Wat alcohol met je doet Plano:Autisme
16-03-2009
15:47
Alcoholmisbruik is een groot maatschappelijk probleem, dat onder alle lagen van de bevolking voorkomt. Het stereotype beeld van een beschonken man op een bankje in een park met een drankfles in zijn binnenzak, klopt dus niet. Veel overmatig alcoholgebruik vindt juist binnenshuis plaats. Wat alcohol met je doet biedt inzicht in de problematiek en biedt de probleemdrinker tips om het alcoholgebruik te evalueren en te veranderen. De naastbetrokkenen vinden in dit boek aanwijzingen voor een juiste reactie op het gedrag van de drinker. Het boek opent met vijf diepte-interviews. J. Boelaars (1979) is werkzaam als schoolmaatschappelijk werker. Drs. J. Rampersad (1972) is psycholoog en werkzaam in de verslavingszorg. Wat alcohol met je doet is een nieuw deel in de succesvolle serie ‘Wat … met je doet’, onder eindredactie van Arthur Hegger.
ISBN 978-90-239-2153-0
9 789023 921530 NUR 751
www.uitgeverijboekencentrum.nl
Boelaars & Rampersad Wat alcohol met je doet
Helder en informatief boek over alcoholmisbruik en -verslaving.
Pagina 1
Wat
Jantina Boelaars & Joyce Rampersad
alcohol met je doet
Jantina Boelaars en Joyce Rampersad
Wat alcohol met je doet
Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
www.uitgeverijboekencentrum.nl
Ontwerp omslag: Mulder van Meurs ISBN 978 90 239 2153 0 NUR 751 Š 2009 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud
Woord vooraf
7
Deel 1 Interviews door Wilfred Gouman en Christiaan Verschoor
11
Interview 1 Interview 2 Interview 3 Interview 4 Interview 5
13 22 30 36 43
Mieke en Jeroen van Straten Joost van Duin Sandra Middelburg AndrĂŠ de Graaff Dominee Stam
Deel 2 Alcohol, wat is er aan de hand? 1. Achtergronden van alcoholgebruik 2. Wat alcohol met je doet 3. De invloed van alcohol op relaties 4. Alcohol en opvoeding 5. Muur van ontkenning 6. Medeafhankelijkheid 7. Handreikingen om te stoppen met alcohol 8. Verschillende hulpverleningsvormen
51 53 62 75 91 97 106 124 132
Adressen van hulpverleningsorganisaties Overige websites Bronvermelding
136 138 140
Woord vooraf
Via een omweg werd ons gevraagd een boek te schrijven met als titel Wat alcohol met je doet. Gretig hebben we dit aanbod aangenomen. Beiden werk(t)en we in de verslavingszorg en werden daar geconfronteerd met de problemen rondom alcoholgebruik, zowel voor de drinker als voor de betrokken omgeving. Regelmatig vroegen we ons af hoe het komt dat mensen zo vast blijven houden aan bepaalde patronen in hun leven. Wat zorgt ervoor dat iemand toch weer naar de alcohol grijpt, als hij weet dat het zijn huwelijk kost? Wat maakt dat een partner blijft zorgen, haar trouwbelofte vast wil houden ondanks alle pijn en vernedering? Wat is de reden dat mensen alcoholgebruik zo ‘normaal’ vinden? Uit de gesprekken met mensen blijkt dat het niet meevalt om bepaalde gewoontes te doorbreken of bepaalde normen op te geven. Klaarblijkelijk zijn mensen vertrouwd geraakt met hun leven zoals dat op dit moment is, en houden dit koste wat het kost vast. Met dit boek willen we graag een bijdrage leveren met de wens een keer te brengen in de groeiende alcoholproblematiek in ons land. Beiden zijn we overtuigd christen, en we geloven dat God ons geschapen heeft en dat Hij niets liever wil dan dat we leven in overeenstemming met Zijn plan. Uit Hem… God is de Bron, de Oorsprong van het leven. Door Hem… de kracht die Hij aan elk van ons wil geven.
