De Eerste Dag, winter 2013/2014

Page 1

winter 2014 - jaargang 37

1

de eerste dag handreiking bij de jaarorde

Advent, Kerst en Epifanie Ded-winter-omslag-2013.indd 1

06-08-13 11:50


Medewerkersdag

De Eerste Dag vernieuwd De officiële presentatie van het vernieuwde De Eerste Dag vond plaats op 7 juni 2013. Eindredacteur Roel Bosch overhandigde het eerste exemplaar aan ds. Karin van den Broeke, synodepreses van de PKN en tot voor kort ook auteur van De Eerste Dag. Dat gebeurde tijdens onze tweejaarlijkse medewerkersdag in Abdij Koningsoord bij Arnhem. Vele auteurs, illustratoren en redactieleden kwamen bijeen om het blad te evalueren en plannen te maken, elkaar te ontmoeten en op ideeën te brengen. Een zonovergoten, inspirerende dag! (HW)

Voorste rij, van links naar rechts: Roel Bosch, Annemarie van Ulden, Jeannette Eisses, Hans Fortuin. Achterste rij, van links naar rechts: Trinus Hibma, Hella Willering, Harry Tacken, Joen Drost, Maarten Das, Elly Bakker, Leo van den Bogaard, Ko Joosse, Henk Schoon, Nico Vlaming, Lidwien van Buuren, Mariska van Beusichem, Jaap Doolaard, Wouter van Voorst, Gerben Westra, Pieter Endedijk, Lieke van Duin, Annemarie Hagoort.

2

Foto’s: Dick Vos

de eerste dag – winter 2014

Ded-winter-2013.indd 2

06-08-13 12:03


Liederen

Liedsuggesties nieuwe stijl Sinds Advent 1990 stond elk kwartaal in De Eerste Dag een schema met liedsuggesties. Aanvankelijk bescheiden van omvang met vooral liederen uit het Liedboek voor de kerken, Zingend Geloven (er waren toen nog maar drie deeltjes verschenen) en een enkel lied uit een andere bundel. In de loop van de jaren groeide het aantal liedbundels en daarmee ook het aantal liederen dat werd genoemd tot soms eindeloze getallenreeksen. Nu, met de nieuwe lay-out van dit blad en de introductie van Liedboek – zingen en bidden in huis en kerk, is het tijd om de liedsuggesties anders weer te geven. Niet meer een schema achterin, maar bij elke zondag een aantal liederen uit dat nieuwe liedboek. Dat is ook een oefening in beperking: kun je met dat nieuwe liedboek toe? Is het mogelijk om daarmee een basis voor het liedrepertoire van je gemeente of parochie op te bouwen? De tijd zal dat leren.

Indeling De liedsuggesties staan onder de roostergegevens vermeld. Allereerst achter ‘int’ de introïtusantifoon met de bijbehorende psalm. Die reeks is in het Liedboek enigszins aangepast en niet meer gelijk aan wat de dienstboeken noemen. Als de tekst van de introïtusantifoon anderszins berijmd voorkomt, wordt dat lied daar ook genoemd. Achter ‘ot’, ‘ep’ en ‘ev’ staan ideeën voor liederen bij respectievelijk de lezing uit het Oude Testament, het epistel en het evangelie. Mogelijkheden voor de antwoordpsalm na de eerste lezing staan achter ‘ap’, maar hier staan alleen de onberijmde vormen (beurtzangen). Als de aangewezen antwoordpsalm voor de betreffende zondag niet in een onberijmde vorm in het Liedboek voorkomt, wordt een alternatief genoemd. De berijmde vorm van de antwoordpsalm staat achter ‘ot’. Achter ‘ov’ staan overige liederen voor die zondag. Als er een alternatieve lezing is, dan worden liederen daarbij vermeld bij ‘alt’. Ten slotte wordt het lied van de week genoemd (‘lvdw’). En zoekt u een lied uit een andere bundel voor een speciaal moment in de dienst of in het jaar of bij een bepaalde bijbeltekst? Via de zoekfuncties op de website www.liturgievernieuwing.nl vindt u wellicht wat u zoekt.

