VITO VISION

Page 1

vision >> Duurzame chemie De chemische sector op een kruispunt

>> VITO viert feest! >> KLIMAAT > ONTBOSSING TEGENGAAN ALS KLIMAATMAATREGEL >> VOEDSELMONITORING > Hoe gezond is ons barbecuevlees? >> In de kijker >> KMO VINDT VITO

nr. 3 DECEMBER 2009


Beste lezer, U zal het misschien niet onmiddellijk merken, maar deze VISION staat in het teken van de strijd tegen de klimaatverandering en van de Klimaatconferentie in Kopenhagen. Het verdwijnen van bossen is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de toename van de CO2-uitstoot en de opwarming van het klimaat. De wereldwijde aanpak van ontbossing - REDD of Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation - is dan ook een cruciaal punt op de agenda van de Klimaatconferentie in Kopenhagen. Vanaf het moment dat de methode voor die wereldwijde aanpak een feit is, kan VITO ontwikkelingslanden bijstaan bij de praktische uitwerking dankzij een unieke combinatie van expertise op het vlak van aardobservatie, ruimtelijk-dynamisch modelleren en emissiereductie van broeikasgassen.

VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

2

Na Kopenhagen voorzien regeringen en internationale organisaties, zoals de EU en de Verenigde Naties, wereldwijd een investeringsfonds van maximaal 100 miljard euro per jaar om Cleantechtechnologie naar ontwikkelende landen en met name naar sterk groeiende industrielanden zoals China, India … te brengen. Dit investeringsfonds biedt ongekende financiële mogelijkheden aan innoverende, duurzame westerse en Vlaamse bedrijven om hun technologie ook ingang te laten vinden in de sterk opkomende groeilanden. De aandacht van VITO en essenscia om de bestaande petrochemie om te vormen tot duurzame chemie is daarom niet enkel interessant en nodig voor Vlaanderen, maar biedt o­ ngekende exporten ondersteuningsmogelijkheden voor deze nieuwe chemie. Deze mogelijkheden, de oprichting van de Vlaamse Cleantech Associatie en de uitdagingen voor Vlaanderen en de Vlaamse industrie, waren daarom de insteek tijdens de academische viering ter gelegenheid van VITO 18 jaar. Immers waar ‘Climate change’ wordt beschouwd als ‘het probleem’ wordt ‘Cleantech’ beschouwd als ‘de oplossing’. En omdat VITO zich positioneert als de technologie-ontwikkelaar van Cleantech-oplossingen is na de eerste 18 jaar van VITO een bloeiende toekomst verzekerd. Uit het reeds glorierijke verleden van VITO herinneren we ons 1999 en de jammerlijke dioxinecrisis, waarin VITO een cruciale rol speelde om tijdig de gewenste en nodige informatie te verschaffen. Het VITO-onderzoek is sindsdien verder verfijnd. VITO speurt nu in opdracht van het Federaal Voedselagentschap ook naar voedselcontaminanten, die momenteel nog niet gereglementeerd zijn. Naast voedselveiligheid voegt VITO ook voedingswaarde en -kwaliteit toe als parameters. Niet alleen ongezonde, maar ook gezonde bestanddelen worden gemeten. Dit alles wordt u in dit VISION-nummer smakelijk geserveerd. Ik wens u veel leesplezier, Dirk Fransaer Gedelegeerd bestuurder


De chemische sector op een kruispunt D

uurzame ontwikkeling, groene economie: het zijn sleutelwoorden in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord, Vlaanderen in Actie en het Pact 2020. De chemische sector levert zijn bijdrage door hoog in te zetten op de transitie naar een duurzame chemie. Duurzame chemie vergt een omslag in denken, maar vraagt ook de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde technologie. Om de noodzakelijke doorbraken te realiseren, breken VITO en essenscia een lans voor samenwerking over de muren van bedrijven en onderzoekscentra heen.

Naar een duurzame chemie

Met een jaarlijkse omzet van 55 miljard euro en een tewerkstelling van 94 000 mensen speelt de sector van de chemie en de biotechnologie een voorname rol in de Vlaamse economie. In de toekomst kan dat belang nog groeien: de sector heeft immers een groot potentieel om de maatschappelijke problemen van vandaag en morgen te counteren. De chemie kan met andere woorden een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzame maatschappij. Tegelijk staat de chemische sector voor grote uitdagingen: de schaarste aan grondstoffen, de stijgende kosten, de globalisering van de economie, de maatschappelijke vraag om duurzaam te ondernemen, de alsmaar groeiende verwachtingen van de consument … Om zijn leiderspositie in deze wijzigende context te verstevigen, kan de chemische sector niet naast radicale innovaties. Die zijn nodig om schonere en efficiëntere technologieën te verankeren en zo gelijke tred te houden met de duurzame ontwikkeling, een absolute voorwaarde voor een chemie met toekomst.

Een nieuw onderzoeksprogramma

De transitie naar een duurzame chemie moet geschraagd worden door aangepast wetenschappelijk onderzoek. “Als toonaangevend onderzoekscentrum stemt VITO haar activiteiten af op de ontwikkelingen in de chemische sector. De chemische sector trekt voluit de kaart van duurzame chemie, en is vragende partij voor innovatieve en duurzame procestechnieken. Ook in ons onderzoek op het vlak van chemische processen, een expertisedomein waar VITO sinds jaren op inzet, is daarom een soort van transitie nodig. Het nieuwe onderzoeksprogramma duurzame chemie heeft precies als doel om de chemische sector in beweging wetenschappelijk te ­faciliteren”, verklaart Rik Ampe, directeur Industriële innovatie bij VITO. “Dat we ons onderzoek toespitsen op duurzame chemie, past ook binnen ons maatschappelijk werkingskader. Het verduurzamen van de chemische procesvoering is een basisvoorwaarde voor de duurzame ontwikkeling van onze maatschappij. In het licht van de opdracht die VITO voor de Vlaamse overheid uitvoert, is een programma rond duurzame chemie dan ook een logische stap.”