8 Tot Hem‌ het doel waarnaar wij altijd moeten streven. Bovenstaande woorden zijn naar aanleiding van Romeinen 11:36. We zijn niet bedoeld om te leven met een verslaving of met andere patronen die ervoor zorgen dat we niet tot ons recht komen. Vanuit die overtuiging hebben we dit boek geschreven. We willen mensen graag aanmoedigen om samen met God keuzes te maken. Tegelijkertijd weten we dat dit niet altijd eenvoudig is. Maar het kan wel, want we kennen ook verhalen van mensen die nu leven in vrijheid en niet langer gebonden zijn aan alcohol. In het boek zijn we de confrontatie niet uit de weg gegaan. In hulpverleningsgesprekken merkten we dat het nodig is dat mensen beseffen en ontdekken dat ze zelf een verantwoordelijkheid hebben en dus ook de mogelijkheid om keuzes te maken. Veel mensen kwamen in opstand als we het woord alcoholisme lieten vallen. Dit veroorzaakte vaak veel weerstand, omdat velen niet vinden dat ze alcoholist zijn. We hebben bewust gekozen voor de titel Wat alcohol met je doet (en niet Wat alcoholisme met je doet), omdat het ons niet zozeer om de vraag gaat of en wanneer iemand een alcoholist is. We stellen veel liever de vraag wat de betekenis is van alcoholgebruik en of men nog zonder kan. We spreken in dit boek dus niet over alcoholisme, omdat we die discussie niet willen voeren. We zouden dan voorbijgaan aan datgene wat ten grondslag ligt aan het alcoholgebruik. Mede voor de leesbaarheid hebben we ervoor gekozen om in het boek te spreken over de probleemdrinker in de mannelijke vorm. Het zal duidelijk zijn dat dit niet betekent dat er geen vrouwen zijn met een alcoholprobleem! In het eerste gedeelte komen mensen aan het woord die betrokken zijn (geweest) bij de alcoholproblematiek of zelf een alcoholprobleem hebben (gehad). Hun verhaal is een weergave van de praktijk van alledag. Hieruit blijkt tevens dat alcoholgebruik zo dichtbij is. Het gaat kerkdeuren niet voorbij en komt in alle lagen van de bevolking voor. We zijn dankbaar dat deze mensen willen meewerken en toestemming geven om
9 hun verhaal te publiceren. Hun namen zijn geanonimiseerd, behalve die van dominee P. Stam. Twee studenten van de Christelijke Hogeschool Ede, Wilfred Gouman en Christiaan Verschoor, hebben de interviews afgenomen in het kader van een afstudeeropdracht aan de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Het tweede deel bevat informatie over de gevolgen van alcoholgebruik op diverse gebieden van iemands leven. Er is een hoofdstuk dat gaat over opvoeding. Dit sluit aan bij de discussie die in 2008 op gang is gekomen in Nederland met de vraag of het goed is dat kinderen thuis alcohol ‘leren drinken’. Een thema dat regelmatig terugkeert in de gesprekken met mensen is ‘ontkenning’. Ook dit facet willen we niet uit de weg gaan. De omgeving van de probleemdrinker krijgt ook ruime aandacht. Naastbetrokkenen staan vaak alleen met hun verhaal, terwijl ze een belangrijke rol kunnen spelen bij de behandeling van de probleemdrinker. Zij zijn mede afhankelijk geworden van de alcoholproblematiek van hun partner/ouder/kind. Deze materie wordt in dit boek verder uitgewerkt, waarbij naastbetrokkenen ook gerichte handreikingen krijgen hoe om te gaan met het alcoholgebruik van de ander. We sluiten dit boek af met een hoofdstuk waarin we mensen met een alcoholprobleem op weg proberen te helpen naar de eerste verandering. Er worden concrete tips geboden en er wordt tevens uitleg gegeven over de diverse mogelijkheden van hulpverlening. Ten slotte gaat onze dank uit naar een aantal mensen die ons hebben gesteund, ons vrij hebben gezet van onze gezinnen, onze epistels herhaaldelijk hebben willen lezen en van commentaar hebben voorzien. Ronie, André, Arthur, Elly: dank jullie wel! Hendrik-Ido-Ambacht, juni 2008
1 Mieke en Jeroen van Straten
Mieke en Jeroen zaten al te wachten, zo werd me doorgegeven. Ze waren echter niet de enigen die in de wachtkamer zaten. Ach, iemand die alcoholist is geweest pik je er zo uit, dacht ik nog. In één tel beoordeelde ik alle gezichten van de mensen die er zaten om vervolgens Mieke en Jeroen aan te kunnen spreken. Er zaten eigenlijk alleen maar keurige mensen. Ook stond er een verzorgd jong stel te kletsen met een bekende van hen. Uit het gesprek kon ik opmaken dat zij Jeroen en Mieke moesten zijn en ik stelde mezelf voor. Ze kwamen sympathiek op mij over. We zochten een spreekkamer op en het gesprek kon beginnen.
