Vliegende holander 2004 01

Page 1

Nummer 1 60ste jaargang Januari 2004

‘Team 300’ Helidet Bosnië winterklaar

Extra Chinook voor commando’s in Irak

Nieuwe organisatiestructuur voor Leeuwarden en Volkel


COLUMN

COLOFON Uitgave: Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten, Sectie Luchtmachtcommunicatie Hoofdredactie a.i.: Martin Zijlstra Eindredactie:

Gelukkig nieuwjaar!

Ron Voragen Redactie: René Bouwhuis en Wil van Elk Vormgeving en lithografie: Theo Olsthoorn en Kommer de Heer UnitedGraphics, Zoetermeer Druk: NDB-Brouwer Rotatie Redactiesecretariaat:

HET NIEUWE JAAR IS begonnen. Ik hoop dat u allen van een plezierige vakantie heeft kunnen genieten en op een prettige manier afscheid heeft kunnen nemen van het oude jaar. We hebben nu weer een heel jaar voor ons. Ik hoop dat het een goed jaar voor u wordt, voor uw dierbaren en voor de KLu.

telefoon 070 - 339 70 03, Fax: 070 - 339 63 66 Internet: www.luchtmacht.nl E-mailadres: vliegendehollander@bdl.af.dnet.mindef.nl Bezoekadres: Binckhorstlaan 135, Den Haag Postadres: Postbus 20703, 2500 ES Den Haag. Abonnementsprijs: N 17,02 (buitenland N 21,55 per jaar)

ADRESWIJZIGINGEN De redactie van de Vliegende Hollander wijst er met nadruk op dat zij niet verantwoordelijk is voor het beheer van de lezersbestanden. ●

Eigen personeelsfunctionaris: Hier moeten actief dienende militairen èn burgers een eventuele verhuizing doorgeven.

Abonnementenland: Op onderstaand adres kunnen betalende abonnees en postactieven terecht (Zie ook pagina 33): Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest. Telefoon: 0251 - 31 39 39 Email: aboservice@aboland.nl Opzegtermijn zes weken

EEN TIJDJE TERUG WAS ik op Beukbergen bij onze geestelijk verzorgers oftewel: gv-ers. We spraken over de rol van de gv-ers en de manier waarop zij bij uitzendingen of oefeningen in het buitenland worden betrokken. Het blijkt dat er nog vaak commandanten zijn die gv-ers te laat of in het geheel niet betrekken bij zaken waarbij die gv-ers behulpzaam kunnen zijn. Ik vind dat jammer en ook niet goed. Voor alle duidelijkheid: de zorg voor het personeel is bij uitstek en op de eerste plaats de verantwoordelijkheid van commandanten. Dat laat onverlet dat ook onze gv-ers een cruciale rol spelen in de zorg voor ons personeel. Commandanten moeten er dan wel voor zorgen dat gv-ers die rol kunnen spelen en dus ook vóór dat problemen ontstaan aanwezig kunnen zijn. Doen dus. Het maakt uw werk als commandant makkelijker en u geeft uzelf de kans een betere commandant te zijn.

Stichting Dienstverlening Veteranen: Postbus 250, 3940 AG Doorn. Telefoon: 0343 - 47 41 50

EEN DEEL VAN DE KLu collega’s hebben de kerst en de jaarwisseling niet in de huiselijke sfeer kunnen vieren. Met de kerst was ik overigens zelf te gast bij ons KLu detachement in Irak. Met onze mannen en vrouwen daar gaat het goed. Maar hoe ging het thuis? Als je partner voor de tweede keer, derde keer, vierde keer (of nog vaker) wordt uitgezonden, valt dat zwaar voor de achterblijvers. Heeft u (het thuisfront) de kerst toch prettig door kunnen brengen? Heeft u voor uw gezin de afwezigheid van uw uitgezonden partner op kunnen vullen? Uw antwoorden zullen wel wisselend zijn. Ik wil u graag van af deze plaats zeggen dat ik begrijp dat het niet altijd makkelijk voor u is.

Reservisten Zij kunnen hun adresmutatie bij voorkeur per e-mail doorgeven op reserve@af.dnet. mindef.nl, of via telefoonnummer 070 - 33 97 522.