3 VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

FOCUS: DUURZAME CHEMIE: Het is nu of nooit


Meters maken

VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

4

“De overgang naar een duurzame chemie is een proces van jaren. VITO’s onderzoeksprogramma kijkt dan ook ver genoeg vooruit: welke innovaties zijn nodig om de chemische sector op lange termijn duurzaam te verankeren in Vlaanderen, welke technologieën zijn op lange termijn veelbelovend? Dat is het strategische, visionaire luik van ons onderzoeksprogramma. Maar we moeten ook nu al meters maken: concrete stappen zetten, gebruikmakend van de innovaties die vandaag al in de pijplijn zitten.”

“Niet toevallig vormen de eerste twee de speerpunten van ons onderzoeksprogramma rond duurzame chemie: het zijn immers twee domeinen waarin VITO de laatste jaren al heel wat expertise heeft opgebouwd. Om de innovatie concreet aan te pakken, hebben we in beide domeinen een aantal doorbraaktechnologieën geselecteerd. Die technologieën moeten op korte tot middellange termijn - binnen één tot zes jaar - een doorbraak kunnen teweegbrengen in de chemische sector.”

Om te weten welke paden ze met haar onderzoek op het gebied van duurzame chemie moet bewandelen, legde VITO haar oor te luisteren in de sector. Een bevraging in het kader van het FISCH-project (zie verder) legde drie grote onderzoeks­ noden bloot, die overeenstemmen met de grote uitdagingen voor een groene chemie: 1) grondstoffen op basis van biomassa als alternatief voor fossiele grondstoffen; 2) de procesintensificatie of de evolutie naar intensievere processen; 3) duurzame chemische producten.

In situ product recovery

Op het vlak van procesintensificatie wordt bijvoorbeeld veel heil verwacht van membraantechnologie, een onderzoeksveld waarin VITO reeds lang bekend is en sterk investeerde. Ludo Diels, onderzoeksleider Duurzame chemie bij VITO: “Membranen worden nu al intensief gebruikt voor de productie van drink- en proceswater en in waterzuiveringsinstallaties. Maar ook in chemische processen, die vaak in organische solventen verlopen, banen ze zich stilaan een weg. De ­ontwikkeling van solventresistente membranen maakt het mogelijk solventen te recupereren. Membranen met specifieke functionaliteiten en affiniteiten zijn tot uiterst efficiënte scheidingsprocessen in staat. Pervaporatiemembranen maken de scheiding van solventen uit water mogelijk en omgekeerd, en bieden een duurzaam alternatief voor de energie-intensieve destillatie. Deze ontwikkelingen in procesintensificatie laten ook toe om reactie en scheiding met elkaar te koppelen in één reactor, we spreken ook van in situ product recovery. Een voorbeeld is de integratie van fermentatie en pervaporatie om alcoholen te verwijderen.” “VITO ontwikkelt ook geavanceerde technologieën om van biomassa grondstoffen voor de chemie te maken. Eén van de doorbraakpistes is de productie van biomassa vertrekkende van CO2 als grondstof: tal van algen en micro-organismen kunnen CO2 omzetten in biomassa, die waardevolle stoffen bevat. Algen zijn dus een nieuwe interessante grondstof die gebruikt kan worden als basis voor chemicaliën en hoogwaardige producten. Een ander voorbeeld van een beloftevolle technologie voor de chemische sector is de toepassing van microbiële elektrochemie voor de productie van elektriciteit, waterstofgas of andere chemicaliën”, aldus Ludo Diels.

VITO zet membraantechnologie in voor het oogsten van algenbiomassa.


Duurzame chemie leeft ook in andere onderzoekscentra en universiteiten in Vlaanderen. En ook de bedrijven zelf investeren in R&D op dit vlak. Maar dat is niet voldoende, meent Frans Dieryck, gedelegeerd bestuurder van essenscia, de sectororganisatie van de chemische industrie en life ­sciences: “Heel wat bedrijven in onze sectoren hebben duurzame ontwikkeling al geïncorporeerd in hun bedrijfsvisie. Die ­bedrijven zijn vaak ook al bezig om hun onderzoeksstrategie te heroriënteren in de richting van duurzame chemie. Maar om Vlaanderen ook internationaal te positioneren als een topregio op het vlak van chemie, hebben we nood aan een open innovatieplatform. Een overkoepelend kenniscentrum dat zich, over de grenzen van chemiesectoren, onderzoekscentra en universiteiten heen, wijdt aan duurzame chemie. Er zijn voorbeelden van dergelijke kenniscentra in andere sectoren, denk maar aan het onderzoekscentrum voor nano-electronica en -technologie (IMEC) en het Vlaams Instituut voor Biotechologie (VIB).” Om klaarheid te scheppen over de economische en technische haalbaarheid van een centrum voor duurzame chemie, heeft essenscia samen met VITO het afgelopen jaar de haalbaarheidsstudie FISCH uitgevoerd (Flanders strategic Initiative for Sustainable CHemistry). “Deze studie had als doel om met alle betrokken partijen de fundamentele discussie te voeren over de noden en randvoorwaarden op het vlak van kennis, innovatie en onderzoek om de chemische industrie klaar te stomen voor de komende vijftig jaar”, legt Frans Dieryck uit. “Tientallen ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten werkten mee aan de studie. FISCH heeft drie strategische pijlers: een strategische onderzoeksagenda op papier zetten, een open onderzoeksstructuur tot stand brengen en een kenniscentrum voor duurzame chemie oprichten. De eerste ­finaliteit is een businessplan voor het kenniscentrum, dat we binnenkort zullen voorstellen.”

