De geliefde discipel plano
12-04-2006
09:40
Pagina 1
leiding van de kerk toevertrouwd? Is zij het slachtoffer van een geheim complot? Er zijn zoveel meningen over Maria Magdalena dat het steeds moeilijker wordt om onderscheid te maken tussen feit en fictie. Esther de Boer biedt in dit boek een bloemlezing aan van tot nu toe bekende vroegchristelijke teksten over Maria Magdalena. Ze zijn thematisch gerangschikt en voorzien van commentaar, zodat de lezer een goed beeld krijgt van de verschillende visies op Maria Magdalena in het vroege christendom. Bovendien worden de teksten in de context gezet van de toenmalige discussie over de rol van christelijke vrouwen. Een aantal teksten verschijnt hiermee voor het eerst in Nederlandse vertaling. Het boek besluit met twee preken. Ze zijn elk uit de zesde eeuw en elk geschreven door een Gregorius, maar gaan zeer verschillende wegen. Is Maria Magdalena een bekeerde prostituee en aangrijpend voorbeeld van boetedoening of een getuige die door Jezus zelf gewijd is om Petrus en de zijnen te leren dat vrouwen apostelen kunnen zijn?
Dr. Esther A. de Boer is auteur van Maria Magdalena, de mythe voorbij (4e druk, 2005) en The Gospel of Mary: listening to the Beloved Disciple. Zij is internationaal bekend als auteur over Maria Magdalena.
www.uitgeverijmeinema.nl
Esther de Boer De geliefde discipel
Was Maria Magdalena de vrouw van Jezus? Had Jezus haar de
Esther de Boer
De geliefde discipel Vroegchristelijke teksten over Maria Magdalena
Uitgeverij Meinema, Zoetermeer
www.uitgeverijmeinema.nl Ontwerp omslag: Mulder van Meurs, Amsterdam Illustratie omslag: een uitsnede van La Madeleine à la veilleuse, Georges de la Tour (1593-1652). Musée du Louvre, Paris. (c) Photo RMN / © Gérard Blot Beeldresearch: CKD/RU Nijmegen ISBN-10: 90 211 4074 8 ISBN-13: 978 90 211 4074 2 NUR 704 © 2006 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud Verantwoording
9
1 Geliefde discipel Romans Mythe en esoterie Legende Dit boek
11 11 14 15 17
2 Wie was Maria Magdalena? Een bekeerde prostituee Lucas 7:36-8:3 • Lucas 10:38-42 • Johannes 11:1-5 en 11:55-12:11 • Toelichting De vrouw van Jezus Marcus 14:1-11 • Fragmenten uit het Evangelie van Filippus • Toelichting De volledig ingewijde Lucas 8:1-3 • Lucas 8:26-39 • Lucas 11:14-28 • Toelichting
19 20
3 Discipel en getuige Een verzonnen figuur? 1 Korintiërs 15:1-11 • Marcus 15:33-16:8 • Matteüs 27:45-28:20 • Lucas 23:44-24:35 • Toelichting Wel of niet van belang Marcus 16:9-20 • Brief van de Apostelen 7-12 • Evangelie van Petrus 34-60 • Psalm van Heraklides 187:2-36 • Toelichting Een onbetrouwbare getuige? Celsus: De ware Leer (uit Origenes: Tegen Celsus 2:59-60 en 70) • Evangelie van Maria 10:1-6 en 17:10-19:5 • Evangelie van Thomas 21-22 en 114 • Toelichting
26 34
39 39
52
63
5
Een vooraanstaand getuige van de gnostische leer Pistis Sofia 7; 36; 72 • Toelichting
69
4 Maria’s onderwijs De betekenis van Jezus’ dood en leven Johannes 1:1-13 • Johannes 13:1-5 en 14:1-31 • Johannes 19:16-20:18 • Johannes 21:20-25 • Toelichting God, de schepping en het kwaad Aetius: Leringen I 7:33 • Alexander van Afrodisias: Over vermenging en vermeerdering 225:1-2 • Johannes Stobaeus: Bloemlezing II 90:19-91:9 en 93:1-13 • Claudius Galenus: Over de leer van Hippocrates en Plato 448:11-12 • Epictetus: Gesprekken I 13:4-5; II 8:11-14; I 16 • Philo: Over Abraham 32 • Philo: Dat het slechtere gewend is het betere aan te vallen 22-23 • Philo: Vragen en antwoorden over Exodus 1:23 • Matteüs 13:24-30 • Toelichting De Zoon des Mensen zoeken, vinden en navolgen Evangelie van Maria 7:1-17:9 • Toelichting
