Tijd CMYK De dorsvloer
24-03-2009
15:08
Pagina 1
www.uitgeverijmeinema.nl
9
694
De dorsvloer van de
Meinema
NUR
De dorsvloer van de Jebusiet
Ineke Albers is buitenkerkelijk theoloog en fotograaf. Zij promoveerde in 2007 op het proefschrift Heilige kracht wordt door beweging losgemaakt. Over pelgrimage, lopen en genezing.
Ineke Albers
Ineke Albers neemt de lezer mee op een reis langs heiligdommen in Europa en IsraĂŤl. De tocht begint in Epidaurus bij het heiligdom van de Griekse god Asclepios, dat ten offer viel aan het oprukkende christendom, en eindigt in Glastonbury, waar een oud christelijk heiligdom in de afgelopen decennia is overgenomen door een aantal newagestromingen. Onderweg zoekt de auteur naar antwoorden op de vragen die de heiligdommen oproepen. Waardoor wordt een plaats heilig? Wat hebben theater en genezing met elkaar te maken? Is een heiligdom een virtual reality? Is kitsch zonde? De reis langs de heilige plaatsen is tegelijkertijd een reis door de geschiedenis van het christendom en een reis door de menselijke geest.
Ineke Albers
Jebusiet
789021 141923
Meinema
De betekenis van heiligdommen in de westerse cultuur
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 3
de dorsvloer van de jebusiet De betekenis van heiligdommen in de westerse cultuur
Ineke Albers
Uitgeverij Meinema, Zoetermeer
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 4
www.uitgeverijmeinema.nl Ontwerp omslag: Marion Rosendahl Foto omslag: De Qubbet es-Silsileh (Koepel van de Ketting) op de Tempelberg in Jeruzalem Foto’s omslag en binnenwerk: Ineke Albers ISBN 978 90 211 4192 3 NUR 694 © 2009 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaan-
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 5
inhoud
I II III IV V VI VII VIII IX X
Proloog. Het credo van de afwezige leeuw Het theater van de genezing De dorsvloer van de Jebusiet De hardloper, de indiaan, de monnik en de pelgrim Dood van een aartsbisschop Is kitsch een zonde? Weg van het water Wat er nog aan Christus’ lijden ontbreekt Houdbare heiligheid Epiloog. Heeft de regen een vader?
BibliograďŹ e
7 19 47 74 102 131 160 188 216 246 254
5
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 7
i proloog. het credo van de afwezige leeuw Heilige plaatsen zijn zwarte gaten, je valt erdoor in een ander universum, maar – anders dan in het geval van een kosmisch zwart gat – je kunt wel weer terug naar het alledaagse universum, sterker nog, je moet vroeg of laat weer terug naar het alledaagse universum. Dat een bepaalde plaats een bijzondere status krijgt, kan verschillende oorzaken hebben: de plaats zelf heeft bijzondere natuurlijke kenmerken, er is iets ongewoons gebeurd of het is de plaats waar iets speciaals wordt bewaard. In veel gevallen zal het iets te maken hebben met een herinnering, want ons vermogen tot herinneren is nauw verbonden met ons oriëntatievermogen. De hippocampus, een structuur in onze hersenen die een cruciale rol speelt bij het aanmaken van herinneringen, is een evolutionaire ontwikkeling van het hersengedeelte dat onze verre voorouders gebruikten om door hun omgeving te navigeren. Ook bij ons dient de hippocampus nog als opslagplaats van informatie over de ruimte waarin we ons bewegen. De Engelse neurowetenschapper Eleanor Maguire heeft onderzoek gedaan naar de hippocampus van Londense taxichauffeurs, die eerst de plattegrond van Londen uit hun hoofd moeten kennen voordat ze een vergunning kunnen aanvragen. Zij kwam tot de ontdekking dat een gedeelte van de hippocampus bij de taxichauffeurs groter was dan bij een controlegroep en dat het verschil toenam naarmate de taxichauffeurs meer ervaren waren. Onze vroegste zoogdierherinneringen zijn de herinneringen aan de bakens in het landschap waarlangs we de weg door ons leefgebied wisten te vinden; daarop is ons hele vermogen tot leren en herinneren gebaseerd. Al in de oudheid werd ontdekt dat je heel veel informatie in de goede volgorde kunt onthouden wanneer je die informatie associatief ‘vastmaakt’ aan verschillende plaatsen. Daar wandel je dan in je gedachten langs wanneer je alles weer terug wilt halen. Zo worden soms ook speciale plaatsen gecreëerd om een dierbare herinnering aan vast te maken en toch vooral maar niet te vergeten. Herinneringen hechten zich bij voorkeur aan plaatsen, en plaat7
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 8
Dronten, Koningin Wilhelminabos. Plaats van herinnering.