Kennis delen is cruciaal

Een open speelveld is nodig om duurzame chemie volwaar­ dige kansen te geven, daarover zijn VITO en essenscia het eens. “Zowel tussen de sectoren en bedrijven, als over de muren van universiteiten en onderzoekscentra heen moet worden samengewerkt”, meent Rik Ampe. “Het doel moet zijn om samen een beweging op gang te brengen, waardoor de duurzame chemie in Vlaanderen een kritische massa bereikt en zo in een stroomversnelling terechtkomt.” “De kracht van FISCH ligt precies in netwerking en samenwerking”, bevestigt Frans Dieryck. “De uitdaging bestaat erin om op zoek te gaan naar wat de partners bindt. En ondanks de verschillende posities en belangen van bedrijven toch samen stappen vooruit te zetten in die thema’s van gemeenschappelijk belang. Enkel wanneer bedrijven en onderzoeksorganisaties kennis delen en hun defensieve houding opzijzetten, maakt de duurzame chemie in Vlaanderen een kans.” Zowel VITO als essenscia engageren zich alvast om duurzame chemie op de agenda van politiek, bedrijfsleven en onderzoekswereld te houden, en zo voor de nodige dynamiek te zorgen. Dat FISCH een vervolg krijgt, lijkt dan ook een vaststaand feit.

5 VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

Kenniscentrum in de maak


Interview met uittredend voorzitter Rudi Verheyen

VITO staat met beide voeten in de maatschappij

V

ITO bestaat dit jaar achttien jaar. De symbolische overgang naar de volwassenheid is een mijlpaal voor de organisatie, maar valt ook samen met het afscheid van een gedreven gangmaker aan de top. Samen met de Raad van bestuur loodste voorzitter em. prof. dr. Rudi Baron Verheyen VITO door een rijkgevulde periode van 9 jaren. “Ik vertrek met een gerust hart, ja. Er staat een sterk VITO op de rails.”

VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

6

Professor Verheyen, VITO anno 2010 is niet meer de onderzoeksorganisatie die ze 9 jaar geleden was. Hoe is VITO in die periode geëvolueerd? “VITO is altijd al een onderzoekscentrum geweest dat kwaliteit torenhoog in het vaandel draagt. Maar vandaag durf ik zeggen dat ze als onderzoekscentrum ook met beide voeten in de maatschappij staat. Onze onderzoekers kijken verder dan de muren van hun onderzoekslabo, ze hebben oog voor de noden van industrie en beleid, en werken met een proactieve ingesteldheid en innovatieve blik aan het oplossen van maatschappelijke problemen. VITO is een sterk vraaggestuurde en klantgerichte organisatie geworden: de vragen van de klanten - bedrijven, sectoren, beleidsmakers - sturen ons onderzoek aan. VITO’s onderzoek staat ten dienste van de maatschappij, en duurzame ontwikkeling is onze leidraad geworden. Dat principe zit verankerd in de VITO-missie en vormt de baseline van onze programma’s, denk maar aan duurzame chemie en duurzame materialen.”

“Ook geografisch gezien heeft VITO de afgelopen jaren haar blik verruimd. Een logische evolutie: zowat alle thema’s en problematieken die VITO’s werkterrein uitmaken, hebben een internationale dimensie. En ook het beleid is sterk Europees en internationaal bepaald. Het is evident dat ook de wetenschap en de technologie over de landsgrenzen heen kijken en zich internationaal laten inspireren.”

Is VITO klaar voor de nieuwe uitdagingen die zich aandienen? “VITO heeft met haar nieuwe strategie een heel sterk verhaal. Bovendien is de organisatie klaar om het verhaal uit te dragen. VITO beschikt vandaag over een volledig hertekende organisatiestructuur met duidelijke taakverdelingen, een deskundige directie en een pak jonge medewerkers die de nieuwe bedrijfscultuur uitademen. Ik geloof dan ook dat dit nieuwe VITO in optima forma is om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan.” “De merites van de afgelopen jaren moeten we bestendigen en verzilveren, maar er mag geen stilstand zijn: nieuw, toekomstgericht onderzoek blijft VITO’s missie. Het blijft dus belangrijk om vooruit te kijken, wakker te zijn en oog te hebben voor nieuwe uitdagingen en kansen.”

Met welk gevoel kijkt u terug op uw mandaat als voorzitter? “Ik heb altijd gezegd dat ik op mijn zeventigste zou stoppen. En ik heb er alleszins een punt van gemaakt om weg te gaan vooraleer ze me zouden wegkijken (lacht). Ik heb dit altijd enorm graag gedaan, 100 % ook. Ik merk dat VITO, zowel in het beleid als in de bedrijfswereld, aanzien heeft. Grote koepelorganisaties zijn geïnteresseerd om met VITO in zee te gaan: dat bevestigt dat ze sterk bezig is. Ik kijk met voldoening terug: het doet goed te hebben meegewerkt aan de groei van een modern onderzoeksbedrijf dat er vandaag meer dan ooit staat.” Rudi Verheyen wordt opgevolgd door waarnemend voorzitter Harry Martens, ererector van de Universiteit Hasselt.


VITO viert feest!

E

m. prof. dr. Rudi Baron Verheyen neemt dit jaar afscheid na negen jaar als voorzitter van de Raad van bestuur én VITO wordt achttien jaar: twee prima redenen om te vieren. En dat deed VITO samen met al haar partners, op donderdag 26 november in het stijlvolle decor van de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen.

Het feest startte in de voormiddag met een wetenschappelijk colloquium i.sm. de Universiteit Antwerpen - de thuis­basis van professor Verheyen, waar internationale sprekers een ­visionaire blik wierpen op de monitoring van watersystemen in de 21ste eeuw. Het integraal waterbeleid is één van de beleidsdomeinen waarop het wetenschappelijke werk van professor Verheyen ontegensprekelijk zijn stempel drukte. In de namiddag volgde de academische zitting, waarvan het eerste deel in het teken stond van 18 jaar VITO. Dit deel werd ingeleid door Jef Roos, voorzitter van de Raad van bestuur van de K.U.Leuven en voorzitter van VITO van 1992 tot 1997, die de wording en groei van VITO schetste. Patricia Ceyssens, voorzitster van de Vlaamse Commissie Economie, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie en één van de vroegere voogdijministers van VITO vestigde vervolgens de aandacht op de energietransitie die onontkoombaar is, en de kansen die daarin liggen voor de Vlaamse kenniseconomie.