Lied van de week Zoals in de vorige aflevering van dit blad werd aangekondigd, starten we met ingang van Advent 2013 met een serie ‘lied van de week’. Dit is een samenwerking tussen de redacties van De Eerste Dag en Kind op Zondag. Elke week wordt er een onbekend of minder bekend lied uit het nieuwe liedboek geïntroduceerd. Dit lied is zo gekozen dat het passend is op de betreffende zondag. Bij elk lied van de week wordt een toelichtende tekst geschreven. Deze tekst moet gezien worden als een eerste kennismaking met het lied. Gelet op taalgebruik en omvang is deze tekst geschikt om op te nemen op de zondagsbrief, op het liturgieblad, in het kerkblad, op de website enz. Overname van teksten daarvoor is toegestaan, mits auteursnaam (Pieter Endedijk) en bron wordt vermeld. (PE)

de eerste dag – winter 2014

Ded-winter-2013.indd 3

3

06-08-13 12:03


1 december 2013

Uit Sion komt de wet Bij Jesaja 2,1-5, Psalm 122, Romeinen 13,8-14 en Matteüs 24,32-44 Het is goed voor de christen die horen wil, dat op de eerste zondag van de Advent, in de eerste zin van de eerste lezing in de kerkelijke A-cyclus te lezen staat: ‘Op het einde der dagen zal de berg waarop de tempel van de Heer staat, oprijzen boven alle bergen’ (Jes. 2,2). Jeruzalem staat dus centraal. Wij kunnen niet om die stad heen.

Matteüs 24,32-44

1e van Advent

■ Bij het rooster

kleur: paars

Met de lezing uit Matteüs 24 sluit de cirkel van het jaar: Advent is geen nulpunt, maar heeft weet van het zuchten om Voleinding. Zo bewaart het oude jaarrooster in de Lutherse traditie nog steeds die overgang van herfsttijd naar de tijd van het verlangen, ook al spoort dat niet zo met de lievige sfeer die vaak rond deze tijd hangt – Sint en dan direct de kerstjingles in de winkelcentra. Verwachting heeft een context, soms meer die van de zwaarden dan van de ploegscharen. Het is goed zo ook te beginnen. ‘Matteüs 1’, zo heet het alternatief spoor dat deze zondag begint. De lezing van dat hoofdstuk volgt pas op Vierde Advent en op Kerstmorgen, maar de vrouwen die door Matteüs zijn opgenomen in de illustere reeks die aan Jozef voorafgaat komen alle vier langs. Nu dus Tamar. Over een niet zo rooskleurige Advent gesproken! Psalm 122 zet de intocht in. Goed om op te gaan, in een stoet, de eeuwen door, de wereld over, naar de stad waar de poorten van het recht staan. Daar krijgt Tamar het laatste woord; en het kind, het Lam, zal er heersen. (RB)

ot: ap: ep: ev:

Jesaja 2,1-5 Psalm 122 Romeinen 13,8-14 Matteüs 24,32-44

Alternatief ot: Genesis 38,1-30

Uit het Liedboek int: 432a + 25; 25c ot: 122, 447, 455, 452, 460, 771, 1016 ap: 122a, 25b, 25c, 25d ep: 207, 444, 445 ev: 460, 462, 751, 761 ov: 433, 435, 438, 451, 461, 463, 500, 773 alt: 738 lvdw: 1016

4

De tekst gaat verder: ‘Alle volkeren zullen erheen stromen en talloze naties erheen trekken.’ Mensen van allerlei slag en allerlei vroomheid (het begrip ‘naties’ is minder religieus geladen dan het begrip ‘volk’) worden verzameld rond die ene berg. Waarom? Het antwoord komt – al doorlezend – overduidelijk: ‘Laat ons optrekken naar de berg van de Heer (…), Hij zal ons zijn wegen wijzen, wij zullen zijn paden bewandelen, want uit Sion komt de wet.’ Het woord ‘wet’ staat voor een heel programma van bevrijding en vernieuwing. Als wij het woord ‘wet’ horen, denken wij aan ‘in naam der wet’ of iets van dien aard. Om dat misverstand te voorkomen vertaalt Martin Buber in zijn Verdeutschung van de Bijbel het woord Tora niet met Gesetz (het Duitse woord voor ‘wet’), maar met Weisung. Te vertalen met ‘richtingwijzer, onderricht’.

