Opstaan

Page 1

OECUMENISCH MAANDBLAD

82ste jaargang nummer 3 Maart 2016 h 3,65

Opstaan Pasen 2016


In dit nummer…

De lijdensweg van Jezus naar het kruis – een weg van vallen, overeind komen, weer vallen, gesteund worden, verder gaan. Van doodgaan en met Pasen opstaan. Veel mensen herkennen het vallen en opstaan in hun eigen leven. In dit paasnummer maken we ook die beweging mee van gaan, vallen en opstaan.

Gaan Zonder innerlijke noodzaak kom je niet ver. > pagina 4 Val-les Leren vallen > pagina 6 Wij Staan Op! Manifest: gelijke kansen voor iedereen > pagina 8 Al dat vallen ‘Hoe diep ik ook kan vallen, nooit uit Gods hand.’ > pagina 10 Steunen ‘Wie vangt me nog als ik val?’ > pagina 12 Dood ‘Alle leven was uit me weggezogen.’

Vallen en ops

> pagina 14 Opstaan

Op weg gaan, vallen,

‘Wil ik dat wel? Mij haasten om hem

opstaan, nog eens val-

te zien?’ > pagina 16

len, overeind geholpen

Nieuw leven

worden, weer opstaan…

‘Het voelde als een wederopstanding.’

Die beweging maken we

> pagina 18

ook in dit paasnummer; de weg volgend die

Kijk op www.open-deur.nl voor een liturgie bij dit paasnummer Afbeelding op het omslag: ‘Lazarus rent opgewekt naar huis’, kleurpotlood en inkt op papier, 2000, Carel Bruens (www.carelbruens.nl). Het verhaal van Lazarus, die wordt opgewekt uit de dood, is te vinden in hoofdstuk 11 van het evangelie van Johannes.

Jezus aflegde, een weg die uitliep op een kruisweg.

Het is een beweging die iedereen kent: gaan, vallen en opstaan – dat hoort bij een mensenleven. Bijna dagelijks. Maar soms kun je niet verder, ben je bang om te vallen, lukt het niet om een voet te verzetten, laat staan om op te staan. Kruisweg

De weg die Jezus ging, zeker in zijn laatste uren, was moeilijk. In de verschillende beelden van zijn kruisweg, zien we hoe hij valt, opstaat, weer valt; hoe hij lijdt, hoe hij bespot wordt maar ook gesteund, en zelf aandacht heeft voor de mensen om hem heen. In sommige kerken wordt in de dagen voor Pasen, meestal op Goede Vrijdag – de dag


staan waarop herdacht wordt dat Jezus stierf aan het kruis – de ‘kruisweg’ gelopen. Je volgt Jezus, die onderweg is naar zijn kruisiging, en die weg voert langs een aantal ‘staties’, beelden of schilderijen die steeds een gebeurtenis laten zien: hoe Jezus zijn moeder ontmoet, meerdere keren valt, hoe ene Simon van Cyrene gedwongen wordt om hem te helpen zijn kruis te dragen, hoe hij gekruisigd wordt en sterft. Op een iets andere manier biedt ‘The Passion’ de laatste jaren ook de mogelijkheid om die weg mee te lopen en zelfs het kruis mee te dragen. Veel mensen herkennen in die gang van Jezus het ‘vallen’, het lijden, en weer proberen op te staan in hun eigen leven en dat van anderen om hen heen.

Opnieuw beginnen

Gaan vraagt om innerlijke noodzaak, om overtuiging, om geraakt worden. Soms lukt het niet om in beweging te komen en ben je lam geslagen. Soms ligt alle moed en vermogen om te gaan, begraven onder angst, leegte of intense somberte. Vallen moet je durven, moet je oefenen. Het vraagt om het vertrouwen dat je opgevangen wordt. Opstaan lukt soms niet alleen. Is er iemand die je overeind helpt? Opstaan is opnieuw beginnen – met een nieuw hart, nieuwe zin, nieuwe kansen, nieuw vertrouwen, met iets om voor te gaan. Opgestaan

Het verhaal van Jezus gaat verder na zijn dood aan het kruis. Hij is opgestaan. God heeft hem door de dood heen gehaald. Ongehoord, ongezien, een mysterie. De dood heeft niet het laatste woord. Y

Open Deur | maart 2016

3


Gaan Door de woestijn

Zonder innerlijke noodzaak kom je niet ver.