Achtergrond Jeroen: Samen met mijn ouders en mijn één jaar jongere zus woonde ik in Amsterdam. Mijn ouders hebben altijd een eigen winkel gehad en werkten erg veel. Mijn vader was zelfs zes dagen per week in de winkel. Maar mijn moeder is gestopt met werken toen ik twee jaar was. Zodoende was ze altijd thuis als ik uit school kwam. Op school deed ik het prima en ook het sociale verkeer gaf mij eigenlijk geen problemen. Ik was een rustige, introverte jongen. Mijn zus daarentegen zocht de confrontatie op en had regelmatig ruzie met mijn vader. In zekere mate was hij autoritair te noemen: binnen het gezin was hij het meest bepalend en mijn moeder en ik luisterden en gingen niet tegen hem in. Na de basisschool heb ik eerst de havo en daarna de Middelbare Detailhandelsschool gedaan. Dat ging wel goed, maar in het tweede jaar ben ik blijven zitten. In dat jaar heb ik namelijk Mieke leren kennen. Die twee dingen zullen vast met elkaar te maken hebben gehad. Uiteindelijk heb ik de mds gehaald en ben ik met mijn vakdiploma binnen het familiebedrijf gaan werken.
14
Deel 1 – Interview 1
Omdat mijn vader ook op mijn werk bepalend was, kwam ik nog niet los van mijn ouders. Zelfs niet nadat Mieke en ik getrouwd waren. Overigens werkten Mieke en mijn zus(je) ook in het familiebedrijf. Mieke: Zelf kom ik ook uit een ondernemersgezin waar altijd hard gewerkt werd. Daarom heb ik altijd gezegd dat ik nooit met een ondernemer zou gaan trouwen. Toch heb ik na de havo ook de mds gedaan, daarna de heao en spd. Thuis was ik de oudste van de vier kinderen en had daardoor een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ook als het ging om de relatie van mijn ouders. Het ging niet altijd even goed tussen hen en vaak was ik dan aan het bemiddelen. Op een gegeven moment ben ik gewoon maar hard gaan werken om die ruzies en spanningen te vergeten. Maar ik heb het wel moeilijk gevonden dat er thuis niet veel warmte, geborgenheid en veiligheid was. Als ik achteraf terugkijk, denk ik dat mijn vader en Jeroens vader een groot alcoholprobleem hadden. Zij dronken veel en als gezin wisten wij dan ook niet beter. Maar door de ruzies en de problemen was er veel verdriet bij ons thuis. Daarin speelden ook factoren van buitenaf een rol. Gelukkig hebben wij daar vanuit de hulpverlening hulp voor gekregen. De alcoholverslaving Jeroen: In mijn studentenperiode ben ik voor het eerst met alcohol in aanraking gekomen. Mieke en ik gingen regelmatig met onze vriendengroep mee om iets te gaan drinken. De meeste vrienden dronken gemiddeld drie biertjes, maar ik zat al snel aan tien of meer. De anderen vonden dat best stoer en ik merkte dat de alcohol mij losser maakte. Ook de spanning die ik vanuit thuis ervoer, viel door het vele drinken van mij af. Bovendien vergat ik alle ellende een beetje die voornamelijk door de relatie met mijn vader veroorzaakt werd. Ik had het gevoel onder druk te staan, want alles moest gaan zoals hij het wilde. Bij mij leidde dat tot frustraties, omdat ik me er niet tegen verzette. Zelfs niet wanneer ik het niet met hem eens was. Ik dacht dan: ‘Ach, laat hem maar, ik pak wel een fles bier.’