74 75
5 Apostel Twee visies op apostelschap 1 Korintiërs 9:1-19 • Galaten 1:11-20 • Romeinen 16:1-16 • Handelingen van de Apostelen 1:1-26 • Toelichting De apostelen Filippus, Maria Magdalena en Bartolomeüs Handelingen van Filippus 8:1-5 en 14:6-7 • Handelingen van Filippus, Het Martelaarschap 1-2 • Handelingen van Filippus, Het Martelaarschap 3 • Handelingen van Filippus, Het Martelaarschap 3; 8-10; 19-20 • Toelichting
111 111
6 Eva en apostel der apostelen ‘Raak me niet aan’ Hippolytus: Commentaar op het
131 131
6
88
98
117
Hooglied 24:1-25:5 • Hiëronymus: Aan Marcella, Brief 59:4 • Ambrosius: Commentaar op het Evangelie van Lucas 10:153-155 en 164-165 • Toelichting Waarom een vrouw? Hippolytus: Commentaar op het Hooglied 25:6-10 • Ambrosius: Over de heilige Geest 3 11:73-75 • Hiëronymus: Aan Antonius, Brief 12 • Augustinus: Preek 232:1-2 • Toelichting 7 Maria Magdalena als argument Wat vrouwen wel en niet kunnen Eerste Openbaring van Jakobus 38:15-23 en 40:22-26 • Onderricht van de Apostelen 3:6 • Apostolische Kerkorde 24-28 • Inzettingen van de Apostelen 3 6:1-2 • Toelichting Wat mannen wel en niet kunnen Pseudo Clemens: Twee Brieven over de Maagdelijkheid 2:15 • Hiëronymus: Aan Principia, Brief 127 5:3 • Toelichting
141
150 150
155
8 Een vrouw om van te leren? Mannelijk en vrouwelijk Philo: Vragen en antwoorden over Genesis 2:49 • Philo: Vragen en antwoorden over Genesis 4:15 • Toelichting Paulus 1 Korintiërs 7:1-40 • 1 Korintiërs 11:2-16 • 1 Korintiërs 12:12-13 • 1 Korintiërs 14:20-40 • Galaten 3:23-29 • Toelichting Deutero-Paulijnse brieven Kolossenzen 3:5-21 • Efeziërs 5:21-33 • 1 Timoteüs 2:8-15 • Toelichting
159 160
9 Twee krachten De deutero-Paulijnse traditie als gezaghebbend Origenes: Commentaar op de Brief aan de Romeinen 10:20 • Didymus de Blinde: Over de Drie-eenheid 3 41:3 •
179 179
163
172
7
Dialoog tussen een Montanist en een Orthodox • Epifanius van Salamis: Medicijnkistje tegen alle Ketterijen 49:1-3 • Toelichting Alle vrouwen moeten zwijgen 187 Origenes: Commentaar op 1 Korintiërs 14:34-35 • Tertullianus: Over de Doop 1:1-3 en 17:1-5 • Toelichting Verzet 193 Theofanes Kerameus: Preek 31 (een gedeelte) • Hiëronymus: Aan Principia, Brief 127:7 • Toelichting 10 Het Oosten en het Westen Gewijd tot apostel Gregorius van Antiochië: Rede over de zalfdraagsters • Toelichting Boetelinge Gregorius de Grote: Preek 33:1, 5 en Preek 25 • Toelichting
199 199
11 ‘Heeft Hij haar verkozen boven ons?’ Verschillende beschrijvingen van Maria Magdalena Algemene verklaringen en het beroep op de Schrift Superioriteit, rivaliteit, seksualiteit en schaamte Een historisch verantwoord beeld van Maria Magdalena Betekenis voor het christelijk geloof
233 233 235 237 240 244
Noten
246
Vertaalde teksten in chronologische volgorde
259
Bibliografie
261
8
216
