Ik ben de sterkste

Page 1


Voor Jo-anne en Cathelijne

Dit boek werd mede mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van Stichting Bevordering van Volkskracht en Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds. Illustraties Marianne Witvliet Vormgeving omslag en binnenwerk Geert de Koning isbn 978 90 239 9461 9 nur 273/226 Mozaïek Junior is een imprint van Uitgeverij Mozaïek, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden www.uitgeverijmozaiek.nl


Marianne Witvliet & HenriĂŤtte Moll

Ik ben de sterkste

MozaĂŻek Junior, Zoetermeer



Mijn naam is Josje. Het liefst ben ik buiten. Ik hou van hardlopen in mijn eentje. Van voetballen met veel kinderen uit de buurt. Vroeger wilde ik schommelen. Hoe hoger, hoe fijner. Hoe dichter bij de wolken, hoe beter. Als ik kon kiezen, zou ik een zwaluw willen zijn. Om het plezier waarmee ze zweven. Om hoe mooi ze zijn. Soms probeer ik zo hard te rennen dat het op zweven lijkt. 7


Ik heb vrienden en vriendinnen. Mijn allerbeste vriend heet Oos en mijn beste vriendin Sammie. In de tuin bij Oos staat een oude appelboom met sterke takken. Vaak klimmen we erin. Boven in de boom ben je pas echt buiten. Als de appels rijp zijn, kies ik voor hem de grootste en hij voor mij de roodste. Dan praten we over school. Over vrienden en over voetbal. Ik voetbal met Oos. Hij is een aanvaller, ik verdedig. Hij is beter, ik ben sneller. Hij leert mij trucs. De schijntrap, de panna, de sleep. Of de schaar, daar ben ik goed in. Je probeert je tegenstander de verkeerde kant op te lokken en dan ga jij de andere kant op. 8

Ik leer Oos rennen zonder moe te worden.


9


Met Sammie deel ik meisjesdingen. We spelen met elkaars spullen, we lenen elkaars boeken en kleren. We delen ook dingen die je niet kunt zien, zoals blij zijn of boos of verdrietig. Soms zijn Sammie en ik zo dichtbij dat we elkaar even moeten aanraken. Van blijdschap.

10


Ik woon bij mijn moeder. Met mijn broertje Boris die nog klein is. Hij heeft zwarte krullen, ik heb lang, steil haar. ‘Het is goudblond,’ zegt mama. Dan tilt ze me op en zwaait me in het rond, zodat mijn haren vleugels lijken. Dan doe ik mijn ogen dicht en ben ik bijna een zwaluw. Ik ben veel zwaarder dan Boris, maar mama is sterk. Haar armen houden mij zo stevig vast dat ik nooit kan vallen.

11


Mijn moeder kan ook heel hard lopen. Dat rennen heb ik van haar geleerd. ‘Het is gezond, je wordt er sterk van,’ zegt ze. Vroeger had ik een vader. Maar hij is er niet meer. Ik weet nog wel dat hij voorlas en zei dat ik op een elfje leek. En ook dat ik allesbehalve een elfje was, omdat ik sterk en stoer ben, als mama. Dat was voordat hij ziek werd.

12


Soms lijkt het alsof dingen niet kloppen. Zoals laatst. Ik was buiten adem, want ik had geprobeerd een zwaluw bij te houden. Ineens stond er iemand voor me. Ik kende zijn gezicht, maar niet zijn naam. Ik kende hem wel en ook weer niet. Het is een gewoon iemand uit de buurt, met aardige ogen. ‘Ken je mij nog?’ vroeg hij.

13


‘Ja, en nee,’ zei ik. ‘Ik was een vriend van je vader. Hou je nog steeds van voetbal?’ vroeg hij. ‘Hoe weet u dat?’ vroeg ik. ‘Dat vertelde je vader,’ zei hij. Het was net of mijn vader even dichtbij was. ‘Wat een prachtig haar heb jij toch,’ zei hij. ‘Goudblond.’ Hij legde een hand op mijn hoofd. ‘Je bent een mooi meisje. Je vader zou trots op je zijn geweest.’ 14

Ik deed een stapje achteruit.


