Leven met Hildegard van Bingen

Page 1

h il d eg l a ev r e d n va m n et b in g

en



De mens die herschept is gelukkig

D

ĂŠs

ir

ĂŠe

de

n

B

it

ve

jM

r

ri

be

ge

ra

U

ei

ne

m

a,

Z

oe

te

rm

ee

r

n

h l ev va il e n de n b g m in a e g rd t e


Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk Forest Stewardship Council (FSC) draagt. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Ook is het papier 100% chloor- en zwavelvrij gebleekt. www.uitgeverijmeinema.nl Ontwerp omslag en boekverzorging: Marion Rosendahl Omslagafbeelding: illustratie uit middeleeuws manuscript. British Library. ISBN 978 90 211 4339 2 NUR 700 Š 2013 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


Inhoud Inleiding

6

1 Hildegards leven De eerste jaren Het Levende Licht Kloosterstichteres Hildegards ‘elementenleer’ Reizen en preken Hildegards dood

9 9 13 19 21 25 29

2 Hildegards boodschap aan de mensheid De herscheppende mens Inspiratie van de heilige Geest De Drie-eenheid De Liefde woont in alles Groenkracht – gezondheid Jezus, het Woord, staat centraal Engelen en deugden

33 35 43 51 59 65 71 77

Slotakkoord

83

Beknopte biografie

90

Bronnen en literatuur

92

Noten

94


Inleiding

In de twaalfde eeuw waarin Hildegard leeft, bekijkt de mens de wereld met nieuwe ogen en is men op zoek naar nieuwe zingeving. De mens wil zelf centraal staan en uitgangspunt zijn van de wereld waarin hij leeft. Hildegard heeft op geheel authentieke wijze ook bijgedragen aan dit geestelijk gedachtegoed. In haar boeken, brieven en liederen zet zij haar visie uiteen op de schepping, de wereld, het heelal, en de mens in relatie tot de medemens en God. Zij weet haar tijdgenoten te boeien. Het individu is bij haar niet het uitgangspunt, maar het individu in relatie met de medemens, natuur en kosmos. De mens ontleent zijn betekenis aan zijn relaties. In onze daadkracht en handelen ontdekken wij wie wij waarlijk zijn. Het goddelijke is niet ver weg, maar heel dichtbij; het is de kracht die ons leven authentiek maakt. Hildegard van Bingen was een vrouw die op zeer kundige wijze wantoestanden in de kerk aan de kaak stelde. Tegelijkertijd kwam zij tot nieuwe inzichten in het christelijke gedachtegoed.


Ook wij leven nu in een tijd waarin hervormingen plaatsvinden. Wij zijn in deze tijd op zoek naar een nieuwe spiritualiteit. Verrassend genoeg roept Hildegards visie bij ons veel herkenning op. Haar gedachtegoed kan ons, moderne lezers, dan ook uitnodigen om stil te staan bij wie wij ten diepste zijn, en ons leiden tot zelfonderzoek. In hoeverre zijn wij ons ervan bewust welke drijfveer ons leidt bij onze bezigheden? Hoe kunnen wij voorkomen dat we vervreemden van wie wij zijn, en gelukkig worden in ons leven? Dat zijn de vragen waarop dit boek wil ingaan. In hoofdstuk 1 leren we Hildegards leven kennen. In hoofdstuk 2 wijst Hildegard van Bingen ons de weg hoe wij verbinding kunnen ervaren met al wat is. Hildegards mensvisie heeft mij ge誰nspireerd om een homo recreans te zijn, een mens die herschept. Ik ben haar dankbaar dat zij me ervan bewust gemaakt heeft, hoe gelukkig je bent als je leeft vanuit betrokkenheid naar je omgeving toe.