Verantwoording Dit boek is geschreven in antwoord op de vele beelden van Maria Magdalena die de laatste tijd in omloop zijn geraakt. Het bevat een bloemlezing van vroegchristelijke teksten over Maria Magdalena en schetst op grond van die teksten een historisch verantwoord beeld van haar. Wanneer Maria Magdalena gezien wordt binnen de historische context van het vroege christendom, blijkt ze verrassend actueel voor een nieuwe vorm van christelijk geloof. Naar een aantal van de hier gepresenteerde teksten verwees ik al in mijn boek Maria Magdalena de mythe voorbij (Meinema: Zoetermeer 1996), waarin ik mijn eerste speurtocht naar Maria Magdalena beschreef. In die zin is deze bloemlezing een vervolg daarop. Mijn tweede boek The Gospel of Mary, Listening to the Beloved Disciple (Continuum International: Londen/New York 2005) bevat een gedetailleerd onderzoek naar Maria Magdalena in vijf van de teksten: het Evangelie van Maria en de vier nieuwtestamentische evangeliën. In dit boek zijn de toelichtingen bij deze evangeliën een samenvatting van de daar getrokken conclusies. Vanwege de leesbaarheid verwijs ik niet altijd naar de studies die ik verder voor dit boek gebruikt heb. Zij staan genoemd in de bibliografie. De vertalingen van de vroegchristelijke teksten zijn uit de taal waarin de teksten bewaard zijn gebleven: het Latijn, het Grieks en het Koptisch. De vertalingen van bijbelteksten zijn, met aantekeningen, overgenomen uit de Nieuwe Bijbelvertaling. Bij bijbelse namen en plaatsen heb ik de schrijfwijze van de Nieuwe Bijbelvertaling aangehouden, behalve bij Thomas en Martha. Wanneer kerkvaders of andere auteurs uit de toenmalige Schrift citeren, volg ik bij de vertaling daarvan de Nieuwe Bijbelvertaling niet. De vertalingen van het Evangelie van Filippus, van het Evangelie van Petrus, van het Evangelie van Thomas en van Ambrosius’ Commentaar op het Evangelie van Lucas zijn van de hand van andere auteurs. Achtereenvolgens 9
G.P. Luttikhuizen, A.F.J. Klijn, R. Roukema en P. Eijkenboom (S.J.), F. Pijnenborg (S.J.) en H. van Reisen. Van hun werk heb ik dankbaar gebruikgemaakt. Mijn schoonvader Jan Spoelstra bleek een grote steun bij het lezen van de Griekse en Latijnse teksten waarvan geen vertaling te vinden was en maakte een aantal werkvertalingen. Dr. R. Roukema heeft enkele hoofdstukken van dit boek gelezen en van waardevol commentaar voorzien. Tot hem kon ik mij bovendien wenden met vragen over de kerkvaders. De uiteindelijke tekst is in zijn geheel kritisch nagekeken door Margreet Spoelstra en Anneke Havermans. Hen allen dank ik voor hun hulp! Ik hoop dat dit boek de lezer verheldering biedt in de uiteenlopende voorstellingen van Maria Magdalena. Berg en Terblijt, 8 maart 2006 Esther de Boer
10
1 Geliefde discipel ‘Heeft hij haar verkozen boven ons?’ vraagt Petrus vertwijfeld aan zijn medeleerlingen. Levi antwoordt bevestigend: ‘Hij heeft haar meer liefgehad dan ons.’ De beide discipelen van Jezus spreken over Jezus en Maria Magdalena. Deze woorden staan niet in het Nieuwe Testament. Ze staan in het Evangelie van Maria (Magdalena). In 1896 werd er voor het eerst een deel van het Evangelie van Maria teruggevonden. Tot dan toe wist niemand van het bestaan van een dergelijk evangelie af. Een evangelie wordt altijd toegeschreven aan een man: aan Marcus, Matteüs, Lucas, Johannes, Thomas, Filippus, Petrus en Judas. En dan is daar opeens een evangelie toegeschreven aan een vrouw. Wat is dat voor vrouw?
