2 minute read
Cleveland Orchestra vitaler dan ooit
CLEVELAND ORCHESTRA
Door Eddie Vetter
Advertisement
Sinds jaar en dag behoort het Cleveland Orchestra tot de ‘big five’, de beste vijf orkesten van de Verenigde Staten. Nu heeft het ook zijn eigen label. Dat maakt meteen een vliegende start met zes sacd’s van superieure audiokwaliteit, allemaal live opgenomen.
Amerikaanse orkesten durven weer op tournee te gaan nu covid op z’n retour lijkt. Voorop het orkest uit Cleveland. Daar heeft Amsterdam pas nog van kunnen genieten. Uiteraard staan de uitvoeringen onder leiding van Franz Welser-Möst, die er al twintig jaar chef-dirigent is en onlangs voor vijf jaar heeft bijgetekend. Het orkest werd in 1918 opgericht. Het beklom de weg naar de top onder chefs als Artur Rodzinski en Erich Leinsdorf, maar een ware bloeitijd brak aan toen George Szell het dirigeerstokje overnam. Van 1946 tot zijn dood in 1970 regeerde hij met ijzeren hand over het gezelschap. Zijn perfectionisme en de kadaverdiscipline die hij van de musici eiste, waren
berucht. Niet voor niets werd een repetitie onder zijn leiding bij het Concertgebouworkest wel ‘Szell-straf’ genoemd.
George Szell was alleenheerser op alle fronten en alleen hij bepaalde welke musici deel konden uitmaken van zijn elitekorps. Hij smeedde het tot een perfect geoliede machine. Cleveland kreeg wereldfaam. Het ging op tournee in Europa en Azië, schitterde op festivals in Salzburg, Luzern en Edinburgh. Zo was het geen sinecure Szell na zijn dood op te volgen. Lorin Maazel had de reputatie van een ijdele kwast, maar wist tussen 1972 en 1982 wel het hoge niveau te handhaven. Na hem drukte Christoph von Dohnányi, die goede connecties had met de platenmaatschappijen, bijna twintig jaar lang zijn stempel op het orkest.
En toen was Franz Welser-Möst aan bod. Als erfgenaam van Szell beslist de chef-dirigent nog steeds als enige wie er wordt aangenomen. Meer dan de helft van de huidige orkestleden is nu door hemzelf geselecteerd. Hij wil geen grote ego’s maar teamspelers. Ze moeten vooral goed naar hun medemusici kunnen luisteren, zoals te horen is in het homogene samenspel. De Oostenrijkse dirigent streeft daarbij naar een Midden-Europese zangerigheid, met veel aandacht voor een subtiel coloriet.
Ook de programma’s hebben een eigen karakter. Welser-Möst combineert meestal werken uit het ijzeren repertoire met minder bekende muziek. Op de zes sacd’s waarmee het label uit de startblokken is geschoten, staat Beethovens Strijkkwartet op. 132 in een versie voor strijkorkest naast Amériques van Varèse, Aus Italien van Strauss naast een nieuw werk van de Oostenrijkse componist Johannes Maria Staud, de Derde symfonie van Prokofjev naast Okeanos van Bernd Richard Deutsch, de Tweede van Prokofjev naast het Concert voor piano en strijkers van Alfred Schnittke, de Negende van Schubert naast het serieel opgezette Static and ecstatic van Ernst Krenek.
Zelfs als het Cleveland Orchestra helemaal in zijn element op één sacd alleen symfonische gedichten van Strauss speelt, ruimt Welser-Möst naast de bekende Don Juan en Till Eulenspiegel plaats in voor de veel minder vaak gespeelde Macbeth. Net even afwijken van de gebaande paden en het grote publiek vasthouden: onder zijn leiding lijkt het 104-jarige orkest vitaler dan ooit.
Franz Welser-Möst
Subtiel coloriet
R. STRAUSS THREE TONE POEMS
THE CLEVELAND ORCHESTRA O.L.V. FRANZ WELSER-MÖST HARMONIA A 0810042320420 (SACD) VKZ.NL/22441 € 26,99