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 9
sen die verbonden zijn met bijzondere herinneringen krijgen gemakkelijk een status aparte, maar een plaats met een status aparte is nog geen heilige plaats. Voor heiligheid is een vorm van metafysica nodig en daarmee verlaten we onze zoogdierhersenen en betreden we het gebied van het typisch menselijke. Dieren kennen ook bakens in het landschap, maar houden er naar alle waarschijnlijkheid geen metafysica op na, beter gezegd, bij dieren vallen fysica en metafysica samen. Zo niet bij de mens. Het Nederlandse woord ‘heilig’ heeft dezelfde stam als het woord ‘heel’. Dat wat heilig is, is heel, compleet, laat niets te wensen over. Een heilige plaats is een plaats waar de wereld heel is, maar dat is niet alles. Zowel het Hebreeuwse kadosh als het Latijnse sanctus – beide worden in het Nederlands vertaald met heilig – betekent afgesneden, afgescheiden zijn. Het heilige is afgescheiden, maakt geen deel uit van de wereld van alledag. Het Latijnse templum en het Griekse temenos – heilige plaats, heiligdom – stammen ook van woorden die verbonden zijn met het concept ‘afsnijden’. Kortom, een heilige plaats is een plek die verbonden is met een herinnering aan een universum dat niet het onze is, dat heilig is omdat het heel is, dat is zoals het onze eigenlijk zou moeten zijn. Juist omdat er iets aanwezig is uit een ander universum, dient die plek strikt afgescheiden te zijn van de profane wereld. Heiligheid is voor de mens zoiets als radioactiviteit: potentieel heilzaam wanneer er voldoende voorzorgsmaatregelen zijn getroffen, maar voor het overige levensgevaarlijk; het kan genezen en vernietigen. Je kunt niet wonen in een heiligdom.
de afwezige leeuw en de geboorte van de metafysica De Canadese antropoloog Alan Morinis geeft in zijn definitie van de pelgrimage ook een definitie van het heiligdom: ‘De sleutel tot de pelgrimage is de beweging tussen […] twee polen. De pelgrimage overbrugt de tegenstelling tussen die twee polen op verschillende manieren. De pelgrim is een cursor die zich verplaatst van probleem naar antwoord, in de hoop de spanning tussen de onvolkomenheid die hij kent en het ideaal dat hij nastreeft op te heffen.’ De pelgrim beweegt zich van de plaats die ‘thuis’ heet naar de plaats die ‘heiligdom’ heet 9
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 10
en daarmee van het leven van alledag met zijn grote en kleine problemen naar een plaats waar de wereld heel is, van het fysische universum naar het metafysische universum. De metafysica is de filosofische discipline die onderzoekt hoe de werkelijkheid er ‘werkelijk’ uitziet, los van en uitstijgend boven dat wat onze zintuigen waarnemen, de leer van de ultieme werkelijkheid. Die filosofische discipline heeft een lange geschiedenis, maar die is hier niet van belang. Wanneer we spreken over het metafysische universum van de heiligdommen gaat het om de intuïtieve metafysica, het beeld van de ‘werkelijke werkelijkheid’ zoals ieder mens dat goeddeels onbewust en vanzelfsprekend opbouwt om zijn eigen leven een kader te geven. De Duitse filosoof Arnold Gehlen (1904-1976) beschouwde de mens als een Mängelwesen, een creatuur met een biologisch tekort. Het dier is genetisch volkomen toegerust om te kunnen overleven in zijn natuurlijke omgeving, de mens is genetisch ongedifferentieerd en heeft geen natuurlijke habitat. In het kader van de natuurlijke wereld is de mens een anomalie, aldus Gehlen, maar juist omdat de mens een Mängelwesen is, is hij ook een Prometheus. Door zijn natuurlijke ongedifferentieerdheid ziet hij zich gedwongen zich een ‘tweede natuur’ te scheppen in de vorm van de cultuur. Binnen deze cultuur zijn het voor Gehlen vooral de instituties die de mens beschermen tegen zijn ongedefinieerd zijn, die zorgen voor een omgeving waarin al een aantal dingen vastligt. Dankzij die