‘Ik ben indertijd gescheiden van mijn ex-man, nadat hij 10 jaar psychiatrisch patiënt was

Beate Rose

geweest. Ik heb toen veel steun gehad aan het

is predikant, geestelijk verzorger in Woon- en zorgcentrum het Maanderzand in Ede en redactielid van Open Deur.

bevrijdingsverhaal van het volk Israël uit Egypte. ‘Ik ben de Heere Uw God, die U uit het diensthuis geleid heeft’. De God van Israël is een bevrijdende God. Je hoeft niet in een beknellende situatie te blijven zitten. Het voelde als een bevrijding. Maar ja, daarna stond ik er wel alleen voor met drie opgroeiende jongens. Dat voelde vaak als de tocht door de woestijn. Als ik soms de moed verloor, dan dacht ik: Dit is Amalek*. En dan ging het wel weer. En ik heb veel hulp gehad van vrienden en bekenden. Ik heb lang gedacht, dat ik de situatie in mijn gezin kon verbeteren of verdragen. Opofferingsgezind als ik was toentertijd. Maar daar ging ik bijna zelf aan onderdoor. Op sommige momenten

In elk groepsgesprek komt een moment dat iemand de knoop doorhakt. Als alles besproken is, of juist: als praten niet meer helpt, als het gesprek in kringetjes vastloopt. Aan elk opstaan gaat zo’n beslissing vooraf. Ook als je alleen bent, hakt iets in je de knoop door. Als het goed is. Want net als alle vermogens van een mens kan ook het vermogen om te gaan worden aangetast. Mensen die een depressie hebben ervaren, vertellen soms hoe elke impuls om iets te gaan doen ontbrak. Zelf raakte ik ooit in een relatie verstrikt die me ongelukkig maakte. Dat besefte ik wel, maar het kwam niet in me op me eruit los te maken. Ik klampte me vast en probeerde uit alle macht die ander te verbeteren. Juist in een moeilijke situatie wordt het moeilijker om te gaan. Ellende verlamt.

kreeg ik te horen dat ik voor de gemakkelijkste weg koos, maar dat was het niet. Het was moeilijk om

Weg!

te gaan, maar het was wel de weg ten leven.’

In de Bijbel lezen we steeds weer verhalen van mensen die ergens vastzitten en moeten gaan. Wegkomen uit waar het onleefbaar is, gaan naar waar ze kunnen en willen blijven. Het joodse volk viert met Pasen het vertrek van het volk uit het slavenbestaan in Egypte. Ze moesten ingaan tegen de kleefkracht van hun rotsituatie. Bij de eerste tegenslag, in de woestijn die ze moeten doorkruisen, klonken er al stemmen: we willen terug. In de Bijbel is het vaak de stem van God die de knoop doorhakt. Daar wordt het gaan niet gemakkelijker van. Blinde gehoorzaamheid helpt je de woestijn niet door. Alleen wie zelf overtuigd is dat het goed is om te gaan, heeft kracht genoeg om tegenslagen te overwinnen. Zonder innerlijke noodzaak kom je niet ver.

*Het volk van Amalek was de aartsvijand van het volk Israël, al in de periode dat dat volk door de woestijn trok.

Toen de tijd naderde dat Jezus van de aarde zou worden weggenomen, ging hij vastberaden op weg naar Jeruzalem. (…) Terwijl ze hun weg vervolgden, zei iemand tegen hem: ‘Ik zal u volgen waarheen u ook gaat.’ Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.’ Tegen een ander zei hij: ‘volg mij!’ Maar deze zei: ‘Heer, sta

Doel

me toe eerst terug te gaan om mijn vader te begra-

In het verhaal over Jezus’ leven en lijden valt op hoe vastberaden hij gaat. Juist als hij op weg is naar zijn einde. Er staat zelfs dat hij zich haast naar Jeruzalem, de plaats waar hij zal sterven. Geen getreuzel en omwegen, maar recht op zijn doel af. Wij kennen dat wel, van dingen waar je tegen opziet. ‘Dan maar meteen, het moet toch, het kan maar beter achter de rug zijn.’ Bij Jezus is er meer. Hij gaat vanuit een innerlijke noodzaak. Zijn lijden overkomt hem niet, het is zijn levensdoel om zijn leven te geven. Hij is geen slachtoffer, maar geeft zichzelf uit handen. Zijn leven wordt hem niet afgenomen, maar hij geeft het zelf, voor velen. Je eigen ellende verlamt, die van anderen brengt je in beweging. Als je je raken laat. Y

ven.’ Jezus zei tegen hem: ‘Laat de doden hun doden begraven, maar ga jij op weg om het koninkrijk van God te verkondigen.’ Lucas 9:51 en 57-60.

