voorplatOmsl.Handboek
30-06-2009
10:46
Pagina 1
Onder redactie van Kees Eijkelboom
Handboek
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 2
Overzicht iconen identiteit – wie ben ik? puberteit – wat gebeurt er met mij? lichaam meisjes – hoe werkt mijn lichaam en wat verandert er? lichaam jongens – hoe werkt mijn lichaam en wat verandert er? verliefd – vlinders in je buik en omgaan met de ander vrijen – hoe werkt dat precies? misbruik – als mensen je pijn doen
ISBN 978 90 239 2409 8 NUR 255 Vormgeving en dtp binnenwerk Gerard de Groot Dit handboek maakt deel uit van een pakket dat verder bestaat uit een vertelboek (ISBN 978 90 239 2408 1) en een werkboek (ISBN 978 90 239 2425 8) Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met Helpende Handen en Op weg met de ander. www.helpendehanden.nl www.opwegmetdeander.nl Aan deze uitgave werkten mee: Gerard van den Berg, Iris Boter, Sarina Brons-van der Wekken, Gerda Cramer-van Herwijnen, Jannie Gerritsen, René Hubregtse, Willemien Loeve, Mieke de Rooij-Post, Beppie de Rooy, Nelleke Scherpbier, Hijltje Vink, Dirma Wentink, Corina Zwemer, Groep Othniël van de Samuelschool in Gouda, Juf Juri © 2009 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer www.uitgeverijboekencentrum.nl Alle rechten voorbehouden
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 3
Inhoud
Voorwoord Kees Eijkelboom 1. Bijbels kader RenĂŠ Hubregtse en Gerard van den Berg
4
8
2. Wat is seksualiteit? Sarina Brons-van der Wekken
20
3. In gesprek met uw kind Gerda Cramer-van Herwijnen
27
4. Voorbehoedsmiddelen Corina Zwemer en Mieke de Rooij-Post
43
5. Seksuele opvoeding in de praktijk Hijltje Vink
55
Woordenlijst
92
Literatuur & adressen
94
Personalia auteurs
96
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 4
Voorwoord Seksualiteit Een woord dat een wereld van gevoelens en associaties kan oproepen. Voor veel mensen is seksualiteit iets moois, iets teers. Anderen praten er besmuikt over en zwijgen bij voorkeur. Voor weer andere mensen veroorzaakt dit woord een stroom zwarte modder, die ontspringt in het verleden en nog steeds de grond onder hun voeten dreigt weg te spoelen. Er zijn mensen die nauwkeurig weten hoe seksualiteit Bijbels ingekaderd moet worden. Er zijn er ook velen die bij gebrek aan voorlichting of vermogens zich overgeven aan de wellusten van het lichaam, zonder oog te hebben voor de rijke emotionele kant van seksualiteit of de gevolgen van hun daden. En dan zijn er tot slot de vele mensen die tegen hun eigen beperkingen aanlopen als het gaat om seksuele opvoeding bij (hun) kinderen. In het boek dat voor u ligt wordt eenvoudig en praktisch ingegaan op het thema seksualiteit. De nadruk ligt op het geven van handvatten voor seksuele opvoeding aan kinderen met een verstandelijke beperking. Tegelijk kunnen de handreikingen ook dienen voor ouders van wie de kinderen geen beperking hebben, maar die toch op zoek zijn naar een boek dat recht doet aan de realiteit van alledag. Dat laatste is steeds in het achterhoofd van de auteurs geweest. Achter ons bureau kunnen wij prachtige theorieĂŤn neerschrijven. Loopt u een dag met uw kind mee in de klas, op het schoolplein of in een instelling, dan weet u echter dat de praktijk helaas weinig rooskleurig is. Toch bevindt uw kind zich daarin. Daarom hebben wij besloten het thema integer maar vanuit de sfeer van alledag te schrijven. 4
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 5