Flanders Cleantech Association

Gedelegeerd bestuurder van VITO, Dirk Fransaer, ging met een beklijvende presentatie voort op dit elan. Met veelzeggende cijfers over de status van onze aarde, onze economie en onze maatschappij, begeleid door de soundtrack van de film “The Dark Knight”, had ook hij de onverdeelde aandacht van het publiek. De climax van deze presentatie was de aankondiging van de Flanders Cleantech Association, die in 2010 wordt opgericht op initiatief van VITO en verschillende partners om, met de blik op de wereld, bedrijven te verenigen rond schone technologieën.

Een inspirerende gangmaker

Na een muzikaal intermezzo en een pauze was het de beurt aan J.P. Timmermans, uit naam van de rector van de Universiteit Antwerpen, Rudy Van Eysendeyk, directeur van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen en Hubert David, voorzitter van ARGUS en oud-voorzitter van de MINA-raad om hulde te brengen aan professor Verheyen. In alle vier deze organisaties, zo bleek uit de woorden van de drie sprekers, speelde professor Verheyen een cruciale rol als gepassioneerde en inspirerende gangmaker en liet hij met zijn kennis, zijn nooit aflatende inzet en tomeloze energie een onuitwisbare indruk na.

Jan Winters, adjunct-kabinetschef van de Vlaamse minister voor Leefmilieu, Natuur en Cultuur, besloot de namiddag­sessie met de uitreiking van de Prijs Rudi Verheyen 2009 aan de Leuvense wetenschapster Valérie Cappuyns voor haar baanbrekend onderzoek naar het mobiliteitsgedrag van zware metalen in gecontamineerde bodems in overstromings­gebieden. Voor de prijsuitreiking 2009 hield de laureate van 2008, Greet Schoeters (projectenmanager VITO) een vurig ­betoog over het delicate evenwicht tussen milieu en gezondheid.

Een nieuwe VITO-episode

Na het academische gedeelte van de viering werden de avondgasten uitgenodigd om bij te praten bij een diner. ’s Avonds bracht de nieuwe voorzitter van VITO, ererector van de UHasselt Harry Martens, hulde aan professor Verheyen, die nadien zelf op het podium kwam om afscheid te nemen. Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, Ingrid Lieten, dankte tenslotte professor Verheyen voor zijn grensverleggend werk in het Vlaamse milieu- en natuurbeleid en schetste enkele ontwikkelings­ lijnen voor VITO, zoals duurzame chemie, Cleantech en MIP2. Muzikale gast Helmut Lotti breidde een gesmaakt muzikaal einde aan dit onvergetelijke VITO-feest. VITO heeft de jaren van volwassenheid bereikt en gaat de komende jaren voluit voor haar missie: innoverende technologische oplossingen verschaffen en wetenschappelijk ­onder­bouwde adviezen geven om duurzame ontwikkeling te stimuleren en het economische en maatschappelijke weefsel in Vlaanderen te versterken. Dank, professor Rudi Verheyen, voor uw gewaardeerde inbreng in de voorbereiding van deze nieuwe, veelbelovende VITO-episode.

7 VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

Integraal waterbeleid


VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

8

KLIMAAT

Ontbossing tegengaan als klimaat­ regel: VITO bouwt expertise op

D

e Klimaatconferentie in Kopenhagen zorgt voor hooggespannen verwachtingen: krijgen we een nieuw klimaatakkoord dat voldoende krachtig is om de opwarming van de aarde te stoppen? De aanpak van ontbossing - REDD of Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation - is één van de hete hangijzers: een complex probleem waarvan de politieke onderhandelingen heel wat voeten in de aarde hebben. VITO combineert haar expertise op het vlak van aardobservatie, ruimtelijk-dynamisch modelleren en emissiereductie van broeikasgassen om ontwikkelingslanden bij te staan eens REDD in werking treedt. Een eerste project in Saint Lucia moet helpen om door de bomen het bos te zien.

1 hectare regenwoud, goed voor 500 ton CO2

Het verdwijnen van bossen is voor een behoorlijk deel verantwoordelijk voor de toename van de CO2-uitstoot en de opwarming van het klimaat. Bossen leggen namelijk CO2 vast in de vorm van hout, bladeren en wortels. Op die ­manier ­vormen ze een immense opslagplaats van koolstof, en ­dragen ze bij tot de regulatie van het klimaat op aarde. Een ­hectare regenwoud herbergt al gemakkelijk 500 ton CO2, wat ­overeenkomt met de jaarlijkse uitstoot van 100 auto’s. Maar als er bos gekapt wordt, dan komt er CO2 vrij: 17 tot 18 procent van de mondiale CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door ­ontbossing. In landen met veel bos, zoals Indonesië, kan ontbossing zelfs 80 % van de landelijke uitstoot ­veroor­zaken. Het verminderen van ontbossing is dan ook een logische ­manier om klimaat­verandering tegen te gaan. In politiek ­jargon wordt dat Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation (REDD) genoemd. Door het tegengaan van ontbossing worden ook de andere functies van bossen, zoals biodiversiteit, beschermd.

Fase van politiek onderhandelen

“Het is waarschijnlijk dat REDD een onderdeel gaat vormen van het nieuwe Klimaatverdrag dat in december in Kopenhagen wordt gesloten”, vertelt Tom Dauwe, klimaat­ expert bij VITO. “Maar hoe het REDD-mechanisme er gaat uitzien, is nog onduidelijk. Het algemene principe is dat bosrijke landen de wereld een dienst bewijzen als ze hun bossen laten staan. Doordat landen hun bos laten staan, lopen ze inkomsten mis, bijvoorbeeld uit de verkoop van hout, landbouw en mijnbouw. Daarvoor moeten ze gecompenseerd worden. Tot nu toe hebben allerlei landen, milieuorganisaties en universiteiten aanbevelingen gedaan en liggen er verschillende voorstellen op tafel. Nu is de fase van politiek onderhandelen aangebroken, met als hoogtepunt de Klimaattop in Kopenhagen. Finaal hebben zowel de ontwikkelingslanden als de Westerse landen bij REDD te winnen: voor de eerste kan REDD een bron van inkomsten zijn, voor de laatste een manier om via emissiehandel hun CO2-balans onder controle te krijgen. Maar er zijn nog heel wat knopen door te hakken: de financiering, het monetariseren van de CO2-reductie, het opzetten van een eerlijk bonusmalussysteem …”


