Ruimte voor regels-herdruk:Ruimte voor regels
24-03-2009
11:46
Pagina 1
RUIMTE DOOR REGELS
sarina brons-van der wekken is psychologe en moeder van drie kinderen. Ze schreef eerder Kijk eens naar jezelf (Heerenveen 1995). Regelmatig geeft ze lezingen op het gebied van opvoeding, en ook schrijft ze columns op dit terrein.
sarina bronsvan der wekken
In Ruimte door regels maakt Sarina Brons duidelijk hoe belangrijk, veilig en waardevol het stellen van grenzen voor je kind is. Alle belangrijke elementen komen daarbij aan de orde, zoals noodzaak, doel en uitwerking van grenzen, en de moeite om grenzen te stellen. Ook de verhouding tussen grenzen, liefde en eigen verantwoordelijkheid krijgt aandacht. Ze geeft steeds duidelijke uitleg, adviezen en tips aan de hand van sprekende voorbeelden uit de praktijk. Door middel van prikkelende vragen wil de auteur ouders laten nadenken over hun eigen keuzes en oplossingen. De auteur bemoedigt ouders met haar visie dat het stellen van grenzen een kind helpt op een goede manier groot te worden.
sarina brons-van der wekken
RUIMTE DOOR REGELS Grenzen stellen in de opvoeding
nur 854 isbn: 978 90 239 2269 8
www.uitgeverijboekencentrum.nl
9 789023 922698
B oe k e n c e n t r u m
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 3
Sarina Brons-van der Wekken
Ruimte door regels Grenzen stellen in de opvoeding
TWEEDE DRUK
UITGEVERIJ BOEKENCENTRUM • ZOETERMEER
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 4
Voor mijn moeder
Tweede druk 2009 www.boekencentrum.nl Ontwerp omslag: Wil Immink Foto auteur: RD, Anton Dommerholt ISBN 978 90 239 2269 8 NUR 854 Š 2008 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 7
Vooraf ‘Geloof me, in de praktijk komt er niets van terecht!’ Het is duidelijk dat de oudere dame die tegenover me zit, het weet. Ze heeft zelf dan wel geen kinderen, maar in de loop van haar leven heeft ze het al zo vaak gezien: kinderen doen niet wat ouders zeggen. Ik zit in de wachtkamer bij de dierenarts om ons jonge hondje te laten inenten. Terwijl mijn zoon de pup knuffelt en met hem speelt, ontstaat er een gesprek. Ja, een jong hondje opvoeden is een hele klus. Maar het scheelt natuurlijk wel als iedereen thuis een aandeel in het werk heeft. De hond is van ons samen, daarom zullen de kinderen hem ’s avonds om beurten uitlaten, vertel ik. Het idee van meehelpende kinderen kan ik beter laten schieten, zegt ze. ‘Eerst zullen ze de hond nog wel uitlaten, maar na verloop van tijd weigeren ze en dan sta je er helemaal alleen voor.’ Ze gelooft duidelijk niet dat het zal lukken om in de opvoeding grenzen te stellen en daaraan vast te houden. Dit speelde zich een jaar of vijf geleden af. Het woord ‘gehoorzamen’ was toen bijna een vies woord in onze maatschappij. Streng zijn naar je kinderen? Dat kon je niet maken. Kinderen moesten alle ruimte krijgen om zich te ontplooien en daar pasten grenzen niet bij. Het tij is gekeerd. Een opvoedkundig blad kopt: ‘Durf streng te zijn.’ De lezer krijgt allerlei tips om kinderen te laten gehoorzamen. Kennelijk wordt Nederland zich ervan bewust dat kinderen helemaal niet gebaat zijn bij al te veel vrijheid. De roep klinkt breder dat ouders weer grenzen moeten stellen. Want kinderen die grenzen tegenkomen, weten waar ze aan toe zijn. Zo leren ze welke normen en waarden belangrijk zijn in het leven. Aan zo’n opvoeding heeft onze samenleving behoefte. Grenzen stellen en dingen ge- of verbieden is niet gemakkelijk. Kinderen weigeren, protesteren of vergeten ‘per ongeluk’ wat je hebt gezegd. Dat is lastig. Ik kan je vertellen dat de hond echt niet altijd zonder commentaar werd uitgelaten. De kinderen probeerden er onderuit te komen. ‘Bij anderen zijn ze lang niet zo streng!’
