Horen naar de stem van god

Page 1

Horen naar de stem van God



Kees de Ruijter

Horen naar de stem van God Theologie en methode van de preek

Uitgeverij Boekencentrum Zoetermeer


Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk Forest Stewardship Council (FSC) draagt. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Ook is het papier 100% chloor- en zwavelvrij gebleekt.

www.uitgeverijboekencentrum.nl

Ontwerp omslag Reprovinci Vormgeving binnenwerk Studio Anton Sinke, www.antonsinke.nl ISBN 978 90 239 2739 6 NUR 700 Š 2013 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden


Inhoud

Woord vooraf

9

1. Preek en homiletiek Preek en homiletiek Toegang van drie kanten Situering in traditie en cultuur Preek, preken en prediking Meewerken met God? Horen en antwoord geven als alternatieve denkweg Opzet

13 13 14 16 18 19 22 26

2. Preek en eredienst Eredienst als bedding voor de preek Eredienst als spanningsveld rond de preek Woord en tafel De beweging van eredienst en preek Re-integratie van de homiletiek Eredienst als levensvorm Eredienst als aanbidding De naam van de Drie-enige

31 31 32 35 36 38 40 43 46

3. De Drie-enige en de preek Barth en verder Van christologie naar pneumatologie Een vroege trinitarische aanzet Trinitarische renaissance en stimulans De Drie-enige communiceert - Preken als meebewegen met God - Preken als persoonlijke omgang - Mensgeworden Woord en preek - Preek en herschepping - Echo van God: participerend preken - Preek en trinitarische grammatica

51 52 55 57 60 60 63 64 65 66 66 68


4. De stem van de Meester Horen en zien De preek als Woord van God? God spreekt Preek als sacrament Taal als daad Drie gestalten van het Woord De stem van de Meester

75 76 80 82 83 85 89 93

5. Heilig Script Woord en Schrift Schrift en preek Canon en geschiedenis Lezen in perspectief De Schrift als script - Sola scriptura - Tota scriptura - Verstaan als de waarheid doen - Gehoor geven is de ware response - Ruimte voor hermeneutiek - Theologische consistentie - Innovatie als preekprincipe - Een heilig script

99 100 101 103 106 108 111 112 112 113 114 115 116 117

6. Een blijvende hoor- en spreekoefening EĂŠn boodschap in zo veel situaties Schepping en koninkrijk: een spannende relatie Cultuur als gegeven Preken als hoor- en spreekoefening Liturgie en cultuur Preek en theologie Preek en ordinary theology Theologie en eredienst

123 123 124 125 127 128 131 133 135

7. Wat is een preek? Preek en definitie Preekdefinitie en het geheim van het geloof Preekdefinitie en trias homiletica Betekenisdragers - Gecommuniceerd

141 141 142 145 146 146


- Woord van God - Verlossend - Geroepene - Dienst - Hoorders - Werkelijkheid - Binnen Definitie en methode

147 148 149 149 151 151 152 153

8. Preekvisie en methode Methode? Drieslag en methode De preektekst De hoorders van de preek De prediker Methodisch proces

157 157 159 159 164 165 169

9. Preek en preekdoel Het doel van de prediking Doelgericht preken Intentioneel preken Doelstelling en differentiatie De weg naar het doel

177 178 180 182 186 188

10. Ordening in de preek Theologie als grammatica Drieslag en preekvorm Ordening in dimensies Een preekstructuur met ordenende kracht Een open proces

193 194 195 197 201 203

Bijlagen 1 Werkschema basis-preek 2 Werkschema preekvoorbereiding 3 Werkwoordenlijsten preekdoelstellingen 4 Basic structure en moves; Opbouw van de preek volgens de homiletische theorie van David Buttrick Literatuur Register