4

www.open-deur.nl


Iemand die nergens voor gaat, zal nooit opstaan.

Open Deur | maart 2016

5


Wie helpt me op God als een mysterie – wie vangt me dan nog als ik val?

Maria huilt Maria huilt, Maria huilt, mijn God, laat al mijn tranen branden. Maria huilt, Maria huilt, mijn God, bestaat u wel? Of zijn mijn tranen zinloos. Oog om oog, oog in oog, Troost, omarm en help omhoog, Help omhoog uit de hel... Bestaat u wel, bestaat u wel, Omarm me dan, mijn God! Of zijn mijn tranen zinloos. Jan Rot Oorspronkelijk: ‘Erbarme dich’. Uit: Hertaling van de Matteüspassion, 2006.

Lied van alle dagen Nooit hoorden wij andere stemmen dan de onze. Nooit waren er handen die doen wat handen niet kunnen, nooit andere goddelozer mensen dan wij. Maar er was daglicht, alle dagen, wat ook gebeurde, alsof wij liepen over een onzichtbaar weefsel boven de afgrond gespannen, dat niet scheurde. Nooit werd iemand weggetild uit de tijd. Maar soms even wordt lijden opgeschort of dragen mensen het samen. Zo zouden wij moeten leven. Huub Oosterhuis Uit: Verzameld liedboek, Kok, Kampen, 2004.

12

www.open-deur.nl

Liesbeth Gijsbers is taalkundige, trainer op het gebied van communicatie en persoonlijke ontwikkeling, en begeleidt mensen die iemand hebben verloren aan de zelfgezochte dood (zie www.liesbeth gijsbers.nl).

Toen ik nog maar een klein meisje was, verlieten mijn ouders de kerk en daarmee hun geloof in de God met wie zij waren grootgebracht. Niet dat ze met hun vertrek álle geloof over boord gooiden, maar het ‘waarin’ bleef vanaf dat moment toch tamelijk vaag en abstract. Althans voor mij, als kind. God verloor zijn concrete aanwezigheid. Niet langer sprak ik bijvoorbeeld op mijn beide knietjes voor mijn bed dat rustgevende houd-alsjeblieft-de-wachtvannachtgebedje voor hem uit. Hij was opeens meer een Iets dan een Iemand geworden, meer een mysterie dan een antwoord. Zo groeide ik op, in het besef van iets onmetelijk groots om mij heen, dat mijn ontzag wekte en me bescheiden maakte, maar waarmee ik tegelijkertijd niet zomaar een relatie aan kon gaan, en al zeker geen persoonlijke. Van een straffende God had ik gelukkig niets te vrezen, maar in het mysterie loste ook zijn troostende werking en aanwezigheid voor mij op. Tot wie moet ik me wenden als het bestaan me te machtig wordt? Tot wie, wanneer de zin van mijn leven me dreigt te ontgaan? Tot wie, wanneer ik bang ben te bezwijken onder een of ander verdrietig menselijk lot? Wie helpt me dan opstaan? Wie vangt me als ik val? Helper langs de weg

Op de allerdonkerste stukjes van mijn levensweg was er steeds iemand die me de hand reikte. Iemand die zag en deed wat nodig was. Een bemoedigend woord of gebaar. Iemand die een eindje met me opliep. Waar ik mijzelf liet zien en kennen in mijn nood, stond altijd wel ergens een helper langs de weg. Steeds in die volgorde, dat wel, leerde ik gaandeweg: eerst is er de vraag, dan het antwoord. Een helper kan pas een helper zijn als ik hem toesta dat te zijn. Zoals een dokter pas dokter kan zijn als zich een patiënt bij hem meldt. Het beginpunt voor hulp ligt in mijn bereidheid die toe te laten. Waar ik mezelf durf te laten vallen, staat tot mijn verwondering steeds een vangnet klaar, al ziet het er meestal heel anders uit dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Maar ik mag daar zo langzamerhand gerust op vertrouwen. In dit wonderlijke samenspel van vraag en antwoord ervaar ik met de jaren steeds meer grond, troost en steun. Ogenschijnlijk heel anders, maar misschien toch wel vergelijkbaar met wat ik eerder vond bij de God uit mijn kinderjaren. Een grappige gedachte vind ik dat: hoe de God van mijn ouders eerst moest oplossen in een hoogst onpersoonlijk, onkenbaar mysterie, om zich daarna weer aan mij te tonen, in de vorm van troost of hulp die uitgaat van concrete mensen die elkaar zien en gaande houden. Persoonlijker had hij niet kunnen worden. Y


pstaan?

