Ezel gaat neer Betlehem

Page 1


Op de markt van Nazaret is van alles te koop: kleden, ganzen, broden, vruchten. En ezels. Het is laat in de middag. De markt is bijna voorbij. De ezelkoopman telt zijn geld. Hij is tevreden. Alle ezels zijn verkocht. Op één na. Naast hem staat nog een kleine ezel. Met een geknakt oor. Vrolijk kijkt de ezel rond. Hij houdt van de markt. Met al die mensen. ‘Niemand wil jou hebben,’ mompelt de koopman. ‘Geen wonder! Je ziet er zo raar uit.’ Dan komt Jozef langs. De timmerman van Nazaret. ‘Hoeveel wil je voor die ezel hebben?’ vraagt hij. ‘Jij kunt hem van mij krijgen,’ bromt de koopman. ‘Dan hoef ik dat beest geen eten meer te geven.’ Jozef lacht. ‘Dank u wel. Ik ben erg blij met hem. Kom maar, Ezel. Jij mag met mij mee.’


De maan straalt haar licht in een kleine stal. Daar ligt Ezel heerlijk te slapen. In het stro. ‘Piep! Word eens wakker, slaapkop.’ Ezels oor schiet rechtop. Hij knippert met zijn ogen. Wat zit daar voor beest? Het lijkt op een muis. Maar dan wel een hele rare. Met die grote oren. ‘Ik weet iets wat jij niet weet,’ piept Muis. ‘Morgen gaan jullie naar Betlehem. Dat is heel ver weg. Jouw baas Jozef moet daar zijn. Met Maria, zijn vrouw. Zij heeft een dikke buik. Daar zit een baby in, weet je. Daarom willen ze zo’n lange reis eigenlijk niet maken. Maar de keizer wil dat iedereen zich laat inschrijven. In de plaats waar zijn familie vandaan komt. En voor Jozef is dat Betlehem. Snap je?’ Muis maakt een sprongetje en trekt aan Ezels oor. ‘Weet je wat? Ik ga mee. Niemand zal mij hier missen.’



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.