‘Ik heb nog een nieuwe voetbal,’ zei die meneer toen, alsof hij het zich ineens herinnerde. Hij noemde een dure merknaam. Dat was dus de beste, wist ik. ‘Ik doe er niets mee en jij bent een uitblinker,’ zei hij. ‘Weet u dat ook van mijn vader?’ vroeg ik. ‘Ik kijk wel eens naar je als je speelt. Je doet het heel goed.’ Ik dacht aan Oos. Die bal zou fantastisch zijn. Ik zou eindeloos de schijntrap en de schaar kunnen oefenen. ‘Als je meegaat, zal ik hem geven.’ ‘Zomaar?’ Hij lachte. Ik kreeg het ineens koud.

15


Hij draaide zich om en ik kon niet anders doen dan meegaan. Ik liep naast hem, maar mijn benen voelden zwaar als zand. Toen stonden we voor zijn huis. Hij stak een sleutel in het slot. De deur ging open. ‘Kom maar,’ zei hij hartelijk. Hij legde zijn hand op mijn schouder. 16


Ik wist niet waarom. Ik rukte me los en rende weg. Hij riep iets, maar ik stopte niet. Ik rende zo snel dat mijn hart in mijn keel klopte. Toen ik thuis kwam, liep ik de tuin in. Om mijn hart weer op de goede plek te krijgen. Ik was boos op mezelf. Ik deed onaardig tegen de vriend van mijn vader. En wat erger was: ik had de beste bal aller tijden geweigerd.

17


Het duurde lang voordat ik sliep. Ik moest aan de voetbal denken. Aan die meneer die er aardig uitzag. Die mijn vader had gekend. Net zoals Sammie en ik elkaar kenden, of Oos en ik. En die ook nog eens fijne dingen zei. Over dat ik mooi was.

18


Mama leerde mij altijd aardig te blijven. Om dankjewel te zeggen of alstublieft. Ik dacht na over wat er niet klopte. Toen wist ik het. Het was om wat hij over mijn haar zei. Dat was niet van hem, dat was van mama. Alleen zij mocht zeggen dat het goudblond is. Maar dat kon hij misschien niet weten.

Ik droomde dat ik rende. Dat er iemand achter mij aan kwam die ook rende. Ik rende harder, ik wist zeker dat ik zou kunnen winnen. Maar het was niet zo. De voetstappen achter mij kwamen steeds dichterbij. Toen viel ik. Ik werd wakker. Uit het raam zag ik de maan. Ik wilde huilen, maar de maan keek vriendelijk. Heel lang keek ik naar de maan. Toen maakte ik een nestje van mijn donzen dekbed. Het voelde als de armen van mijn moeder en ik viel in slaap. De dag daarna had ik buikpijn.

19


Mama keek bezorgd. Ze voelde aan mijn voorhoofd. ‘Dat voelt net als anders,’ zei ze. Ze streelde over mijn haar. Ik trok mijn hoofd weg en zei dat het beter ging.

20


In de klas was ik stil. Ik dacht aan de meneer die zei dat hij mijn vaders vriend was. Aan de bal waarmee ik kon scoren. Uit school ging ik met Sammie mee. ‘Krijg jij wel eens zomaar iets van iemand?’ vroeg ik. ‘Soms,’ zei ze. ‘Laatst kreeg ik een bijzondere schelp van mijn tante. Maar dat is niet zomaar iemand.’ Sammie lachte. ‘Mijn mama zegt dat ik alleen nooit, nooit iets van een vreemd iemand mag krijgen.’

21


22


Een vreemd iemand. Was een vriend van papa die niet meer leeft, vreemd? Ik wist het niet. Ik wist zijn naam niet en toch kende ik hem. Ik durfde niet tegen Sammie te zeggen dat ik een voetbal kon krijgen als ik wilde, en dat ik was weggerend. Sammie wist dat ik dol was op voetballen. Tegen Oos durfde ik het helemaal niet te zeggen. ‘Jij gaat zo’n bal toch niet weigeren,’ zou hij zeggen. ‘Van dat merk nog wel!’ Moest ik teruggaan? Aanbellen en zeggen dat ik de bal wel wilde? Mijn buikpijn ging niet over. Nu had ik een geheim. Het geheim groeide van binnen. Het wilde eruit, maar ik stuurde het terug. Eerst was het een klein geheim. Toen werd het een groot geheim. De bal werd duurder en groter. Wat erger was, de vriend van mijn vader groeide mee. Mijn nestje maakte ik dieper en dieper in het dekbed. Toen kon ik de maan niet meer zien.