Uw motivatie om te beginnen met seksueel opvoeden is van groot belang. Wordt het beeld opgeroepen dat seksualiteit gevaarlijk is? Legt u de nadruk op preventie van misbruik? Of is, gezien de Bijbelse kaders, seksualiteit van God gegeven om samen te beleven en ervan te genieten? In elk geval is duidelijk dat seksuele voorlichting in het kader zal staan van relaties. De relatie met u, met broers en zussen, met vrienden en vooral met een partner. Seksualiteit staat nooit op zichzelf, maar is deel van complexe sociale structuren. Het is van belang dat uw kind de juiste voorlichting krijgt, op een uitgelezen moment en toegesneden op zijn of haar bijzondere situatie. Maar voor alles: met de woorden van God als kompas. Helpende Handen heeft samen met Op weg met de ander het initiatief tot deze uitgave genomen. Vanuit ouders en scholen kwam met grote regelmaat het signaal dat er voor kinderen met een beperking te weinig verantwoord, praktisch bruikbaar materiaal op de markt is. Genoemde ouderverenigingen hebben intensief samengewerkt om deze leemte op te vullen. Onder verantwoordelijkheid van Uitgeverij Boekencentrum is dit eerste deel verschenen. We zijn met deze uitgaven niet klaar. Er moet in ieder geval nog een deeltje komen over de vraag onder welke voorwaarden en omstandigheden mensen met een verstandelijke handicap tot een huwelijk kunnen komen. En over de vraag hoe in die omstandigheden kan worden omgegaan met een eventuele kinderwens. En hoe ouders met een verstandelijke handicap kunnen worden begeleid in de opvoeding, als er sprake is van kinderen. We willen bij de vervolguitgaven en bij eventuele herdrukken van deze uitgaven graag luisteren naar reacties en ervaringen van betrokkenen. Schroomt u daarom niet om ons te benaderen met uw vragen, ervaringen of kritieken. 5
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 6
We kunnen elkaar ondersteunen. Daar hebben mensen met een handicap alleen maar baat bij. Graag maak ik u kort wegwijs in het boek dat voor u ligt. Een unieke uitgave die bestaat uit drie onderdelen: het vertelboek over Marlisse, een werkboekje als verwerking op het vertelboek en het handboek voor ouders, verzorgers of beroepsopvoeders. Alle onderdelen staan in verband met elkaar. Hieronder volgt een leeswijzer, zodat u snel kunt vinden wat u zoekt of welk onderwerp voor u van belang is. Het vertelboek is zelfstandig te lezen. Het verhaal vertelt zichzelf. Aanbevolen wordt echter om samen met uw kind door het verhaal te gaan. Om extra ondersteuning en begeleiding te bieden, heeft de auteur een werkboekje ontwikkeld waarin het kind de onderwerpen op een eigen wijze verwerkt en tot zich neemt. Daarbij raden wij u sterk aan om hoofdstuk 5 uit het handboek erbij te pakken als leeswijzer voor uzelf. Hierin leest u hoe u op een duidelijke wijze de onderwerpen rond de seksuele opvoeding aan uw kind uitlegt en waar u op moet letten als uw kind een relatie aan wil gaan. Naast dit praktische hoofdstuk zijn er hoofdstukken geschreven die dienen als ondersteuning of toelichting. In hoofdstuk 1 wordt vanuit Bijbels perspectief gekeken naar seksualiteit en de vragen die rondom het thema spelen. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op wat seksualiteit is en in welk verband zij gezien moet worden. Het volgende hoofdstuk gaat, mede aan de hand van het verhaal van het vertelboek, in op de vraag waar u als ouder op kunt letten als u en uw kind een gesprek hebben over seksualiteit. Hoofdstuk 4 beschrijft het gebruik van voorbehoedsmiddelen en hun functie ter voorkoming van misbruik bij men6
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 7