Advertentieverkoop: Thea Warmer, telefoon: 033 - 433 52 29, fax 033 - 433 52 55 Advertentiemateriaal kunt u sturen naar: Brouwer Media, Postbus 270, 3830 AG Leusden Aanhaling uit en overname van artikelen in dit blad is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. ISSN 0024-0389

DE LUCHTMACHT HEEFT MET alle uitzendingen in 2003 een belangrijke taak vervuld. De taak waarvoor zij bestaat: inzet voor vrede en veiligheid wereldwijd. Zoals laatst nog het sprekende voorbeeld van de inzet van een KDC-10 om 45 ton noodhulp naar het door een aardbeving getroffen Iran te brengen. Ook komend jaar zal er zeker weer een beroep op ons worden gedaan. De wereld staat wat dat betreft niet stil. Wij moeten zorgen dat we er klaar voor zijn. Ook voor 2004 is dat weer onze uitdaging.●


R E P O RTA G E

‘Moet jij naar Bosnië?’, is vaak de verbaasde reactie als een luchtmachter vertelt dat hij of zij een aantal weken of maanden wordt uitgezonden naar het voormalige oorlogsgebied. Blijkbaar is Nederland vergeten dat de luchtmacht daar nog steeds aanwezig is. Na bijna acht jaar verblijven nog steeds duizenden militairen in Kroatië en Bosnië, waaronder ook vele luchtmachters. En dus is SFOR6 een feit. Een bezoek aan een soms wat vergeten detachement. Tekst en foto’s: Wil van Elk

‘Team 300’ KLu-ver SFOR Helidetachement 4


VLIEGENDE HOLLANDER

Links: Sipovo. De oude kledingfabriek die sinds 1995 geheel is verbouwd tot hospitaal. Foto: Dutch Base

Rechts: Jordy Berkelon, Cor van der Brun samen met hun landmachtcollega’s Robert Ketting en Niels Hoffman, van het Refueling Point Dutch Base Bugojno.

Bij aankomst op de luchthaven van Split in Kroatië, is de eerste gang naar het Point Of Debarkation (POD-pel). Daar wordt een SFOR ID-card aangemaakt en het persoonlijke wapen uitgereikt samen met een verplaatsingsuitrusting. Je kunt je als militair niet verplaatsen in dit land, zonder deze plunjebaal met onder andere een scherfvest en helm bij je te hebben. Daarna gaat het konvooi pas verder naar Dutch Base Bugojno, een rit van bijna tweehonderd kilometer, of naar het hospitaal in Sipovo. Uiteraard via de officiële wegen, want hoewel het ogenschijnlijk erg rustig is in Bosnië, liggen er nog miljoenen mijnen verspreid over een groot gebied. Iedereen weet waar ze gelegd zijn, maar niemand waagt zich zomaar het terrein in. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen is de sfeer binnen de kampementen erg gemoedelijk. Voor het Nederlands Helidetachement is het de zesde halfjaarlijkse periode dat zij deelneemt aan de Stabilisation Force (SFOR). Op 1 januari 2001 begon SFOR1 in Split, waar het detachement anderhalf jaar thuis was. Sinds 1 juli 2002 opereert het team van dertig luchtmachters vanaf Sipovo en Bugojno. Tot 2002 werd gevlogen met de Cougar helikopters, daarna even met de Chinooks van 298 squadron en vanaf 1 juli 2002 weer met de Cougar. En dus klinkt het callsign van 300 squadron, ‘Wildcat’, weer regelmatig door de ether in Bosnië. Van de twee helikopters doet er één dienst als ambulance voor het Incident Response Team (IRT). ‘De Wildcat 01 is in Sipovo gestationeerd. Deze wordt altijd als eerste ingezet bij IRT taken en Medevac-acties. Wildcat 02 in Bugojno is de back-up, de bemanning wisselt steeds’, zegt luitenant-kolonel Gerrit Pijpers, commandant van 1(NL) Helidet SFOR6. Hij nam het commando op 1 oktober 2003 over van majoor Paul Herber. ‘Er gebeuren gelukkig steeds minder onge-

Het domein van de brandweer, de ‘Dutch Romanian Firefighters’. Foto: Marja Kuiper-SFOR

lukken in ons operatiegebied, maar de trainingen – voor het geval dat het echt nodig is – gaan gestaag door, de zogenoemde blue light exercises. ‘s Nachts vliegen is hier best pittig, dus daarmee doet de bemanning bijzonder veel ervaring op, vooral in het vliegen met night vision goggles.’

Fantastisch groepje specialisten Pijpers is goed te spreken over ‘zijn’ mensen. ‘Het is een fantastische groep specialisten dat als een tof team samenwerkt. De afgelopen maanden zijn we druk doende geweest met het voorbereiden op de winter, die kan hier

tegenwoordiger bij klaar voor de winter 5


R E P O RTA G E

Boven: Dutch Base

Rechts: Een uniek

Bugojno is geves-

gebeuren, een lucht-

tigd op het terrein

machter als officier van

van een nooit af-

dienst op een land-

gebouwde fabriek.

machtbasis. Kapitein Henk Jan Keizer, gekscherend Tom Cruise genoemd, vervult zijn taak met verve. Foto:

Rechts: Echo’s,

Dutch Base

een Hollandse oase op Dutch Base Bugojno. Foto’s: Dutch Base

Grote foto: Tanken met draaiende motoren bij Helicopter Landing Site Bugojno.