23


24


Op een dag kwam mijn geheim er toch uit. Ik wilde het niet, maar het glipte langs mij heen. Het was sterker dan ik. Het was omdat mama naar mij keek. Omdat ik iets in haar ogen zag wat ik niet kende. Alsof ik voor haar stond en er niet was. ‘Mijn lieverd,’ zei ze. ‘Wat is er toch met je?’ Ze streelde over mijn haar en ging op de rand van mijn bed zitten. ‘We hebben al zo lang niet meer samen gevlogen,’ zei ze. ‘Zal ik je weer eens optillen en rondzwaaien?’ Toen huilde ik. En vanuit mijn nestje van veren vertelde ik het haar. Het was lang stil. Het voelde of mama van alles tegen mij wilde zeggen, maar alle woorden weer inslikte. ‘Ik ben zo trots op je,’ zei ze eindelijk. Het klonk schor. ‘Zo verschrikkelijk trots.’ Ik snapte er niets van. ‘Maar ik ben weggelopen van mijn vaders vriend,’ zei ik. ‘Ik durfde niet naar binnen en nu heb ik geen bal. Niet zo’n goede.’ Maar ik hoefde niet meer te huilen.

25


Mijn geheim was bij mama en mijn buikpijn was over. Ze tilde mij uit bed en zwaaide mij rond. Ik vloog. Ik kon weer vliegen. ‘Als iets erg mooi lijkt, maar niet goed voelt en je gaat er voor weg…’ zei ze een beetje buiten adem. ‘Ja’, zei ik. ‘Wat dan?’ ‘… dan ben je sterker dan jezelf. Dan ben je de sterkste van de hele wereld.’

26


Mijn voeten gingen als vanzelf naar Oos. Hij zat in de boom en ik klom naar hem toe. ‘We hadden de beste bal ter wereld kunnen hebben,’ zei ik toen ik tegenover hem zat. ‘En waarom hebben we die dan niet?’ vroeg hij. Hij had intussen al een appel geplukt die roder was dan alle appels die ik mij kon herinneren. ‘Eerst een appel voor jou zoeken,’ zei ik. ‘Nee,’ zei hij. ‘Nu vertellen.’ Ik vertelde.

27


28


Oos luisterde lang. ‘Wat goed,’ zei hij toen. ‘Je luisterde naar wat je voelde!’ ‘Maar die bal! Denk je eens in!’ Hij keek mij aan. ‘Er was geen bal,’ zei hij toen. ‘Snap je?’ Oos zei nog iets. ‘Ik heb het een keer gedaan,’ vertelde hij. ‘Meegaan met iemand, terwijl het niet goed voelde.’ Nu luisterde ik. De wind speelde met de blaadjes van de appelboom. ‘Ik was al binnen.’ Hij ging rechtop zitten, zijn rug tegen de sterke stam. ‘Ik ben een aanvaller,’ zei Oos. ‘Dat had die ander niet verwacht.’ Hij zakte terug. ‘Maar als ik dat nu eens niet was geweest…’ ‘Je was het,’ zei ik. ‘En ook nog eens een goede.’

29


Ik klom uit de boom en rende naar huis. Ik rende en rende en het was net of ik vloog. Ik heb vrienden. Ik heb een sterke mama. Mijn naam is Josje. Ik kan sterker zijn dan mezelf.

30



Marianne Witvliet is auteur en illustrator en werkt bij de Erdee Media Groep. Romans van haar hand: Gebroken wit, Kind van het water en Toen je nog huppelde. Prentenboeken: Waar is papa? en Varkentje heeft koorts. Verschillende malen won ze de prijs voor het beste christelijke kinderboek.

Prof.dr. HenriĂŤtte Moll is ruim 25 jaar kinderarts. Ze is hoofd van de subafdeling algemene kindergeneeskunde van het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam. Met dit boek wil ze kinderen weerbaar maken voor emotionele druk en hun onveilige situaties leren herkennen. 32

Dit kan veel leed voorkomen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.