Duidelijk is: eens het mechanisme voor REDD een feit is, zal er nood zijn aan specifieke expertise rond ontbossing en emissiereductie. Ontwikkelingslanden moeten aan ‘capacity building’ doen en tegen 2012 een plan van aanpak uitwerken. “Daarbij komt heel wat kijken”, benadrukt Dieter Cuypers, klimaatexpert bij VITO: “Hoeveel emissiereductie kan een land realiseren door bos te laten staan, hoe wordt de monitoring georganiseerd, welke sociale en ecologische criteria zijn van tel, wie gaat wat betalen?” “VITO bundelt nu haar kennis op verschillende vlakken om straks ontwikkelingslanden hierin bij te staan. Uniek is dat VITO enerzijds expert is op het vlak van emissiereductie, maar anderzijds ook specialist op het gebied van vegetatiemonitoring aan de hand van aardobservatie. Via haar rol in aardobservatieprogramma’s zoals SPOT-VEGETATION beschikt VITO over historische databanken met satellietbeelden van het hele aardoppervlak. VITO’s kennis op het gebied van ruimtelijk-­ dynamisch modelleren tenslotte laat toe om te voorspellen hoe het landgebruik evolueert en hoe beleidsmaatregelen, zoals REDD, er een impact op hebben. Die multidisciplinaire kennis maakt dat VITO straks een belangrijke internationale speler kan worden in het REDD-verhaal.”

Saint Lucia, een eerste case

Op Saint Lucia, een vulkanisch eiland op de Caraïben, voert VITO een eerste gevalstudie uit. Het eiland telt vele hectaren tropische bossen die, omwille van het geaccidenteerde reliëf, ontzien werden. Daarbij komt dat heel wat landbouwgronden op het eiland vrijkomen door het minder rendabel worden van de bananenteelt. “De combinatie van de lage ontbossingsgraad en de mogelijkheid om te herbebossen maakt het eiland tot een interessante case voor REDD”, geeft Tom Dauwe aan. “Uit vroegere onderzoeksopdrachten beschikt VITO over een ruimtelijk model van het eiland. Ze kan ook gebruikmaken van de satellietbeelden van het eiland van de laatste 20 jaar. Beide instrumenten moeten ons helpen om in te schatten hoe het bosareaal op Saint Lucia evolueert, en welk effect financiële stimuli in het kader van REDD daarop hebben. Aan de hand van dit proefproject wil VITO een bijdrage leveren aan een klaardere kijk op het REDD-gebeuren, een cruciale schakel in het oplossen van het klimaatprobleem.”

9 VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

VITO bundelt


VOEDSELMONITORING

Hoe gezond is ons barbecuevlees?

S

inds de dioxinecrisis staat voedselveiligheid Europees en in Vlaanderen hoog op de beleidsagenda. Monitoring van de voedselketen vormt al jaren een focus in VITO’s onderzoek. Recent peilden de VITO-experts naar de aanwezigheid van schadelijke PAK’s in barbecuevlees.

VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

10

We weten het allemaal: gebarbecued vlees is niet altijd even gezond. Verbranding van vetten bij hoge temperaturen en in afwezigheid van zuurstof geeft het ontstaan aan polyaromatische koolwaterstoffen (PAK’s). Deze stoffengroep is biologisch bijzonder persistent en heeft eigenschappen die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Van een aantal PAK’s is met name aangetoond dat ze kanker veroorzaken. Het vlees laten aanbranden, verhoogt de kans op PAK’s-vorming en is in elk geval af te raden. VITO onderzocht of er ook bij vakkundig bereid vlees nog factoren zijn die de concentratie van PAK’s beïnvloeden: het vetgehalte van het vlees of de gehanteerde barbecuetechniek.

Zestien PAK’s in het vizier

Kelly Servaes, onderzoeker Organische analysen bij VITO: “We onderzochten drie soorten vlees met een verschillend vetgehalte: steak, worst en spareribs. Dit vlees was telkens op vijf verschillende manieren bereid: op een gewone houtskoolbarbecue, op een houtskoolbarbecue voorzien van een aluminium afdruipschaal, op een houtskoolbarbecue aangestoken met kokosvezel, op een klassieke gasbarbecue en op een gasbarbecue met beschermde branders. In de bereide porties vlees maten we telkens de aanwezigheid van PAK’s. De afgelopen jaren heeft het PAK-onderzoek zich vooral geconcentreerd op de 16 PAK’s die het Amerikaanse EPA (Environmental Policy Agency) in de zogenaamde National Priority Pollutant List heeft opgenomen en op de 16 PAK’s die door de Europese Unie als prioritair zijn aangeduid. Ons onderzoek spitste zich toe op deze EU-PAK’s.”

Rechtstreeks contact blijkt bepalend

“Tussen het vetgehalte van het vlees en de concentratie aan PAK’s blijkt wel degelijk een verband te bestaan. Mager vlees zoals steak bevat na bereiding minder PAK’s dan de vette vleessoorten. En ook de bereidingswijze heeft duidelijk een invloed. Een klassieke gas- of houtskoolbarbecue geeft hogere PAK’s-concentraties dan een gasbarbecue met beschermde branders: het vet komt bij deze laatste niet rechtstreeks in contact met het vuur, en dat verklaart het verschil. Om dezelfde reden vermindert ook het gebruik van een afdruipschaaltje de hoeveelheid PAK’s.”

Ondanks de relatief hoge PAK’s-waarden die in sommige test­ reeksen werden gemeten, vormde het vlees dat VITO onderzocht toxicologisch geen gevaar. Toetsing aan de aanvaardbare gemiddelde dagelijkse inname van de EFSA (European Food Safety Agency) leert dat deze nergens overschreden werden. “Belangrijk is wel dat al het vlees door een chefkok bereid werd: geen van de stukken vlees was verbrand of zwartgeblakerd”, voegt Kelly Servaes nog toe.