Romans Het Evangelie van Maria heeft de belangstelling voor Maria Magdalena en voor haar rol bij het ontstaan van het christendom wereldwijd opnieuw gewekt. De internationaal bekende Zweedse schrijfster Marianne Fredriksson schrijft in het voorwoord van haar roman Volgens Maria Magdalena: Stel je voor dat er te midden van Jezus’ discipelen een vrij mens was geweest met een helder verstand, iemand die open stond voor andere meningen, geen vooroordelen had en op de hoogte was van zowel het joodse als het Griekse denken. Oftewel iemand die ‘oren had om te horen’. Op een dag sloeg ik iets op in de bibliotheek van Nag Hammadi. Toevallig sloeg ik de fragmenten op die nog bestaan van het evangelie van Maria Magdalena. Daarin zet ze uiteen wat Jezus tegen haar gezegd heeft in persoonlijke gesprekken. Onder andere: ‘Maakt u geen regels van hetgeen ik u 11
geopenbaard heb. Maakt u geen wetten zoals de wetgeleerden dat doen.’ En het trof me dat hier misschien iemand was met oren om te horen, ogen om te zien en verstand om te begrijpen. De leerling van wie Jezus het meeste hield. En een vrouw die niet de macht had om invloed uit te oefenen. Zo werd mijn Maria Magdalena geboren (p.8-9). Marianne Fredriksson beschrijft hoe Maria Magdalena, Petrus en Paulus jaren na de dood van Jezus grote moeite hebben om onder woorden te brengen waar Jezus nu precies voor stond. Ze blijken heel verschillend te denken. Hiermee wil Fredriksson vanuit haar visie op de veelkleurigheid van het vroege christendom bezwaar maken tegen de in haar ogen gruwelijke aanspraak van de latere kerken op de enige juiste waarheid. In haar beschrijving van Maria Magdalena’s herinneringen staat Jezus’ waarschuwing tegen regels en wetten in het Evangelie van Maria centraal, maar ook andere aspecten van dat evangelie zijn in haar roman verweven. Zo komen het getuigenis van Maria Magdalena over haar ontmoeting met de Opgestane en de woede van Petrus over haar woorden regelrecht uit het Evangelie van Maria. Ook de Amerikaanse auteur Dan Brown baseert zich in zijn roman De Da Vinci Code op het Evangelie van Maria. Wanneer in dit boek de hoofdrolspelers Professor Langdon en Sophie Neveu in de bibliotheek van Sir Leigh Teabing zijn, wijst Teabing hen op zijn verzameling gnostische geschriften en speciaal op een passage uit het Evangelie van Maria, waarin Petrus en Levi discussiëren over de vraag of je naar een vrouw zou moeten luisteren of niet. Teabing en Sophie bespreken het volgende: ‘De vrouw over wie ze het hebben,’ legde Teabing uit, ‘is Maria Magdalena. Petrus is jaloers op haar.’ ‘Omdat Jezus haar verkoos?’ ‘Niet alleen dat. Er stond veel meer op het spel dan genegenheid. Op dit punt in de evangeliën vreest Jezus dat hij snel gevangengenomen en gekruisigd zal worden. Dus geeft hij Maria Magdalena instructies over hoe ze Zijn Kerk moet voortzetten als Hij er niet meer is. Petrus uit hier zijn ongenoegen over het feit dat hij de tweede viool moet spelen en 12
dat hij een vrouw boven zich moet dulden. Petrus was een beetje seksistisch.’ Sophie probeerde hem te volgen. ‘Dit is de heilige Petrus. De rots waarop Jezus Zijn Kerk heeft gebouwd.’ ‘Precies, behalve dat er één addertje onder het gras schuilt. Volgens deze ongewijzigde evangeliën was het niet Petrus die aanwijzingen van Christus kreeg om de christelijke Kerk te stichten, maar Maria Magdalena.’ Sophie keek hem aan. ‘Bedoelt u dat de christelijke Kerk zou moeten worden voortgezet door een vrouw?’ ‘Dat was zijn plan. Jezus was de eerste feminist. Hij wilde de toekomst van Zijn Kerk in handen leggen van Maria Magdalena’ (p.311-312). Hoewel Dan Brown in deze passage uitdrukkelijk naar het Evangelie van Maria verwijst en naar het onderwijs van Maria Magdalena dat daarin te vinden is, laat hij haar in zijn boek niet aan het woord. In Dan Browns plot is Maria Magdalena alleen van belang als vrouwelijk lichaam. Zij is de seksuele partner van Jezus en degene die zijn kind baart. Dat zou haar belangrijkste bijdrage aan het christelijk geloof zijn, omdat ze volgens Brown zo de menselijkheid van Jezus laat zien. Bovendien zou een seksuele relatie van Jezus afbreuk doen aan de door de kerk gestelde leerregel van het verplichte celibaat en vooral aan de verkondiging dat Jezus goddelijk zou zijn. In het Evangelie van Maria daarentegen is Jezus de verlosser die van God komt en wordt Maria gewaardeerd om haar onderwijs. Ook is het Evangelie van Maria uiterst kritisch over Petrus’ poging om Maria’s rol te reduceren tot die van de zwijgzame vrouw op de achtergrond die door Jezus meer bemind zou zijn dan zijn andere vrouwelijke volgelingen. Er zijn de laatste jaren talloze publicaties over Maria Magdalena verschenen waarin heel verschillende beelden van haar naar voren komen. Het klassieke, legendarische beeld van Maria Magdalena tekent haar vooral als bekeerde prostituee en als boetvaardige zondares. Daarnaast is er een meer esoterische stroming die zich richt op de kennis van Maria Magdalena als ingewijde. Bovendien is er steeds meer literatuur op de markt gekomen, waarin Maria Magdalena als echtgenote van Jezus 13
en als symbool van het vrouwelijke naar voren komt. Door de beschrijving van Maria Magdalena in De Da Vinci Code heeft de laatste visie recent veel aandacht gekregen. Vooral naar aanleiding van deze internationale bestseller is Maria Magdalena opnieuw actueel. Wat is nu feit en wat is nu fictie in alle meningen over haar? Dat is de vraag die telkens weer gesteld wordt. In welke verhouding staan de verschillende meningen over Maria Magdalena tot wat uit de vroege bronnen over haar te vinden valt? En wat laten die bronnen zien over haar rol bij het ontstaan van het christendom?
Mythe en esoterie De mythische stroming,1 waardoor Dan Brown zich voor De Da Vinci Code heeft laten inspireren, beroept zich uitdrukkelijk op historische bronnen. Maar men gaat ervan uit dat die bronnen de werkelijkheid versluierd weergeven en dat de ware betekenis van Maria Magdalena bewust naar de achtergrond verdrongen is. Eeuwenlang zouden de teksten en het beeldmateriaal verkeerd uitgelegd zijn en aangepast aan de leer van de kerk. Er moet achter de teksten en het beeldmateriaal gezocht worden naar de verborgen betekenis die kunstenaars bewust of onbewust hebben willen doorgeven. Een belangrijke hulp daarbij zijn de mythen over de goden en godinnen die door de nadruk op de ene God in de joodse en christelijke leer uit de westerse cultuur verdrongen zijn. Op grond van deze speurtocht stelt in het bijzonder Margaret Starbird dat Maria Magdalena geen gewone prostituee was, maar een prostitueepriesteres en als zodanig betrokken bij de verering van vruchtbaarheidsgoden. Maria Magdalena zou in een vruchtbaarheidsritueel een heilig huwelijk met Jezus zijn aangegaan en hem als gelijkwaardige partner bij zijn werk hebben gesteund. Starbird noemt haar de verloren Godin van het christelijk geloof. Ze kent haar een belangrijke plaats toe in de christelijke leer als Bruid van Christus. In Starbirds ogen is de westerse cultuur te lang gedomineerd door het mannelijke principe. Die dominantie heeft geweld en verwoesting voortgebracht. De herwaardering van het vrouwelijke principe van liefde en verbondenheid kan weer heelheid brengen. 14