209 211 218 219 223 235



9

Woord vooraf

Dit boek gaat over de preek, dat wonderlijke en tegelijk vertrouwde gebeuren. Voor kerkgangers is het vertrouwd om de voorganger het woord te horen nemen. Je hoopt dat er dan ook echt iets gebeurt. Dat je meegenomen wordt en iets ervaart van de werkelijkheid van Gods nabijheid. Dat is dan ook de wonderlijke kant van het gebeuren. Hoe kan dat eigenlijk, dat God zijn genade uitdeelt, terwijl er een mens aan het woord is die ook maar gewoon zijn plek in deze alledaagse werkelijkheid heeft? Dat wonderlijke en vertrouwde gebeuren speelt zich al eeuwenlang af daar waar mensen in Gods naam bij elkaar komen. Vanwege dat wonder heeft de preek ook altijd de gedachten op gang gebracht over het geheim dat daar wel in moet liggen. Dat is de reden waarom ik nog een boek toevoeg aan alle boeken die al over de preek zijn geschreven. Je raakt er namelijk niet over uitgedacht. En dat betekent dat er ook steeds nieuwe vragen gesteld worden. In de jaren dat ik zelf geroepen werd om te preken en later om ook preekonderwijs te geven heeft dat gegeven me eindeloos geboeid. Vaak gaat het dan ook over de vraag: hoe doe je dat, preken? Een vraag die steeds urgenter lijkt te worden. Dat kun je soms ook goed begrijpen, bijvoorbeeld wanneer je kerkgangers teleurgesteld ziet worden in wat ze meekrijgen. Wanneer er in en onder de preek niet gebeurt waar je op hoopte, vraag je je af: zou het ook anders kunnen? Het is wel frappant om te zien hoe er in het gesprek rond de preek steeds een golfbeweging gaande is. Aan de ene kant die vraag: hoe kan dat, dat kleine, zondige mensen het Woord van God doorgeven? Aan de andere kant die vraag: hoe doe je dat, preken op zo’n manier dat mensen er ook echt mee verder kunnen in hun leven met God? De ene vraag draait eigenlijk om de theologie van de preek, de andere om de preekmethode. Die twee kunnen niet zonder elkaar. Om die reden verbind ik ze ook aan elkaar in mijn bespreking van actuele, centrale vragen rond de preek. Intussen besef ik goed dat dit boek maar een bescheiden bijdrage is in dat gesprek dat ook al eeuwen doorgaat. Bij het schrijven ben ik opnieuw onder de indruk gekomen van het brede spectrum waarover dat gesprek


10 zich uitstrekt. Het is eenvoudig niet te overzien. Om daarom een hoofdlijn te kunnen blijven volgen heb ik bij meerdere splitsingen besloten belangrijke zijwegen toch maar niet in te slaan en me te beperken tot de kernvragen. Belangrijke onderwerpen als de verhouding van liturgie en preek, hermeneutische vragen rond het lezen van de Bijbel, preken in een andere setting dan de reguliere eredienst, de relatie ambt en preek en de geschiedenis van de preek heb ik daarom wel meer of minder aangesneden maar verder niet uitgediept. Dit boek voelt voor mij daarom niet ‘af ’, terwijl ik het toch wil loslaten. Als je je mengt in het gesprek rond de preek merk je dat je niet de eerste bent die over de preek nadenkt. Het was een feest om de neerslag van zo veel diverse gedachten die door de eeuwen heen in kerk en theologie opgekomen zijn, te leren kennen en te verwerken. In de hierna volgende hoofdstukken verantwoord ik dat steeds. Maar gelukkig waren er ook mensen met wie ik het gesprek in levenden lijve kon voeren. Ik heb daar veel aan te danken. Daarom wil ik enkele van hen hier apart noemen. Allereerst denk ik daarbij aan het permanente gesprek met studenten. Het is fascinerend om jaar na jaar bij zo veel jonge mensen het enthousiasme voor de preek te zien groeien, terwijl ze behoorlijk kritisch kunnen zijn over wat ze zelf soms in preken te horen krijgen. Juist in de gesprekken (en de oefeningen!) met hen groeide mijn verwondering voor wat God doet in de preek. Behalve aan de studenten heb ik veel te danken aan mijn collega’s. Toen ik het eerste plan voor dit boek had geschreven, heb ik het aan hen voorgelegd om commentaar. Want preken leer je niet alleen van een homileticus. Een preek is een gebeuren waarin alle theologische lijnen samenkomen. Ik heb veel gehad aan het commentaar dat ik kreeg van met name Kees Haak, Rob van Houwelingen, Wolter Rose, Mees te Velde, Ieke Haarsma, Stefan Paas, Hans Meerveld en Peter van de Kamp. De laatste vier hebben ook onderweg waardevolle feedback geleverd op deelteksten. De laatste twee hebben zelfs het hele manuscript willen meelezen. In de tijd dat ik aan dit boek werkte heb ik veel gesprekken over preek en homiletiek kunnen voeren met Marinus Beute. In die contacten is veel uitgekristalliseerd van wat uiteindelijk op papier kwam. In diezelfde tijd hebben Bart van Egmond en later Wilmer Blijdorp als mijn assistenten belangrijke hulp geboden bij het verkennen van de literatuur. Belangrijke feedback op een eerdere versie van het manuscript heb ik vanuit diverse gezichtshoeken gekregen van Koert van Bekkum, Harm Boiten, Rein Bos, Jos Douma, Kees van Dusseldorp, Max Hoekzema, Hans Schaeffer, Arjen Velema en Gerben Wielenga. In de laatste fase heb ik bij het persklaar maken belangrijke hulp ontvangen van Pieter Kars van de Kamp.


