Op Toonhoogte Op Toonhoogte
(Luther, in het voorwoord van zijn gezangenbundel)
Liederenbundel
“Met het oog op de jeugd, moeten wij lezen, zingen, preken, schrijven en verzen componeren en telkens wanneer het nuttig en heilzaam is, zou ik alle klokken maar laten luiden, alle orgels laten dreunen en alles geluid laten maken waar geluid in zit.�
Liederenbundel
NUR 709 ISBN 978-90-239-6720-0
9
789023 967200
www.hgjb.nl www.boekencentrum.nl
OTH-omslag-liedbundel-2009.indd 1
4/3/09 11:12:38 AM
OTH-voorwerk-2009.indd 3
Redactie Hans Maat en Diane Palm (eindredactie)
Op Toonhoogte Liederenbundel
HGJB, Bilthoven Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
2/23/09 11:12:02 AM
Muzieknotatie en zetwerk Gerrit Koele, Wezep Vormgeving Oblong, Jet Frenken, Echten (omslag, schutbladen, voor- en nawerk) Roel Ottow, Apeldoorn (icoontjes) Auteursrecht Liederen in deze bundel zijn veelal auteursrechterlijk beschermd. Overnemen, kopiëren, projecteren e.d. van liederen uit deze bundel is daarom niet zonder meer toegestaan. Informatie over auteursrecht en hoe te handelen, is te vinden op de volgende websites: www.bumastemra.nl (over uitzendingen en cd-opnames) www.ccli.nl (over gebruik als koor, in de gemeente of beamer) www.cedar.nl/musicopy (over bladmuziek) De regelingen die daar worden aangeboden gelden niet voor alle liederen. Voor liederen waarvan het auteursrecht bijvoorbeeld bij de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied (ISK) berust, moet er rechtstreeks contact worden opgenomen met die stichting (www.kerklied.net). Bij twijfel kan er contact worden opgenomen met de uitgeverij (www.boekencentrum.nl). Alle rechten voorbehouden. Ook verkrijgbaar Op Toonhoogte, teksteditie, ISBN 978 90 239 1915 5 Op Toonhoogte, muziekeditie, ISBN 978 90 239 1916 2 Gezamenlijke uitgave Op Toonhoogte is een gezamenlijke uitgave van de HGJB en Uitgeverij Boekencentrum. Meer informatie over activiteiten en materialen van de HGJB vind je op www.hgjb.nl. Meer informatie over dit boek en andere uitgaven van uitgeverij Boekencentrum vind je op www.boekencentrum.nl . ISBN 978 90 239 6720 0 NUR 709 © 2009 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toe-stemming van de uitgever.
OTH-voorwerk-2009.indd 4
2/23/09 11:12:02 AM
Verantwoording en aanwijzingen voor gebruik Vroeger en nu In Op Toonhoogte is een brede traditie van liederen opgenomen, zodat geloofsliederen van ‘vroeger’ en ‘nu’ gezongen kunnen worden in het jeugdwerk en in de christelijke gemeente. Thema’s en rubrieken Zingen doe je niet zomaar. Daarom zijn de liederen ondergebracht in rubrieken die aangeven over welk thema ze gaan of in welke situatie ze gezongen kunnen worden. De rubrieken zijn ook te herkennen aan een eigen icoon.
OTH-voorwerk-2009.indd 5
Psalmen en psalmliederen
Loven en prijzen
Advent en kerst
Gemeente en gemeenschap
Kruis en opstanding
Dienen en liefhebben
Werk van de Geest
Getuigen en verkondigen
Ochtend en avond
Toekomst en eeuwig leven
Gebed en zegen
Kinderliederen:
Geloven en belijden
Advent en kerst
Luisteren en gehoorzamen
Kruis en opstanding
Schuld en vergeving
Hemelvaart en pinksteren
Roepen en verlangen
Bijbelverhalen
Toewijding en aanbidding
Algemeen V
2/23/09 11:12:03 AM
Titels en register Binnen de rubrieken zijn de liederen op alfabetische volgorde geplaatst. De liederen in de rubrieken ‘Psalmen en psalmliederen’ en ‘Bijbelverhalen’ (kinderen), zijn op volgorde van de bijbelboeken opgenomen. Als titel is de eerste regel van het lied aangehouden. Wanneer een lied onder een andere titel dan de eerste regel bekend staat, is deze ook onder die titel opgenomen in het alfabetische register achter in de bundel. Tekst en muziek Op Toonhoogte is in drie edities verschenen: een teksteditie, een eenstemmige editie en een muziekeditie. De muziekeditie bevat een eenstemmige melodielijn met (gitaar)akkoorden. Bij het zetten van zowel de tekst als de muziek is de oorspronkelijke versie vooral bepalend geweest voor de schrijfwijze en de muzieknotatie.