1 te rs ja

LEVEN

ee re

S

e n

HILDEGARD

D

Hildegard van Bingen 1 wordt geboren in het jaar 1098, als tiende en laatste kind van graaf Hildebert von Bemmersheim en zijn vrouw Mechtild, in de omgeving van Alzey in Midden-Duitsland. Ze is een meisje zoals alle andere; maar toch niet helemaal, want ze heeft helderziende gaven. Dit maakt haar als kind reeds bijzonder. Al in haar vroegste jeugd wekt Hildegard verbazing op in haar omgeving. Een anekdote uit een van haar heiligverklaringsprocessen vertelt hoe zij tegen haar moeder uitroept: ‘Kijk eens naar dat mooie kleine kalfje in die koe. Het is wit en het heeft vlekken op zijn voorhoofd, voeten en rug.’ 2 Het kalfje dat na enige tijd geboren wordt, voldoet precies aan de beschrijving


van Hildegard. Ze is dan vijf jaar oud. Zelf zegt ze zelfs al eerder visioenen gehad te hebben: In mijn derde levensjaar heb ik een licht gezien, waardoor mijn ziel al in beweging kwam. Omdat ik echter nog zo jong was, kon ik er niet over spreken. In mijn achtste jaar werd ik als geestelijk zoenoffer aan God opgedragen. Tot mijn vijftiende heb ik veel dingen gezien die ik soms heel eenvoudig uitdrukte, zodat degenen die dit hoorden zich afvroegen waar ik ze vandaan had en wat ervan klopte. Zelf was ik ook verbaasd over datgene wat ik in mijn ziel waarnam; ik zag het zelfs buiten mijzelf, en omdat ik merkte dat anderen dat niet hadden, hield ik het visioen van mijn ziel zo veel mogelijk geheim. Veel van het leven buiten mij om was mij onbekend, want toen mijn moeder mij zoogde, en ook later nog, was ik vaak ziek, wat een belemmering vormde voor mijn ontwikkeling en mij belette tot wasdom te komen.3 Wanneer ze acht jaar is, wordt ze door haar ouders overgedragen aan de zorg van abdis Jutta von Sponheim, als dank aan God en als ‘tiende’, naar analogie van de kerkelijke belasting die 10% van de oogst inhoudt. In die dagen is het gebruikelijk een kind af te staan aan een religieuze instelling. Jutta von Sponheim is abdis van het benedictinessenklooster te Disibodenberg, dat gesticht zou zijn door de Heilige Disibodus, een Ierse kluizenaar. Later zal Hildegard het leven van Disibodus beschrijven. 10


De begaafde leerling krijgt van Jutta onderricht in de Bijbel en in de belangrijkste kerkvaders en geestelijke schrijvers. Ze leert een snaarinstrument bespelen om psalmen te begeleiden. Het ritme van de liturgische vieringen van de benedictinessen, de kennis die zij opdoet, evenals haar begaafdheid en gevoeligheid doen haar uitgroeien tot een bijzondere vrouw. In 1136 overlijdt Jutta, en wordt Hildegard tot abdis gekozen. Zij is dan 38 jaar oud.

11


12


Het Levende Licht Het werelddecor in Hildegards tijd wordt bepaald door de Investituurstrijd. Wie bekleedt de hoogste macht in Europa: de keizer of de paus? De kerk of de staat? Zowel de pausen als de keizers willen hun privileges ten aanzien van het benoemen van bisschoppen en kloosterabten niet opgeven. Zoals Europa geteisterd wordt door grote beroeringen, zo belandt ook Hildegard in haar persoonlijke leven in een turbulente periode. Wanneer ze bijna drieënveertig is, wordt aan haar wat zij noemt het ‘Levende Licht’ geopenbaard. Zij omschrijft dit als volgt: In het jaar 1141 na de menswording van God, toen ik tweeënveertig jaar en zeven maanden oud was, barstte de hemel open in een vurig licht. Het doorstroomde heel mijn geest en het doorgloeide mijn hart als een vlam die niet echt brandde maar alleen verwarmde, zoals ook de zon iets waarop zij haar stralen richt, verwarmt. En plotseling ontsloot zich voor mij de betekenis van de psalmen, van de evangeliën en van de overige boeken van het Oude en Nieuwe Testament. Dit alles zag en hoorde ik, maar toch kon ik er niet toe komen het op te schrijven. Niet uit onwil, maar uit een twijfel, zó hevig dat Gods gesel mij op het ziekbed wierp. Eindelijk bracht ik daar door grote pijnen neergeslagen, mijn hand tot schrijven. 4