11 Bij het schrijven heb ik gemerkt dat het niet eenvoudig is om de vragen en problemen rond de preek op een toegankelijke manier aan te snijden en te duiden. Om de tekst niet extra complex te maken heb ik daarom twee beslissingen genomen die ik hier vermeld. Bijbellezer, hoorder en prediker kunnen steeds benoemd worden als hij of zij. Ik heb steeds gekozen voor de hij-vorm. U als lezer nodig ik uit de zij-vorm te lezen als dat in uw situatie van toepassing is. In de tweede plaats heb ik daar waar in de discussie buitenlandse citaten worden geboden, op een enkele uitzondering na, doorgaans een eigen vertaling geboden. Ik bied mijn boek aan als bijdrage in de gedachtevorming en in de concrete oefening en voorbereiding van de preek. Door de jaren heen heb ik, soms door schade en schande, ervaren dat biddende overgave aan God daarin een onmisbare kern is. Om die reden heb ik de dichter Rien van den Berg gevraagd gebedsteksten te schrijven bij wat hier aan de orde komt. Deze zijn steeds na het desbetreffende hoofdstuk opgenomen. Het is mijn gebed dat God dit werk wil gebruiken in zijn werk. Kampen, zomer 2013 Kees de Ruijter



13

HOOFDSTUK 1 Preek en homiletiek

Luister, Israël: de heer, onze God, de heer is de enige! Deuteronomium 6:4

Laat wie oren heeft goed luisteren! Matteüs 11:15

Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Openbaring 2:7

Preek en homiletiek Eerst was er de preek. Daarna volgde de homiletiek. Dat is de ware volgorde. Voorop gaat dat wonderlijke gebeuren, dat een mens het woord neemt en het evangelie van Christus brengt in een gegeven situatie van samengekomen hoorders. En in die mensenwoorden horen velen de stem van God klinken. Daarna komen de gedachten op gang. Wát gebeurt er eigenlijk als er gepreekt wordt? In de protestantse eredienst wordt de preek aangeduid als bediening van of dienst aan het Woord van God.1 Is het op formule te brengen, dat een mens de stem van God tot klinken brengt? Wat is daarbij uit God en wat is van de mens? Welke krachten, welke factoren spelen daarbij een rol? En hoe gaan we om met dat krachtenveld?

1

F.G. Immink biedt een elementaire inventarisatie van de vragen die in de loop der eeuwen in dit verband geformuleerd zijn. F.G. Immink, Het heilige gebeurt. Praktijk, theologie en traditie van de protestantse kerkdienst. Zoetermeer 2011, 141 v.v.


14

Horen naar de stem van God

Eerst was er de preek. Na de tijd van de apostelen2 krijgt de preek al gauw een vaste plaats in de christelijke eredienst. Het duurt wel even voordat de verkondiging haar eigen vorm heeft gevonden, maar dan is de preek ook niet meer weg te denken uit de kerkdienst. De homiletiek volgt later. De eerste echte voldragen homiletiek verschijnt pas van de hand van Augustinus. Natuurlijk is er eerder ook door veel kerkvaders nagedacht over de aard van de preek. Maar algemeen wordt toch Augustinus’ De doctrina christiana (en daaruit hoofdstuk 4) beschouwd als de eerste uitgewerkte homiletiek.3 Naast de preekpraktijk ontstaat een brede bezinning op de preek en het preekgebeuren, bedoeld om de preekpraktijk te stimuleren en er kritisch op te reflecteren. De preek is een belangrijk onderdeel van de kerkdienst, zeker in de protestantse traditie. Des te belangrijker is het dan ook steeds de stap terug te doen achter die preekpraktijk. Daar is de ruimte voor de homiletiek, waar we de vraag naar het wat en hoe van de preek stellen. Dat is het programma dat in deze homiletiek aan de orde komt. In dit kader gaat de aandacht vooral uit naar preekvisie en preekmethode en die beide in hun onderlinge samenhang. Doel is daarbij na te denken over de preekpraktijk om zo een bijdrage te leveren aan het voortgaande homiletische gesprek en tegelijkertijd een stimulans te bieden voor de goede voortgang van die praktijk.

