Stenen of diamanten? De Tien Geboden voor jongeren van 16 jaar en ouder
dr. M. van Campen
Achtste, herziene druk
Zoetermeer
www.uitgeverijboekencentrum.nl www.reflector.nu
Meer informatie over Reflector en nieuwe werkvormen vindt u op www.reflector.nu
Achtste, herziene druk 2008 Ontwerp omslag: Cees van Rutten, Den Haag Vormgeving: Anton Sinke, Nieuwerkerk a/d IJssel Illustraties: Roel Ottow, Apeldoorn ISBN 978 90 239 3011 8 NUR 746 © 1999 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974 St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
1.
Geen strafregels, maar spelregels! - de Tien Geboden
6
2.
Exclusieve liefde - het eerste gebod
13
3.
Beeldenstorm - het tweede gebod
19
4.
Een beschermde Naam - het derde gebod
26
5.
Een dag apart - het vierde gebod
32
6.
Het gezag in ere - het vijfde gebod
39
7.
Eerbied voor het leven - het zesde gebod
45
8.
Trouw moet blijken - het zevende gebod
50
9.
Niet stelen maar delen - het achtste gebod
57
10.
Eerlijk duurt het langst - het negende gebod
64
11.
Geef Mij je hart - het tiende gebod
71
INHOUD
Inhoud
LES
1
Geen strafregels, maar spelregels! DE TIEN GEBODEN Ik ben de Heere uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb (Ex. 20:2).
Verkenning Stelling a: De Tien Geboden zijn wel van toepassing geweest voor gelovigen uit het Oude Testament, maar gelden niet langer voor hen die in Jezus Christus geloven. Stelling b: Door steeds te wijzen op de Tien Geboden wordt het christenzijn alleen maar saai en somber. Plaats achter beide stellingen een cijfer: 1 = volkomen mee eens 2 = in grote lijnen mee eens 3 = geen mening 4 = eigenlijk niet mee eens 5 = helemaal niet mee eens Daarna leest ieder op welke cijfers hij heeft ingevuld. Alle cijfers worden op het bord geschreven. Een paar catechisanten leggen hun keuze uit. De anderen reageren.
Alternatieve intro Wat zou er gebeuren als: a. Onze regering morgen zou besluiten om alle wetten af te schaffen? b. Onze regering morgen zou besluiten om de Tien Geboden in te voeren als de ‘grondwet’ van Nederland? Bij iedere vraag wordt een catechisant aangewezen om te antwoorden. Daarna mogen de anderen reageren.
Bijbelstudie: Psalm 19 Herziene Statenvertaling 1 Een psalm van David, voor de koorleider. 2 De hemel vertelt Gods eer, het hemelgewelf verkondigt het werk van Zijn handen. 3 De ene dag spreekt ervan tot de andere,
6
Nieuwe Bijbelvertaling 1 Voor de koorleider. Een psalm van David. 2 De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van zijn handen, 3 de dag zegt het voort aan de dag die komt, de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.
4 Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord, het is een spraak zonder klank. 5 Over heel de aarde gaat hun stem tot aan het einde van de wereld hun taal. Daar heeft hij een tent opgeslagen voor de zon: 6 een jonge bruidegom die het bruidsbed verlaat, een held die vrolijk voortrent op zijn weg. 7 Aan het ene einde van de hemel komt hij op, aan het andere einde voltooit hij zijn loop, niets blijft voor zijn gloed verborgen. 8 De wet van de HEER is volmaakt: levenskracht voor de mens. De richtlijn van de HEER is betrouwbaar: wijsheid voor de eenvoudige. 9 De bevelen van de HEER zijn eenduidig: vreugde voor het hart. Het gebod van de HEER is helder: licht voor de ogen. 10 Het ontzag voor de HEER is zuiver, houdt stand, voor altijd. De voorschriften van de HEER zijn waarachtig, rechtvaardig, geheel en al. 11 Ze zijn begeerlijker dan goud, dan fijn goud in overvloed, en zoeter dan honing, dan honing vers uit de raat. 12 Uw dienaar laat zich erdoor verlichten, wie ze opvolgt wordt rijk beloond. 13 Maar wie kan al zijn fouten kennen? Spreek mij vrij van verborgen zonden. 14 Bescherm mij, uw dienaar, en laat hoogmoed niet over mij heersen, dan zal ik volmaakt zijn en bevrijd van grote zonde. 15 Laten de woorden van mijn mond u behagen, de overpeinzingen van mijn hart u bekoren, HEER, mijn rots, mijn bevrijder.