7
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 8
‘Ik ben nu te moe.’ ‘Ik wil het gewoon niet.’ En nog veel meer. Ik weet dat het soms echt moeilijk is om te blijven vasthouden aan grenzen of regels. Je twijfelt: ben ik nu niet te streng? Vraag ik niet te veel? Moet een kind niet gewoon kind kunnen zijn en onbezorgd kunnen spelen zonder belemmeringen? Maak ik zijn speelruimte niet te klein? Ook ik worstel met het stellen van grenzen in het opvoeden. Wat is het juiste midden tussen al te vrij en al te streng? Eén ding is zeker: onze kinderen hebben onze bescherming nodig omdat ze zo kwetsbaar en ontvankelijk zijn. Ze zijn afhankelijk van onze zorg en liefde. Ze kunnen gedijen in een omgeving waarin ze steun en aanmoediging ontvangen. Kleine kinderen zijn innemend en ze bezorgen ons intens veel vreugde. Zouden we dan geen ruimte creëren waarin ze veilig op kunnen groeien?
8
Grenzen stellen is een belangrijk thema in de opvoeding. Tijdens het schrijven van dit boek ben ik er alleen maar meer van overtuigd dat kinderen gebaat zijn bij ouders die leiding geven. Ouders mogen en moeten het voor het zeggen hebben. Kinderen zijn geen vriendjes; wij staan boven hen. Kinderen moeten leren dat zij gewoon moeten luisteren. Dan veronderstel ik uiteraard dat ouders met die grenzen het welzijn van hun kind voor ogen hebben. De ondertoon van liefde behoort de basis te zijn van de hele opvoeding. Tijdens het schrijven werd ik me er toenemend van bewust dat er veel thema’s een rol spelen bij het stellen van grenzen. Bijvoorbeeld het bouwen aan een sterke band tussen ouders en kinderen, de onderlinge communicatie, het belang van vriendschappen, het ontwikkelen van een goed zelfbeeld, de ontwikkeling van het spel, de problematiek van eenoudergezinnen. Omdat ik me moest beperken, heb ik deze onderwerpen niet breder besproken. Dat geldt ook voor specifieke problematiek in een gezin, zoals psychische problematiek of rouw. Dit boek is bedoeld voor ouders in alledaagse situaties. Het gaat over gewone gezinnen met gewone kinderen. Waarin net als bij iedereen conflicten voorkomen rond regels. Ik richt me tot ouders van opgroeiende kinderen. Grenzen stellen begint al jong in het leven van een kind en gaat door tot en met de tienerjaren. Ik
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 9
gebruik relatief veel voorbeelden van de eerste tien jaren omdat in die eerste jaren een basis gelegd wordt. Na die jaren zijn grenzen nadrukkelijk nog nodig. De genoemde voorbeelden in het boek zijn allemaal op de werkelijkheid gebaseerd. Uiteraard zijn de gegevens veranderd om herkenning te voorkomen. Ik geloof niet in een ideale opvoeding. Ik hoef alleen maar naar mezelf te kijken om te zien dat er dingen misgaan. Ik hoop dat je tijdens het lezen bemoedigd wordt om grenzen te stellen. Er zullen dingen zijn die goed gaan. Fijn is dat! Er zullen dingen zijn die je kunt verbeteren. Dat is bij iedereen zo! Misschien kom je tot de conclusie dat je heel veel wilt verbeteren. Daarin moet je nuchter zijn: begin niet met alle dingen tegelijk. Bedenk hoe jij één probleem het beste kunt aanpakken bij het kind bij wie dit speelt. Kinderen zijn vaak behoorlijk verschillend en hebben dan een verschillende aanpak nodig. Als het jou helpt om dingen op te schrijven, doe dat dan vooral. Je maakt dan helder voor jezelf welke verandering jij wilt zien en hoe je dat wilt bereiken. Na een paar weken evalueer je. Misschien ging het beter, misschien niet. Door niet alles tegelijk te willen veranderen, maak je het voor jezelf behapbaar. Het is fijn als je met je man of vrouw kunt overleggen. Misschien kun je met een vriend of vriendin bespreken waar tegen jij aanloopt in je gezin. Twee weten meer dan één. De ander kan je steunen, want zelf heb je bemoedigingen nodig! Want ongetwijfeld word je af en toe teleurgesteld in jezelf en in je kind. Ik heb veel geschreven over opvoeding. Over hoe het zou moeten. En niet zou moeten. Hoe het er bij mij thuis aan toegaat, is een ander verhaal. Ik heb gaandeweg het schrijven tijd gehad om te bedenken wat ideaal is. Zelfs in de afrondende fase krabbel ik nog allerlei dingen op die ik nog extra wil benadrukken. Bijvoorbeeld deze: zeg genoeg ‘ja’ tegen je kind in plaats van wat er allemaal niet mag. Dan gaan de neuzen de goede kant op. Dan wordt je kind een maatje in plaats van een tegenstander. Goede opvoeders zijn echt bijzonder. Ze denken aan alles tegelijk in die ene seconde waarin hun reactie nodig is. Goede opvoeders zijn duizendpoten. Als ik mag kiezen, dan ben ik liever een auteur.