De geboden Als een wegwijzer staan daar de geboden. Niet om ons te hinderen maar om ons een bepaalde kant uit te leiden, een nieuwe toekomst tegemoet. Vandaar ook dat je in de synagoge een feest als ‘Vreugde der wet’ kunt vieren. Wanneer daar de laatste verzen hebben geklonken van het laatste boek van Mozes (Deuteronomium), begint men weer van voren af aan. En als dan na het verhaal van de dood van Mozes het eerste gedeelte van het boek Genesis gelezen is, worden de wetsrollen door de synagoge gedragen en wordt er met de wetsrollen gedanst. Het is een vreugde om met de wet te leven. Want wet staat in het Eerste Testament (een beter woord dan Oude Testament) voor heel die geschiedenis van God met de mensen, en wel te verstaan van een God die bevrijden wil en die zijn naam bekend maakte aan Mozes: IK ZAL ER ZIJN.

Profeten en Gods nieuwe wereld Wat is het eigene van de verkondiging door een profeet? Een profeet is geen toekomstvoorspeller. Hij ziet wel waar het naartoe gaat als mensen doen zoals ze doen, maar is geen handlezer of astroloog. Hij waarschuwt. Is een profeet dan te vergelijken met een donderpredikant van vroeger dagen? Ja en nee. Ja, omdat de profeet duidelijk de feilen blootlegt van zijn hoorders en vaak onaangename dingen zegt. Nee, omdat er meer meeklinkt. Een profeet is geen duvelstoejager, maar een mens die geraakt is door Gods woord. Levend vanuit dat woord kijkt hij over het gewone leven heen. Hij werpt vensters open. Hij zegt: ‘Mensen, zeg niet: ‘het gaat mij niet aan’, ook niet: ‘het zal mijn tijd wel duren’.’ De profeet werpt de mensen terug op

de eerste dag – winter 2014

Ded-winter-2013.indd 4

06-08-13 12:03


■ Met de kinderen

Het vijgenboompje

2-44 zichzelf: ‘Luister eerlijk naar wat er fout is, trek je conclusies en verander! Bekeer je, kun je ook zeggen. Verander en kies voor het leven.’ ‘Wanneer, Heer, komt uw Koninkrijk?’ verzuchtte de oude rebbe in een chassidisch verhaal. Een van zijn leerlingen kwam binnen gehold en riep: ‘De sjofar (ramshoorn, bazuin) heeft geklonken op de berg Sion, de nieuwe wereld is gekomen!’ De rabbijn aarzelde, opende rustig het raam en keek naar buiten, zei: ‘Nog geen vernieuwing te zien’, en sloot het raam weer. Een idioot had op de sjofar geblazen, verder niets. Als wij voortdurend zeggen dat alles nieuw is geworden in Jezus, wat zeggen we dan? Aan wat voor wereld willen wij dan helpen meebouwen? Om daar achter te komen, luisteren we in de Adventstijd regelmatig naar de profeten. Jesaja en Johannes de Doper zullen ons inspireren.

Weest waakzaam Matteüs 24 roept ons op tot nuchtere waakzaamheid. De vijgenboom wordt genoemd, joods symbool van de Tora. Zitten onder de vijgenboom betekent: de wet bestuderen. Vanuit die trouw aan de wet komt het uitzien naar de komst van de Heer en zijn Koninkrijk. God wil zijn Koninkrijk niet op een andere planeet, maar hier, waar het zo stinkt. God geeft geen onmiddellijke garantie op succes, maar wel een belofte van licht: dit is de weg van de verlossing. Als christenen schuiven we alles te gemakkelijk op Jezus onze Verlosser. Hij heeft het gedaan, wij hoeven niets meer te doen. Maar als Hij, in het voetspoor van Johannes de Doper, zegt: ‘Ik ben de weg’, betekent dat niets anders dan: verder gaan en doen zoals Ik het heb voorgedaan.