De meer esoterische stroming waardeert Maria Magdalena niet om haar vrouwelijkheid, maar om haar kennis. Volgens deze visie op Maria Magdalena is zij een ingewijde van de hoogste, de zevende graad. Ze heeft, evenals Johannes, de eerste zes inwijdingsstadia door vele levens heen doorlopen. Echter in tegenstelling tot Johannes heeft zij de zevende graad, die van boven gegeven wordt, tijdens haar leven met Jezus geschonken gekregen. Auteurs als Jacob Slavenburg, Hans Stolp en Paul van Oyen schrijven zo over haar. Maria Magdalena is in deze stroming het symbool voor het nieuwe christendom, dat op een spiritueel hoger niveau staat dan het christendom van Petrus en van Paulus. De zelfkennis en de persoonlijke groei van de gelovige, de ingewijde, staan centraal. Ook deze richting maakt gebruik van historische bronnen. Alleen worden die niet zozeer om hun historische bijdrage gewaardeerd. De oude geschriften zijn vooral bronnen voor de eigen spirituele groei en de uitleg van de teksten is goed wanneer die de innerlijke groei bevordert.
Legende De klassieke beeldvorming van Maria Magdalena als prostituee en bekeerde zondares is vooral gebaseerd op legenden. Maria Magdalena zou de zondares zijn die Jezus’ voeten zalfde, door hem vergeven werd, zich bekeerde en veranderde in een van zijn meest vurige volgelingen. In Frankrijk is Maria Magdalena een nationale heldin omdat deze boetvaardige zondares het christelijk geloof naar Frankrijk zou hebben gebracht. Ook zou ze in een nu nog te bezoeken grot in St. Baume, in de Provence, dertig jaar boete hebben gedaan voor haar leven als prostituee. Dit beeld van Maria Magdalena is niet gebaseerd op historische bronnen, want volgens deze visie valt er op grond van de bronnen weinig tot niets over haar te vertellen. Het klassieke beeld van Maria Magdalena zou niet het historische, maar wel het meest waardevolle beeld van haar zijn. Het beeld van de boetvaardige prostituee laat zien dat zondaren, hoe diep ze ook zijn gevallen, kunnen opklimmen tot gelovigen met een vurige liefde voor de Heer. In de rooms-katholieke traditie 15
is dit beeld van Maria Magdalena lange tijd in ere gehouden. Vooral in Frankrijk wordt de boetvaardige zondares nog steeds verdedigd, zoals recent door Régis Burnet, die de hedendaagse visies op Maria Magdalena bespreekt en concludeert dat ze voor het geloof maar weinig te bieden hebben. Volgens Burnet vormen de beelden van Maria Magdalena door de eeuwen heen een afspiegeling van de samenleving waarin ze zijn ontstaan. De hedendaagse beelden laten vooral de hang naar perfectie zien in onze samenleving. Maria Magdalena is perfect in haar liefde voor Jezus, perfect in haar spirituele inwijding. Daartegenover zou de boodschap van Maria Magdalena als zondares de grote waarde van de genade benadrukken. Burnet besluit zijn boek met deze behartenswaardige woorden over de boetvaardige Maria Magdalena: ‘Alles is genade’ verkondigt haar levensverhaal; het individu kan geen samenvatting zijn van zijn falen en zijn zwakheid, hij is niet gevangen in zijn verleden, zijn toekomst is in overeenstemming met zijn hoop. Waarom zouden we deze Maria Magdalena reduceren tot de onderdrukking van het vrouwelijke, wanneer zij ook een beeld van de menselijke bevrijding is? (p.118).2 Hoe mooi dit ook moge klinken, Burnet vergeet hier één aspect dat in de klassieke traditie over Maria Magdalena centraal staat. Zij is in deze traditie niet zomaar een boetvaardige zondares, zij is een boetvaardige prostituee. Dit beeld heeft de toch al aanwezige dubbele moraal in onze cultuur en de afkeer van autonome vrouwelijke seksualiteit versterkt. Dat dit beeld tot desastreus gedrag kan leiden, blijkt uit de op feiten gebaseerde film The Magdalene Sisters. De film toont hoe ongehuwde moeders en uiterlijk aantrekkelijke meisjes in de twintigste eeuw werden opgesloten in kloosters, om in naam van Maria Magdalena de rest van hun leven boete te doen. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat moesten ze liturgische gewaden wassen. Dat het in deze kloosters daarnaast tot seksueel misbruik kwam, laat zich raden.