9
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 10
Die kan gaandeweg de maanden kladjes verzamelen met aanvullende tips. Op het gevaar af dat de lezer onmiddellijk het hoofd laat hangen van zo’n totaalpakket. In een ingewikkelde en hectische situatie vergeet bijna iedere opvoeder die geweldige adviezen volstrekt. Ik ook. Opvoeding is niet maakbaar. Het is niet zoiets als een stappenplan dat je met succes kunt doorlopen. Wat wel helpt is iets heel basaals: bezinning. Daarvoor hoop ik voldoende stof in dit boek te geven. Ik begin bij het begin: waar wil je naartoe in het opvoeden, wat wil je je kinderen bijbrengen? Hoe bereik je dat doel zo goed mogelijk? Grenzen zijn daarvoor een hulpmiddel. Ik hoop dat dit boek je helpt om stevig in je schoenen te staan. Zodat je een opvoeder bent die duidelijk grenzen aangeeft, die ruimte laat voor het kind en die door alles heen laat merken dat er een liefdesband is. Ik wil degenen bedanken die een bijdrage aan dit boek geleverd hebben. In de eerste plaats mijn kinderen die mij van nabij laten ervaren welke rijke vreugde het ouderschap met zich meebrengt. Tegelijkertijd duwen zij me de neus op de werkelijkheid dat opvoeden niet eenvoudig is. Daarnaast bedank ik de meelezers die commentaar leverden. Ik heb veel geleerd van de ouders die reageerden op mijn lezingen en die lieten zien waar vragen liggen en waar ik uitgebreider moest zijn. Ten slotte bedank ik de ouders die mij lieten delen in hun opvoedingspraktijk en mij lieten zien waar zij tegen aanliepen en welke oplossingen bij hen bruikbaar waren. Sarina Brons, juli 2008
10
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 11
Inhoudsopgave 1. Het doel van grenzen stellen 13 2. Grenzen bieden bescherming 29 3. Waarom grenzen stellen soms moeilijk is 41 4. Onvoorwaardelijke liefde en grenzen 55 5. Welke grenzen moet een kind leren? 70 6. Een kind kan nog niet alles 89 7. Je kind leren omgaan met boosheid 109 8. Voordat je zwaait met straf 123 9. De ruimte waardevol maken 133 10. Terugroepen binnen de grenzen 145 11. Verantwoordelijkheid leren dragen 158 12. Waarden blijven, grenzen kunnen veranderen 168 Gebruikte literatuur 181 Register 183
11
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 13
1. Het doel van grenzen stellen
Einddoel Het gebeurde steeds weer. Vooral bij vrouwen die al oma waren. Ze konden het niet laten om boven de wieg van onze pasgeboren dochter op te merken: ‘Geniet er maar van dat ze nog zo lekker klein en afhankelijk is. Voor je het weet is ze groot.’ Ik liet ze maar praten en nam het allemaal met een korreltje zout. Ik dacht: weten ze wel hoe lang het duurt voordat een baby eindelijk iets kan pakken, zichzelf kan omdraaien en zijn eerste stapje zetten? Voordat er iets verstaanbaars uit zijn mond komt? Snel gaat het zeker niet. En nu lijk ik misschien ook wel bijna bejaard, want ik erken dat die oma’s helemaal gelijk hadden. Nu mijn eigen kinderen al zoveel groter zijn, weet ik dat de tijd inderdaad tussen je vingers doorglipt. Het grootste deel van het opvoeden zit er in mijn gezin al op. Af en toe kijk ik terug. Dan stel ik mezelf de vraag of we de achterliggende tijd voldoende gebruikt hebben om bagage mee te geven voor later. Want nog een paar jaar en dan vliegen de oudsten uit. Bij de wieg is die toekomst nog ver weg. Daartussen ligt de weg van opvoeden. Wat is opvoeden? Ik gebruik de volgende definitie: opvoeden = tot volwassenheid brengen. Deze omschrijving laat de richting, het doel van opvoeding zien: de volwassenheid. Bij het opvoeden is het goed om het einddoel voor ogen te houden: wie wil je graag dat je kind is als hij volwassen is? Jelle: ‘De toekomst van mijn dochter? Nou ja, ik hoop dat ze later gelukkig wordt. Het zou fijn zijn als ze een leuke baan vindt. Ik zou graag zien dat ze verantwoordelijkheidsbesef heeft. En dat ze
13
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 14
niet opgaat in materialisme. Dat ze betrouwbaar is en rekening houdt met anderen. Het zou ook mooi zijn als ze trouwt. En verder? Natuurlijk dat ze dicht bij God leeft. Dat vooral, ja.’