sen met een beperking. Na het laatste hoofdstuk volgt een lijst van ter zake doende literatuur. Hierbij maak ik van de gelegenheid gebruik om allen die meewerkten hartelijk te bedanken. De auteurs, de klankbordgroep, de illustrator, de redacteurs, de uitgever: het was buitengewoon aangenaam om met jullie samen te werken. De betrokkenheid en het aanstekelijk enthousiasme waren constructief en prettig. Seksualiteit. Ik wens u sterkte ĂŠn genoegen wanneer u samen met uw kind spreekt over dit mooie onderwerp. Kees Eijkelboom, eindredacteur
7
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 8
1 Bijbels kader René Hubregtse en Gerard van den Berg
Waarom aandacht voor seksualiteit? Seksualiteit is een scheppingsgave. God schiep de mens mannelijk en vrouwelijk. Hij gaf de mens daarmee iets geweldigs. Man en vrouw kunnen daardoor een blijvende relatie met elkaar aangaan, kunnen op elkaar vertrouwen, kunnen elkaar tot hulp zijn en kunnen lichamelijk een worden door de geslachtsgemeenschap. Al het goede van Gods schepping is aangetast door de zonde van de mens. Dat geldt ook voor seksualiteit. In onze samenleving wordt het lichamelijk genot van seksualiteit benadrukt. Seksualiteit wordt losgemaakt van een vaste relatie en versmald tot ‘het hebben van seks’. Seks is een consumptieartikel geworden dat in het publieke domein overal aanwezig is. Daardoor worden mensen met een verstandelijke handicap indringender geconfronteerd met seksualiteit dan voorheen. Ook zij zien prikkelende afbeeldingen in bushokjes en bij tankstations. Ook zij worden geconfronteerd met seksueel getinte uitspraken op de radio. En als zij niet het voorrecht hebben om te wonen in een omgeving waar Gods Woord het uitgangspunt is voor gedragsregels en omgangsvormen, worden zij zelfs in staat gesteld om een beroep te doen op een seksverzorgende die zij kunnen betalen vanuit hun PGB.
Twee invalshoeken Dit laatste voorbeeld maakt duidelijk dat het niet alleen de maatschappelijke seksuele moraal is die ons noodzaakt 8
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 9
om ons te bezinnen op het thema ‘seksualiteit bij mensen met een verstandelijke handicap’. Het is ook de emancipatie van mensen met een verstandelijke handicap zelf die maakt dat we dit thema uit de taboesfeer moeten halen. Ruim een halve eeuw geleden werden mensen met een verstandelijke handicap benaderd en verzorgd vanuit een zogenaamd medisch model. In dit model werden mensen met een handicap gezien als afhankelijke mensen, zonder eigen mening, niet in staat om te participeren in de maatschappij. Zij werden dan ook buiten het maatschappelijk verkeer gehouden door ze in grote groepen onder te brengen in grootschalige zorgvoorzieningen die gewoonlijk in bossen of duinen gebouwd waren, ver buiten de woonkernen. In vijftig jaar is er veel veranderd. Er is een breed maatschappelijk en politiek draagvlak om mensen met een handicap te zien als burgers met gelijke rechten en plichten. Voor zover zij door hun beperking niet in staat zijn om van hun rechten te genieten of hun plichten na te komen, ontvangen zij ondersteuning die voor een belangrijk deel door de overheid wordt gefinancierd. Het wonen, werken, recreëren en sociaal verkeer van mensen met een handicap is meer en meer geïntegreerd in onze maatschappij. Er wordt in toenemende mate zelfs gesproken over het ideaal van een inclusieve samenleving. We willen er geen misverstand over laten bestaan dat wij voorstander zijn van een samenleving waarin mensen met een handicap welkom zijn en waarin zij volwaardig participeren. Het hoort bij een Bijbelse bejegening van mensen met een beperking om te luisteren naar hun wensen, om hun beperkingen en hun mogelijkheden beide in het juis9
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 10
te perspectief te zien. Zorg voor mensen met een handicap dient daarom vraaggestuurd te zijn.
