruikt zijn moeilijk, en lijken niet van deze tijd. Wie echter goed leest, ontdekt dat de schrijver van deze brief de lezer heeft willen bemoedigen, troosten en vermanen. De Hebreeënbrief blijkt actueel: geloven mag moeite kosten, ook het opnieuw bestuderen van de heilige Schrift. Wie die uitdaging aanneemt, krijgt er veel voor terug. Ds. Gerhard ter Maat bespreekt stukje voor stukje de bijbelse brief aan de Hebreeën, en schrijft ten slotte een hedendaagse versie van de brief aan de christenen van nu. Ds. Gerhard ter Maat is protestants predikant in Wierden.
diverse kerkgenootschappen en is geschikt voor gemeenschappelijke en persoonlijke bijbelstudie. De redactie wordt gevormd door ds. W.J. Dekker en ds. G. van Meijeren.
NUR 707
www.uitgeverijboekencentrum.nl
D S . G E R H A R D T E R M A AT
De serie ‘Luisteroefeningen’ bevat bijdragen van theologen uit
Brief aan de Hebreeën
Wat wil de schrijver van de brief aan de Hebreeën nu
L
U I S T E R O E F E N I N G E N
Brief aan de Hebreeën Woorden van bemoediging
D S . G E R H A R D T E R M A AT
ISBN 978-90-239-2315-2
BOEKENCENTRUM
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 2
Wie de Schriften wil verstaan, moet leren luisteren. Dat is de insteek van de serie ‘Luisteroefeningen’. Elk deeltje beoogt een hulpmiddel te zijn bij het verstaan van de tekst. Op heldere en grondige wijze worden bijbelgedeelten belicht met het oog op de praktijk van het christelijke leven. De reeks bevat bijdragen van theologen uit verschillende kerkgenootschappen en is zeer geschikt voor gemeenschappelijke en persoonlijke bijbelstudie. De redactie wordt gevormd door ds. W.J. Dekker en ds. G. van Meijeren.
Reeds verschenen: Ds. W.J. Dekker, Elisa. Dichter bij God Ds. H.C. Marchand, Paulus en de opstanding Dr. P.F. Bouter, Psalmen Dr. J. Dekker, Jesaja
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
L
13-02-2009
12:55
Pagina 3
U I S T E R O E F E N I N G E N
Brief aan de Hebreeën Woorden van bemoediging D S . G E R H A R D T E R M A AT
UITGEVERIJ BOEKENCENTRUM, ZOETERMEER
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 4
www.uitgeverijboekencentrum.nl
Voor Jos, mijn vrouw. Samen hebben wij geprobeerd het evangelie, dat wij van onze ouders hebben ontvangen, door te geven aan onze kinderen, zodat zij op hun beurt stem kunnen geven aan het evangelie van Jezus, sprekend God.
Ontwerp omslag en binnenwerk: Cees van Rutten bno, Den Haag De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004. ISBN 978 90 239 2315 2 NUR 707 © 2009 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 5
Inhoud
Woord vooraf
7
D EEL I (H EBREEテ起 1:1-4:13) Het spreken van God en het horen van de mensen 1. Jezus, sprekend God
11
2. De rust van God
22
D EEL II (H EBREEテ起 4:14-10:18) De hogepriester gaat de hemel door 3. Melk of vast voedsel
33
4. Jezus en Melchisedek
44
5. Het eerste en het nieuwe verbond
54
D EEL III (H EBREEテ起 10:19-13:24) In het spoor van de hogepriester 6. Volharding
65
7. Overwinnend geloof
75
8. God behagen
87
Een brief aan christenen van nu
98
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 7
Woord vooraf
O VER
DE SERIE