13


Verder krijgt ze de opdracht: ‘Teken op wat gij ziet en hoort! Verkondig het zo luid en schrijf het zo neder!’ Met deze woorden opent ze haar boek Scivias, waarin zij de schepping, het heelal en de mens in relatie tot God en tot geheel de schepping beschrijft vanuit een – wat men tegenwoordig zou noemen – theologisch, antropologisch en kosmologisch perspectief. Na vijf jaar aan het boek te hebben gewerkt, worstelt Hildegard met vragen en onzekerheid. Ze snakt naar een bevestiging van haar zienersgave, en zoekt steun bij de ervaren mensenkenner en abt Bernardus van Clairvaux. Ze vraagt hem: ‘Wat dunkt u van dit alles wat ik geschreven heb? Ik ben een mens die niet via de scholingsweg deze zaken kent. Enkel en alleen mijn innerlijk, mijn ziel is onderwezen. Daarom twijfel ik nu zo.’ 5 Ook aan abt Wibert van Gembloux, met wie zij correspondeert, schrijft ze over haar onzekerheid: ‘Hoe zou het ook kunnen dat ik, armzalig schepsel, mezelf kon kennen? God schept ter ere van zijn naam, zoals Hij dat wil, en niet ten behoeve van de aardse mens. Altijd is er een bevende angst in mij, omdat ik in mijzelf niet de zekerheid van ook maar één vermogen vinden kan; maar ik strek mijn handen uit naar God, zoals een veer zonder enig gewicht de lucht in wordt getild, opdat Hij me zal vasthouden.’ 6 Hildegard wordt voortdurend tussen zekerheid en onzekerheid geslingerd. Aan de ene kant is er de doortastende zekerheid die haar wordt ingegeven door haar intuïtie, door de ervaring dat het Levende Licht 14


haar inzichten verschaft en aanvuurt om vooral datgene wat zij ziet op te schrijven. Hildegard omschrijft het als een verterend vuur dat haar aanraakt. Aan de andere kant is ze onzeker, omdat ze het gevoel heeft niet aan de normen van haar omgeving te voldoen. De kiem voor die onzekerheid is in haar jeugd gelegd. Haar zienersgave plaatst haar al op zeer jonge leeftijd in een uitzonderlijke positie, en ze voelt zich als kind al een buitenbeentje. Nu, als volwassen vrouw, leeft ze met haar geheimen van het Levende Licht. Ze tracht deze verborgen te houden, omdat de buitenwereld haar al ziet als uitzonderlijk. Het is dan ook niet moeilijk voor te stellen dat Hildegard zich als rijpere vrouw nog steeds onzeker voelt over haar mogelijkheden. Aan de ene kant heeft ze de gave en wil ze de opdracht die ze gekregen heeft gewetensvol uitvoeren; aan de andere kant is ze ook bang voor de afwijzing. Een afwijzing die nog onderstreept wordt door haar vijanden binnen de kloostermuren. Het is ongebruikelijk om zo’n belangrijk personage als Hildegard van Bingen te schetsen als een angstige, onzekere vrouw. Meestal wordt de loftrompet over haar gestoken. Zij is immers abdis, schrijfster van talrijke werken en boeken, componiste, bouwmeesteres, arts, natuurkundige en bovenal zieneres. Ze heeft de moed om wereldlijke en geestelijke heersers zoals de paus en de keizer de les te lezen. Zij heeft talenten te over – maar is toch ook een zoekend, twijfelend en vragend mens op weg naar volmaaktheid. 15


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.