➜ Hoe zou jij het einddoel van je opvoeding formuleren? Voor mezelf zie ik het volgende einddoel: dat mijn kind God boven alles liefheeft en anderen zoals zichzelf. Daaruit vloeit al het andere voort dat ik ook graag zie: dat hij verantwoord omgaat met wat hij heeft. Dat hij rekening houdt met anderen. Dat hij zorgzaam is. Dat hij zijn talenten gebruikt. Dat hij niet opgaat in het hier en nu, omdat hij weet dat er meer is.
!
Het opvoeden van onze kinderen moet in het perspectief van de toekomst staan.
Het einddoel voor ogen houden Zorgen voor kinderen is een hele klus. Misschien wel vooral omdat er zoveel meer bezigheden op het bordje van ouders liggen. Ze hebben het vaak druk. Esther: ‘Ik vind het echt druk, die zorg voor kleine kinderen. Je moet ze met van alles en nog wat helpen. Ze zijn nog te klein om zelf taken in huis uit te voeren. Elke dag zijn er zoveel verplichtingen. Dat halen en brengen naar school, naar de club, naar zwemlessen, naar vriendjes, noem maar op. Je wilt niet weten hoe vaak ik heen en weer rijd. Ik heb het graag voor hen over hoor, begrijp me goed. Maar voor je het weet is de dag voorbij. Want ook het huishouden moet gedaan worden en dan nog al die andere dingen voor het werk, de kerk en mijn familie.’
14
Te midden van al die bezigheden moet het ook nog gezellig zijn met elkaar. Dus lezen ouders dapper voor en maken een ritueel van het naar bed brengen. Ten slotte moet er tijd zijn voor de wekelijkse ontspanning van ouders zelf: sporten of een afspraak met vrienden. Het moet allemaal gebeuren. Met name moeders moeten soms duizendpoten zijn. Al die
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 15
beslommeringen nemen hen zo in beslag dat ze niet langer dan een dag vooruitkijken. Mij vergaat het tenminste vaak wel zo. Dan denk ik er niet over na dat opvoeden niet alleen verzorgen is, maar ook richting geven. Dat betekent dat ik niet opgeslorpt moet worden door de taken van elke dag, maar dat ik het einddoel van opvoeden in de gaten moet houden.
➜ Lukt het jou om het einddoel voor ogen te houden te midden van de drukte van elke dag?
Kinderen zijn een groot geschenk. Het is wonderlijk dat uit liefde nieuw leven geboren wordt. Een afhankelijk, kwetsbaar kindje wordt aan de zorg van ouders toevertrouwd. Dit kostbare geschenk hebben we ontvangen om te begeleiden richting volwassenheid. Hoe bereiken we ons einddoel zo goed mogelijk? We hebben slechts een beperkt aantal jaren om op te voeden. Die tijd moeten we uitkopen; dat klinkt alweer ouderwets. Maar het is echt waar: laten we de tijd uitbuiten en alle middelen gebruiken om naar het einddoel toe te werken. Een van de middelen in de opvoeding is stellen van grenzen. Daarover gaat het vooral in dit boek. Andere middelen zijn bijvoorbeeld: zelf een goed voorbeeld geven en onvoorwaardelijk liefhebben. Met daarbij steeds opnieuw het gebed of de Heere onze kinderen het geloof in Hem wil geven. Zodat ze het allerbelangrijkste in het leven zoeken: Gods Koninkrijk en zijn gerechtigheid. Ik moet denken aan de moeders van wie we in de Bijbel lezen dat ze hun kinderen tot Jezus brachten. Hij wijst niemand af die tot Hem komt.