6


VLIEGENDE HOLLANDER

heftig zijn.’ De goede sfeer in het team heeft ook zijn uitstraling naar andere eenheden in Bosnië. Een Canadese helikopterbemanning werd voor een verblijf van een week kameraadschappelijk opgevangen door hun luchtmachtcollega’s. Zij vliegen met de Griffon helikopter met als callsign Gander. ‘Het is een gemêleerd gezelschap hier in Bosnië. We werken heel goed samen met de landmacht, maar ook met Bulgaren, Roemenen, Slowaken, Canadezen en Engelsen.’ De multinationale samenwerking komt tot uiting bij het hijsen van de vlaggen op het kampement in Bugojno. Naast de Nederlandse vlag, wapperen daar de Bulgaarse, Roemeense, Slowaakse, SFOR en die van 101Mechbat van de landmacht. Het helidetachement opereert geheel zelfstandig. Het werkchalet, zoals de luchtmachters de barak noemen waarin zij hun dagtaak vervullen, ligt aan de rand van het kampement en is te bereiken via een slagboom. De andere uitgang leidt naar de clammshelter, een mobiele hangar waarin twee Cougars passen. Daarachter ligt de landingsite voor de helikopters, een munitie- en een brandstofopslagplaats. Prikkeldraad markeert de nooit afgebouwde fabriek waar de SFOR-mensen niets te zoeken hebben; slechts het terrein om het vervallen gebouw heen is sinds 1 april 2000 gehuurd. In de gang van het werkchalet hangen spandoeken met boodschappen van het thuisfront. Teksten als: ‘kus, je knorretje’ en leuke tekeningetjes die voor iedereen persoonlijk heel herkenbaar zijn, geven een stukje houvast voor de militairen die zijn uitgezonden. ‘Het is toch iets van thuis’, mompelt overste Pijpers veelbetekenend, kijkend naar de tekst van zijn vrouw en het vlindertje dat zijn dochter heeft getekend. Met de feestdagen komt dit het hardste aan. ‘Dan mis je ze wél.’

De Clammshelter van het helidetachement in Bugojno, een mobiele hanger, biedt plaats aan twee Cougar helikopters. Foto: Dutch Base

Ambulance dienst Bij de landingsplaats naast het ziekenhuis in Sipovo, geven de IRT-leden een indrukwekkende demonstratie van wat ze allemaal mee kunnen nemen in de Cougar op een ambulancemissie. Naast de reguliere bemanning, twee vliegers, een loadmaster en een flight nurse, wordt per missie een reddingsteam samengesteld. De totale reactietijd is drie kwartier. ‘Vooraf moet exact worden bepaald om wat voor een ongeval het gaat en in wat voor terrein we moeten opereren’, vertelt number one, de Britse commandant van het team van de Explosieve Opruimingsdienst (EOD) die tijdens de operatie via een communicatieman voortdurend contact houdt met zijn mensen. Samen met een hond verkennen zij het terrein op aanwezigheid van mijnen. ‘De EOD-hond lijkt eigenlijk heel dom, want als hij een mijn ontdekt springt hij niet enthousiast rond, maar gaat heel rustig zitten. De overige leden van het EOD-team markeren dan de plaats van de bom, de hond wordt teruggeroepen en mag als beloning even met zijn speeltje spelen. Het doel is dat wij veilig bij de plaats van het ongeval kunnen komen.’ Als je de hoeveelheid apparatuur bekijkt van de brandweer, begrijp je direct dat het niet allemaal mee kan in de helikopter, zeker niet als er ook nog EOD mensen met hun spullen en waar het eigenlijk om gaat, een anesthesist en assistent mee moeten. Bij een zwaar verkeersongeval gaan dus alleen de brandweerploeg en medische mensen mee op missie. ‘De apparatuur is alleen maar nodig om ter plaatse te komen. Het hele team zorgt ervoor dat het medisch personeel uiteindelijk adequaat zijn werk kan doen, daar gaat het om’, is de boodschap van de demonstratie. Als er patiënten vervoerd worden naar het ziekenhuis, moeten leden van het team soms achterblijven. Dan is het belangrijk dat je bijvoorbeeld een slaapzak bij je hebt en water.