Mieke en Jeroen van Straten
15
Toen ik Mieke leerde kennen, merkte ik dat ook zij een uitgesproken mening had. Tegen haar mening durfde ik ook niet in te gaan. Opnieuw gebruikte ik de alcohol als een vlucht, als iets waarmee ik mijn gevoelens kon onderdrukken. Maar het werd eigenlijk steeds erger. Eerst dronk ik alleen ’s avonds en in het weekend. Later dronk ik ook overdag, in het weekend, door-deweeks, ’s ochtends, onderweg van mijn werk naar huis en als ik thuiskwam. Meestal had ik al zes blikjes bier leeg vóór ik thuis was. Daar liep ik dan meteen naar de koelkast om een biertje te pakken, zodat Mieke mijn alcoholkegel niet zou ruiken. Ik zorgde er wel voor dat het niemand opviel dat ik zo veel dronk. Het bier verstopte ik in de tuin, op zolder of in de schuur. En op de momenten dat ik van huis weg was, kon ik ongemerkt mijn gang gaan. Het kwam regelmatig voor dat ik zelfs dronk achter het stuur. Later ben ik ook sterke drank gaan gebruiken. Om dat zo ongemerkt mogelijk te kunnen doen, dronk ik mijn eigengemaakte spa orange: spa, gemengd met sinaasappelsap en wodka. Maar dit is allemaal heel geleidelijk gegaan. Het is een proces van zo’n tien à twaalf jaar geweest. Mieke: Omdat hij een stiekeme drinker was, merkte niemand er iets van en ik ook niet. Toen we twaalf jaar geleden trouwden, wist ik wel dat hij aardig wat dronk. Op dat moment vond ik dat niet erg, maar al snel ging ik me eraan ergeren. We hebben toen concrete afspraken gemaakt: niet meer dan bijvoorbeeld drie biertjes op een dag drinken. Dat ging goed, want ik zag dat hij zich daar netjes aan kon houden. Wat ik niet wist, was dat hij er al zes ophad vóór hij thuiskwam. Op deze manier is het een tijd lang doorgegaan: ik was daarin best naïef. Na drie jaar huwelijk kregen wij onze oudste zoon. Een jaar na zijn geboorte kwam Jeroen op een avond helemaal beschonken thuis. Toen pas had ik voor het eerst het idee dat er meer aan de hand was. Want voordat Jeroen die avond was vertrokken, had hij verteld dat hij naar een kerkenraadsvergadering zou gaan. Er klopte dus iets niet in onze relatie. Ik had een man met wie ik geen contact kon krijgen, die een rare blik in zijn ogen had en eigenlijk heel depressief was. Meer kon ik niet zeggen, want het was voor mij allemaal nog onduidelijk. Allebei waren we druk aan het werk, we hadden een kind waar
16
Deel 1 – Interview 1
vooral ik te veel in opging. We leefden compleet langs elkaar heen. Dat is niet goed. Het ging ook niet goed, maar we wisten niet hoe dat kwam. Toen de verslaving aan het licht kwam, was dat voor mij een hele opluchting. Ik had duidelijkheid gekregen wat betreft onze relatie en dacht dat we dit wel even zouden oplossen. Want als het om hulpverlening ging, had ik vanuit thuis wel de nodige ervaring. In de Gouden Gids zochten we onder verslaving en zaten diezelfde dag nog bij een hulpverlener. Jeroen: Voor mij was het ergens een enorme bevrijding dat Mieke erachter gekomen was. Op een gegeven moment was ik zó radeloos, want ik had het al zó lang moeten verbergen. Maar ondanks mijn radeloosheid durfde ik het niet vanuit mezelf te vertellen. Die stap was te groot, omdat ik geen alternatieven voor me zag. Maar nu Mieke het weet, kan ik het delen. Nu kunnen we erover praten en er iets aan doen. Dat is een hele rust! Verantwoordelijkheid Jeroen: Toen ik dronk kende ik geen verantwoordelijkheid, het draaide allemaal om eigenbelang. Voor mij was de drank het belangrijkste, belangrijker nog dan mijn eigen kinderen. Ik dronk gerust wanneer zij bij mij in de