Innerlijk kompas Het doel van opvoeden is brengen tot volwassenheid. We zien graag dat onze kinderen later, als wij niet meer over de schouder mee kijken, verantwoorde keuzes maken. Zolang ze nog op de basisschool zitten, kunnen we mee kijken en voor hen beslissen. Ouders beoordelen of iets wel of niet goed is. Gaandeweg moeten kinderen een eigen innerlijk kompas ontwikkelen. Een kompas is een handig apparaatje als je de weg niet kent. Het helpt de juiste positie te bepalen. Met behulp van een kompas vind je uit welke weg goed is en welke weg je vooral niet moet inslaan. Het innerlij-
15
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 16
ke kompas – het geweten – doet precies hetzelfde. Dat innerlijke kompas is niet vanzelf goed afgesteld. Ik kan beter zeggen dat het kompas zelfs per definitie fout is afgesteld. Sinds de zondeval zijn we geneigd Gods goede geboden naast ons neer te leggen en zelf de baas te zijn. Ongehoorzaamheid zit de mens in het bloed. Het innerlijke kompas moet afgesteld worden. Hoe gaat dat? Ten diepste alleen als ons hart vernieuwd wordt. Daar kunnen ouders niet voor zorgen. Wat ze wel kunnen is het benoemen wat goed en fout gedrag is en zo te werken aan de gewetensvorming. Zeker kleine kinderen zijn geneigd heel veel van ouders over te nemen. Via gewetensvorming leert een kind zijn uitgangspunt te bepalen en richting te kiezen. Hij krijgt aanwijzingen van zijn ouders over de juiste koers. Een kind met een goed ontwikkeld geweten kan zelfstandig op pad gaan. Dat moet ook wel. Want we zijn er niet meer bij als hij naar de middelbare school gaat. Wat doet hij onderweg? Wat doet hij op school als er geen toezicht is? Met welke bezigheden vult hij zijn vrije tijd? Hoe kiest hij of een film of een boek dat acceptabel is? Ineke (15) staat voor de lange rijen boeken in de bibliotheek. Ze zoekt een lekker leesboek. De laatste tijd valt ze voor detectives en thrillers. Haar ogen gaan over de ruggen waar het teken van dit genre staat. Aha, daar staan er een paar van een schrijver die ze nog niet kent. Even bladert ze om het boek te ‘proeven’. Het staat bol van de spanning. Wat jammer: het taalgebruik is behoorlijk grof. Meenemen of terugzetten? Ineke houdt van lezen. Van jongs af aan leent ze regelmatig bij de bieb. Eerst zocht moeder de boeken uit. Daarna vroeg Ineke of ze een bepaald boek mocht lezen. Moeder keek dan waar het verhaal over ging. Als het thema in orde was, dan las ze hier en daar een bladzijde. Stonden er vloeken in of was het normaal dat kinderen brutaal waren tegen de ouders, dan zei moeder waarom ze dit boek niet goed vond. Dat waren zo’n beetje de grenzen: niet vloeken, geen gewelddadige scènes, geen vrije seksuele moraal, geen occulte machten, niet spotten met God, en respectvol omgaan met elkaar. Een afgekeurd boek ging terug in de kast. 16
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 17
Door grenzen te stellen, richten we het innerlijke kompas van het kind. We geven zo goed mogelijk aanwijzingen en sturen bij waar nodig is. Uiteindelijk moet een kind zonder hulp van ouders de juiste weg kunnen kiezen. Niet omdat hij verplicht is die weg te nemen, maar omdat hij dat zélf wil. Laten we daarbij beseffen dat opvoeding niet maakbaar is. We doen het zo goed mogelijk, maar de uiteindelijke uitkomst hebben we niet onder controle. We moeten kinderen loslaten in de hoop en met het gebed dat ze willen leven tot Gods eer.
Waarden bijbrengen De grenzen zijn geen doel op zichzelf. Grenzen beschermen iets. Met behulp van grenzen stel je bepaalde waarden veilig. Welke waarden? Respect hebben voor een ander. Hulpvaardigheid. Dankbaarheid. Verantwoordelijkheidsbesef. Deze waarden zijn abstract. Ze zijn algemeen en hebben voor een klein kind geen inhoud. ‘Dankbaar zijn, wat is dat?’ Een klein kind heeft er nog geen idee van. ‘O, moet ik “dank u wel” zeggen als ik een plakje worst krijg bij de slager!’ Hij begrijpt niet wat je met waarden bedoelt. Daarom moeten abstracte waarden concreet uitgewerkt worden in normen voor het leven van elke dag. De normen, grenzen of regels zijn eigenlijk de hekjes waarbinnen een kind nog goed zit. Als ouder probeer je door middel van grenzen bepaalde waarden door te geven. Je hoopt dat je kind de waarden die jij belangrijk vindt, later ook zelf hoog wil houden. Janet en Eelco vinden dat hun kinderen ‘u’ tegen hen moeten zeggen. Daarin staan ze volstrekt alleen, want in alle andere gezinnen in de straat zeggen kinderen ‘je’ tegen hun ouders. Toch blijven Janet en Eelco dit van hun kinderen vragen omdat ‘u’ hoogachting en respect uitdrukt. Bovendien willen ze graag dat hun kinderen goede manieren hebben en andere volwassenen automatisch met ‘u’ aanspreken. Nathalie (8) houdt niet van spaghetti. Het is in het gezin regel dat je geen ‘bah’ zegt tegen de maaltijd. Gebeurt dat toch, dan vertrek je naar je kamer. Zo willen de ouders leren dat je – ook al vind je het niet zo lekker – toch dankbaar bent dat je eten krijgt.