Anesthesieassistent en eerste luitenant Paul Kramer: ´De apparatuur is van Nederlandse makelij.’

Nederlandse apparatuur Naast de heliploeg in Bugojno, zijn er op alle locaties in Bosnië luchtmachters te vinden. Bij het hospitaal in Sipovo vertelt anesthesieassistent en eerste luitenant Paul Kramer honderduit over de faciliteiten die het ziekenhuis biedt. ‘Tachtig procent van de apparatuur is hier van Nederlandse makelij, speciaal ontworpen voor kleine ziekenhuizen. Het moet tegen een stootje kunnen.’ De rondleiding in de Multi National Integraded Medical Unit gaat langs twee eerste hulpruimtes, twee operatiekamers, twee uitslaapkamers en ziekenzalen voor nabehandelingen, één voor burgers en één voor militai-

7


R E P O RTA G E

ren. ‘Het is hier een mix van allerlei nationaliteiten. We werken onder andere samen met Britten en Canadezen en verrichten levens- en ledematenreddende handelingen. Tot dusver heeft dit detachement twee buurmannen behandeld die elkaar hadden neergeschoten, iemand die een kippenbotje had ingeslikt en een paar militairen met hartklachten.’ Alles in het ziekenhuis is logisch opgezet en zodanig ingericht dat een aantal patiënten tegelijkertijd behandeld kan worden. ‘Het is een oude kledingfabriek. We zijn hier sinds 1995 en hebben de tijd gehad om alles om te bouwen.’

Heli aan de grond Op dinsdag ontdekt een van de technische mensen dat er iets mis is met een van de staartrotorbladen van de Wildcat 02. Korporaal 1 Marco de Jong, hij heeft al eerder een ‘Beste Beurt’ gemaakt, reageert heel nuchter. ‘Als je goed kijkt, dan zie je het direct.’ Hij was na de laatste vlucht van de dag bezig met de post flight inspectie en ontdekte dat er een opvulplaatje miste aan een van de staartrotorbladen. Direct stelde sergeant Andy Jonkers van de logistieke dienst alles in het werk om uit Nederland een nieuw rotorblad over te laten komen. Op de woensdag erna vloog er speciaal een Fokker 60 over om het blad af te leveren. ‘Een perfecte samenwerking’, zegt sergeant majoor John van de Pol. ‘Zelden meegemaakt zo!’ Naar Split is het al gauw vier uur rijden, daarom werd aan de Canadezen assistentie gevraagd. Zij wilden maar al te graag iets terugdoen voor alles wat de Hollanders voor hen doen . En dus vlogen zij met aan boord Van de Pol en sergeant Bas van Beek, en het defecte rotorblad, richting Split. Daar kregen zij op de terugreis het verzoek om door te vliegen naar Sipovo, omdat bij de Wildcat 01 hetzelfde euvel was ontdekt. De ‘02’ moest dus nog even aan de grond blijven.

Refueling point ‘De helikopter wordt aan het eind van de dag vol afgetankt weggezet’, vertelt Jordy Berkeljon. Samen met Cor van der Brun en twee landmachtcollega’s Robert Ketting en Niels Hoffman, werkt hij bij het Refueling Point Dutch Base Bugojno, onder de vlag van National Support Element (NSE). Ze leveren 24-uurs service, ook aan buitenlandse eenheden. Zojuist heeft een Engelse Merlin helikopter getankt met draaiende motoren. De volgende dag blijkt opnieuw dat het af en toe behoorlijk druk kan zijn. De Wildcat 01 heeft net getankt, of er landt alweer een Canadese Griffon, terwijl een tweede in de wacht staat. ‘We hebben klasse 3A kerosine uit Hongarije en Oostenrijk. Bij aflevering nemen we monsters om te zien of het de juiste kwaliteit heeft. Pas als we zeker zijn van de kwaliteit, pompen we het over in de tanktainers. De monsters bewaren we, als bewijsmateriaal.’ Het team levert ook brandstof aan de vrachtwagens.