1 LES
de ene nacht vertelt ervan aan de andere. 4 Geen spreken is er, geen woorden zijn er, hun stem wordt niet gehoord. 5 Toch gaat hun prediking over heel de aarde, hun boodschap tot aan het einde van de wereld. Hij heeft daar een tent opgezet voor de zon. 6 Die is als een bruidegom, die zijn slaapkamer uitgaat; hij is vrolijk als een held om het pad te lopen. 7 Aan het ene einde van de hemel is zijn opgang, zijn omloop is tot het andere einde; niets is verborgen voor zijn hitte. 8 De wet van de HEERE is volmaakt, zij bekeert de ziel; de getuigenis van de HEERE is betrouwbaar, zij geeft de onverstandigen wijsheid. 9 De bevelen van de HEERE zijn recht, zij verblijden het hart; het gebod van de HEERE is zuiver, het verlicht de ogen. 10 Het vrezen van de HEERE is rein, zij bestaat tot in eeuwigheid; de rechten van de HEERE zijn waarachtig, zij zijn rechtvaardig, allemaal. 11 Zij zijn begerenswaardiger dan goud, ja, dan veel zuiver goud; en zoeter dan honing en honing zo uit de raat. 12 Ook wordt Uw knecht daardoor onderwezen, in het houden ervan ligt groot loon. 13 Wie zou al zijn dwalingen opmerken? Reinig mij van verborgen dwalingen. 14 Weerhoud Uw knecht ook van hoogmoed; laat die over mij niet heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding. 15 Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! 1 Wat zegt deze Psalm over de schepping? 2 Kunnen wij God uit de natuur leren kennen?
7
3 Welke dingen worden hier gezegd over
LES
1
Gods wet (vs. 8-11)? 4 Welke invloed heeft de wet van God
op het leven van deze dichter (vs. 8,12)? 5 Begrijp je waarom de dichter eindigt
met een gebed (vs. 14,15)?
Alternatieve bijbelbespreking De tekst van Psalm 19 wordt uitgedeeld. Iedere catechisant leest een vers voor. Maak daarna voor jezelf aantekeningen (je mag ook omcirkelen of onderstrepen) bij wat je opvalt in wat hier wordt gezegd over de wet van God.
Informatie 1 In deze serie lessen gaan we ons bezighouden met de Wet van God. Men spreekt
ook wel over de Tien Woorden (Ex. 34:28; Deut. 4:13) of over de Decaloog. Voor veel mensen vormen de geboden niet het meest geliefde onderdeel van de Bijbel. Ze lezen de Wet van God als een soort Wetboek van Strafrecht. Dat is een geweldig misverstand. Van een droog reglement of onpersoonlijk juridisch geschrift is geen sprake. Gods geboden zijn geen strafregels, maar spelregels. 2 Vergeet niet op welk moment en op welke plaats de geboden aan de Israëlieten zijn
gegeven. De uittocht uit Egypte ligt achter hen en de intocht in Kanaän wacht (Ex. 19). Het is de God die Israël heeft verlost uit de slavernij, die hen deze woorden meegeeft als opdracht voor het leven in het beloofde land. Vandaar de inleiding die aan de geboden voorafgaat: Ik ben de Heere uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb (Ex. 20:2). Eigenlijk zou je die woorden bij elk gebod moeten herhalen. Wat God van zijn volk vraagt, staat niet op zichzelf. Hij mag het van Israël eisen. En ook van ons die bij het joodse volk zijn ingelijfd. Alles hebben we immers aan Hem te danken. Hij is onze Bevrijder, de God van het verbond. Ieder gebod zegt ons: Blijf bij je Bevrijder. 3 Vergelijk het maar met een huwelijk. Bij een huwelijk gelden regels. Als je elkaar
trouw belooft, kun je bepaalde dingen niet meer doen. En andere dingen ga je nu juist wel doen. God heeft met ons een verbond gesloten. Hij wil met ons in een relatie van liefde en trouw staan. Dan mag Hij ook liefde en trouw van ons terugvragen. Een leven tot eer van Hem. Daarom heeft Hij ons zijn geboden gegeven. Het zijn verbondsregels en God wil dat we die zullen houden uit liefde tot Hem. Dan ontdekken we hoe goed het is te leven naar de geboden. God heeft ze niet gegeven om ons een zwaar juk op te leggen of ons te beperken in onze vrijheid. Het echte leven en de ware vrijheid vinden we juist binnen de omheining van de geboden.