17
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
!
24-03-2009
12:45
Pagina 18
Een klein kind mag het niet voor het zeggen hebben. Daar is hij veel te jong voor. Je helpt je kind door duidelijke grenzen te stellen. Ook al snapt je kind er nog niets van! Die grenzen moeten hem leren wat belangrijke normen en waarden zijn. Ze leren hem rekening te houden met de gevoelens en wensen van anderen. Een kind kan niet bepalen wat goed is voor hemzelf en zijn omgeving. Hij kan zijn keuzes niet overzien.
De waarden worden voor christenen ingekleurd door Gods Woord. De tien geboden zijn leefregels die aangeven wat we níet moeten doen. De hoofdsom van de wet geeft aan wat we juist wel moeten doen: het draait om het liefhebben. Heel mooi wordt in de Heidelbergse Catechismus verwoord welke positieve inhoud de geboden hebben. ‘Niet stelen’ wordt dan: ‘Het nut van de naaste waar ik het kan en mag, bevordere.’ Dat is de waarde achter dit gebod. Zoals een gebod een bepaalde waarde beschermt, zo maken we via een bepaalde grens duidelijk dat we iets veilig willen stellen. De gezondheid van je lichaam bijvoorbeeld. Of zorg voor elkaar in de vorm van hulpvaardigheid. Edith drukt het haar dochter (12) nogmaals op het hart. ‘Als het tien uur is, moet je thuiskomen.’ Waarom zegt Edith dit? Niet om lekker de baas te spelen. Niet om haar dochter dwars te zitten. Wel omdat ze bezorgd is voor haar gezondheid. Ze heeft haar nachtrust heel erg nodig. Bovendien is het om tien uur nog licht en kan ze veilig over straat. Zolang haar dochter zelf haar verantwoordelijkheid niet neemt, stelt Edith regels. Na de maaltijd gaat ieder de taak doen die op het rooster staat. Maaike (7) is aan de beurt om samen met papa de keuken op te ruimen. Wouter (10) pakt de stofzuiger. En Anja (9) pakt de riem voor de hond. Mama ruimt nog wat dingen op. Na tien minuten is alles klaar. Het opstellen van een rooster was nodig. Want alleen papa en mama voerden wat uit. Het is normaal geworden om elkaar te helpen zodat niet alles op dezelfde personen neerkomt. 18
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 19
In het hart brengen Het bijbrengen van waarden is een langdurig proces. Normen of grenzen zijn nuttige hulpmiddelen. Maar het is een tijdelijk hulpmiddel. Tijdelijk, omdat opvoeders maar beperkte tijd samen met hun kind oplopen op de levensweg. Ook als jij er zelf niet meer bij bent, wil je graag dat hij goede normen en waarden voor ogen heeft. Daarvoor moet je kind de normen en waarden die jij belangrijk vindt, zichzelf zo snel mogelijk eigen maken, zodat hij een goed innerlijk kompas krijgt. Je kind moet zelf de waarde gaan inzien van datgene wat een grens beschermt. Hij moet die waarden internaliseren, in zijn hart laten komen. Hoe gaat dat? Vooral via het voorbeeld van ouders en het gesprek. Kinderen moeten horen waarom ouders iets zus of zo vinden. Overigens vragen kinderen daar zelf ook om: ‘Waarom moet dit?’ Gelukkig zijn jonge kinderen ook ontvankelijk voor de boodschap van hun ouders. Iets is echt waar omdat papa het zelf zegt. Dit biedt geweldige mogelijkheden om gevraagd of ongevraagd toe te lichten waarom je iets zo vindt. In hoofdstuk 9 ga ik uitgebreider in op het geven van argumenten. Marit loopt met haar kinderen op straat. Ze passeren een groepje jongeren. Die doen jolig, duwen elkaar en vertellen grappen. Hun taalgebruik is grof. Regelmatig wensen ze elkaar de vreselijkste ziekten toe. Gewoon voor de lol. Als ze buiten gehoorsafstand zijn, zegt Marit: ‘Hoorde je dat? Ik vind het heel erg als mensen zulke woorden gebruiken. Het is toch vreselijk als iemand kanker heeft? Het is absoluut niet normaal om zulke dingen tegen elkaar te zeggen.’ Als ze deze jongens kende zou ze hierover een praatje met hen maken. Als het gaat om het overdragen van waarden, is je eigen voorbeeld het allerbelangrijkste voor een kind. Jouw voorbeeld zet een stempel op het dagelijkse leven. Een kind bekijkt de situatie door jouw ogen. Wat jij zegt, is de waarheid. Een kind kan er zelfs heel verontwaardigd van worden als iemand de woorden van mama in twijfel trekt.