Onze weg Wat moeten wij doen na Auschwitz? Het vergeten? Het zo vreselijk vinden dat het geen zin meer heeft om verder te leven? De halacha (de wet als leefregel voor iedere dag), leert: handel en leef opdat zoiets nooit meer gebeurt. Wat te doen na Hiroshima? Alles goedpraten (‘Toch nuttig dat die bom gevallen is’)? Of, geen kinderen meer op deze wereld zetten (‘We gaan toch allemaal ten onder’)? De halacha leert: kies, opdat zoiets nooit meer gebeurt. Zoek de oorzaken van het geweld op, handel, kies tegen het atoomgeweld, en leef. Alleen omdat mensen zijn blijven handelen en kiezen, is er hoop. Omdat er in Auschwitz gebeden is, kunnen wij ook nog bidden, en omdat daar geleefd werd tegen de dood in, kunnen wij verder leven. Wij zullen moeten leven en kiezen in deze onvolmaakte wereld, een andere wereld is er immers niet.

Bij Jesaja 2,4, Romeinen 13,8-14 en Matteüs 24,32-44 Verhaal Achter het huis van Achriet Jamim is een boomgaard met een hoge muur eromheen. Daar staan allerlei bomen dicht op elkaar. Achriet heeft geen tijd om voor de bomen te zorgen. Bovendien, hij zou het niet eens kunnen. Achriet heeft ruzie met iedereen in de straat. En zo is hij zijn tuingereedschap kwijtgeraakt. Toen zijn buurman met de hond langsliep, riep hij: ‘Weg met dat smerige beest!’ En hij gooide zijn spa achter ze aan. Weg spa! Met de buurvrouw aan de andere kant had hij ook ruzie. Die had beleefd gevraagd of hij de grote overhangende takken van zijn bomen wilde snoeien, zodat zij ook wat zon in haar tuin kon krijgen. ‘Ik zal jou eens snoeien!’ zei Achriet. Met zijn snoeischaar was hij dreigend op de grote bos rode krullen van de buurvrouw af gelopen. Ze vluchtte haar huis in. Achriet smeet haar de snoeischaar achterna. Weg snoeischaar! Achriet heeft nu een pistool gekocht en zich verschanst in zijn huis. Alle luiken zitten potdicht, alsof het nacht is. Niemand komt erin! Alle mensen zitten trouwens binnen. Want de regen klettert met bakken uit de hemel. De buurvrouw van Achriet denkt: Door de regen hoort hij me vast niet. Ze pakt de snoeischaar, klautert over de muur en begint de bomen te snoeien. Haar rode haren plakken als natte slierten om haar hoofd. Dan ziet ze opeens een kleine vijgenboom: sprietige takken met aan het einde een knobbeltje dat een vijg moet worden en een bladknop. Het vijgenboompje schaamt zich voor zijn malle blaadjes. Het lijkt op een hand met vingers! Het kan de buurvrouw niks schelen dat het boompje er zo zielig uitziet. Ze knipt de grote braamstruik ernaast helemaal weg, zodat de kleine vijgenboom meer licht krijgt en beter kan groeien. Even streelt ze zijn stam. Meteen voelt het vijgenboompje zich warm worden van binnen. Achriet merkt niks. Die slaapt, en droomt zijn boze dromen.