auto zaten. Ook ging ik niet naar een verjaardag waar geen alcohol geschonken werd. Zo erg was ik gefocust op de drank en op mijzelf. Mieke: Het nemen van (belangrijke) beslissingen kwam toen meer bij mij te liggen. Jeroen was gewoon mijn vierde kind en gedroeg zich vaak als een lastige opstandige puber die geen verantwoordelijkheden nam. Dat was voor mij best moeilijk: ik moest alles alleen doen en miste hem daarin. Ik zorgde ervoor dat alles draaide en wilde dat zo goed mogelijk doen. Want, hield ik mezelf voor, dan heeft Jeroen geen reden om naar de drank te grijpen. Maar wanneer dat vervolgens wel gebeurde, had ik het gevoel te hebben gefaald. Ik dacht dan: ‘Er moet iets zijn waardoor hij zal stoppen met drinken.’ Ik ging vooral de lieve vrouw uithangen, zorgen dat
Mieke en Jeroen van Straten
17
de kinderen rustig waren aan tafel enzovoort. Maar na een tijd drong het tot me door dat er helemaal niks is, zelfs de kinderen en ik niet, wat hem ervan weerhoudt weer te gaan drinken. Dat is best schokkend. Hulpverlening Jeroen: Toen Mieke mijn alcoholprobleem ontdekt had, zijn we bij iemand van de Brijderstichting terechtgekomen. De hulpverlener pakte mij flink aan, maar wij vonden dat niet nodig. Wij dachten: ‘Ja maar zó erg is het niet! Er is wel een drankprobleem, maar dat lossen we makkelijk op.’ Het eerste jaar hebben we het alcoholprobleem behoorlijk ontkend en we dachten dat het in een paar gesprekken opgelost zou zijn. Maar achteraf begrijp ik de keiharde aanpak van de hulpverlener. Verslaafden hebben dat gewoon nodig. Ik heb toen gezegd dat ik direct zou stoppen met drinken. Dat heb ik ook gedaan en ik heb dat een jaar volgehouden. Mieke: Toen Jeroen de drank liet staan, was voor mijn gevoel het probleem opgelost. Maar ik wist niet dat er nog een heel traject voor nodig was. Vooral de omgeving vond het zielig dat Jeroen nooit alcohol kon drinken. Regelmatig kregen we dit ook te horen en dat vond ik best lastig. Daarom stelde ik na dat jaar voor om sociaal te gaan drinken. We dronken bijvoorbeeld een glas wijn als we uit eten gingen. Daar hadden we dan wel allerlei voorwaarden voor. Zo vierden we ons jaar ‘droog’ met een glas wijn. Jeroen: Vanaf dat moment ging het al snel mis en ben ik weer gaan drinken. Als ik heel eerlijk ben, ben ik in het proces van hulpverlening niet veranderd. De alcohol had ik laten staan voor mijn omgeving en voor Mieke, maar niet voor mezelf. Ik wilde laten zien dat ik echt wel zonder kon en dat ik niet verslaafd was. Het is me gelukt om lange tijd niet te drinken, maar daarmee raakte ik niet van de verslaving af. In die tussentijd raakte ik verslaafd aan porno. De pornoverslaving was voor mij een uitlaatklep, een andere manier om met mijn problemen om te gaan. Daarmee heb ik een
18
Deel 1 – Interview 1
deel van de spanningen opgevangen in de periode dat ik niet dronk. In het hulpverleningsproces ben ik daar niet eerlijk over geweest. Uiteindelijk is me dat funest geworden, want ik kreeg periodes dat ik heel veel dronk en het vervolgens weer een tijdje zonder alcohol deed. Mieke: We hebben in die periode veel verschillende soorten hulpverlening gehad (kerkelijk pastoraat, aa, Brijderstichting). Jeroen stopte dan een poosje met drinken en begon vervolgens weer. Uiteindelijk zijn we naar Stichting De Hoop gegaan en daar heeft Jeroen eerst deeltijdbehandeling gevolgd en later 24 uursbehandeling. We werden helemaal door de mangel gehaald. Wekelijks hadden we daar (relatie)gesprekken. Het moest nu maar eens een keer afgelopen zijn. Maar dat