Wie maken het onderwijs?
Wie maken het onderwijs? Teksten om van te leren
©Schoolvoorbeeld, onder redactie van Jip Kruis, Harfsen 2015 Auteurs hebben en houden het auteursrecht op hun eigen artikel. ©Han Wossink, ©Marloes van der Werf, ©Mirjam Tuinder, © Annemarie van Toorn, ©Michiel Smit, ©Pieter Schouten, ©Millicent Kruis, ©Jip Kruis ©Jenny Krens, ©Onno Kalverda, ©Marian van Gog, ©Pierre Eggels, ©Pauline Buit, ©Geeke Bruin-Muurling Eindredactie: Ellen Dupuis Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever of de auteur van het desbetreffende artikel. ISBN: 978-90-78857-08-2 Omslag ontwerp: Pauline Buit, Foto: Sailing in a paper ship, Natalia Crespo Ontwerp binnenwerk: Pauline Buit Alle links in de teksten zijn (aanklikbaar) te vinden op de website. www.wiemakenhetonderwijs.nl
Inhoud Voorwoord 7 In de praktijk 9 Marian van Gog
Creatief binnen de kaders
19
Pauline Buit
Hoe het begon en een heel lang “wordt vervolgd”
26
Pierre Eggels
Wat zoekt een uitgever in een auteur
37
Mirjam Tuinder
Wie zijn die educatieve auteurs?
43
Jip Kruis
Auteur in tijdnood
55
Michiel Smit
De eenzame educatief auteur die afwisseling zoekt
60
Jenny Krens
Hoe ik scenarioschrijver werd – ervaringen met schrijven voor ICT
64
Millicent Kruis
Hoe komen die afbeeldingen in het boek?
70
Onno Kalverda
Schrijven of de kunst van het compromissen sluiten
77
Han Wossink
Waar begin ik aan...?
84
Marian van Gog
Voortschrijdend inzicht...?
87
Marian van Gog
Schrijver zonder klas
89
Michiel Smit
Hoe plan je een opdracht vanuit het onderwijs en hoe voer je die uit?
94
Jenny Krens
De vloek van kennis
99
Pauline Buit
Sluikreclame 106 Marloes van der Werf
| 5
Help! Feedback!
112
Marian van Gog
Hoe de uitgeverij een koekiemonster werd
119
Jip Kruis
Samenspel tussen docent en lesmateriaal voor zelfstandig werken
124
Geeke Bruin - Muurling
Een nieuwe methode
133
Pieter Schouten
Educatieve uitgeefcontracten in de praktijk
136
Annemarie van Toorn
Kun je iemand iets leren?
151
Jip Kruis
Test: Wat voor educatieve auteur ben jij? Op welke vragen wil je antwoord? Wie maakten dit boek?
6 | 6ďťż
159 163 166
Voorwoord Ze fluisterde ‘Jij bent een wijs mens. Schrijf alles wat je weet op. Dan weet ik het ook!’
Juffen en leermeesters, docenten en trainers: ze kunnen een onuitwisbare indruk achterlaten. Achter die mensen gaat een wereld schuil, die ongekend is. Waar de basis wordt gelegd voor het leren van kinderen en volwassenen, in scholen, leergangen, instituten en culturele broedplaatsen. De wereld van de leermiddelenmakers, de educatieve auteurs die - vrijwel altijd op de achtergrond - hun creatieve, leerzame en behulpzame teksten aaneenrijgen tot boeken, digitale leeromgevingen, interactieve apps, toetsen, handleidingen en educatieve rondleidingen.
Het werk van leermiddelenmakers en hun invloed op het leerproces van bijvoorbeeld de honderdduizenden kinderen die dagelijks naar school gaan, komt vrijwel nooit in de spotlights. Dit is het eerste boek waarin leermidddelenmakers vertellen over hun activiteiten en de manier waarop hun werk tot stand komt. Vijftien mensen geven een inkijkje in de wereld van makers van onderwijs en geven antwoord op een palet aan vragen zoals: Hoe schrijf je een goede lestekst? Op hoeveel manieren kun je een vraag stellen? Hoe leer je als educatief auteur schrijven voor ICT-leermiddelen? Wat verdien je er nu mee? Welke eisen stelt een uitgever aan een educatief auteur? Hoe komen die illustraties in het boek? Wat staat er in een uitgeefovereenkomst? Hoe word je (toevallig?) educatief auteur?
Als je je betrokken voelt bij onderwijs en leren, kun je je met dit boek een beeld vormen van het werkveld en mogelijk de vraag beantwoorden of het beroep ‘educatief auteur’ bij je past. Want leermiddelen maken is een mooi en veelzijdig vak. Ook voor andere geïnteresseerden in onderwijs en leren is het verrijkend om kennis
| 7
te nemen van de manier waarop leermiddelenmakers met hun vak bezig zijn, te lezen wat hen drijft en te ontdekken hoe ze hun kennis, kunde - en invloed - inzetten. In dit boek tonen ze hun vakmanschap. Uit alles blijkt dat het schrijven van leermiddelen een boeiend vak is, met een grote impact.