Vraag Stel je voor dat jij dat vijgenboompje bent, in die verwaarloosde boomgaard. Hoe voel je je dan vanaf het moment dat je die buurvrouw op je af ziet komen? (TH)

Advent vieren betekent: uitzien naar die toekomst en die hier stap voor stap voorbereiden. Zoals Israël de Messias verwacht, zo zien wij uit naar de (weder)komst van de Heer, zijn echte komst in de wereld. (HJvO)

de eerste dag – winter 2014

Ded-winter-2013.indd 5

5

06-08-13 12:03


1 december 2013 ■ Epistel

■ Lied van de week

Uit Romeinen 13 Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde. Het moment is gekomen waarop u uit de slaap moet ontwaken. De nacht loopt ten einde, de dag nadert al. Laten we ons daarom ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht. Omkleed u met de Heer Jezus Christus. (RB)

LB 1016 – Kom, laat ons opgaan naar de berg Als eerste ‘lied van de week’ het laatste lied uit het Liedboek! Een lied met een sterk toekomstperspectief, gebaseerd op Jesaja 2,2-5. De Jesajaperikoop is de profetenlezing op de Eerste Advent in het eerste jaar van de driejarige lezingencyclus (het A-jaar). In de liedtekst van René van Loenen wordt de aankondiging (Jes. 2,2) niet opgenomen, meteen wordt het accent gelegd op ons die meewerken aan die toekomst: ‘Kom, laat ons opgaan naar de berg…’ De berg is het beeld van de aanwezigheid van God, de plaats waar God zich openbaart. Hij zet ons op het spoor van de vrede (couplet 2): de oorlogswapenen worden werktuigen om voedsel voort te brengen (couplet 1). Het refrein bestaat uit slechts twee, bijna identieke woorden: ‘Sjaloom, Jeruzalem’. De melodie van Willem Vogel is typerend voor zijn stijl: toegankelijk, als volksmuziek. In de redactie werd zelfs gezegd: ‘Vogel op zijn Vogelst!’ De melodie werd in 1996 geschreven, enkele dagen na het overlijden van de priester en pacifist Kees Koning. (PE)

■ Invalshoek

■ Cultuur

■ Kansen voor gebed

Tamar

Tamar

Bij Tamar

Twee zielen strijden in mijn borst. Angst en vitaliteit. Juda en Tamar. In mijn angst voor de dood blokkeer ik het leven. Ik ga de confrontatie uit de weg. Ik speel op safe. In mijn vitaliteit strek ik mij naar het leven uit. Met al mijn inventiviteit eis ik het op. Ik tart desnoods het oordeel van de mensen. Pas als mijn angst zich overgeeft in de armen van mijn vitaliteit zal leven baanbrekend uit mij geboren worden. (MvB)

Karel Eijkman geeft in zijn Als er een God is (Piramide, 1998) aan alle vijf ‘moeders van Jezus’ een stem. Daarbij komt zijn bewerking van Hebreeën 11 naar boven: ‘Zonder hun geloof had God het niet gered.’ Tamar vertelt het haar kinderen (in Karel Eijkman, Als er een God is, p. 37) kan als keerzijde van – of in plaats van – de preek door een lector in de liturgie gelezen worden, niet theatraal, maar wel expressief. Zoiets als een opera in de ZaterdagMatinee in het Concertgebouw – zonder decors en kostuums, maar met een kleine regie kan deze Tamar zeer tot de verbeelding spreken en eeuwen overbruggen. (GM)

Voor hen die in angst gevangen zijn. Voor hen die van het volle leven worden buitengesloten door de angst van anderen. Voor hen van wie de rechten met voeten worden getreden. (MvB)

■ Aandachtspunt Tamar Twee keer kinderloos weduwe geworden, teruggestuurd naar je ouders huis, wachtend of misschien de derde zoon zijn verantwoordelijkheid zal opnemen om jouw leven een kans te geven… Tamar settelde zich door weer bij haar vader (in) te wonen. Welke levenskans heeft deze jonge vrouw nog? Zal prostitutie een uitweg zijn? Sterk, die zin die klinkt in Enaïm (letterlijk: ‘tweebronnen’): ‘Nooit geweest hier, een heiligdomshoer!’ (vs. 21, Naardense Bijbel) Tamar put uit een andere bron: fairness en haar verworven recht op bestaan. Wat fair is tussen mensen gebeurt soms langs wonderlijke wegen, confronterende wegen; onthullend en kwetsbaar komen mensen dan voor elkaars aangezicht te staan, intiem bijna. Tamar zoekt het recht voor zichzelf en daarmee ook een toekomst voor haar twee kinderen: herken (!) van wie deze zegelring is, snoeren en staf, van hem ben ik zwanger. (AM)