➜ Hoe functioneren Gods geboden in jouw dagelijkse leven?
19
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 20
➜ Hoe merkt jouw kind dat Gods geboden voor jou het allerbelangrijkste zijn in je leven?
Ouders zijn de belangrijkste identificatiefiguren in de periode van gewetensvorming. Het is belangrijk dat kinderen in hun jonge jaren horen en zien welke motieven ouders drijven. En welke waarden ouders veilig willen stellen.
De wil leiden De hovenier is druk bezig met het halfjaarlijkse onderhoud in de tuin. De klimroos is in de tussentijd behoorlijk gegroeid. De wilde loten knipt hij af, want die nemen veel voedingsstof weg zonder bloemen te geven. De goede takken bindt hij aan het klimrek. Hij doet het voorzichtig zodat de takken niet breken.
20
Net zoals een klimplant door de tuinman verzorgd en geleid wordt via een rek, heeft een kind leiding nodig. Door snoeien en leiden wordt een klimroos een mooie struik met prachtige bloemen. Precies zo is het met een kind. Het is niet goed voor een kind om alle kanten op te kunnen gaan. Het heeft grenzen nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Aan ouders de taak om de wil van hun kind de goede kant op te sturen. Daarvoor is wijsheid en tact nodig, want het is niet de bedoeling dat de wil van het kind breekt. Binnen de toegestane ruimte mag het kind zijn gang gaan. Hij mag kiezen binnen de mogelijkheden die ouders acceptabel vinden. Kinderen proberen regels uit en testen hoe sterk grenzen zijn. Het uitproberen hoort erbij, al is het soms lastig. Zodoende leren ze welk gedrag het meest geschikt is en het best bij hen past. Opvoeden is niet het instampen van grenzen en net zolang drillen tot een kind automatisch gehoorzaamt. Dan breek je de wil van je kind in plaats van die wil te vormen. Dan wordt je kind een naprater en kan hij later niet met een eigen overtuiging overeind blijven. Het is niet best als een kind altijd klakkeloos de mening van zijn ouders overneemt en gedwee hun aanwijzingen volgt. Hij moet als hij later volwassen is, zĂŠlf een goed patroon van normen en waarden ontwikkeld hebben. Ouders moeten uiteindelijk overbodig
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 21
worden. Voor het zover is, is er heel wat op te voeden… Er moet ruimte zijn voor het kind. Het gevaar is niet denkbeeldig dat ouders de speelruimte van een kind dicht timmeren met allerlei ge- en verboden. Dat gebeurde al in de bijbelse tijd. Paulus spreekt de vaders in de gemeente aan en roept hen op niet te veel op hun kinderen te vitten (Kol. 3:21). Te veel regels maken een kind moedeloos. Dan kunnen ze zichzelf niet ontplooien. Om in het beeld van de klimroos te blijven: dan zullen ze geen mooie bloemen laten zien.
➜ Geef jij voldoende speelruimte aan je kind, waarbinnen hij zich kan ontwikkelen?
Te veel vrijheid Astrid is 32 als ze voor het eerst zwanger is. Als Paul geboren wordt, is meteen duidelijk dat hij de grote liefde van zijn moeder is. Het is Paul voor en Paul na. Alles draait om haar lieveling. Het spreekt voor zichzelf dat ze hem alles geeft wat hij nodig heeft. Ze heeft lang gewerkt en haar zoon krijgt wat zijn hartje begeert. Voor Paul is het fijn dat moeder onvoorwaardelijk voor hem klaarstaat en al zijn behoeften vervult. Paul laat zich de moederlijke zorg graag aanleunen. Gelukkig voor hem is Astrid geneigd alles te geven waarom hij vraagt. Hij is immers haar lieve kleine jongen? Hij is het middelpunt van haar leven. Dat is soms vermoeiend, maar ze doet het allemaal graag voor hem. Hij is immers zo afhankelijk van haar? Als hij maar gelukkig is. Dat telt. Paul wordt een ergerlijk jochie. Als Paul (2) en zijn moeder ergens op bezoek zijn en Paul laat zich niet corrigeren, dan lacht zijn moeder. ‘Kijk eens, wat een wil heeft hij toch, hè.’ En de omstanders lachen mee, zij het niet van harte. Ze denken: wanneer gaat ze haar kind toch eens manieren bijbrengen! Paul is helemaal het middelpunt van zijn eigen leven. Wat hij wil, dat gebeurt. Zolang dat kan, is dat heerlijk voor hem. Het is alleen
21
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 22
soms wel vervelend voor anderen. Want Paul blijft geen baby. Hij zal gaan merken dat anderen niet zomaar doen wat hij vraagt. Hij moet leren dat hij niet alleen op de wereld is. Maar Paul wil helemaal niet leren dat anderen ook wensen hebben. Hij reageert met protest op alles wat zijn behoeften dwarsboomt. Bij zijn moeder helpt dat. Ze geeft hem zijn zin. Grenzen stellen en corrigeren lukt haar slecht. Onverbiddelijk komt het moment waarop Astrid niet langer kan voorzien in Pauls behoeften. Hij kan niet langer het middelpunt van de wereld blijven. Als hij een broertje of zusje krijgt, moet hij plaatsmaken voor een ander. Als hij naar de peuterspeelzaal gaat of als de basisschoolperiode aanbreekt, kan hij niet langer alle aandacht krijgen. De leidster en de juf moeten hun aandacht verdelen. Lastig voor hem is dat hij een heleboel dingen niet mag. Als hij hiermee nooit heeft leren omgaan, is het emotioneel een enorm zware dobber als hij op deze momenten niet kan terugvallen op zijn moeder.