16
Dit boek Wat kan dan wel een inspirerend beeld van Maria Magdalena zijn? Wie zoekt naar de betekenis van een historische figuur, kijkt allereerst naar de historische bronnen en probeert die te begrijpen in hun eigen context. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de vroegchristelijke bronnen over Maria Magdalena heel verschillend gebruikt en gewaardeerd worden. Toegespitst op het Evangelie van Maria zien die verschillen er als volgt uit: Voor de mythische stroming rond Margaret Starbird, die Maria Magdalena ziet als de bruid van Jezus, is de vondst van het Evangelie van Maria van groot belang omdat daarin de exclusieve liefde van Jezus voor Maria Magdalena vermeld zou worden. De esoterische stroming heeft vooral belangstelling voor de kennis die het Evangelie van Maria doorgeeft. Deze wordt dan niet uitgelegd tegen de achtergrond van wat er in de tweede eeuw leefde, de eeuw waaruit het afkomstig is, maar vanuit de huidige esoterische traditie. Voor de legendarische stroming is het Evangelie van Maria een onbetrouwbare bron omdat het tot de door de vroege kerk bestreden beweging van de gnostiek zou behoren. Dit boek wil een historisch overzicht bieden van de vroege bronnen over Maria Magdalena. Het bevat een bloemlezing van allerlei vroegchristelijke teksten, waarvan een aantal voor het eerst in Nederlandse vertaling uitkomt. Zowel bijbelse als niet-bijbelse teksten komen aan bod. Bekende en onbekende vroegchristelijke schrijvers passeren de revue. Zo wordt duidelijk hoe Maria Magdalena beschreven en gewaardeerd werd in de eerste eeuwen van onze jaartelling. In de tijd waarin zij leefde, de eerste eeuw, tot aan de tijd waarin de beeldvorming over haar vaste vorm krijgt, de zesde eeuw. Dit is ook de tijd waarin ‘de kerkelijke traditie’ is ontstaan vanuit een grote veelvormigheid. Daarnaast is er aandacht voor de krachten die de beeldvorming over Maria Magdalena mede hebben bepaald, zoals de discussie over de positie van de vrouw destijds. De teksten zijn thematisch gerangschikt en voorzien van een korte toelichting vanuit de historische context. Op grond van welke vroege bronnen wordt Maria Magdalena als bekeerde prostituee, als geliefde van Jezus en als vol17
ledig ingewijde gezien en is dat terecht? Daar gaat het in het volgende hoofdstuk over. In de daaropvolgende hoofdstukken komt Maria Magdalena naar voren als discipel van Jezus, als getuige en als apostel. Vervolgens komen de reacties van de vroege kerkvaders op deze beeldvorming aan de orde. Tot slot vindt u twee preken, elk uit de zesde eeuw en elk geschreven door een Gregorius. Eeuwenlang heeft de ene visie de westerse cultuurgeschiedenis gedomineerd ten koste van de andere. Met alle gevolgen van dien. Het laatste hoofdstuk biedt een terugblik. Wat stond er op het spel bij de vroegchristelijke beeldvorming over Maria Magdalena? Hoe kan een historisch verantwoord beeld van haar eruitzien? En wat betekent dat voor het christelijk geloof?
18