Vragen en dilemma’s Maar dat stelt ons wel voor nieuwe vraagstukken en dilemma’s, onder meer met betrekking tot de thema’s relatievorming en seksualiteit. Sommige dingen staan waarschijnlijk nauwelijks ter discussie. Mensen die zich tot de reformatorische gezindte rekenen, zullen ongetwijfeld afwijzend staan tegenover de eerder genoemde seksverzorgende. De vraag of een volwassene met een ernstig meervoudige handicap en een ontwikkelingsleeftijd van een peuter tot een huwelijk kan komen, zal niet eens gesteld worden. Maar er is een heel groot grijs gebied. Een gebied waarin veel ouders en begeleiders van mensen met een verstandelijke handicap ieder voor zich een weg proberen te vinden. Want hoe ga je om met je dochter van 23 die een lichte verstandelijke handicap heeft en vertelt dat ze verkering heeft met een jongen die ze heeft ontmoet op de sociale werkplaats? Hoe reageer je als je ontdekt dat je zoon regelmatig masturbeert? Hoe bereid je een jongere met een verstandelijke beperking voor op de lichamelijke veranderingen die horen bij de groei naar volwassenheid? Is dat eigenlijk wel mogelijk: seksuele voorlichting aan jongeren van wie de verstandelijke ontwikkeling achterblijft bij de lichamelijke ontwikkeling? Belangenorganisaties als Op weg met de ander en Helpende Handen krijgen deze en andere vragen van ouders en begeleiders voorgelegd. Achter die vragen schuilt een wereld van onzekerheid en zorg. Deels omdat ouders ervaren dat er nog een taboe rust op de problematiek die zij ervaren. Deels omdat ouders het sowieso moeilijk vinden om hun kinderen te begeleiden in de seksuele ontwik10
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 11
keling. Deels omdat ze juist op dit terrein ervaren hoe groot de kloof is tussen de lichamelijke ontwikkeling en het verstandelijk niveau van hun kind. Het laatste decennium is er veel informatie- en toerustingsmateriaal verschenen voor mensen met een verstandelijke beperking en hun ouders of begeleiders, juist ook op het terrein van seksualiteit. Toch biedt dit materiaal geen uitkomst voor het geschetste probleem. Dat heeft te maken met de heersende visies op seksualiteit en op de zeggenschap over het eigen leven bij mensen met een verstandelijke beperking. In die visies is niets terug te vinden van Bijbelse uitgangspunten en daar wringt de schoen. Daarom hebben Op weg met de ander en Helpende Handen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van Bijbels verantwoord informatie- en toerustingsmateriaal op zich genomen. Dit handboek en het bijbehorende vertelboek en werkboek zijn daarvan het eerste resultaat. Deze uitgaven zijn bedoeld om ouders en begeleiders in staat te stellen om met hun kind met een verstandelijke beperking het gesprek aan te gaan over de lichamelijke ontwikkeling, de seksuele rijping en de manier waarop je met seksualiteit kunt omgaan.
Seksualiteit in de Bijbel Bij het schrijven van deze uitgaven is een Bijbels kader gehanteerd. Daarvan geven we in deze paragraaf een samenvatting. God heeft de mens mannelijk en vrouwelijk geschapen. Het onderscheid tussen man en vrouw is van God gewild en heeft als belangrijke reden: het menselijk geslacht in stand houden opdat de aarde beheerd zou worden en het Koninkrijk van God wordt uitgebreid. Een andere reden is dat man en vrouw samen een eenheid kunnen vormen en elkaar daardoor tot hulp kunnen zijn.1 11
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 12
De mens heeft zich van God afgekeerd en is in zonde gevallen. De zondeval heeft het mooie van de schepping aangetast.2 Ook het mooie in de relatie tussen man en vrouw. Het benadrukken van het lichamelijke genotsaspect van seksualiteit, los van liefde, is een van de gevolgen daarvan in onze maatschappij. In de Tien Geboden geeft de Heere een duidelijke begrenzing voor het menselijk, zondig gedrag. Met betrekking tot het thema seksualiteit en relatievorming gelden met name de geboden ‘gij zult niet echtbreken’ en ‘gij zult niet begeren’. God wil dat man en vrouw een bestendige, monogame relatie aangaan en biedt geen ruimte voor overspel, echtbreuk of homoseksuele relaties.3 Waar seksualiteit functioneert als de ‘beleving van de eigen lichamelijkheid en/of de aantrekkingskracht tussen de verschillende seksen’ wordt het moeilijker om duidelijke Bijbelse kaders te vinden. Een breed geaccepteerd uitgangspunt is dat de geslachtsgemeenschap thuishoort in de huwelijksrelatie.4 Met andere aspecten van de lichamelijke kant van seksualiteit, maar ook van de emotionele kant, ligt het minder eenvoudig. Strelen en zoenen in een verkeringsperiode bijvoorbeeld wordt niet als zondig ervaren of geduid. Masturberen echter wel, meestal met een beroep op de ‘zonde van Onan’.5 Het ervaren van de aantrekkingskracht tussen man en vrouw op zich is niet verkeerd, maar het kijken naar de ander om hem of haar te begeren wel.6
1. Genesis 2:15 en 24. 2. Genesis 3:1-15. 3. Exodus 20:1-17; Matthéüs 19:4-6; Romeinen 1:26 en 27; 1 Korinthe 7:7. 4. Genesis 2:24; Hebreeën 13:4. 5. Genesis 38:8-10. 6. Matthéüs 5:28.