8
LES
1
Stel je voor dat een Veluwse boer een groot aantal schapen op de heide heeft lopen. Op een dag wordt besloten een weg dwars over de heide aan te leggen. Wat doet zo’n boer? Hij maakt natuurlijk een hek, zodat de schapen niet pardoes de weg kunnen oversteken. Hij doet dat niet om de schapen te plagen of beperkingen op te leggen. Maar wel om hen te behoeden voor het verkeer, dat een geweldige bedreiging voor hen vormt. Zo is het ook met de geboden. Ze vormen het beschermende hek rondom ons bestaan. 4 Eigenhandig heeft God de geboden geschreven op twee stenen platen (Deut. 4:13).
Aan beide zijden zijn ze beschreven (Ex. 32:15,16). We noemen die platen wel de twee tafels van de Wet. Er wordt in de Bijbel daarom wel gesproken over de ‘tafels van de getuigenis’ (Ex. 31:18) en over de ‘tafels van het verbond’ (Deut. 9:9). Ze moeten worden bewaard in de ark (1 Kon. 8:9; Hebr. 9:4). De eerste tafel met de eerste vier geboden gaat over onze verhouding tot God. De tweede tafel gaat over onze relatie met de medemens, onze naaste. Joodse geleerden verdelen de Tien Geboden evenredig over de beide tafels, vijf op de ene en vijf op de andere. Op twee plaatsen in de Bijbel komen we de Tien Geboden tegen, in Exodus 20 en in Deuteronomium 5. 5 In het jodendom spreekt men niet graag over de wet van God, maar over de Thora.
Letterlijk betekent Thora: onderwijzing, aanwijzing. We kunnen het vergelijken met een wegwijzer. De geboden wijzen ons de goede weg, de weg om echt gelukkig te worden. Bij het woord Thora denken de Joden niet alleen aan de Tien Woorden, maar aan de vijf boeken van Mozes als geheel. Die vormen de geschreven Thora en
9
LES
1
de rabbijnen hebben niet minder dan 613 geboden en verboden uit deze boeken gehaald. Om precies te zijn: 365 verboden, evenveel als de dagen van het jaar en 248 geboden, evenveel als botjes in ons lichaam. Het gaat erom dat een Jood al deze 613 opdrachten (mitswot) houdt in zijn leven. Daarvan hangt het af of hij behouden wordt. Toch ontkennen orthodoxe Joden dat hun godsdienst vanwege al die voorschriften ‘wettisch’ zou zijn. Twee bergbeklimmers die een hoge berg gaan beklimmen, krijgen ieder een rugzak mee. Om de vijf minuten moeten ze een steentje oprapen en in de rugzak stoppen. Na een poosje begint de ene bergbeklimmer al moe te worden. Steeds luider klaagt hij over het toenemende gewicht van de stenen. Ten slotte haakt hij af, gooit de rugzak weg en keert terug naar beneden. De andere bergbeklimmer loopt echter vrolijk door. Hij heeft kennelijk geen enkele moeite met dat gewicht op zijn rug. Hoe dat komt? Omdat deze man bij zichzelf denkt: ‘Dat zijn geen stenen, die ik meedraag, maar diamanten, kostbare edelstenen’ (joodse vertelling). 6 Zo gezien vormen de geboden geen zware last om te dragen. De dienst aan God is
geen slavendienst, die je al zuchtend verricht, maar een liefdedienst waar je nooit spijt van krijgt (Ps. 119). Eén van de hoogtepunten in het joodse godsdienstige leven is het feest van de vreugde der wet, het zogeheten Simchat Thora. Het vindt plaats als de hele Thora in de synagoge is doorgelezen en men weer helemaal vooraan begint. Men danst dan van vreugde, vanwege het feit dat God zijn volk de Thora heeft gegeven. 7 De functie van de Decaloog kunnen we met enkele beelden duidelijk maken. De