Het boekje dat u in handen heeft, maakt deel uit van de bijbelstudiereeks ‘Luisteroefeningen’. Met deze naam wordt uitgedrukt waar het in de boekjes om gaat: zorgvuldig luisteren naar de stem van God die tot ons komt wanneer wij de Schriften lezen. Daarom ligt de nadruk op de uitleg van bijbelgedeelten. Dit aandachtig lezen komt voort uit een verlangen om te horen wat God ons te zeggen heeft in deze tijd. Het gaat om oefeningen. Hiermee wordt erkend dat luisteren een hele inspanning is. Wie weet precies te zeggen wat God ons zeggen wil? Het is aan te bevelen het bijbelgedeelte dat besproken wordt eerst voor uzelf aandachtig te lezen en pas daarna de uitleg in het boekje te lezen. Elk hoofdstuk begint met een vraag. Op deze wijze wordt geprobeerd het gesprek met elkaar goed op gang te krijgen. Het is daarom zinvol deze vraag een plek te geven aan het begin van de kringavond, hetzij vóór, hetzij na het lezen van het betreffende bijbelgedeelte. O VER H EBREEËN Wie de brief aan de Hebreeën doorleest, zal al gauw verzuchten: Wat wil de schrijver van deze brief mij als lezer in feite vertellen? De taal en de beelden die hij gebruikt, zijn niet van onze tijd. In het Nieuwe Testament neemt dit bijbelboek een aparte plaats in. In de kerk heeft deze brief meestal veel minder aandacht gekregen dan de evangeliën, de brieven van
7
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 8
Paulus en de brieven van Johannes. De brief aan de Hebreeën heeft vaak de status gehad van een tweederangs bijbelboek. O NTSTAAN Wie wil weten in welke tijd de christenen aan wie in eerste instantie deze brief is geschreven leefden, moet beginnen bij het eind. In Hebreeën 13:22 besluit de auteur de brief met: ‘Ik vraag u dringend, broeders en zusters, ontvankelijk te zijn voor deze woorden van bemoediging, ook al heb ik u maar beknopt geschreven.’ De schrijver van de brief geeft aan het eind van de brief te kennen dat hij ‘woorden van bemoediging’ heeft willen schrijven. De ondertitel van dit boekje is dus ontleend aan de brief zelf. Wat hier in het Nederlands is weergegeven met ‘bemoediging’ kan ook met ‘troost’ of ‘vermaning’ worden weergegeven. De bemoediging kent het facet van troost, maar ook van vermaning, van correctie.
8
Het blijkt dat Timoteüs, de vroegere leerling van de apostel Paulus, nu zelf één van de leiders van de kerk is (Heb. 13:23). Hieruit kunnen we opmaken dat de brief aan de Hebreeën geschreven is aan christenen van de tweede en derde generatie. De tijd van de apostelen is voorbij. Dat wordt aan het begin van de brief ook al aangegeven (Heb. 2:3): ‘… de zoveel meer omvattende redding die begonnen is met de woorden van de Heer, en die voor ons bevestigd werd door hen die deze woorden hebben gehoord?’ De apostelen hebben de woorden van de Heer gehoord. Als eerste generatie hebben zij die woorden weer doorgegeven aan de volgende generatie. Maar de generatie van hen die de woorden rechtstreeks van de Heer hebben gehoord, bestaat niet meer. Het is dan ook aannemelijk dat deze brief in de jaren ’80-’90 geschreven is. Er zijn al vervolgingen geweest (Heb. 10:32). Te denken valt hierbij aan de vervolgingen onder keizer Nero. In 64 werd Rome geteisterd door een grote brand. Keizer Nero schoof de schuld op de christenen, die daarom fel werden vervolgd. Er wordt ook gezinspeeld op een ophanden zijnde vervolging (Heb. 12:4). Het zou kunnen zijn dat hier gedoeld wordt op de vervolgingen onder keizer Domitianus (81-96), die zich reeds beginnen af te tekenen.