Open Deur | maart 2016

13


Nieuw leven Arjan 2.0: ‘Het voelde als een wederopstanding.’ Victor Bulthuis is priester van het aartsdom Utrecht

In onze familie werden wij het Duo Hard & Keihard genoemd, mijn neef en vriend Arjan en ik. We waren onafscheidelijk. De bijnaam Keihard kwam aan hem toe. Dat predicaat zou een belofte blijken. Binnen acht maanden tijd kreeg hij een harttransplantatie en een operatie aan zijn aorta. Arjan van Sermondt (41) heeft het syndroom van Marfan, een aangeboren afwijking van het bindweefsel. De symptomen verschillen per persoon. Verwijding van de aorta, slechte ogen en vergroeiing van het skelet (lange, dunne ledematen) komen het meest voor. Arjan heeft ze alle drie. Als puber onderging hij een ingrijpende operatie aan zijn aorta en aortaklep, die zijn conditie een flinke oppepper gaf. Op latere leeftijd volgde een zware hartoperatie en kreeg hij een interne defibrillator. Nieuw hart

Toch raakte zijn hart steeds verder versleten. ‘In 2010 was ik bij mijn cardioloog in Gent. Het ging slechter dan ik wilde toegeven. Ik moest heel langzaam opstaan uit bed. Als ik mijn kussen verschikte of een boterham smeerde, was ik al kapot.’ Tot zijn verrassing kwam Arjan als Marfan-patiënt in aanmerking voor een harttransplantatie. In Nederland zou dat ondenkbaar zijn. Te veel risico’s, zeggen specialisten. ‘Terwijl het elders in de wereld vrijwel overal wél kan.’ Hij kwam op een internationale wachtlijst. Een spannende tijd brak aan: zou er tijdig een donorhart beschikbaar komen? Een jaar en een week later was het zover. Twee weken na de tien uur durende operatie kon hij al meer dan voor de operatie. ‘Het was een openbaring, het voelde echt als een wederopstanding. Elke week werd ik mobieler. Eenmaal thuis ging opstaan in een vloeiende beweging. Ik voelde me onoverwinnelijk.’

18

www.open-deur.nl

Na zes weken kreeg Arjan hevige pijn in zijn buik en rug. Zijn buikaorta bleek ingescheurd, wat vaker voorkomt na zo’n ingrijpende operatie. ‘Na de transplantatie voelde ik me als een rivier die in een oceaan van tijd uitmondt. Ik had weer een heel leven voor me. Nu kon ik daar toch weer niet bij.’ Er volgde een nieuwe operatie, nog ingrijpender dan de eerste. ‘De risico’s waren groot: orgaanfalen, incontinentie of niet meer kunnen lopen. Toch had ik er alle vertrouwen in.’ Na de operatie had hij een half jaar nodig om te herstellen. Uiteindelijk was er opnieuw de oceaan van tijd. ‘Ik kreeg een T-shirt met de opdruk Arjan 2.0. Mijn lijf is nu een nieuwe versie van mezelf. Wel vraag ik me af waarom ik dit mag meemaken. Mijn vrienden Guust en Caspar, ook Marfan-patiënten, hebben het niet gehaald. Ik ben een lucky bastard. Het belang van donorregistratie kan ik niet genoeg benadrukken. Dat mag je echt niet aan anderen overlaten.’ De harttransplantatie betekende het verschil tussen leven en dood. Arjan voelt zich verplicht iets met zijn leven te doen. ‘Ik vind het belangrijk dat er goede en onafhankelijke informatie komt over het Marfan-syndroom. Ik onderzoek of er behoefte is aan een eigen patiëntenvereniging in Vlaanderen. Lotgenotencontact vind ik van grote waarde. Niet iedereen heeft daar behoefte aan, maar er is zeker draagvlak voor een eigen vereniging.’ Na zijn harttransplantatie had Arjan het gevoel te gaan ‘vanuit het donker naar een groot wit licht.’ De scheur in zijn aorta leek hem terug in het donker te werpen, maar kon zijn wederopstanding niet verhinderen. Voor mij, zijn neef, is hij Keihard 2.0. Y


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.