Tien Woorden vormen allereerst een spiegel.‘Door de wet is de kennis van de zonde,’ schrijft Paulus aan de gemeente van Rome (Rom. 3:20). Zoals je in een spiegel kunt zien hoe je eruit ziet, zo ontdekken we door de Wet wie we zijn voor Gods aangezicht. Dan schrikken we van onszelf, want dan blijkt dat we niet beantwoord hebben aan de bestemming die God aan ons bestaan gegeven heeft. Als de meetstok van de geboden langs ons leven gelegd wordt, zien we alle lijnen krom lopen. We hebben God niet liefgehad boven alles en onze naaste niet als onszelf. De Tien Geboden laten ons zien hoe ik-middelpuntig we zijn van onszelf, hoe gericht we zijn op ons eigen ik en onze eigen belangen. 8 Daarnaast hebben de Tien Geboden ook de functie van een richtsnoer. Ze wijzen ons
de weg om God te eren uit dank voor wat Hij ons geschonken heeft in zijn Zoon. Het houden van de geboden hoort bij het nieuwe leven met Christus. Gelukkig hoeven we het niet in eigen kracht te doen. Niet voor niets zingen we met de berijming van de Tien Geboden:‘Gun door het geloof in Christus krachten, om die te doen uit dankbaarheid.’ Christus heeft gedaan wat wij er bij hebben laten zitten. Hij heeft de vloek van de wet, die wij hadden verdiend, gedragen op de kruisheuvel Golgotha. Maar Hij wil ook onze krachtbron zijn en ons leren weer te leven naar Gods bedoeling. Door te leven volgens de geboden krijgt ons bestaan nieuwe glans, orde en stijl.
10
Verwerking
1
1 Vergelijk de twee versies van de Tien
LES
Geboden in Exodus 20 en Deuteronomium 5.Welke verschillen vallen je op? 2 Hoe wordt door Jezus de wet samen-
gevat en wat heeft ons dat te zeggen (Matth. 22:37-40)? 3 a. Wat zegt Paulus over het joodse
streven om door het naleven van de geboden behouden te worden? Lees Romeinen 3:9-20. b. Hoe komt dit bijbelgedeelte bij je over?
a
b
4 Vind je het zinvol dat in elke morgen-
dienst de Tien Geboden worden voorgelezen? Ja/nee, want 5 Ga eens na hoe Psalm 119 over het
leven naar Gods geboden spreekt en geef je commentaar erbij. a. Psalm 119:16 b. Psalm 119:47 c. Psalm 119:63 6 Er wordt wel eens gezegd:‘Nood
breekt wet.’ a. Noem eens enkele voorbeelden. b. Geldt dat ook van de Tien Geboden? c. Zijn daar in de Bijbel voorbeelden van?
a b c
a
b
c
7 Lees in koppels van twee onderstaan-
a
de tekst uit de belijdenisgeschriften. a. Geef in eigen woorden het antwoord van ons leerboek weer. b. Bespreek in de groep enkele reacties.
b
11
Belijdenisfragment
LES
1
Vr.: Waarom laat God ons de Tien Geboden zo streng prediken, wanneer toch niemand ze in dit leven kan volbrengen? Antw.: Allereerst, opdat wij ons leven lang onze zondige aard steeds beter leren kennen en met des te groter begeerte de vergeving van zonden en de gerechtigheid in Christus zoeken. Vervolgens, opdat wij ons zonder ophouden beijveren en God bidden om de genade van de Heilige Geest om steeds meer naar het beeld van God vernieuwd te worden, totdat wij na dit leven de beloofde volmaaktheid bereiken. Heidelbergse Catechismus, zondag 44/115.
Leesrooster 1 Deuteronomium 6:1-8:Wat is de taak
van de ouders als het gaat om de geboden van God? 2 2 Kronieken 34:14-21:Waarom scheurt
koning Josia zijn kleren als hij het boek van de wet in handen krijgt? 3 Psalm 1:Wat kun je leren van deze
Psalm met betrekking tot de wet van God? 4 Psalm 119:97-104:Wat betekent de
wet voor de dichter van deze Psalm? 5 Matthe端s 19:16-30: In welk opzicht
had de rijke jongeling een verkeerde kijk op de wet? 6 Matthe端s 5:17-22:Wat zegt Jezus hier
over de blijvende geldigheid van de wet? 7 Galaten 3:19-26:Waarmee wordt hier
de wet vergeleken en wat wil dat zeggen?
12