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 9
Luisteroefeningen A UTEUR Wie de schrijver van de brief aan de Hebreeën is, valt moeilijk te zeggen. Er zijn in de loop van de eeuwen allerlei namen genoemd. De brief is ook wel toegeschreven aan Paulus. Vanaf 400 werd hij vaak genoemd als de schrijver. In de tijd van de Reformatie werden er vraagtekens geplaatst bij het auteurschap van Paulus. De stijl van de brief doet beslist niet denken aan deze apostel. En ook wat ik hierboven al geschreven heb over de tijd van ontstaan, sluit Paulus uit als schrijver van deze brief. We zullen het antwoord op de vraag naar de schrijver schuldig moeten blijven. E ERSTE
LEZERS
De brief aan de Hebreeën sluit af met de woorden: ‘Groet al uw leiders en alle heiligen. De gelovigen uit Italië laten u groeten. Genade zij met u allen.’ Met de gelovigen uit Italië worden naar alle waarschijnlijkheid niet mensen bedoeld die in Italië wonen, maar die ooit al eens uit Italië naar Israël vertrokken zijn. Deze gelovigen uit Italië behoren tot de kring van mensen rond de schrijver van de brief. Als deze veronderstelling juist is, dan is de brief gericht aan een kerkelijke gemeente – mogelijk Rome – in het land waar zij oorspronkelijk vandaan komen: Italië. We weten uit bronnen buiten de Bijbel dat de brief aan de Hebreeën voor het eerst bekend was en gebruikt is in Rome. De titel ‘Aan de Hebreeën’ is pas later toegevoegd aan deze brief. T HEMATIEK Wie de moeite neemt om dit bijbelboek zorgvuldig te lezen, komt tot de ontdekking: ook al is deze brief in een heel andere tijd geschreven, toch is hij actueel. Al lezend in de brief blijkt dat de kerk een goede tijd heeft gekend (Heb. 10:32). In het lijden heeft de kerk standgehouden; de christenen waren solidair en leefden mee met hen die dat meeleven nodig hadden. Maar daarin is verandering opgetreden: mensen blijven weg van de samenkomsten van de gemeente en ‘goed doen’ is niet meer vanzelfsprekend (Heb. 10:24-25). Er is gebrek aan interesse voor de boodschap van redding (Heb. 2:3). De relatie met God staat onder spanning (Heb. 3:12). De christenen zijn geestelijk lui geworden (Heb. 5:11-14). Al
9
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 10
met al kan de conclusie getrokken worden: het oorspronkelijke elan is verdwenen. Deze opmerkingen in de brief kenmerken ook onze tijd. In een sneltreinvaart voltrekken zich de veranderingen in onze samenleving en in de kerk. Kerken worden gesloten, mensen haken af, er treedt een verharding op in de samenleving. Het evangelie moet in hapklare brokken geserveerd worden, wil het nog genuttigd worden. In onze tijd kunnen we het volgende van de schrijver van de brief aan de Hebreeën leren: geloven mag moeite kosten, ook in het opnieuw bestuderen van de Heilige Schrift. Wie dat waagstuk aangaat, mag vertrouwen op de Geest, die oude woorden laat spreken in een nieuwe situatie. D E N IEUWE B IJBELVERTALING In dit boekje maak ik dankbaar gebruik van De Nieuwe Bijbelvertaling. Ik heb gemerkt tijdens catechisaties en op gespreksgroepen dat veel gemeenteleden blij zijn met het verstaanbare Nederlands van deze vertaling. Het helpt hen bij het luisteren naar wat God in onze tijd te zeggen heeft. Ter verduidelijking geef ik hier en daar ook de vertaling van De Naardense Bijbel weer. E EN
10
BRIEF AAN CHRISTENEN VAN NU
Wat zou de schrijver van de brief aan de Hebreeën aan ons hebben geschreven, als hij in onze tijd geleefd zou hebben? Dat was een vraag die bij mij opkwam. Ik heb geprobeerd om in zijn huid te kruipen en een brief op te stellen voor christenen van de eenentwintigste eeuw. U vindt mijn poging – meer is het niet! – helemaal achter in dit boekje. Gerhard ter Maat Wierden, 24 oktober 2008
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 11
D EEL I (H EBREEËN 1:1-4:13) Het spreken van God en het horen van de mensen
1 Jezus, sprekend God