gebeurde niet. In het begin van de behandeling leek het even goed te gaan, maar al snel viel Jeroen weer terug in zijn alcoholgebruik. Hij leidde een dubbelleven en kwam terecht in het wereldje van het liegen. Jeroen was namelijk tijdens de gesprekken heel open over zijn alcoholverslaving, maar zei geen woord over zijn pornoverslaving. Dat was, achteraf gezien, ook de reden dat hij niet van de alcohol af kon komen. Er kan pas aan een verslaving gewerkt worden wanneer alles opengegooid wordt en er eerlijk over gesproken wordt. Dat is bij ons heel duidelijk gebleken. Jeroen: Op het moment dat ik over mijn pornoverslaving had verteld en had toegegeven dat het mij, ondanks de deeltijdbehandeling, niet was gelukt te stoppen met drinken, werd ik opgenomen in een 24 uursbehandeling. Ik werd intern opgenomen en daardoor kwam onze relatie steeds meer onder druk te staan. Het zag ernaar uit dat ons huwelijk zou stranden. We waren nog wel getrouwd, maar daar was het meeste dan ook mee gezegd. Geloofsovertuiging Jeroen: Toch hield ik me ondanks alles vast aan onze trouwbelofte. Mieke en ik hebben elkaar in de kerk trouw beloofd en God heeft ons huwelijk gezegend. God is het derde koord in ons huwelijk en Hij
Mieke en Jeroen van Straten
19
zal ervoor zorgen dat het niet zal breken. Als we dicht bij Hem blijven leven, zal alles uiteindelijk goed moeten komen. Hoewel we daar samen niet over konden praten, waren we er wel allebei mee bezig. Voor mij kwam de ommekeer toen Mieke mij het huis uitzette. Voor het eerst werd ik geconfronteerd met de keiharde gevolgen van mijn handelen. Meestal loste Mieke of iemand uit de familie mijn problemen op. Maar nu stond ik er helemaal alleen voor. ‘Dit is niet wat ik wil,’ dacht ik toen. Vanaf dat moment ben ik terechtgekomen in de 24 uursbehandeling en hadden Mieke en ik geen contact meer met elkaar. Hierdoor werd ik flink wakker geschud. Met vallen en opstaan ben ik verder tot inkeer gekomen en wist ik dat het een moeilijke weg zou gaan worden. Voordat ik terechtkwam in het hulpverleningstraject binnen Stichting De Hoop was ik niet veel meer met mijn geloof bezig. Ik had mijn relatie met God als het ware aan de kant geschoven, vooral op de momenten dat ik dronk. Toch zocht ik God nog wel met enige regelmaat, omdat ik binnen onze kerk ook ouderling was. Dat was heel dubbel, want op de momenten dat ik met mezelf in de knoop zat, zocht ik eerder de drank op dan dat ik God zocht. Mieke: Ik wilde heel graag bij Jeroen vandaan. Maar wilde God dat ook? Was dat wat God van mij vroeg? In de Bijbel heb ik naar antwoorden gezocht, want ik wilde heel graag Gods antwoord horen, ook al ging dat wellicht tegen mijn gevoel in. In zulke dingen kan ik erg zwart-wit zijn. Maar God zei niet tegen mij: ‘Ga maar scheiden, Mieke.’ Een pastoraal werker zei tegen mij: ‘Soms is er geen antwoord.’ Om die handreiking werd ik erg boos en dacht toen: ‘Als Jeroen vreemd zou gaan, heb ik een reden om te scheiden.’ Uiteindelijk is dat ook gebeurd, dat heeft Jeroen eerlijk opgebiecht. Ik heb hem toen het huis uitgezet en we zijn uit elkaar gegaan, gescheiden van tafel en bed. Maar toch had ik daar geen vrede mee. Ik moest leren om Jeroen helemaal los te laten en hem, ons huwelijk en mijn hele leven in Gods handen te leggen. Het was een zoektocht om te ontdekken wat Gods weg was voor mij. Wilde God dat ik met Jeroen door zou gaan of dat ik de relatie zou verbreken? We zijn met elkaar verder gegaan en het is gebleken dat dat, ondanks alles, toch kan. Maar het was wel érg moeilijk.