6

■ Kalender 2 december • Internationale dag van de afschaffing van de slavernij 5/6 december • Sint-Nicolaas, bisschop van Myra, weldoener van kinderen 7 december • Nationale Vrijwilligersdag 7 december • Gedachtenis van de heilige Ambrosius, bisschop van Milaan, kerkleraar, dichter van hymnen (4e eeuw) (KJ)

de eerste dag – winter 2014

Ded-winter-2013.indd 6

06-08-13 12:03


1 december 2013

alternatief

Voormoeders van de Christus: Tamar Bij Matteüs 1 en Genesis 38 Volgens de auteur van het Matteüsevangelie is vanuit de geschiedenis van God met zijn volk te begrijpen wie Jezus is. De ‘genesis’ van Jezus verhaalt men, net als die van de schepping in Genesis, in twee fasen. Matteüs 1,1 duidt Jezus Christus als zoon van David en Abraham. Een geslachtslijst roept hierna op wat dit inhoudt. Vervolgens herneemt Matteüs (1,18), aansluitend bij de vermelding van Jozef (en Maria) in de geslachtslijst, de ‘wording’ van Jezus Christus in een concreet verhaal. Een nieuwe schepping, suggereert de auteur zo, in de lijn van Gods geschiedenis met zijn volk.

De Messias is niet vanzelfsprekend

Genesis 38,1-30

■ Gedicht Dame seule Zij voelt zich onder ’t donker van de boomen Zoo eenzaam, dat zij zelf haar schouder liefkoost. Haar handje, met de ronding ingenomen, Die over ’t zomerkleed is bloot gekomen, Daalt af, dwaalt af; zij richt zich op en bloost, Gaat dan weer voort een kledingstuk te zoomen. J. Slauerhoff Uit: Verzamelde gedichten. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam,1998. (MD)

Het Matteüsevangelie presenteert Jezus expliciet als de aangezegde Messias, de gezalfde van God (1,1.18). Tegelijkertijd brengt de geslachtslijst in herinnering, dat deze Messias geen vanzelfsprekendheid is. Niet uit eigen kracht, vanuit mannelijke potentie van generatie op generatie, gaat het verhaal van God met mensen en van mensen met God telkens opnieuw door. In Jezus’ stamboom staan onvruchtbare aartsmoeders en vrouwen aan wie onrecht werd gedaan. Daardoor kan de geboorte van de Christus niet opgevat worden als het automatische resultaat na verloop van zoveel generaties. Hetzelfde geldt voor het verhaal dat volgt. Het is via Jozef dat Jezus beschouwd kan worden als zoon van Abraham en David. Maar wat als deze zijn vrouw nog voor Jezus’ geboorte wegstuurt? Zelfs een rechtvaardige als Jozef (1,19) kiest er niet uit zichzelf voor om moeder en kind te steunen, maar volgt hierbij Gods opdracht. Van een man die overweegt zijn verloofde te verstoten, evolueert Jozef tot een man die zijn vrouw bij zich neemt en haar zoon, die niet de zijne is, de uitdagende naam ‘God bevrijdt’ meegeeft. Dit maakt het mee mogelijk dat God bevrijdend handelt voor mensen, aansluitend bij ervaren bevrijding van generatie op generatie, opnieuw een samenspel van goddelijk en menselijk handelen.