Lezen: Hebreeën 1 en 2 V RAAG Wij leven in een multiculturele en een multireligieuze samenleving. We werken met mensen die een andere godsdienst hebben dan wij. We reizen voor zaken de hele wereld over. Onze vakanties brengen we niet alleen in ons eigen land door, maar ook in andere werelddelen. Zo komen we in onze ontmoeting met andere culturen en religies voor de vraag te staan: Wat is de kern van het christelijke geloof? I NLEIDING Wie de brief aan de Hebreeën gaat lezen, kan gemakkelijk verdrinken in details en in alle citaten die de schrijver van de brief geeft vanuit het Oude Testament. Het is van belang om te proberen de grote lijn vast te houden van wat hij schrijft. Wie dat probeert, zal al gauw ontdekken dat Hebreeën 1 en 2 bij elkaar horen. Het begin van de Hebreeënbrief mag in één woord grandioos worden genoemd. De schrijver richt zich tot mensen die het nodig hebben om bemoedigd te worden. Aan het begin van de brief stelt hij niet zichzelf voor, maar God! Hij stelt God voor als een sprekende God. Wat hij aan het begin van zijn brief belijdt, sluit aan bij de belijdenis van Israël over de ene en enige God. Hij maakt de lezers er attent op: God heeft gesproken door dromen, gezichten, bijzondere gebeurtenissen, door profeten… Waar de schrijver zijn lezers echter vooral op wil attenderen, is dat éne, uiteindelijke spreken van God: het spreken in de Zoon. Alles wat van God te zeggen is en alles wat God te
11
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 12
Lezen: Hebreeën 1 en 2
zeggen heeft, wordt tenslotte gezegd in de Zoon. Nadat in Hebreeën 1 overduidelijk is gebleken dat ‘spreken bij God hoort’, wordt in Hebreeën 2 de keerzijde daarvan genoemd: van de mens wordt verwacht dat hij hoort naar God. Van de mens wordt verwacht dat hij het spreken van God serieus neemt!
12
Dat Hebreeën 1 en 2 bij elkaar horen, blijkt ook daaruit dat in beide hoofdstukken geschreven wordt over engelen. Het zal voor iemand uit de eenentwintigste eeuw die deze brief leest, niet meteen helder zijn waarom de schrijver van de brief over engelen gaat schrijven wanneer hij vertelt over God, die een sprekende God is. De achtergrond is dat in het geloof van Israël engelen een rol hebben gespeeld bij het geven van de wet aan Israël. Een neerslag daarvan zien we in Galaten 3:19 en Handelingen 7:53. Daar wordt gezegd dat het volk de wet ontvangen heeft door tussenkomst van de engelen. De schrijver wil dus duidelijk maken dat het spreken van God in de Zoon de woorden van de engelen overtreft! Nergens komt God zo duidelijk aan het woord als juist in de Zoon. In Hebreeën 1 vertelt de schrijver dat de Zoon ver verheven is boven de engelen. In Hebreeën 2 vertelt hij echter ook dat de Zoon voor korte tijd lager dan de engelen geplaatst was. Op dat moment gebruikt de schrijver voor het eerst in zijn brief de naam Jezus. Want daar spreekt hij over de Zoon, die als mens lijden en dood heeft meegemaakt. Wie bij het lezen van Hebreeën 1 en 2 deze grote lijnen probeert vast te houden, zal hopelijk door de bomen het bos nog zien. Dat wil zeggen: die zal door alle citaten heen het evangelie van de sprekende God horen. U ITLEG 1:1-2 In het Oude Testament wordt de koning wel eens ‘zoon van God’ genoemd (o.a. Ps. 2:7). Met deze aanduiding ‘zoon’ erkent God de koning. Ook Israël wordt zoon van God genoemd (Ex. 4:22). Uit wat de schrijver van de brief over de Zoon vertelt, blijkt dat deze Zoon al een plaats had bij de schepping. God heeft ‘nu de tijd ten einde loopt’ gesproken tot de mensen door de Zoon. Heel compact wordt op deze wijze meteen al aan het begin verteld: mensen gaan de weg van de harde realiteit van
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 13