instituties hoeft de mens zich niet voortdurend het hoofd te breken over een rechtvaardiging voor zijn doen en laten: daarmee schept hij zich een systeem dat zijn vrijheid aan banden legt en hem bevrijdt van een ondraaglijke last (zijn vrijheid van handelen). Het tekort van de mens kan ook worden geformuleerd in de termen van het wetenschapsgebied dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van de menselijke soort, de paleoantropologie. De mens onderscheidt zich van andere dieren door zijn relatief grote hersenen, die het resultaat zijn van een evolutionaire ontwikkeling van tenminste vier miljoen jaar. Zijn steeds grotere hersenen gaven de mens een steeds groter vermogen tot aanpassing aan een nieuwe habitat en uiteindelijk was homo sapiens in staat de hele aarde te bewonen, in ieder klimaat tussen pool en evenaar te overleven. De keerzijde van dit voordeel was een heel groot nadeel: het menselijk 10
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 11
bewustzijn. Een gedeelte van de evolutiebiologen beschouwt het gebrek van de mens zoals Gehlen dat beschrijft als de keerzijde van zijn evolutionaire ontwikkeling naar een steeds grotere herseninhoud. Want sommige dingen kun je maar beter niet kunnen. Waar voor een gazelle op de savanne een slapende leeuw iets heel anders is dan een jagende leeuw – de eerste heeft niet veel meer betekenis dan een struik, de tweede zet alle seinen op rood – ziet de mens ook in de slapende leeuw een gevaar. De mens kan bedenken dat de slapende en de jagende leeuw een en hetzelfde verscheurende beest zijn, iets wat de gazelle met zijn kleine hersentjes niet kan. En zelfs wanneer er in de verste verte geen leeuw te bekennen is, zal de mens toch voortdurend op zijn hoede zijn voor de leeuw die misschien?, waarschijnlijk, zeker! ooit komt. Vluchten is geen optie, de leeuw kan overal opduiken. En wanneer je eenmaal zover bent, zit de afwezige leeuw voor altijd in je hoofd. Wie grote hersenen heeft, is tot veel in staat, niet alleen om in de meest ijzige koude op de poolcirkel te overleven, maar ook om in zijn eigen hoofd een ziedende hel te scheppen en daar zelf in te branden. Er moet heel wat gerepareerd worden, willen die grote hersenen niet inderdaad een ondraaglijke last worden. De soort sterft uit als gevolg van geestelijke verlamming, wanhoop en depressie, wanneer er niet snel iets wordt gevonden om de obsessie met afwezige leeuwen te reguleren. Er moet een metafysica worden ontwikkeld waarin afwezige leeuwen een plaats krijgen toegewezen: credo dat afwezige leeuwen niet willekeurig opduiken… De Nederlandse theoloog Arend Jan Nijk (1926-1982) ziet dit hypothetische eerste credo – dat voor hem een rituele handeling is – als de vroegste vorm van religie, ik zou het de eerste vorm van metafysica willen noemen. Nijk ontwikkelde zijn bijzondere ideeën over religie en secularisatie op basis van het gedachtegoed van Arnold Gehlen. Voor Nijk is niet, zoals voor Gehlen, het probleem hoe de mens patronen vindt voor zijn handelen, maar veeleer de daar nog voor liggende vraag: hoe komt de mens tot handelen op het moment dat hij niet meer vanuit een natuurlijke (dierlijke) modus kan handelen, maar ook nog geen culturele modus heeft ontwikkeld? De afwezige leeuw stelt de mens voor een ‘hiaat’ (een kernbegrip in Nijks werk) en hij ervaart een ‘ongearticuleerd besef van te moeten handelen en niet te weten hoe’ of, in de woorden van Gehlen, een unbestimmte Verpflichtung. Er ligt geen handelingspatroon klaar om de angst voor af11
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 12