Focus op voedselveiligheid, maar ook voedingswaarde Voedingsanalysen zijn een belangrijk onderdeel van VITO’s meetexpertise. Jaarlijks voert VITO in opdracht van het Federaal Voedselagentschap (FAVV) monitoringsprogramma’s uit om de veiligheid van de voedselketen te controleren. Deze onderzoeken hebben als doel voedselcontaminanten op te volgen die momenteel nog niet gereglementeerd zijn. Recente monitoringstudies peilen naar het voorkomen van brandvertragers en perfluorverbindingen. VITO neemt ook regelmatig deel aan certificeringen van voedingsreferentiematerialen in opdracht van het Institute for Reference Materials and Measurements (IRMM). Ook VITO’s strategisch onderzoek richt zich op monitoringtoepassingen voor de voedselsector: voedselveiligheid, maar ook voedingswaarde en -kwaliteit krijgen aandacht. Zo maakt het screenen van voedingsmiddelen op functionele voedselingrediënten, zoals antioxidanten, deel uit van VITO’s onderzoek.


In de kijker

VITO scoort op Eurofinish

Begin oktober vond in Flanders Expo de achtste editie van Eurofinish plaats, de Europese beurs voor oppervlaktetechnieken. Dit jaar ging de aandacht naar laser- en atmosferische plasma-activiteiten en naar de mogelijkheden op het vlak van energie- en milieuvriendelijke technologieën voor de kmo.

MIP2 goed van start

MIP2, de opvolger van het Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform, dat duurzame producten en technologieën in de kijker wil zetten, is succesvol van start gegaan. Op het startevent op woensdag 30 september daagden meer dan 300 geïnteresseerden op. 342 kijkers volgden de voormiddagsessie via internet. Onder de titel ‘Met MIP2 naar een ‘groene’ economie’ kregen de aanwezigen een boeiend en goed gevuld programma voorgeschoteld. Afgevaardigd bestuurder van VITO en tevens geestelijke vader van MIP, Dirk Fransaer, beet de spits af. Hij overtuigde de aanwezigen dat MIP2 een sleutelrol kan spelen in de transitie naar een groene economie. Geert De Meyer, directeur van het Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform, ging dieper in op de financieringsprogramma’s van MIP2. Ook Vlaams viceminister-president Ingrid Lieten, eveneens bevoegd voor Innovatie, en Jan Winters, adjunct-kabinetschef van de Vlaamse minister van Leefmilieu, gaven elk vanuit hun eigen beleidsdomein hun visie op de transitie naar een groene economie. In de namiddag werden de twee programma’s van MIP2 in detail toegelicht aan de hand van casestudies. Het eerste programma richt zich specifiek tot bedrijven die duurzame producten of processen willen ontwikkelen. Met het tweede wil MIP2 de noodzakelijke doorbraken forceren voor een transitie naar een groene economie. Onder de naam MIP2 stelt de Vlaamse overheid het komende jaar 5 miljoen euro ter beschikking aan onderzoeksinstellingen én bedrijven om duurzame technologieën en producten te ontwikkelen. MIP2 mikt op het sluiten van materiaal- en proceskringlopen volgens de ‘cradle-to-cradle’-filosofie én op de ontwikkeling van nieuwe technologieën voor slimme energieopwekking. Daarmee ondersteunt MIP de transitie naar een nieuwe, groenere economie. Meer info: www.mipvlaanderen.be

VITO gaf ook tekst en uitleg over hoe ze bedrijven ondersteunt die milieu- en energievriendelijke technologieën willen implementeren. Kmo’s genieten via het PRODEM-programma minstens 66 % subsidie.

11 VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

De VITO-stand kreeg veel bezoekers over de vloer en kon verschillende interessante contacten leggen. Vooral voor het laseroplassen en het coaten met atmosferisch plasma was er veel belangstelling, niet in het minst voor de innovatieve VITO-apparaten PlasmaSpot®, PlasmaLine® en PlasmaZone®.


Eerste workshop bewijst interesse voor PowerMatcher® Eerder dit jaar sloten het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en VITO een samenwerkingsovereenkomst om de PowerMatcher® verder te ontwikkelen en toe te passen. De PowerMatcher® is een nieuw coördinatiesysteem waarmee vraag en aanbod van elektriciteit efficiënter op elkaar kunnen worden afgestemd. Het is een belangrijke bouwsteen van de slimme elektriciteitsnetten (smart grids) van de toekomst.

VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

12

Op 28 oktober verzamelden zo’n 120 geïnteresseerden op de 1ste PowerMatcher®-workshop. Een breed deelnemersveld uit zowel Vlaanderen als Nederland zag met eigen ogen hoe de PowerMatcher® de stap zet van onderzoek naar toepassing. Er waren gesmaakte presentaties van distributienetbeheerders, energiesysteemproviders en energieleveranciers die de PowerMatcher® al in verschillende pilootprojecten toegepast hebben: in industriële virtual power plants, bij de introductie van hybride en elektrische voertuigen, voor de slimme aansturing van huishoudtoestellen… De twee plug-in hybride wagens net buiten de conferentiezaal trokken zelfs de aandacht van de omwonenden. De workshop sloot af met een geanimeerde discussie, een teken dat deze stap van onderzoek naar commerciële ontwikkeling met interesse gevolgd wordt. Meer info: patrick.vanschoubroek@vito.be of j.kok@ecn.nl