Luisteroefeningen elke dag. Op die weg kunnen mensen de hoop verliezen en de zekerheid van het geloof eveneens. Zij mogen erop vertrouwen dat hun weg wordt omsloten door het spreken van God in de Zoon. 1:3 God en de Zoon hebben een unieke relatie. De Zoon is het evenbeeld van God. Of, zoals het in De Naardense Bijbel is vertaald: ‘Hij is afdruk van zijn bestaan.’ We kunnen hierbij denken aan een stempel en een stempelafdruk. De Zoon is de stempelafdruk van God in deze wereld. Kijk naar deze stempelafdruk, de Zoon, en je ziet de stempel, God! 1:4 In dit vers vertelt de schrijver dat de Zoon een eerbiedwaardiger naam heeft ontvangen dan de engelen. Welke naam bedoelt hij eigenlijk? Om daar een antwoord op te krijgen, moeten we er oog voor krijgen dat de schrijver van de brief op een bijzondere manier omgaat met de teksten uit het Oude Testament. De teksten die in Hebreeën 1 geciteerd worden zijn Psalm 2:7, 2 Samuël 7:14, Psalm 96:7, Deuteronomium 32:43, Psalm 104:4, Psalm 45:7-8, Psalm 102:26-28 en Psalm 110:1. In totaal zijn er dus acht citaten uit het Oude Testament in de veertien verzen van Hebreeën 1! Hieruit blijkt al dat het Oude Testament van waarde is voor de boodschap van de schrijver van de brief aan de Hebreeën. Het bijzondere van zijn manier van citeren is dat hij de citaten in de mond van God legt. Hij neemt alle vrijheid om teksten anders toe te passen dan ze oorspronkelijk bedoeld zijn. Wie de moeite neemt om Hebreeën 1:6 te vergelijken met Deuteronomium 32:43 en Psalm 96:7, zal ontdekken dat in deze teksten uit het Oude Testament wordt opgeroepen om God eer te bewijzen. De schrijver van de brief aan de Hebreeën betrekt deze woorden echter op de Zoon! Klaarblijkelijk kunnen teksten uit het Oude Testament op meerdere manieren serieus worden genomen. In plaats van deze manier van omgaan met het Oude Testament als aanstootgevend te ervaren, mogen we dit als een verademing zien. Hoeveel theologen zijn er geweest – en nog – die alleen hun interpretatie als zaligmakend beschouwen. In deze manier van omgaan met het Oude Testament bewijst de schrijver van de brief aan de Hebreeën zich als een originele denker!
13
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 14
Lezen: Hebreeën 1 en 2
Welke eerbiedwaardige naam de Zoon heeft ontvangen, ontdekken we in deze citaten, waarin God spreekt tot de Zoon. We doen de verrassende ontdekking dat de Zoon door God wordt aangesproken met God en Heer! De Zoon komt de naam van Heer toe, omdat in hem God Zelf aan het woord komt! De Zoon is sprekend God. 1:6 Wat de schrijver in dit vers bedoelt met: ‘Maar wanneer hij de eerstgeborene de wereld weer binnenleidt…’ is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk is de betekenis dat God in de komende wereld de Zoon presenteert aan de aardse en hemelse bewoners. 1:7-14 In Hebreeën 1:7 wordt bedoeld dat engelen deel uitmaken van de vergankelijke schepping en Gods helpers zijn. Daartegenover wordt in Hebreeën 1:8 over de Zoon gezegd dat hij dezelfde blijft in eeuwigheid. In Hebreeën 1:14 blijkt dat engelen slechts dienstbaar zijn aan de zaak van de Zoon en in dienst staan van de redding, een kernwoord in de brief! 2:1 In dit vers wordt een beeld gebruikt uit de scheepvaart; christenen kunnen uit de koers raken. Het oriëntatiepunt van christenen is het woord dat God gesproken heeft door zijn Zoon. 14
2:3 Engelen hebben een rol gespeeld bij de Thora, die aan Israël geschonken is. De woorden van God mogen niet in ongeloof geminacht worden. Dat geldt al voor de woorden waarbij engelen een rol hebben gespeeld. Des te meer geldt dat voor het spreken van God in de Zoon. Dit vers ademt de sfeer van de rechtbank. Prachtig komt in dit vers ook naar voren dat de woorden van God geschiedenis maken in de verkondiging. Het is begonnen bij de Heer. Hij heeft gesproken; zijn woorden zijn gehoord. De mensen die de woorden als eersten hebben gehoord, hebben die woorden op hun beurt gesproken en doorgegeven. De tweede generatie christenen heeft deze woorden gehoord en mag aan deze woorden stem geven voor een volgende generatie. Hoorders van de woorden van God worden tot sprekers van deze woorden.