VI
OTH-voorwerk-2009.indd 6
2/23/09 11:12:04 AM
1 Psalm 19 # & C ú & & & & & & & & & & &
Ï
ú
Ï
Nieuwe berijming (1968) © ISK (LvdK)
ú
#
1. De
#
het
#
Hem,
die
#
ú
De
dag
spreekt
Ï
ú
#
van
wat
zijn
hand
#
de
ú
nacht
#
Er
is
#
toch
#
een
wijd ver - brei - de
ú
ma
#
Geen
stem
van
hen
#
maar
ú
Ï
Ï
Ï
ú
ú
Ï
ú
Ï
ú
Ï
ú
geen
Ï
ú
gaat
Ï
Ï
ú
o - ver - al
-
geen
zij
ú
ú
ú
ú
î
ú
î
Ï
î
de
dag
ver -
mag,
ú
de
nacht.
geen
woord,
ú
ú
Ï
Ï
eer
ú
taal,
ú
Ï
Ï
geeft
ú
het
al - om
Ï
î
vol - bracht.
ú
Ï
ú
Heer,
ú
tot
meldt
wordt
ú
ú
Ï
Ï
Ï
Ï
î
de
ú
't heel - al
Ï
ú
het
roemt
Ï
fir - ma - ment
ú
ú
he - mel
Ï
ú
Ï
Ï
ú
î
ú
î
ge - hoord
ú
-
ú
aú
ver
ú
o - pen - ba
ú
re.
î
ú
î
luidt -
î
ú
uit, -
î
w
ren.
1
& & & & & & & & & & & &
# C #
Ï
ú
4. Des
HE
Ï
ú
ú
Ï
ú
vrees
- REN
is
ú
ik
ze - ker
zijn
ú
ú
#
zo
#
van
#
Al
#
be
#
is
ú
in
Ï
zijn
wet
#
Die
wet
is 't
hoog - ste
#
meer
#
dan
#
be
#
blijft
zal
Ï
ú
Ï
wat -
ú
Ï
ú
Ï
ú
ú
en
ge
Ï
Ï
Ï
Ï
Ï
't e - delst -
Ï
Ï
ú
Ï
Ï
Ï
ons
Ï
woord van
ú
ver
ú
ú
ú
Ï
van
ú
geer - lij - ker dit
ú
Ï
de
ú
î
-
wis,
-
ú
vat.
ú
î
ú
î
zoet
ú
ú
ho
-
dan
aú
Ï
Ï
î
goed,
ú
on - ze
î
en
ú
laatst
ú
is,
ú
î
ning;
ú
goud,
be
ú
Ko
houd: -
î î
ú
-
î î
schat.
waar - ach - tig
sten - dig
Ï
ú
het
ú
kos - te - lijk
ú
ú
Ï
Ï
ú
ú
Ï
ú
d' al - ler - groot - ste
ú
ú
rein,
Ï
ú
î
ú
w
ning.
5. Zo helpt Gij, God, uw knecht, en houdt zijn paden recht in 't spoor door U gewild. Wie uw geboden acht, wie trouw uw wet betracht beloont Gij ruim en mild. Maar zonder U, o Heer, verdwaal ik altijd weer op zelfgekozen wegen. O, reinig metterdaad mij van 't verborgen kwaad, en leid mij met uw zegen! 6. Als Gij uw knecht behoedt, o HEER, zal overmoed niet heersen over mij. Legt Gij mijn drift in toom, dan leef ik recht en vroom, van grote zonden vrij. Breng voor uw aangezicht mijn wens en woord in 't licht door al mijn levensdagen. Verlosser, zie mij aan, mijn Steenrots, doe mij staan in uw groot welbehagen.