Jip Kruis
8 | Voorwoord
Test: Wat voor educatieve auteur ben jij? Geef jezelf een punt voor het gekozen antwoord en vul daarmee de tabel onderaan de test in. De test geeft slechts een indicatie. Aan de uitslag kunnen geen conclusies worden verbonden.
1. Waar zoek je de antwoorden van deze vragenlijst?
A Achterin het boek
B In de handleiding
C Antwoorden?
D Ik maak zelf mijn uitwerkingen
2. Wat koop je voor je royalty’s?
A Een nieuwe auto
B Een paar schoenen en andere accessoires
C Ik betaal de gasrekening ermee
D De huur van mijn flexwerkplek
3. In de consumentengids staat een vergelijkende test van pastasauzen onder de rubriek voeding en gezondheid. Een illustratieve foto van een bord pasta met nog wat ingrediënten eromheen. Aan jou het verzoek om er opdrachten bij te maken. Welke tegenvraag stel je als eerste?
A Mag het ook een praktijkopdracht zijn?
B Voor welk niveau en welke leeftijdsgroep zijn de opdrachten?
C Met welk doel worden de opdrachten gemaakt?
D Hoeveel opdrachten wil je hebben?
4. Noem je jezelf educatief auteur?
A Ik ben tekstschrijver en schrijf ook af en toe educatieve teksten.
B Ja
| 159
C Soms D Nooit
5. Wanneer is een tekst af?
A Als deze is geaccepteerd door de opdrachtgever.
B De tekst is nooit af, ik stuur af en toe correcties en aanvullingen naar de uitgever.
C De versie die naar de eindredacteur gaat, is voor mij af.
D Als ik de eerste complete tekst inlever.
6. Je bent op vakantie. Gesteld dat je je werk en computer thuis hebt gelaten, hoeveel lesideeën gaan er dan in een week door je hoofd?
A Vakantie is vakantie. (0 lesideeën)
B Een vreemde stad, museum of landschap kan een enkel idee bij me bovenbrengen, maar gelukkig hoef ik daar niets mee. (een enkel lesidee)
C Ik bedenk wel eens iets wat ik misschien later zou kunnen gebruiken en maak soms zelfs een aantekening. (een paar lesideeën)
D Een fototoestel heb ik altijd wel bij me. Met die foto’s leg ik ook opkomende lesideeën vast. (veel lesideeën)
7. Door een foutje in de planning van de opdrachtgever, moet de kopij drie weken eerder worden ingeleverd. Wat doe je?
A In het belang van het product ga ik dag en nacht werken om het af te krijgen.
B Ik kondig aan dat de nieuwe deadline mogelijk niet gehaald kan worden, werk in hetzelfde tempo door en lever het werk twee weken voor de oorspronkelijke inleverdatum in.
C Ik bespreek met de uitgever wat de consequenties zijn van het verschuiven van de deadline voor mijn en zijn werk en ga ervan uit dat we er in een goed gesprek wel uitkomen.
D Zo’n bericht bereikt mij meestal niet. Ik doe er verder het zwijgen toe en zie dan wel of ik om vergeving moet vragen bij het inleveren van het werk op de oorspronkelijke inleverdatum.
160 | Test: Wat voor educatieve auteur ben jij?
8. Je krijgt de opdracht om voor een zomerkamp een instructie te ontwikkelen over het bereiden van een ontbijt met bacon en eieren. Hoe ga je dat aanpakken?
A Korte instructie: vraag aan de leiding hoe je het ontbijt klaarmaakt.
B Een instructiefilmpje met beeld en instructieteksten, met een vijf-stappenplan op papier met tekeningen en uitleg.
C Een interactieve app, die steeds de volgende handeling weergeeft.
D Vragen wat het doel en de doelgroep zijn; wellicht kunnen ze zonder instructie.
9. J e krijgt feedback op een hoofdstuk van de redacteur en een collega-auteur. Ze schrijven tegenstrijdig commentaar bij jouw tekst en opdrachten. Hoe red je je hier uit en wat doe je met het commentaar?
A Ik pas de tekst een beetje aan, waar mij dat zinvol lijkt en de meelezers het met
B In de afweging die ik maak, probeer ik rekening te houden met alle inbreng. Als
elkaar eens zijn.
ik moet kiezen, gaat het commentaar van de redacteur van de uitgever voor, omdat dat de opdrachtgever is.
C Ik maak een afweging vanuit vakinhoud en didactiek, neem alle commentaar serieus in overweging en ga in overleg als dat nodig is.
D Ik ben de deskundige en beslis over de uiteindelijke inhoud.
10. Hoe belangrijk zijn leerdoelen in jouw werk?
A Alles draagt bij aan de leerdoelen en het geheel moet precies de leerdoelen dekken.
B De leerdoelen zijn het belangrijkste middel om keuzes voor teksten en op-
C Nauwelijks, ik redigeer teksten van anderen.
D De leerdoelen vormen de minimumgrens, maar je moet altijd meer aandragen
drachten te maken.
dan uitsluitend de vaardigheden in de leerdoelen.