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 15
Luisteroefeningen 2:4 Het heil dat verkondigd wordt, neemt door de heilige Geest bevrijdende vormen aan. 2:5-16 Wat de schrijver van de brief te zeggen heeft, omsluit hij door opnieuw te spreken over engelen (Heb. 2:5 en 16). Hij doet dat vaker in de brief: een gedachte omsluiten door twee uitspraken met eenzelfde thema. Wat de schrijver te zeggen heeft, sluit ook aan bij zijn oproep in Hebreeën 2:1-4 om ernst te maken met het horen. Het geloof van christenen kan immers worden aangevochten. Er bestaat een scherp contrast tussen wat een christen gelooft én wat een christen ervaart in het leven van alledag. Wat we geloven, zien we nog niet (Heb. 2:8). Wat we geloven is dat de komende wereld onderworpen is aan de Zoon. De toekomst bepaalt het nu, waarin wij leven! 2:6-9 Op geheel eigen wijze citeert de schrijver Psalm 8. Wie Psalm 8 in het Oude Testament leest, zal ontdekken dat in de psalm de hoge positie van de mens wordt bezongen. Heel de geschapen werkelijkheid is onder de heerschappij van de mens gebracht! Door de wijze waarop de schrijver van de brief aan de Hebreeën echter deze psalm citeert, verandert de oorspronkelijke bedoeling van de psalm. Jezus is de mens aan wie God denkt. Het accent komt te liggen op de vernedering van de Zoon! Anders dan de engelen zal hij de dood meemaken. Bij het citeren van Psalm 8 is eveneens van belang dat God alles heeft onderworpen aan de vernederde Zoon. De vernederde is vanwege zijn lijden en dood de verhoogde. Dit paradoxale behoort bij het geloof in Jezus. De verhoging van Jezus vormt het bewijs dat zijn dood heilsbetekenis heeft! Door de verhoging van Jezus – God heeft alles aan hem onderworpen! – komt aan de dag dat er in zijn vernedering – zijn lijden en dood – iets beslissends is gebeurd voor alles en iedereen. 2:9-10 Mensen verkeren in een onheilssituatie. In Hebreeën 2:10 gunt de schrijver de lezers een kijkje in het wezen van God. Dat mensen leven in een onheilssituatie past niet bij het wezen van God. Hij is immers God ‘voor wie en door wie alles
15
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 16
Lezen: Hebreeën 1 en 2
bestaat’. Hij gunt de mensen ‘de bereider van de redding’ (NBV) oftewel ‘de aanvoeder van de bevrijding’ (De Naardense Bijbel). Een schitterende aanduiding van de Zoon! Mensen, die in onheil leven, hebben een aanvoerder nodig, die aan hen de bevrijding geeft. De bevrijding is niet karig bedoeld voor enkele mensen, maar voor ‘vele kinderen’. God heeft niets liever dan dat zoveel mogelijk mensen door de aanvoerder van de bevrijding gered zullen worden! God heeft de aanvoerder van de bevrijding door het lijden heen naar de uiteindelijke volmaaktheid gevoerd. Het Griekse woord voor ‘volmaaktheid’ heeft de betekenis van ‘tot zijn doel leiden’. Dat houdt dus in dat deze aanvoerder de mensen ook tot hun doel wil leiden. Dat doel wordt later in de brief weergegeven met toegang krijgen tot God, binnengaan in de rust, binnengaan in de toekomstige stad. Het komt erop aan om zich in het leven van alledag te oriënteren op de weg die de aanvoerder is gegaan!