wezige leeuwen adequaat te bestrijden en op dat moment, het moment waarop de mens voor het eerst echt mens is, aldus Nijk, volgt een tweede moment, wanneer de mens al experimenterend een passende handeling heeft gevonden en het besef doorbreekt: dit is het, hiermee blijf ik de afwezige leeuwen de baas. Het derde moment in dit proces van menswording wordt gevormd door het streven het gevoel van ‘dit is het’ opnieuw op te roepen door de betreffende handeling te herhalen wanneer de angst voor afwezige leeuwen weer de kop op steekt. De mens heeft zich op dat moment zijn eerste, rudimentaire metafysica geschapen in de vorm van een ‘toegewijde handeling’. Op deze rudimentaire metafysica is alle mythologie, filosofie en theologie gebaseerd, aldus Arend Jan Nijk. Nijk was een bijzondere theoloog; hij was zijn tijd vooruit en heeft te weinig erkenning voor zijn werk gekregen. Het primaat van de handeling is nu, veertig jaar na de verschijning van zijn hoofdwerk Secularisatie. Over het gebruik van een woord, een belangrijk thema in de cognitiewetenschap en -filosofie. Ook vanuit het perspectief van de evolutiebiologie lijkt zijn hypothese stand te houden. De onderzoekers op het gebied van de Ritual Studies onderschreven al enige tijd geleden Nijks vermoeden: het ritueel is niet wat de mythe voorschrijft dat er gedaan moet worden, maar de mythe is dat wat wordt gedacht als gevolg van het voltrekken van het ritueel. De mens moet zich, anders dan het dier, een metafysica scheppen, omdat in zijn hoofd vragen opkomen waarop geen antwoord klaarligt. Hij moet zijn angst voor afwezige leeuwen, die zich kenbaar maakt als een besef van te moeten handelen en niet te weten hoe, reguleren. Hij doet dat in eerste instantie door middel van een handeling die hem in een andere werkelijkheid brengt, een werkelijkheid waarin de orde is hersteld, die weer heel is omdat afwezige leeuwen er beheersbaar zijn – de ultieme, meest werkelijke werkelijkheid, waarin angst en onbehagen zijn overwonnen. De hiaat sluit zich en de metafysica ontwikkelt zich tot een vanzelfsprekendheid waarbij geen vragen meer worden gesteld. Zo’n vanzelfsprekende metafysica, die van geslacht op geslacht wordt overgeleverd, zou ik een wereldbeeld willen noemen. Wereldbeelden, alle wereldbeelden die de mens een kader verschaffen waarin hij zijn leven kan leven zonder aan de angst voor afwezige leeuwen ten onder te gaan, zijn weliswaar altijd een geloof, een hulpconstructie, maar die hulpcon12
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 13
structies zijn vanuit een biologisch perspectief absoluut rationeel. Pas wanneer de mens opduikt uit de prehistorie is er meer informatie beschikbaar over de precieze aard van die wereldbeelden en dan blijkt een element veelvuldig voor te komen: wezens die op mensen lijken, maar niet onderworpen zijn aan de beperkingen die het leven van de mens zo gecompliceerd maken. Vanuit de eerste ‘toegewijde handeling’ heeft de mens zich een parallel universum geschapen waarin zijn eigen spiegelbeeld rondloopt, maar dan niet zoals hij is, maar zoals hij zou willen zijn. Wanneer deze wezens, goden en godinnen, demonen en mythische voorouders, onderdeel zijn gaan uitmaken van de wereldbeelden van de mens, is niet meer te achterhalen. Er bestaan tal van theorieën over hoe we ooit op het idee van deze wezens zijn gekomen en het is evident dat ze altijd nauw verbonden zijn met de heersende leefomstandigheden en als zodanig ook onderworpen aan verandering. Samenlevingen die landbouw bedrijven, kennen vegetatiegoden die in de winter sterven en in het voorjaar weer tot leven moeten worden gewekt met vruchtbaarheidsrituelen; samenlevingen die leven van roof en plundering kennen oorlogsgoden die met hun volk ten strijde trekken tegen de vijand; samenlevingen die sterk hiërarchisch georganiseerd zijn, kennen een oppergod die het gezag uitoefent over de andere goden en een koning die zijn aardse vertegenwoordiger is; samenlevingen die georganiseerd zijn naar familiebanden kennen goddelijke voorouders die zich met het leven van hun nakomelingen bemoeien. Het is niet waarschijnlijk dat de eerste wereldbeelden al zulke