De generatielijst van Matteüs 1 is patrilineair: van vader op zoon. Deze gebruikelijke literaire voorstelling suggereert dat de toekomst van God met zijn volk waargemaakt wordt vanuit de mannelijke potentie en heeft als effect dat talrijke vrouwen weggeschreven zijn uit de heilsgeschiedenis. Hier gaan ook bijbelteksten tegenin. Verhalen over ‘onvruchtbare’ en bedreigde aartsmoeders geven aan dat de belofte van volk, land en zegen niet automatisch samengaat met potentie. Zo biedt de zegen over Boaz en Ruth een actievere rol aan vrouwen: Ruth mag worden als die andere vrouwen ‘die aan het volk hebben gebouwd’. Maar ook de weggeschreven, in een lijst onzichtbaar of naamloos gebleven vrouwen hebben meegebouwd aan Gods volk. In Matteüs 1 zijn vrouwen onzichtbaar gemaakt, al kende de auteur sommige, zoals Batseba, Sara en Rebekka, beslist de eerste dag – winter 2014

Ded-winter-2013.indd 7

Vrouwen die niet gangbare paden gaan

7

06-08-13 12:03


Oecumenisch Leesrooster 1 december 2013 Eerste zondag van Advent

25 december Kerstdag

alternatief

alternatief

Jesaja 2,1-5 Psalm 122 Romeinen 13,8-14 Matteüs 24,32-44 Genesis 38,1-30

Jesaja 52,7-10 Psalm 98 Hebreeën 1,1-12 Johannes 1,1-14 Matteüs 1,18-25

29 december Zondag na Kerstmis

alternatief

15 december Derde zondag van Advent alternatief

Jesaja 35,1-10 Psalm 146 Jakobus 5,7-10 Matteüs 11,2-11 Ruth 4

22 december Vierde zondag van Advent alternatief

Jesaja 7,10-17 Psalm 24 Romeinen 1,1-7 Matteüs 1,18-25 2 Samuel 11 Matteüs 1,1-17

24 december Kerstnacht

Jesaja 8,23-9,7 Psalm 96 Titus 2,11-14 Lucas 2,1-20

winter 2014 26 januari Derde zondag na Epifanie

8 december Tweede zondag van Advent Jesaja 11,1-10 Psalm 72 Romeinen 15,4-13 Matteüs 3,1-12 Jozua 2

Jesaja 61,10-62,3 Psalm 147,12-20 Galaten 3,23-4,7 Lucas 2,33-40

1 januari 2014 Achtste Kerstdag Naamgeving en besnijdenis Numeri 6,22-27 Psalm 8 Handelingen 4,8-12 Lucas 2,21

5 januari Epifanie Verschijning van de Heer Jesaja 60,1-6 Psalm 72 Efeziërs 3,1-12 Matteüs 2,1-12

12 januari Eerste zondag na Epifanie Doop van de Heer Jesaja 42,1-7(9) Psalm 89,20-28 (Handelingen 10,34-38) Matteüs 3,13-17

19 januari Tweede zondag na Epifanie

Jesaja 49,1-7 Psalm 139,1-12 (1 Korintiërs 1,1-9) Matteüs 4,12-22

2 februari Vierde zondag na Epifanie

Sefanja 2,3; 3,9-13 Psalm 37,1-11 (1 Korintiërs 1,18-31) Matteüs 5,1-12

9 februari Vijfde zondag na Epifanie

Jesaja 43,9-12 Psalm 112 (1 Korintiërs 2,1-5) Matteüs 5,13-16

16 februari Zesde zondag na Epifanie

Deuteronomium 30,15-20 Psalm 119,9-16 (1 Korintiërs 2,6-11) Matteüs 5,17-26

23 februari Zevende zondag na Epifanie

Exodus 22,21-27 Psalm 71,17-24 (1 Korintiërs 3,16-23) Matteüs 5,33-48

2 maart Achtste zondag na Epifanie

Jesaja 49,13-18 Psalm 62 (1 Korintiërs 4,1-5[6-8]9-16) Matteüs 6,24-34

De bruiloft te Kana Jesaja 62,1-5 Psalm 96 (Romeinen 4,1-12) Johannes (1,29-)2,1-11

Ded-winter-omslag-2013.indd 4

06-08-13 11:50


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.