16
2:11-13 De aanvoerder van de bevrijding en ‘de vele kinderen’ hebben echter niet alleen hetzelfde doel, maar ook dezelfde oorsprong: God. Wat de aanvoerder van de bevrijding uit solidariteit doet voor zijn broeders en zusters, maakt de schrijver van de brief aan de Hebreeën weer duidelijk aan de hand van drie citaten uit het Oude Testament. Hij legt woorden uit het Oude Testament in de mond van de aanvoerder van de bevrijding. In Hebreeën 2:12 (Ps. 22:23): hij maakt de naam van God bekend aan zijn broeders en zusters. In Hebreeën 2:13a (Jes. 8:17): hij wil iemand zijn, die zijn vertrouwen op God heeft gesteld. In Hebreeën 2:13b (Jes. 8:18): hij staat niet alleen, maar bij hem horen de kinderen, die God hem gegeven heeft. Uit alle drie de citaten, die in de mond van de aanvoerder van de bevrijding worden gelegd, spreekt een uitzonderlijke solidariteit met zijn mensen! 2:14-15 De mensen die hem gegeven zijn, zijn mensen van bloed en vlees. In die volgorde – bloed en vlees – heeft de schrijver dit opgetekend in het Grieks. De aanvoerder van de bevrijding is de hogepriester die zijn leven als offer heeft gegeven. Door ‘bloed en vlees’ wordt de mens aangeduid in zijn kwetsbaar-
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 17
Luisteroefeningen heid en sterfelijkheid. In zijn solidariteit met de mensen heeft de aanvoerder van de bevrijding zichzelf in de onheilssituatie begeven waarin de mensen zich bevinden; een situatie van slavernij. De aanvoerder van de bevrijding wil hen bevrijden uit de macht van de dood en uit de angst voor de dood. Jezus’ dood betekent niets minder dan de dood van de dood. 2:16 Afrondend brengt de schrijver van de brief aan de Hebreeën nog eenmaal de engelen ter sprake. Omdat zij geen deel hebben aan de situatie van onheil van de mensen, hebben zij het ook niet nodig dat de aanvoeder van de bevrijding met hen begaan is. Hij is begaan met het lot van de nakomelingen van Abraham. ‘Begaan met’ kan ook vertaald worden met ‘bij de hand grijpen’. Zie ook Hebreeën 8:9. Daar vertelt de schrijver dat God Israël bij de hand gegrepen heeft en verloste uit de slavernij van Egypte. De nakomelingen van Abraham zijn allen die in geloof op weg gaan en vertrouwen op wat God beloofd heeft. Mensen die leven in een situatie van onheil en dood mogen leven van de belofte. Het leven van mensen kent perspectief! 2:17-18 Het leven van mensen kent perspectief, omdat de Zoon, als aanvoerder van de bevrijding, door de schrijver van de brief aan de Hebreeën wordt aangeduid met de titel hogepriester. Hij zal vanaf Hebreeën 4:14 uitvoerig schrijven over Jezus, de hogepriester. Nergens anders in het Nieuwe Testament komen we deze titel tegen. Zijn solidariteit met zijn broeders en zusters gaat door de dood heen. De beproevingen die mensen doorstaan, heeft hij ondergaan en zo kan hij hen te hulp komen. L IJNEN
NAAR ONS LEVEN
Als beginnend predikant ontmoette ik hen: twee aardige mensen, pas getrouwd. Ik herinner me uit het eerste gesprek met hen dat we uitvoerig over Jezus gesproken hebben. Na jaren ontmoette ik hen opnieuw. We raakten weer in gesprek over het geloof. Ze vertelden dat de figuur van Jezus hen niet meer zoveel zei. ‘We geloven wel in God!’ benadrukten ze. Er verliep geruime tijd, voordat ik hen opnieuw tegenkwam. Ook nu kwam het geloof ter sprake. Het bleek dat ze ondertussen kinderen hadden gekregen. Ze hadden de kinderen niet laten
17
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 18
Lezen: Hebreeën 1 en 2
18
dopen. Want ze geloofden wel dat er ‘iets’ is, maar ‘geloven in iets’ vonden ze een te wankele basis voor de doop. Aan de ontmoetingen met deze man en vrouw moest ik denken bij het lezen van de brief aan de Hebreeën. De gesprekken met deze twee mensen laten zien, hoe snel de veranderingen zich hebben voltrokken, niet alleen in de samenleving, maar ook in de kerk. Jezus is niet meer vanzelfsprekend; en God ook niet. Wel voelen heel veel mensen zich religieus. Ze hebben een levendige belangstelling voor engelen. Er is veel aandacht voor andere religies. Deze aandacht en belangstelling zijn niet verkeerd, maar zijn alleen maar toe te juichen. Paulus