gecompliceerde concepten als goden bevatten, er was een tijd in de geschiedenis dat vrijwel alle wereldbeelden goden bevatten, er was ook een tijd dat goden werden ontdaan van hun mensvormigheid en tot transcendente dragers van abstracte ideeën werden omgevormd en we leven nu in een tijd dat dergelijke concepten weer uit het wereldbeeld van grote groepen mensen zijn verdwenen. Wereldbeelden die een van de vele vormen van het concept ‘godheid’ bevatten, waarin dus de ultieme werkelijkheid zich heeft verdicht tot mensgelijkende vormen, worden in het dagelijks spraakgebruik religies genoemd. Religies doen hetzelfde als andere wereldbeelden, ze verschaffen de mens een kader voor zijn leven en ze bezitten dezelfde biologische en psychologische rationaliteit als andere wereldbeelden. 13
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 14
Kant-en-klare wereldbeelden, het systeem van religieuze en seculiere instituties waarin iedereen wordt geboren, voldoen voor de meeste mensen. Slechts weinigen voelen ooit de noodzaak een nieuw model van de laatste werkelijkheid te ontwerpen en een nieuwe metafysica te formuleren. Enkelen van degenen die zich daartoe wel geroepen voelden – Boeddha, Zarathoestra, Socrates, Jezus, Mohammed, Marx, om er maar een paar te noemen – zijn de grondleggers van nieuwe wereldbeelden geworden. Zij boden een alternatieve metafysica op een moment dat de bestaande voor grote groepen mensen niet meer voldeed, omdat ze niet meer beantwoordde aan de vragen en de noden die het leven opwierp. Dan zijn we al ver verwijderd geraakt van de eerste rituele handelingen waarmee de angst voor afwezige leeuwen onder controle moest worden gehouden. Wereldbeelden zijn dan al ingebouwd in instituties en instituties vertegenwoordigen belangen. Alle hervormers van wereldbeelden stuiten op de weerstand van degenen die zich nog prima op hun gemak voelen in de bestaande metafysica en bij een nieuwe versie alleen maar te verliezen hebben. Pas wanneer de wereld met geen mogelijkheid nog in het bestaande wereldbeeld is te persen kunnen twijfels worden toegelaten, maar uiteindelijk zal altijd weer blijken dat ‘de sabbat er is voor de mens, en niet de mens voor de sabbat’, een uitspraak die de evangelist Marcus in de mond van Jezus legt, maar die qualitate qua voor alle instituties geldt. Ze zijn er voor de mens, en wanneer het wereldbeeld dat ze vertegenwoordigen niet meer past bij de wereld waarin de mens moet leven, dan is het voor de instituties buigen of barsten. Het christendom is het resultaat van een hervorming van het joodse wereldbeeld dat mensen uitsloot omdat ze contacten onderhielden met niet-joden, contacten die door de voortdurende bezetting van Israël door vreemde mogendheden moeilijk te vermijden waren. Het sloeg ook aan bij immigranten uit andere delen van het Romeinse rijk, die ver van huis niet in staat waren om de metafysica waarin ze geboren waren overeind te houden. Vanaf de vroege middeleeuwen ontwikkelde het christendom zich tot een instituut met grote politieke macht, die pas door de Franse Revolutie aan het einde van de achttiende eeuw enigszins werd ingedamd. In de twintigste eeuw beleefde het christendom in Europa een snelle neergang van zijn institutionele macht en die neergang is aan het begin van de een14
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 15
entwintigste eeuw nog steeds niet tot staan gekomen. Dat is niet het gevolg van de algemene onverschilligheid en oppervlakkigheid van mensen die leven in een consumptiemaatschappij, zoals de kerkelijke autoriteiten graag weeklagen, want tegelijkertijd vindt er een massale zoektocht naar nieuwe wereldbeelden plaats. Wanneer de wereld verandert, moet het wereldbeeld mee veranderen; leven in een wereldbeeld waar de wereld niet meer in past, is als de Vierdaagse lopen op te kleine schoenen. Je krijgt er blaren van op je ziel.