2 Psalm 25 # & C & & & & & & &
ú
Ï
Ï
Ï
2. HE
- RE,
#
door
uw
#
leer
#
en
#
leid
#
laat
#
want
Gij
ú
zijt
Ï
mijn heil,
'k blijf
U
al
de
ú
ú
ú
ú
ú
ú
ú
Ï
maak
Ï
mij
Ï
u - we
mij, hoe
ú
Ï
ú
waar - heen G' uw tre
Ï
ú
mij
Ï
ú
Ï
in
mij trouw
ú
Ï
uw
Ï
uw
Ï
Ï
Ï
-
dag
Ï
î
ú
ú
î
Ï
ú
î
den wendt; leer,
Ï
o
î
ú
ú
be - trach - ten,
Ï
î
ú
Ï
Ï
Ï
ú
ú
rech - te wet
we - gen
ge - le - gen
die zijn
Ï
î
ú
be - kend;
Ï
ú
Ï
ú
ú
Woord en Geest
Ï
ú
Ï
ú
#
ú
Nieuwe berijming (1968) © ISK (LvdK)
ú
ú
Heer,
w
ver - wach - ten.
3. Denk aan 't vaderlijk meedogen, HEER, waarop ik biddend pleit: milde handen, vriend'lijk' ogen zijn bij U van eeuwigheid. Denk toch aan de zonde niet van mijn onbedachte jaren! HEER, die al mijn ontrouw ziet, wil mij in uw goedheid sparen.
î
5. Louter goedheid zijn Gods wegen en zijn paden zijn vertrouwd voor wie, tot zijn heil genegen, zijn geboden onderhoudt. Wil mij, uwe naam ter eer, al wat ik misdeed vergeven. Ik heb tegen U, o HEER, zwaar en menigmaal misdreven. 6. Wie heeft lust de HEER te vrezen, 't allerhoogst en eeuwig goed? God zal zelf zijn leidsman wezen, leren hoe hij wand'len moet. Wie het heil van Hem verwacht zal het ongestoord verwerven, en zijn zalig nageslacht zal 't gezegend aardrijk erven. 7. Gods verborgen omgang vinden zielen waar zijn vrees in woont; 't heilgeheim wordt aan zijn vrinden naar zijn vreĂŞverbond getoond. d' Ogen houdt mijn stil gemoed opwaarts, om op God te letten: Hij, die trouw is, zal mijn voet voeren uit der bozen netten.
3 Psalm 27 # & C & & & & & & &
#
ú ú
ú
Ï
Ï
Oude berijming (1773)
Ï
Ï
Ï
Ï
Ï
Ï #Ï
#Ï
ú
1. God is mijn licht, mijn heil, wien zou ik
ú
ú
ú
ú
ú
ú
ú
Ï
Ï
ú
Ï
Ï
Ï
Ï
Ï
Ï
ú
ú
vre-zen?
ú
ú
#
Hij is
#
mijn le- vens- kracht: 'k heb niet ver-vaard te
#
Hij is 't
#
Wan-neer de macht der bo - zen sloeg aan 't woên,
#
en aan-rukt', om zich met mijn vlees
#
stiet zelf dit
ú
Ï
î
de HEER, die hulp ver-schaft in nood,
ú
Ï
ú
die mij be - vei - ligt voor
Ï
ú
Ï
Ï
ú
Ï
Ï
ú
ú
de voet
î
ú
Ï
Ï
Ï
Ï
Ï
Ï
Ï
Ï
Ï
Ï
ú
Ï
ú
we-zen;
ú
Ï
Ï
ú
de dood.
#ú
ú
î î
Ï
Ï
#Ï
ú
î
Ï
ú
ú
ú
î
te voên,
rot, dat mij be - nauwt en
Ï
ú î
Ï
ú
en viel; om - dat het God
haat,
ú
w
ver - laat.
3. Och, mocht ik in die heilige gebouwen, de vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog, zijn lieflijkheid en schone dienst aanschouwen hier weidt mijn ziel met een verwond'rend oog. Want God zal mij, opdat Hij mij beschutt', in ramp en nood versteken in zijn hut, mij bergen in 't verborgen van zijn tent, en op een rots verhogen uit d' ellend'.
5. Mijn hart zegt mij, o HEER, van uwentwegen: 'Zoek door gebeĂŞn met ernst mijn aangezicht!' Dat wil, dat zal ik doen; ik zoek de zegen alleen bij U, o bron van troost en licht! Verberg toch niet uw oog van mij, o HEER, ik ben uw knecht, zie niet in toorne neer; gij waart mijn hulp in al mijn zielsverdriet, o God mijns heils, begeef, verlaat mij niet. 7. Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou, mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven? Ik was vergaan in al mijn smart en rouw. Wacht op de HEER, godvruchte schaar, houd moed! Hij is getrouw, de bron van alle goed; zo daalt zijn kracht op u in zwakheid neer; wacht dan, ja wacht, verlaat u op de HEER.