ďťż| 161
Conceptauteur
Toevallig (ook) auteur
Redacteur
Vakauteur
1
A
B
D
C
2
C
D
B
A
3
B
C
D
A
4
A
B
C
D
5
C
D
B
A
6
B
A
D
C
7
A
C
B
D
8
A
C
D
B
9
B
D
C
A
10
C
A
B
D
Totaal
Redacteur De hardwerkende auteur, die de losse eindjes van anderen tot een net geheel weeft. Soms de auteur die zo weinig tijd krijgt dat je geen fatsoenlijk werk mag verwachten. Vakauteur
De expert die didactiek en vakkennis combineert. Soms de betweter die geen tegenspraak duldt.
Conceptauteur De gerijpte vakauteur, die didactiek tot zijn kunst heeft verheven. Soms het equivalent van de manager. Toevallig (ook) auteur De passant die serieus maar op eigen wijze invulling geeft aan vakmanschap. Soms de auteur die ongepaste vragen stelt.
162 | Test: Wat voor educatieve auteur ben jij?
Op welke vragen wil je antwoord?
Helpen leermiddelen bij het leren?
151-158
Hoe bewaak je als educatief auteur je professionaliteit?
106-111
Hoe blĂjf je educatief auteur?
26-36
Hoe combineer je educatief schrijven met een baan?
55-59
Hoe ga je om met feedback?
112-118
Hoe geef ik zelf feedback?
112-118
Hoe houd je rekening met de voorkennis van je doelgroep (zonder dat je eigen kennis dat in de weg zit)
99-105
Hoe jongleren leerkrachten?
77-83
Hoe kom ik onder de mensen?
60-63
Hoe kun je creatief zijn binnen de kaders van een opdracht?
19-25
Hoe kun je educatief schrijven als je niet voor de klas staat?
89-93
Hoe leer je als educatief auteur schrijven voor ICT-leermiddelen? Hoe lees je een uitgeefcontract? Hoe maak je duidelijk welke illustratie je wilt gebruiken? Hoe schrijf je een goede lestekst?
64-69 136-150 70-76 9-18
Hoe sluit een auteur compromissen?
77-83
Hoe tevreden zijn educatief auteurs?
43-54
Hoe vaak mag een concept veranderd worden (voordat jij je stem laat horen)? 87-88 Hoeveel geld gaat er in de branche om?
119-123
Hoeveel inbreng heeft een auteur?
87-88
Hoe voer je een opdracht uit in het MBO?
94-98
Hoe werken concepten?
77-83
Hoe word je (toevallig?) educatief auteur?
26-36
Hoe wordt een nieuwe methode op een basisschool geselecteerd?
133-135
Hoe zorg ik voor aansluiting bij de doelgroep?
99-105
ďťż| 163
Hoe zorg ik voor afwisseling in lessen en in opdrachten?
99-105
Kun je bomen iets leren?
151-158
Kun je leven van het werk als educatief auteur?
119-123
Op hoeveel manieren kun je een vraag stellen?
9-18
Op welke manier kan ik afwisseling zoeken?
60-63
Op welke plekken kun je nog meer werken naast je bureau thuis?
60-63
Telt jouw mening ook?
84-86
Voor welke aanvullende ICT-leermiddelen kun je als ‘boekauteur’ zoal worden ingezet?
64-69
Waar haal je de tijd vandaan om te schrijven?
55-59
Waar loop je zoal tegenaan als je zelf iets uit wilt laten geven?
26-36
Waar moet je rekening mee houden als je een opdracht uit het onderwijs krijgt? 94-98 Waarom heb je als ICT-auteur zoveel administratieve handelingen? Waar worden de boeken gedrukt? Wat gebeurt er tijdens de productiefase met de illustraties?
64-69 119-123 70-76
Wat is de rol van de schoolboekhandel bij de aanschaf van lesmethodes in het basisonderwijs? Wat is een proeve bekwaamheid?
133-135 94-98
Wat is het belang van het auteursrecht tegenover het exploitatierecht van de uitgever?
136-150
Wat leer je van het contact met de doelgroep?
89-93
Wat schrijven auteurs over uitgevers?
43-54
Wat verdienen de leermiddelenmakers?
43-54
Wat verdien je er nu mee?
136-150
Wat vraagt een uitgever van je als je ‘iets creatiefs’ moet maken?
19-25
Wat wordt in het onderwijsveld bedoeld met creativiteit?
19-25
Wat zijn de randvoorwaarden waarbinnen een auteur aan de slag moet?
37-42
Weet jíj wel hoe je leert?
151-158
Welke eisen stel je aan je lesmateriaal vanuit een gegeven doel?
124-132
Welke eisen stelt een uitgever aan een educatief auteur?
164 | Op welke vragen wil je antwoord?
37-42
Welke inspraak heb je als educatief auteur?
84-86
Welke rol heeft lesmateriaal voor zelfstandig werken?
124-132
Welke soorten feedback zijn er?
112-118
Zijn leerkrachten dummy’s? (Nee toch!) Zitten er verborgen boodschappen in educatieve leermiddelen?
9-18 106-111
ďťż| 165