12
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 13
Juist deze aspecten die voor discussie of verschil van inzicht vatbaar zijn, vormen in het leven van mensen met een verstandelijke beperking een extra complicatie. We komen daar in de volgende paragraaf op terug. We willen ons in deze uitgave conformeren aan de algemeen (h)erkende uitgangspunten zoals hierboven verwoord. Wel nemen we afstand van het duiden van masturbatie als zonde. De zonde van Onan is naar onze overtuiging het niet gehoorzamen van de wil van God. Masturbatie is daarom op Bijbelse gronden niet af te wijzen. Wel willen we stellen dat zelfbevrediging niet beantwoordt aan het door God gestelde doel van seksualiteit, namelijk het tonen van liefde aan elkaar en het sterk maken van de relatie binnen de gemeenschap van het huwelijk. Seksualiteit wordt door de Bijbel voornamelijk geplaatst in de huwelijksrelatie. Het klassieke formulier dat wordt gebruikt voor de kerkelijke inzegening van het huwelijk, noemt drie voorwaarden waaraan gehuwden moeten voldoen om ‘godzalig in de huwelijkse staat te leven’: Het huwelijksformulier zegt: • Elkaar trouw helpen en bijstaan in alle dingen die tot het tijdelijke en eeuwige leven behoren. • De kinderen die uit het huwelijk voortkomen in ware kennis en vrees van God opvoeden, Hem tot eer en hun tot zaligheid. • Het vermijden van onkuisheid en zondige lusten, levend met een goed en gerust geweten.
Ten slotte is het opmerkelijk dat het huwelijksformulier een gebiedende toon gebruikt ten aanzien van mensen die de ‘gave der onthouding’ niet hebben. Zij moeten kiezen voor het huwelijk. Naar onze overtuiging onderstrepen de opstellers van het huwelijksformulier hier met name mee 13
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 14
dat de geslachtsgemeenschap binnen het huwelijk thuishoort. Het is onterecht om te veronderstellen dat de Heere God liever niet heeft dat man en vrouw zich aan elkaar verbinden. Dat zou in strijd zijn met de scheppingsopdracht. Wel is waar dat Paulus nadrukkelijk waardering uitspreekt voor mensen die een zodanige macht over hun eigen wil hebben, dat zij het huwelijk niet nodig hebben om toch met een rein geweten te kunnen leven.7 Paulus relativeert hiermee de waarde van seksualiteit ten opzichte van de dingen van de eeuwigheid. Maar, zegt Paulus, als er sprake is van een wettig huwelijk, dient dat huwelijk ook te functioneren ten aanzien van de seksualiteit: het zich aan elkaar onttrekken is alleen met beider toestemming voor een tijd toegestaan.8
Mensen met een verstandelijke handicap Mensen met een verstandelijke handicap zijn niet over een kam te scheren. Men kan niet spreken van dé verstandelijke handicap. Het betreft hier een zeer diverse groep mensen met uiteenlopende beperkingen, maar ook met uiteenlopende mogelijkheden. Daarnaast hoeft een verstandelijke handicap niet altijd uiterlijk zichtbaar te zijn. De meest gehanteerde definitie9 van het begrip ‘verstandelijke handicap’ luidt: ‘Een verstandelijke handicap verwijst naar aanzienlijke beperkingen in het huidige functioneren. Deze beperkingen worden gekarakteriseerd door een intellect dat aantoonbaar lager is dan het gemiddelde, terwijl er tegelijkertijd sprake is van beperkingen in twee of meer van de volgende vaardigheden: communicatie, zelfverzorging,