heeft immers al eens geschreven: ‘Onderzoek alles, behoud het goede’ (1 Tess. 5:21). Wij leven in een samenleving die niet alleen multicultureel maar ook multireligieus is. We reizen heel de wereld over en we werken met mensen die geen christen zijn, maar tot een andere godsdienst behoren. In de multireligieuze samenleving van onze tijd komen christenen voor de vraag te staan: wat is de kern van het christelijke geloof? De brief aan de Hebreeën wil ons helpen die weer te ontdekken. Voor de christenen in de jaren ’80 van de eerste eeuw is het geloof ook wat vaag geworden. Wat doet de schrijver van de brief aan de Hebreeën in die situatie? Hij stelt God voor aan de mensen. Al lezend in de Tenach (de wet, de profeten en de geschriften van Israël) heeft de schrijver van de brief aan de Hebreeën ontdekt: wezenlijk voor God is dat hij een sprekende God is! Dit geloof hebben de christenen geërfd van het volk Israël: het geloof in de sprekende God. Deze boodschap is van wezenlijk belang voor mensen van de eenentwintigste eeuw. Om God te leren kennen maakt de schrijver van de brief ons attent op Jezus! Het beeld van God wordt in de brief vooral bepaald door Gods hoogheid en heiligheid. Deze heilige God heeft van zich laten horen in Jezus, de Zoon, die ver verheven is boven de engelen, maar voor kortere tijd lager dan de engelen is geplaatst. In wat Jezus zegt en leert mogen wij Gods stem verstaan. Wie let op wat Jezus gedaan heeft tijdens zijn leven op aarde, ziet God ten voeten uit. God kan met de naam Jezus worden aangesproken. De heilige God is in Jezus sprekend onder de mensen gekomen! Jezus kan sprekend God worden genoemd. Het wonderlijke dat de schrijver van de brief aan de Hebreeën vertelt over de mens Jezus, die 33 jaar op onze aarde leefde, is dat hij als de Zoon er al was bij de schepping én dat hij er nog steeds is, en wel aan de rechterzijde van Gods hemelse majes-
Binnenwerk Brief aan de Hebreeen
13-02-2009
12:55
Pagina 19
Luisteroefeningen teit. Tijdens zijn leven op aarde kwam Jezus in de naam van God op voor de mensen die toen leefden: hij genas de zieken, vergaf zonden, wekte doden op. Aan de rechterzijde van God komt hij op dit moment nog steeds op voor de mensen, voor ons: hij treft voorbereidingen voor de komende wereld, waar mensen bevrijd mogen wonen. Jezus is nog steeds uit op het heil van mensen. Lezers uit de eenentwintigste eeuw kunnen ook nog wat leren van de manier waarop de schrijver van de brief over de engelen schrijft. Zij zijn realiteit. Ze staan in dienst van de redding. Maar alle aandacht wordt in de brief gericht op de Zoon. Om hem gaat het in het christelijke geloof. In Hebreeën 1 is verteld dat in Jezus God sprekend onder de mensen is geweest. Woorden hebben echter een stem nodig om te kunnen klinken! Dat wordt in Hebreeën 2 aan de orde gesteld. Ouders mogen een stem zijn voor hun kinderen. De kerk mag de stem van God laten horen in deze wereld. De schrijver waarschuwt de christenen in zijn tijd om niet uit de koers te raken. Als een schip uit de koers raakt, wordt het gevaarlijk voor het schip. Wanneer christenen uit de koers raken kan dat schadelijk zijn voor hen zelf, voor hun eigen leven, maar het kan ook schadelijk zijn voor anderen, voor een nieuwe generatie. Als een volwassene niets meer doet aan het geloof en de gemeenschap van de kerk niet meer wezenlijk vindt, dan heeft dat wel consequenties voor de kinderen in hoe zij omgaan met het geloof en of zij hun plek zullen vinden in de gemeente van Jezus. ‘Jezus is de aanvoerder van de bevrijding!’ Vanuit de sport weet iedereen hoe belangrijk een aanvoerder is. Dat hebben kinderen ook nodig: een aanvoerder. Iemand op wie zij zich kunnen oriënteren en die hen inspireert. Een aanvoerder die laat zien: het leven heeft perspectief! V ERWERKING 1. In het eerste hoofdstuk van de brief aan de Hebreeën wordt God voorgesteld als de sprekende God. In onze tijd ervaren veel mensen God veeleer als de zwijgende God. En u? 2. Wie is Jezus voor u? In de brief aan de Hebreeën worden meerdere antwoorden op deze vraag gegeven. In Hebreeën 1 wordt als eerste antwoord gegeven: Jezus is de Zoon van God. In hem zien
19