!
Opvoeden is bedenken dat je kind groot moet worden. Je kunt een kind alles geven waarom hij vraagt, maar daar is hij uiteindelijk niet mee gediend. Je kind heeft geen onbeperkte vrijheid om alles te doen wat hij wil. Hij is niet alleen op de wereld. Dat kan hij beter vroeg leren. Door al jong grenzen aan te geven, help je hem groot te worden.
Probleemkind Paul (14) zit intussen op de middelbare school. Voor Paul hoeft die hele school niet. Wat heb je eraan? Stomme leraren die ook nog willen dat je naar hen luistert. Regelmatig spijbelt Paul. Onlangs had hij een aanvaring met een medeleerling met wie hij op de vuist ging. Het is dat er tijdig een docent tussenbeide kwam. Anders had het er voor die andere leerling slecht uit gezien.
22
Pauls moeder heeft van jongs af aan haar zoon alle vrijheid gegeven. Hij krijgt eigenlijk altijd zijn zin. Stel dat Paul op deze manier
opmk.RuimteRegels(13,5x21,5)
24-03-2009
12:45
Pagina 23
volwassen wordt. Wat voor persoon wordt hij dan waarschijnlijk? Een volwassene die impulsief reageert op dingen die hij onaangenaam vindt. Hij gedraagt zich niet verantwoord en is onbesuisd. Hij is niet goed in staat om lief te hebben. Daarvoor moet je trouw zijn, kunnen geven en nemen. Dat heeft hij niet geleerd. Vrienden heeft hij nooit lang. Want hij is ongeduldig. Wat hij wil, moet op hetzelfde moment ook gebeuren. En daar is niet iedereen van gediend. Is iemand een sta-in-de-weg, dan kan hij daarmee niet omgaan. Hij gebruikt grove middelen om zijn doel toch te bereiken. Ik denk dat niemand wil dat onze kinderen worden zoals Paul. Hij is op zijn zachtst gezegd niet erg sociaal. Hij heeft niet geleerd om rekening te houden met de gevoelens en wensen van anderen. In ieder geval walst hij daar keihard overheen. Hij neemt geen verantwoordelijkheid voor wat hij doet. Hij kan niet goed omgaan met frustraties: bij het minste of geringste wordt hij driftig. Hij heeft niet geleerd om zijn behoeftebevrediging uit te stellen. Al heel vroeg in zijn leven zou daar een begin mee gemaakt moeten zijn. Hem is niet bijgebracht wat wel of niet kan. Paul wordt een probleemkind: een kind dat geen grenzen geleerd heeft. Hij is slecht te hanteren in de klas.
➜ Wie is schuldig aan het gedrag van Paul? ➜ Welke rol heeft de moeder? Tot zover Paul. Zijn opvoeding wordt bedorven door te weinig of te zwakke grenzen. Duidelijk is dat het zo niet moet. Een onderzoek* over grenzen stellen toont aan dat ouders vinden dat vooral andere ouders duidelijker grenzen moeten afspreken. Het is kennelijk het makkelijkst om kritiek te leveren op anderen. Zeker als het zo duidelijk is als bij Astrid en Paul. Maar hoe doen we het zelf? Het helpt als je weet dat er valkuilen zijn waar je onnadenkend in kunt tuinen. Jezelf bewust worden van valkuilen helpt. Opvoeden gaat bepaald niet vanzelf. Daar hopen we onbewust toch wel op. Maar we moeten niet verwachten dat kinderen zichzelf netjes opvoeden. Een jong kind kent geen grenzen. 23 * In J/M, okt. 2007