7. 1 Korinthe 7 8. 1 Korinthe 7:5. 9. Bron onder meer Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
14
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 15
wonen, sociale vaardigheden, deelname aan de samenleving, zeggenschap, gezondheid en veiligheid, toegepaste kennis, vrijetijdsbesteding en werk. De verstandelijke handicap komt voor het 18e jaar tot uiting.’ Deze omschrijving is ontleend aan de American Association for Mental Retardation. In de bovenstaande definitie wordt gesproken van een aantoonbaar lagere intelligentie dan gemiddeld. Daarvoor wordt de grens van intellectueel vermogen (IQ) van 70 à 75 aangehouden. Het IQ wordt hierbij gemeten met een intelligentietest. Een veel gehanteerde onderverdeling op basis van IQ is de volgende: • • • • •
zwakbegaafd: IQ 70/75-85/90; lichte verstandelijke handicap: IQ 50/55-70; matige verstandelijke handicap: IQ 35/40-50/55; ernstige verstandelijke handicap: IQ 20/25-35/40; diepe verstandelijke handicap: IQ lager dan 20/25.
Duidelijk is dat een laag IQ op zichzelf onvoldoende voorwaarde is om de diagnose ‘verstandelijke handicap’ vast te kunnen stellen. Het gaat ook om beperkingen in vaardigheden. Dat is van groot belang bij het doordenken van de vraagstukken met betrekking tot seksualiteit en relatievorming. De groep mensen met een verstandelijke handicap vertoont veel verschillen in ernst en oorzaak van de handicap, leeftijd en bijkomende stoornissen als motorische stoornissen, epilepsie, zintuiglijke stoornissen, psychische problemen en gedragsproblemen. In de wetenschap onderscheidt men vier niveaus van ‘intensities of support’, ofwel de mate waarin de verstandelijk gehandicapte steun nodig heeft:
15
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 16
Vier niveaus van intensiviteit benodigde zorg • ‘intermittent’: alleen op bepaalde momenten; • ‘limited’: regelmatig, maar in tijd beperkt; er is bijvoorbeeld training nodig in bepaalde vaardigheden; • ‘extensive’: regelmatig, bijvoorbeeld dagelijks, maar niet in tijd beperkt; in meer dan één setting; • ‘pervasive’: constant, zeer intensief in meerdere settings.
Hoewel er een zeker verband zal bestaan tussen deze niveaus en het IQ kan, afhankelijk van de omgeving waarin iemand verkeert of bijkomende handicaps, een laag IQ samengaan met een relatief geringe mate van ondersteuning of een hoger IQ met een hoge mate van benodigde ondersteuning. Iemand met een matige verstandelijke handicap bijvoorbeeld kan door bijkomende ziekten of stoornissen toch ‘extensive’ of ‘pervasive’ zorg nodig hebben. Politiek en maatschappelijk is er een verschuiving waarneembaar waarin meer nadruk ligt op de zorgbehoeften dan op de ernst van de handicap. Dat is onder meer waarneembaar in de wijzigingen in de definitie van zorgfuncties in de AWBZ en de Wmo. Daarin wordt bijvoorbeeld inmiddels onderscheid gemaakt in begeleiding gericht op zelfredzaamheid en begeleiding gericht op participatie.
