Drie tips voor een vlekkeloos kamp

De tofste kampterreinhuurder van de zomer, dat wil iedereen toch worden, niet? Maar we weten ook wel dat sommige sjarels - in al hun enthousiasme - soms vergeten dat ze ook buren hebben op kamp. Een boze buur hier, een strenge burgemeester daar ... Laten we zorgen dat ze jullie graag zien komen. Hoe doe je dat? Door ruzie en misverstanden te voorkomen in plaats van ze op te moeten lossen. Hier, drie gratis gouden tips!

GOUDEN TIP 1: LEER JE KAMPBUREN KENNEN

Steek een briefje in de brievenbus om de buren uit te nodigen voor een aperitief op je voorkamp. Gezelligheid troef met een hapje en een drankje! Zo zien ze wat voor een toffe bende jullie zijn. Vertel over de leuke activiteiten die je zal doen en wanneer het misschien wat luider kan worden. Je zal zien: zo kan je al op een pak meer begrip rekenen.

GOUDEN TIP 2: MAAK KENNIS MET DE GEMEENTE

Veel Waalse gemeenten hebben een Monsieur of Madame Camp. Het is de contactpersoon voor alle groepen die er op kamp komen. Pols al een keer hoe de vorige kampen verlopen zijn en waar je misschien extra aandacht aan kan schenken. Geen Monsieur of Madame ter beschikking? Probeer dan de gemeente vooraf te contacteren via bijvoorbeeld de eigenaar van het kampterrein.

GOUDEN TIP 3: DOE ALSOF JE THUIS BENT

Je kampterrein is jouw thuis voor één of meerdere weken. Het is dus ook een plek om zorgvuldig mee om te gaan. Als je thuis geen nachtlawaai maakt omdat je ouders morgen moeten gaan werken, is dat op kamp ook niet het strakste plan. Uiteraard mag het ’s avonds als de leden slapen gezellig zijn, maar aan de overkant van de straat liggen misschien ook mensen te slapen die de volgende dag graag fris en fruitig willen gaan werken.