Toegang van drie kanten Wie nadenkt over de preek kan op verschillende manieren toegang krijgen tot het veld van onderzoek. Ik noem hier drie toegangswegen die in deze studie gebruikt worden bij het nadenken over de preek. De meest directe toegang is die van de empirische waarneming: wat ge2

3

Het is terminologisch lastig te beslissen of de verkondiging van de apostelen zelf ook als ‘preek’ te betitelen is. Wat we enerzijds van die verkondiging overgeleverd hebben gekregen (m.n. in het bijbelboek Handelingen) laat zien dat er op zijn minst fenomenologisch behoorlijke overeenkomsten zijn tussen hun prediking en de latere verschijningsvormen van de preek. In de homiletiek is bovendien ook in normerende zin regelmatig gewerkt met gegevens die aan het nieuwtestamentisch taalgebruik voor de apostolische verkondiging zijn ontleend (zie noot 5 en 7 bij dit hoofdstuk). Anderzijds typeert de apostel Paulus de verhouding tussen de prediking van de apostelen en die uit de na-apostolische tijd als de verhouding tussen fundament en gebouw, tussen planten en begieten (1 Kor. 3). De jongste Nederlandse vertaling verscheen onder de titel Wat betekent de Bijbel? De vertalers merken in hun inleiding op dat de eerste drie boeken in een traditie van tekstinterpretatie staan, terwijl het vierde boek meer in de (verwante) traditie van de retorica thuishoort. Aurelius Augustinus, Wat betekent de Bijbel? Christelijke scholing in tekstbegrip en presentatie. De doctrina christiana, ingeleid, vertaald en toegelicht door Jan den Boeft en Ineke Sluiter. Amsterdam/Leuven 1998, 30 v.v.


Hoofdstuk 1. Preek en homiletiek

15

beurt er in de preek die gehouden wordt in die concrete kerkdienst op die bepaalde dag? Met deze toegang is hier overigens niet alleen bedoeld dat in een concrete preeksituatie aspecten van het proces tussen prediker en hoorders empirisch worden onderzocht. Ook meer algemeen zijn vanuit de sociale en menswetenschappen waarnemingen met betrekking tot het preekgebeuren in kaart gebracht. Soms wordt dat wel aangeduid als de ‘empirische wending’ in de homiletiek. Zulke waarneming van het concrete proces is veruit de jongste benadering van de preekpraktijk. Pas sinds de zestiger jaren van de vorige eeuw is systematisch empirisch onderzoek gedaan naar de preek.4 Sindsdien is veel materiaal beschikbaar gekomen, dat nieuw licht werpt op het preekgebeuren. Deze studie maakt gebruik van onderzoekgegevens die in de homiletiek beschikbaar gekomen zijn, overigens zonder de inbreng van eigen empirisch materiaal. Een meer indirecte toegang wordt gevormd door de theologie. Zoals gezegd is er ook in de homiletiek al eeuwenlang door theologen nagedacht over het wat en hoe van de preek. Dat heeft een homiletische erfenis opgeleverd, die niemand moet willen negeren. Hier is conceptueel ook het belangrijkste materiaal ontwikkeld voor de homiletiek. Bij het nadenken over de preek kan de homileet van vandaag beschikken over de nalatenschap van zo veel erflaters voor en na Augustinus. De meest indirecte toegang is gelegen in de Bijbel zelf. Daarmee wil gezegd zijn dat nergens in de Bijbel rechtstreekse aanwijzingen staan over wat een preek is, of hoe men zou moeten of kunnen preken. Sterker nog, het is de vraag of het verschijnsel preek zoals wij dat vandaag in de praktijk van de kerkelijke eredienst kennen als zodanig in het Nieuwe Testament voorkomt.5 Toch is de Bijbel tegelijkertijd de oerbron voor een homiletiek te noemen. Het evangelie waaraan de preek dienstbaar wil zijn, hebben we in de Bijbel ontvangen. En de Bijbel is er even duidelijk over dat dat evangelie verkondigd moet worden. Inhoudelijk en structureel is een homiletiek dus al ondenkbaar buiten de Bijbel om. Een en ander kan ertoe leiden de verhouding tussen de drie genoemde toegangswegen als volgt te formuleren: de oerbron is metterdaad de Bijbel. Zoals een preek zonder Bijbel niet denkbaar is, is ook de homiletiek zonder Bijbel niet mogelijk. Overigens wordt in deze studie niet altijd uit die bron 4

5

Een beknopte beschrijving van het opkomen van een empirische homiletiek in die tijd geeft H.W. Dannowski, Kompendium der Predigtlehre. Gütersloh 1990, 35 v.v. Zie voor een helder oriënterend overzicht van (de betekenis van) het diverse woordgebruik rond de verkondiging van het evangelie in het Nieuwe Testament Michael Giebel, Predigt zwischen Kerygma und Kunst. Homiletische Űberlegungen zu den Herausforderungen der Homiletik in der Postmoderne. Neukirchen-Vluyn 2009, 195-220.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.