Verstandelijke handicap en seksualiteit Seksualiteit is onderdeel van het leven van mensen met een verstandelijke handicap. Ook al blijft de ontwikkeling van de intelligentie achter bij het gemiddelde, mensen met een verstandelijke handicap ontwikkelen zich lichamelijk over het algemeen wel tot een ‘gewone’ volwassen man of vrouw. Zij missen echter in meerdere of mindere mate de vaardigheden om daarmee om te gaan. Het gaat dan zowel om praktische als om emotionele vaardigheden. Onder praktische vaardigheden vallen bijvoorbeeld zaken als de hygiëne rondom de menstruatie, het omgaan met 16
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 17
zaadlozingen, het dragen van passende en gepaste kleding en het consequent gebruiken van medicijnen. Onder emotionele vaardigheden vallen bijvoorbeeld zaken als het omgaan met gevoelens, het onderkennen en hanteren van prikkelingen, het kunnen aangeven dat je bepaalde dingen niet fijn vindt of niet wilt. Maar bijvoorbeeld ook het omgaan met verschillen ten opzichte van broers en zussen die wel trouwen en wel kinderen krijgen. Gelet op de grote verschillen tussen mensen met een verstandelijke handicap is het ondoenlijk om ĂŠĂŠn lijn uit te zetten met betrekking tot seksualiteit. Met het Bijbels kader als uitgangspunt kunnen we wel enkele handreikingen geven. Deze handreikingen worden uitgewerkt in dit handboek en in het bijbehorende vertelboek en werkboek. In deze paragraaf geven we een samenvatting van de handreikingen. De Bijbelse uitgangspunten gelden ook voor mensen met een verstandelijke handicap. Geslachtsgemeenschap is ook voor hen alleen mogelijk binnen het kader van het huwelijk. Wij sluiten de mogelijkheid van een huwelijk voor mensen met een verstandelijke handicap niet uit als beide partners kunnen voldoen aan de eerder genoemde voorwaarden uit het huwelijksformulier. In een volgend deel van het vertelboek en de bijbehorende handreiking zal hier verder op worden ingegaan. We realiseren ons wel dat voor de meeste mensen met een verstandelijke handicap een huwelijkssluiting geen haalbare kaart is. In die situaties moet zo goed mogelijk worden tegemoetgekomen aan de omgang met seksualiteit. Dat betekent in de eerste plaats dat ouders er goed aan doen, net als bij andere kinderen, zo vroeg mogelijk te beginnen met seksuele voorlichting. Daarbij moeten zaken zo concreet mogelijk benoemd worden. 17
opmk-HH.Handboek
01-07-2009
10:54
Pagina 18
Omstanders van mensen met een handicap dienen zich ervan bewust te zijn wat houding, kleding, gebaren en uitdrukkingen teweeg kunnen brengen. Aan de andere kant bestaat een deel van de vorming van kinderen met een handicap ook in het kunnen herkennen van gevoelens en het leren hoe daarmee om te gaan. Dat is uitermate moeilijk, maar niet onmogelijk. Scholen, orthopedagogen maar ook andere ouders hebben daar ervaring mee en kunnen instrumenten aanreiken. Hoe moeilijk het ook is, aan kinderen met een lichte of matige verstandelijke handicap zal ook verteld moeten worden dat sommige dingen niet kunnen of niet mogen. Daarin zijn geen absolute grenzen aan te geven. Sommige ouders zullen masturbatie willen verbieden, anderen juist niet. Sommigen zullen hun dochters anticonceptiva laten nemen, anderen juist niet. Daar waar de Bijbel ons geen duidelijk ja of nee aangeeft, willen wij terughoudend zijn en iedere ouder of begeleider ruimte geven voor zijn eigen verantwoordelijkheid. Ouders en andere opvoeders kunnen hun hoofd niet in het zand steken voor wat zich in de omgeving van hun verstandelijk gehandicapte kind afspeelt. Denkt u daar niet te makkelijk over. De voorbeelden uit het vertelboek zijn niet verzonnen: ze komen uit de dagelijkse (schoolplein)praktijk van kinderen die reformatorische scholen bezoeken. Zodra kinderen intensiever gaan participeren in het maatschappelijk verkeer, bijvoorbeeld door werk, dagbesteding, sport en clubwerk, worden ze alleen maar indringender geconfronteerd met (de vaak platte kanten van) seksualiteit. Een specifiek aspect in de begeleiding van kinderen en volwassenen met een verstandelijke handicap is het risico van (seksueel) misbruik. Mensen met een verstandelijke 18