20
Deel 1 – Interview 1
Vertrouwen Mieke: Ik vertrouwde Jeroen niet meer. En het zal nog wel een tijd duren, voordat het vertrouwen weer terug is. Ik heb ook niet meer het idee dat je iemand volledig moet kunnen vertrouwen. Mijn ideeĂŤn daarover zijn anders geworden. Dat geldt ook voor de garantie dat hij niet meer zal gaan drinken. Die garantie heb ik gewoon niet. Eerst wilde ik zeker weten dat het niet meer zal gebeuren. Maar nu wil ik dat Jeroen weet en accepteert dat het vertrouwen er nog niet volledig is. Vaak kunnen verslaafden daar boos om worden. Ze vinden dat ze weer vertrouwd kunnen worden omdat ze alles opgebiecht hebben en gestopt zijn. Omdat alles stuk was, heb ik lang geworsteld over het moment waarop Jeroen weer naar huis kon komen. Ik heb moeten leren om aan te geven wat mijn moeiten waren om hem te kunnen vertrouwen. Dat was bijvoorbeeld als hij alleen achter de computer zat of later thuiskwam. Dan zei ik tegen hem wat ik van hem nodig had om hem te kunnen vertrouwen. Lange tijd heeft hij toen overzichten gemaakt waarin hij mij liet zien waar hij zijn geld aan uitgaf. Daarin heb ik veel van mezelf laten zien en heeft Jeroen ook heel veel moeten accepteren. Uiteindelijk is het ook een keuze geweest die je moet maken: geef je elkaar het vertrouwen of niet. Datzelfde geldt ook voor vergeving: wanneer je die keuze gemaakt hebt, volgt het groeiproces in kleine stapjes. Maar de stapjes op weg naar het vertrouwen zijn kleiner. Jarenlang ben je bezig geweest met controleren: lege bierflesjes tellen, hem achterna lopen, wanneer hij een zoen geeft ruiken of hij niet gedronken heeft. Dat kost heel veel tijd. Jeroen: Dat controleren vind ik niet echt leuk. Ik weet dat het terecht is, maar het is wel moeilijk dat ze dat nu soms nog doet. Het is een gevolg van mijn handelen, dat weet ik, maar ik moet ook leren mijn irritatie uit te spreken tegenover haar. Dat heeft weer met communicatie te maken. Want nu weet ik wat het met haar doet wanneer ik later thuiskom zonder dat ik dat laat weten. En voor mij is het een kleine moeite om haar even te bellen, waardoor ik haar uit die onzekerheid haal.
Mieke en Jeroen van Straten
21
Het leven na de verslaving Jeroen: Met ons als gezin gaat het nu gelukkig goed. We hebben drie kinderen: twee zonen van negen en zeven jaar en een dochter van vier jaar. Maar ook tussen ons gaat het goed. We hebben leren praten met elkaar en merken wel dat we erop moeten letten dat we met elkaar in gesprek blijven. God heeft veel voor ons betekend in de afgelopen jaren. Hij is namelijk in het hele proces de belangrijkste sleutel voor ons geweest. Met Zijn hulp hebben wij uiteindelijk alles weer op de rit gekregen. Ik drink nu helemaal niets meer, want dat kan niet. We hebben gezien dat het anders vroeg of laat weer helemaal misgaat. Vroeger waren we vaak de laatsten op een feestje, nu zijn we de eersten die weggaan op het moment dat mensen ‘aangeschoten’ raken. Je krijgt ook een wat andere vriendenkring. Je leeft gewoon anders: mooier, beter en leuker!