Dit boek was er bijna niet geweest. Dat het er toch gekomen is, is een wonder. Een wonder dat God gegeven heeft op het gebed van de trouwe bidders in het gebedsgroepje voor dit boek. Regelmatig heb ik hen gemaild en verteld dat ik er niet meer doorheen zag. Dat de woorden zo traag als ingedikte stroop uit mijn vingers kwamen. Dat mijn lichaam niet wilde meewerken. Regelmatig moedigden ze mij aan, met woorden en gebed. Bepaalden ze me weer bij de reden waarom ik aan dit boek begonnen was: het verlangen om de lezers te bemoedigen en aan te sporen dicht bij God te blijven. Hen te helpen door het aanreiken van de dingen die ik zelf in mijn relatie met God heb ontdekt en geleerd. En zo pakte ik steeds de pen weer op. Maar terwijl ik schreef, worstelde en schreef, staken er in onze familie- en vriendenkring steeds meer stormen op. Het enige slechtnieuws bericht na het andere volgde en het diepe verdriet te zien van mensen die me lief zijn, knaagde aan mijn hart. En maakten me onzeker over alles wat ik schreef. Niet omdat ik aan God ging twijfelen, maar aan mijzelf! Wat heeft iemand die met diep verdriet te maken heeft of had, nu aan dit boek van mij? Wat ‘kopen’ ze uiteindelijk voor de woorden dat je met God boven een storm kunt zweven, terwijl ze zelf bijna door een orkaan van verdriet worden weggevaagd? Wat heeft iemand die net een kind, man of vrouw verloren heeft, nu aan de reminder dat Gods vreugde niet van omstandigheden afhankelijk is? Is dat niet heel makkelijk gezegd door iemand die zich niet in hun omstandigheden bevindt? Was het niet beter dat ik voortaan maar gewoon mijn mond houd over vreugde, en alleen nog maar in stilte ga bidden voor degenen voor wie ook Gods vreugde soms gewoon heel veel bruggen te ver lijkt? Steeds dieper en dieper kwam ik in die maalstroom van gedachten terecht en uiteindelijk stuurde ik een mail naar de gebedsgroep met het bericht dat ik serieus overwoog om het hele boek terug te trekken en misschien zelfs wel voorgoed mijn pen neer te leggen. Ik vroeg hen
voor gebed om duidelijkheid of ik ‘mocht’ stoppen of ‘moest’ doorgaan. Die duidelijkheid is gekomen. Tot drie keer toe, kort achter elkaar. Eerst door de aansporing van iemand die zelf door een diep verdriet heengaat maar tegelijk getuigt van bovennatuurlijke vreugde. ‘Blijf vooral schrijven over de vreugde in God,’ zei ze dringend tegen me. ‘Het is zo belangrijk dat die boodschap doorgegeven wordt.’ Daarna werd ik zo geraakt door jet getuigenis van iemand die midden in een orkaan alleen maar over Christus en Zijn vreugde kan praten, dat bij mij verlangen én de moed om dit boek af te maken terugkeerden. Last but not least ontving ik precies op de dag dat ik min of meer besloten had echt met schrijven te stoppen, een boodschap van iemand die mij niet kende, laat staan dat hij wist dat ik met een boek bezig was. Het enige wat hij wist, was dat hij tegen mij moest zeggen dat ik níet mocht stoppen met het schrijven van het boek waarmee ik bezig was.
ISBN: 9789029726528 | Uitgeverij: Voorhoeve | Uitvoering: Hardback | Omvang: 128 pagina's | Afmeting: 217 mm x 142 mm x 24 mm | Verschijningsdatum: 18-04-2017 | Taal: Nederlands | Genre: Geloofsopbouw
Marianne Grandia
Marianne Grandia is een bekende naam in christelijk Nederland. Ze schrijft sinds 2003 voor het tijdschrift 'Eva', blogt sinds 2013 voor Puur! Vandaag, vertaalde tientallen boeken en spreekt regelmatig op vrouwenbijeenkomsten. Met haar stichting Selah reikt ze vrouwen Bijbelse principes aan voor herstel en bloei, onder andere door themaweekenden. Naast haar pastorale werk groeide in Marianne het verlangen om ook via een roman iets te mogen weerspiegelen van de genade en liefde van God. Dit resulteerde in haar debuutroman 'Witter dan sneeuw', die lovend werd ontvangen en bekroond werd met de Publieksprijs Christelijk Boek 2012. Al snel volgden 'Lenteregen', dat de Publieksprijs Christelijk Boek 2013 won, en 'Hemeldauw'. Daarnaast verscheen van haar hand de amishnovelle 'De picknick'. De uren waarin Marianne niet voor Selah op pad is, of op de zolder van haar woning in het vestingstadje Woudrichem aan het schrijven of vertalen is, probeert ze zo goed mogelijk te verdelen over haar gezin (vier kinderen en drie katten), familie, vrienden en haar kerkelijke gemeente.