REACH: VITO houdt de vinger aan de pols

REACH is Europa’s nieuwe regelgeving voor de registratie, evaluatie, autorisatie en beperking van chemische stoffen. Dankzij onder meer een goed uitgewerkte risicokarakterisering van chemische stoffen wil REACH mens en milieu beter beschermen. Volgens REACH is de industrie zelf verantwoordelijk voor de risico’s verbonden aan chemische stoffen en voor de informatie over een veilig gebruik. VITO begeleidt bedrijven bij de risicobeoordeling en helpt hen met de sociaal-economische analyse van stoffen waarvan het gebruik onderworpen is aan verregaande restricties. Voor het uitvoeren van ecotoxiciteits- en in-vitrotoxiciteitstests met GLP-certificaat (Good Laboratory Practice) kunnen bedrijven een beroep doen op de gespecialiseerde diensten van CARDAM. VITO biedt samen met haar partners een integraal REACHdienstenpakket aan. IRIS lutea is bijvoorbeeld een project waarin CARDAM, de Katholieke Hogeschool Kempen en Reflector Consulting de krachten bundelen om voor bedrijven het hele proces van de REACH-registratie inhoudelijk te coördineren en logistiek te ondersteunen. Om de Vlaamse industrie te steunen bij de implementatie van REACH, is essenscia Vlaanderen met IWT-steun een aantal VLARIP-projecten gestart (kort voor ‘Vlaanderens REACH Implementatie Projecten’). VITO is als REACH-dienstverlener actief lid van de VLARIP-diensten met het oog op snel te kunnen inspelen op de noden van bedrijven. Meer info: www.cardam.eu


Het FLEAT-event, een organisatie van Mobimix.be, VITO en Mobiel21 in samenwerking met Argus en KBC, was een groot succes. Op 28 oktober zakten bijna 150 mobiliteitsprofessionals af naar Brussel om het event bij te wonen. Maar liefst 18 sprekers gaven tekst en uitleg over uiteenlopende onderwerpen, zoals zuinig en efficiënt vlootbeheer, mobiliteitsbudget en slimme fiscaliteit, en mobiliteitsmanagement en infrastructurele oplossingen. Tijdens het event werden de eerste resultaten toegelicht van het Europese FLEAT-project van VITO, dat als doel heeft om de energie-efficiëntie van bedrijfsvloten te verhogen en zo de CO2-uitstoot te verlagen. Meer info: tobias.denys@vito.be

Endeleo helpt Kenia met het beheer van ­bossen en graslanden Het project Endeleo, een samenwerking van VITO, de UGent en de UNEP (United Nations Environment Programme), wil via aardobservatie het beheer van Keniaanse graslanden en bossen ondersteunen. Droogte is in Kenia een natuurlijk ­terugkerend fenomeen dat het land gemiddeld om de zeven jaar teistert. Samen met de overexploitatie door de mens, zet de droogte de Keniaanse ecosystemen zwaar onder druk. Tegelijk zijn de Keniaanse bossen en graslanden economisch gezien van groot belang. Om een efficiënt bos- en graslandbeheer uit te bouwen, is up-to-date informatie noodzakelijk: over de toestand van de vegetatie en van de vegetatieveranderingen doorheen de tijd. Endeleo wil enerzijds een beter zicht krijgen op de impact van het beheer op droogtegevoelige gebieden. Anderzijds werken de partners aan een monitoringtool om een duurzaam milieubeleid te ondersteunen. Meer info en beelden: http://endeleo.vgt.vito.be

SDVI September 2009, dekad 2

SDVI comm < -2.0 < -1.5 < -0.5 0 > +0.5 > +1.5 > +2.0

VITO helpt Belgische landbouw met aardobservatie De droogte van de voorbije zomermaanden zorgde voor heel wat problemen in de landbouwsector: de maïsopbrengst was lager dan normaal, de aardappelen konden niet op tijd worden geoogst … De SPOT-VEGETATION-satellietbeelden van eind september toonden duidelijk dat vooral in Oost- en West-Vlaanderen, maar ook in een groot deel van Wallonië de gewassen onder zware stress stonden. Al meer dan 10 jaar werkt VITO samen met het Landbouw­onderzoekscentrum van Gembloux (CRA-w) en de Universiteit van Luik (ULg) aan diverse projecten rond oogstvoorspellling in België. Centraal staat B-CGMS (Belgian Crop Growth Monitoring System), een oogstvoorspellingsmodel dat gebruikmaakt van weersgegevens, gewasgroeimodellen en satellietbeelden. VITO is hierbij verantwoordelijk voor het aardobservatiegedeelte. Een overzicht van de weersgesteldheid, observaties vanuit de ruimte en een beschrijving van de toestand van de gewassen en de verwachte oogstcijfers zijn te vinden in de ‘Agrometeorologische Berichten voor België’, die driemaal per jaar verschijnen. Sinds maart 2009 werken VITO, CRA-w en ULg in het ­kader van het ADASCIS-project, aan een informatiesysteem voor regionale gewasschadebepaling in België, op basis van het B-CGMS-model. Dat gebeurt in opdracht van de cel Landbouwrampen van de Federale Overheidsdienst Economie en met financiering van Federaal Wetenschapsbeleid. Dit moet de cel Landbouwrampen toelaten om op een snelle en objectieve manier in te schatten waar er zich problemen voordoen, wat de ernst is van de schade en welke budgetten moeten worden vrijgemaakt ter compensatie. Daarnaast is het een handig hulpmiddel bij de behandeling van de schade­ dossiers achteraf. Ook de Vlaamse en Waalse overheid en de verzekeringssector tonen interesse voor een dergelijk informatiesysteem voor gewasschadebepaling, aangezien er op korte termijn gewasverzekeringen moeten worden opgezet als antwoord op de Europese verplichtingen ter zake. Meer info: www.adascis.be

13 VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

FLEAT-event voltreffer


Verwerkingstechnieken in de sector van de mestverwerking evolueren voortdurend.

14 VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

KMO VINDT VITO

Wie niet groot is, moet slim zijn! Slimme kmo’s zoeken actief samenwerking op

V

oor kmo’s is het niet eenvoudig om een rol te spelen in een geglobaliseerde wereld waar de concurrentie bikkelhard is. Samenwerken is dan de boodschap. Kmo’s steken steeds ­vaker de koppen bij mekaar, of zoeken hulp bij intermediairen of ­kennispartners. Zo klopten de Katholieke Hogeschool Brugge Oostende (KHBO) én Innovatiecentrum West-Vlaanderen elk ­samen met een kmo aan bij VITO: één bedrijf kwam uit de mestverwerkingssector, een ander uit de engineering en procesontwikkelingshoek.