hij is niet hier Heilige plaatsen zijn de enclaves van het metafysische universum, daar krijgt de ultieme werkelijkheid vorm en substantie te midden van de wereld van alledag. In het heiligdom kan de pelgrim de gebrokenheid van zijn leven in het perspectief van de ultieme heelheid plaatsen en in die zin is een heiligdom ook altijd een theater, een decor waarin de mens zijn rol kan spelen in het toneelstuk van het ongeschonden leven. Ziekte en gebrek veranderen er in gezondheid en overvloed, zinloos lijden in zinvol leven. Sommige natuurlijke objecten keren in de geschiedenis van de mensheid steeds weer terug als heilige plaats, de bakens in het landschap hebben zich ontwikkeld tot de bakens van onze metafysica. Dat geldt ook voor wereldbeelden waarin de natuur met argwaan wordt bekeken, zoals de joods-christelijke traditie. Psalm 48 beschrijft in een paar zinnen de metafysische associaties die een berg oproept: ‘Groot is de HEER, hem komt alle lof toe. In de stad van onze God, op zijn heilige berg – schone hoogte, vreugde van heel de aarde, Sionsberg, flank op het noorden, zetel van de grote koning – in haar vesting weet men: God is onze burcht.’ Grotten zijn de negatieven van bergen. Het Griekse christendom beeldt de geboorte van Jezus af in een grot, die ook zelf een moederschoot en plaats van geborgenheid is. Daarmee voegden jodendom en christendom zich naar een verre heidense herinnering; de heilig15
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 16
heid van bergen en grotten lijkt wel in onze genen te zijn verankerd. Bomen zijn met hun wortels die diep in de aarde reiken en hun kruin die de hemel raakt, hun seizoenen van groei, bloei, vruchtdragen en afsterven een spiegel waarin de mens een vaag beeld van zichzelf ziet opdoemen, maar dan in een gedaante van ver voor zijn geboorte en lang na zijn dood. Het beeld van de levensboom is een van de meest verbreide in de mythologie. In het boek Genesis staat de boom van de kennis van goed en kwaad in het midden van het paradijs, dat zelf het middelpunt van de schepping is, de navel van de wereld. Dat deze natuurlijke fenomenen een sterke aantrekkingskracht houden en zich gemakkelijk laten omvormen tot heiligdommen, ook wanneer dat eigenlijk als barbaars wordt beschouwd, is een weerkerend thema in het Oude Testament. Voor de god van Israël was een prachtige tempel gebouwd, maar zoals blijkt uit een passage in het boek I Koningen was dat geen onverdeeld succes: ‘De Judeeërs deden wat slecht is in de ogen van de HEER. Met hun wangedrag ergerden ze hem nog meer dan hun voorouders ooit hadden gedaan. Op alle hoge heuvels en onder elke bladerrijke boom bouwden ook zij offerplaatsen, richtten ze gewijde stenen op of plaatsten ze Asjerapalen.’ Hoge heuvels, bladerrijke bomen, gewijde stenen en heilige palen – het mocht niet, maar de Judeeërs konden de verleiding niet weerstaan, de metafysica groeide er vanzelf aan vast. Het vroege christendom ontwikkelde uit de Romeinse dodencultus bij de graven van overleden familieleden, die ook de cultus van een plaatsgebonden herinnering was, een heel eigen vorm van materiële heiligheid. Vooral in de middeleeuwen, maar ook nog in de twintigste eeuw, ontstonden heiligdommen over het graf van bijzonder verdienstelijke christenen. Dat begon al in de tweede eeuw met de graven van de christelijke martelaren en zette zich voort in de traditie van de heiligen, overledenen die met het verrichten van wonderen bewezen dat zij invloedrijke lobbyisten in het metafysisch universum waren. Soms is een heel klein stukje van zo’n stoffelijk overschot, of iets wat er alleen maar mee in aanraking is geweest, al voldoende als kristallisatiepunt voor een heiligdom. Toen Mozes een braamstruik zag die in brand stond maar niet door het vuur werd verteerd, hoorde hij een stem: ‘“Kom niet dichterbij,” waarschuwde de HEER, “en trek je sandalen uit, want de grond waar16
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 17
op je staat, is heilig.”’ Door een inbreuk op de alledaagse orde werd Mozes attent gemaakt op een heilige plaats. Het christendom kent veel heiligdommen die een dergelijke doorbreking van het alledaagse markeren; de belangrijkste daarvan zijn natuurlijk de plaatsen waar Jezus ooit verbleef. Die zijn ook atypisch, want ze zijn pas achteraf herkend als heilig. Maar toen eenmaal de overtuiging dat die gekruisigde rabbi uit Nazaret eigenlijk de zoon van God was ook in de hoogste kringen van het Romeinse rijk was doorgedrongen, werden de plaatsen waar hij ooit voet had gezet stuk voor stuk afgebakend als heilige plaatsen en beschermd met een kerk. En verrassend genoeg blijkt zo’n kerk in Galilea of Judea niet zelden op een berg te staan en te zijn opgetrokken over een stuk rots of een grot. Ook de christenen konden zich maar moeilijk losweken van de hoge heuvels en gewijde stenen. Enkele van de grootste christelijke heiligdommen zijn het product van een visioen zoals ook Mozes er een had. Christelijke zieners worden vaak attent gemaakt op de heiligheid van een plaats doordat de moeder van Jezus er aan hen verschijnt. Bernadette Soubirous zag ‘een mooie dame’, die later werd geïdentificeerd als Maria, verschijnen in, jawel, een grot bij het Franse dorp Lourdes, waaromheen zich een heiligdom zou ontwikkelen dat nu meer dan 50 hectare groot is en dat naar eigen zeggen zes miljoen pelgrims per jaar ontvangt. Kortom: sommige natuurlijke fenomenen dragen de heiligheid in zich, relieken bewijzen hun heiligheid door het verrichten van wonderen en af en toe worden mensen met speciale gaven in een visioen opmerkzaam gemaakt op de heiligheid van een plaats. Maar soms openbaart het heilige zich ook in zijn gevaarlijke, vernietigende aspect. In de christelijke traditie is de kruisdood van Jezus van Nazaret daarvan het archetype. Jezus’ volgelingen zagen hun leven in scherven liggen na deze ramp, maar ze waren op een bepaald moment in staat om zich over zijn dood heen te zetten. Ze plaatsten zijn leven in de context van hun eigen traditie, die van de Wet en de Profeten waarover hij had onderwezen, en vormden de ramp om tot een inspiratiebron. De evangelist Lucas verwoordt het zo: ‘“Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd 17
9017_Dorsvloer 5.0 Dolly 10 pt
18-03-2009
08:51
Pagina 18
worden en op de derde dag opstaan.� Toen herinnerden ze zich zijn woorden.’ Ook rampen zijn, als gebeurtenissen die de kaders van het alledaagse doorbreken, manifestaties van het heilige en ook rampplekken worden gemarkeerd als heilige plaatsen. Een centrale tekst op de homepage van het National September 11 Memorial and Museum, de gedenkplek van de aanslagen op het World Trade Centre in New York, zegt hetzelfde als de evangelist: While the void in the New York City skyline became an ever-present reminder of loss, it also opened a space of deep courage, compassion and triumph of human spirit. De plaats van de ramp is niet langer een onheilsplek, maar de plek waar zinloze dood wordt getransformeerd tot zinvol leven. En die transformatie van het zinloze in het zinvolle is de kwintessens van ieder heiligdom.
18