Van mest tot … drinkwater?

Bedrijven, ook kmo’s, getroosten zich heel wat inspanningen om toegevoegde waarde te halen uit ‘klassieke’ afvalstromen. Dit geldt voor alle sectoren, ook voor de mestverwerkingssector. De mestverwerkingssector wil verder gaan dan wat mestdecreten en de eisen tot het bekomen van mestverwerkingscertificaten voorschrijven. De tijd dat verwerkingstechnieken zich beperkten tot pluimveemest en het beschikbaar komen van de eerste verwerkingscapaciteit voor varkensmest een doorbraak betekende, ligt al ver achter ons. Op zich is dit goed nieuws. Wat niet wil zeggen dat bedrijven stilzitten. Integendeel, ze zoeken voortdurend nieuwe pistes op die leiden naar betere verwerkingstechnieken en innovaties. De mestverwerking heeft zo als doel nutriënten zoals stikstof en fosfor in de mest te neutraliseren, of in een vorm te brengen die geschikt is voor export naar gebieden buiten Vlaanderen met een nutriëntentekort. De technieken die daarvoor gebruikt worden, zijn onder meer het scheiden in dikke en dunne fractie, het drogen van de mest, het biologisch afbreken van de nutriënten, het vergisten, composteren en verbranden.

Dankzij een goede afstemming van parameters kan een ­effluent bereikt worden dat geloosd kan worden in oppervlakte­water of - het onderzoek ernaar is alleszins volop bezig - geschikt is als drinkwater voor vee. Een drievoudige win-win dus: voor landbouwer, milieu en mestverwerker. Een voorbeeld in de sector is het bedrijf Voeders Seurynck, een kmo uit Sint-Eloois-Winkel. Voor eigen mest en die van derden beschikt het bedrijf over een mestverwerkingscapaciteit van ongeveer 20 000 m³. Om haar verwerkingscapaciteit optimaal te bedrijven, klopte Voeders Seurynck aan bij VITO en de Katholieke Hogeschool Brugge Oostende. In een gezamenlijk PRODEM project optimaliseerden zij de werking van de biologie en werd het bedrijf opgeleid om het mestverwerkingsproces zelf te sturen. Dankzij een samenwerking tussen hogeschool en kennisinstelling kan maximaal gestreefd worden naar synergieën en kunnen expertises complementair ingezet worden.


Tientallen kilometers LED-strips vormen samen reuzegrote videoschermen. Dergelijke mediafaçades tooien immense kantoorgebouwen over gans de wereld.

Op gelijkaardige wijze ontmoetten Innovatiecentrum WestVlaanderen en VITO het bedrijf NiniX Technologies. NiniX mocht een automatiseringsoplossing uitwerken voor het samenbouwen van LED-strips tot een mediafaçade voor de gevel van het Bayer-gebouw in het Duitse Leverkusen. Deze strips bestaan uit een aluminiumprofiel waar de printplaat ingeschoven zit. Op regelmatige afstand van elkaar bevinden zich een reeks LED-lampjes die samen één pixel vormen. Voor het vastzetten van de printplaat giet men in het profiel een polyurethaanhars, dat tijdens het proces thermisch uithardt. Tijdens voorafgaande tests stelde NiniX Technologies echter vast dat de hechting tussen het hars en het aluminiumprofiel onvoldoende was om de LED-strips als buitentoepassing te gebruiken. Regenwater dat tussen het hars en de aluminium doordringt kan de elektronica op de printplaat immers ernstig beschadigen.

VITO is nagegaan of een atmosferische plasmabehandeling de hechting tussen beide materialen kan verbeteren. Hiervoor werd de PlasmaSpot® gebruikt, die uitermate geschikt is voor de lokale behandeling van driedimensionale objecten. Na verdere optimalisatie van de behandeling kon NiniX Technologies de plasmabehandeling met succes als voorbehandelingstap in het proces implementeren. Momenteel heeft NiniX Technologies al enkele tientallen kilometers van deze LED-strips behandeld. Wat het nog interessanter maakt, is de geboekte milieuwinst: vergeleken met traditionele natchemische processen gebruikt men bij atmosferisch plasma immers geen solventen.

Voor meer informatie en subsidies, kijk op www.vito.be/kmo of contacteer onze regionale accountmanagers: Regio Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen: Karen Vanderstraeten karen.vanderstraeten@vito.be Tel. + 32 499 54 67 78 Regio Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg: Michel Lievens - michel.lievens@vito.be Tel. + 32 478 48 53 96

VITO VISION 3 - DECEMBER 2009

15

Kmo en VITO mee aan de basis van het grootste videoscherm ter wereld


VITO organiseert / neemt deel • Local Air Quality | 21 – 22 januari 2010 – Antwerpen • MARS workshop Remote Sensing | 24 – 26 februari 2010 – Antwerpen • easyFairs Industrie & Milieu | 24 – 25 maart 2010 - Antwerpen • i-SUP2010

| 18-21 april 2010 - Brugge - www.i-sup2010.org

Zie ook www.vito.be/evenementen

MEER INFO Kristine Verheyden Communicatieverantwoordelijke Tel. + 32 14 33 55 53

vito@vito.be Wenst u de nieuwsbrief voortaan elektronisch te ontvangen, gelieve ons uw e-mailadres door te geven via www.vito.be/nieuwsbrief.

Verantwoordelijke uitgever: Dirk Fransaer, Boeretang 200, 2400 MOL Redactie: www.pantarein.be ~ Layout: Artoos Communicatiegroep Deze nieuwsbrief wordt gedrukt op milieu­vriendelijk papier. ©2009 VITO NV – Alle rechten voorbehouden VITO betracht uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in deze publicatie. Toch kan VITO niet garanderen dat deze informatie geheel juist, volledig en actueel is en dat de informatie geen inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van derden. VITO heeft steeds het recht om de informatie zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. VITO aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enige directe, indirecte of gevolgschade die ontstaat door gebruikmaking van, het vertrouwen op of handelingen verricht naar aanleiding van deze informatie.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.