Geen baan van 9 tot 5 Ook geen negen tot vijf baan voor weerman sergeant majoor Erik de Kruif van de Meteo. ’s Morgens is hij als één van de eersten in het werkchalet om zijn apparatuur op te starten. Ondertussen pruttelt een koffiepot er lustig op los in de gemeenschappelijke ruimte. ‘Het is heel moeilijk om een verwachting te maken voor dit gebied. Mijn eigen systeem het zogenoemde NAMIS is het belangrijkste, daarmee krijg ik de gegevens door voor de lokale omstandigheden. Ik kan ook niet zonder ‘harde’ metingen van de temperatuur, vochtigheid en luchtdruk; het apparaat dat ik daarvoor gebruik is stuk, dus dat moet snel worden vervangen. Meteogegevens van een weersatelliet komen van een relaystation in Duitsland. Als back-up heb ik nog het internet met diverse weersites. Die combinatie gebruik ik om een weerplaatje te maken. Ik ben geen forecaster, maar ik kan wel een aardige prognose geven over de verwachte weersomstandigheden, heel belangrijk voor het vliegen. Voordat ik naar bed ga, neem ik nog even het plaatje door voor het geval ze er ‘s nachts op uit moeten gaan.’

werk is wél heel leuk hoor. Ik heb meer dan negenhonderd apparaten in bruikleen, van waterkoker tot video’s en decoders, waar wel eens een tekort aan is. Binnenkort krijgen we kabel; dat had bij SFOR2 al gemoeten!’ Hij wrijft zich al in de handen voor de feestdagen: ‘Tweede kerstdag hebben we bingo!’ ‘Dutch Romanian Firefighters’, staat er op de containerdeuren en een kleurrijke illustratie laat er geen twijfel over bestaan: dit is het domein van de brandweer. Sergeant 1 Pieter Kooijman en korporaal 1 Ernst de Rhoter maken als luchtmachters deel uit van een multinationaal team waar nog twee man van de landmacht in zitten en vier Roemenen. Naast hun paraatheid bij bijvoorbeeld het brandstof innemen met draaiende motoren (hot refueling) waarbij de crashtender - de Mack - wordt ingezet, voeren ze ook preventieve taken uit. ‘Laatst gingen ze weer iets bouwen, maar ja, het was

Tweede kerstdag bingo Sergeant 1 Theo Berentsen van Ontwikkeling & Ontspanning (O&O) was het liefst uitgezonden in zijn eigen vakgebied, als administrateur. ‘Maar dit

8


Boven: Niet alle leden van het Incident Response Team kunnen met hun materialen in één keer mee in de Cougar Helikopter.

Links: Het dagverblijf van de bemanning van de vliegende ambulance op Sipovo is ook winterklaar gemaakt.

Ops-officier majoor Erik Ruizendaal en sergeant I Michiel Buijze aan de plottafel.

Links: Geen negen tot vijf baan voor weerman sergeant-majoor Erik de Kruif.

Rechts: ‘Als je goed kijkt, dan zie je het direct’, vertelt korporaal 1 Marco de Jong bij het defecte staart-

Sergeant-majoor John van de Pol en sergeant Bas van Beek kunnen meevliegen met

rotorblad.

de Canadezen, voor het ophalen van een nieuw staartrotorblad in Split.

van hout’, zei landmachter Johan Hols veelbetekenend. ‘Ze hebben het weer netjes weggehaald.’De officier van dienst is dit keer de immer enthousiaste kapitein Henk Jan Keizer, gekscherend Tom Cruise genoemd. Als liaison officier weet hij als luchtmachter alle ingangen bij de landmacht. ‘Ik vind het werken met de landmacht een leuke ervaring. Het winterklaar maken van de basis was een van de leukste klussen.’ Aan de plottafel vertelt de ops-officier majoor Erik Ruizendaal enthousiast over het vliegen: ‘Vooral ‘s nachts vliegen is een grote uitdaging. Je komt voor nare verrassingen te staan als er elektriciteitskabels voor je opdoemen in het duister. We moeten steeds afwegen of we een bepaalde route gaan vliegen. Daarom gebruiken we altijd een actueel weerrapport. Dat maakt het hier zo mooi voor de opleiding van gezagvoerder. Hier leer je meer dan in Nederland.’

Ruizendaal had uit Nederland gratificaties meegenomen voor een aantal collega’s en reikte deze uit tijdens een avondbijeenkomst in de ontspanningsruimte waar het hele team dagelijks bijeen komt. Er hangt een gezellige sfeer in de ontspanningsruimte, vooral door de zelfgebouwde open haard met daarboven een ‘Jägermeister-achtige’ dierenkop met blonde pruik. Een internet-pc in de hoek houdt een lijntje open met de buitenwereld, maar bovenal met Nederland. Naast de dagelijkse post een belangrijk gegeven. ‘Mensen die zijn uitgezonden, die delen iets. Dat schept een band. We hebben tijd voor elkaar en dat is vooral met de kerst heel belangrijk’, aldus Pijpers die dagelijks zijn oprechte zorg voor zijn personeel illustreert bij het afsluiten van de dagelijkse briefing ‘Be careful out there!’.●

9


R E O R G A N I S AT I E

‘We gaan voor de maximale output!’ ‘Het is zaak er uit te halen wat er in zit’. De manier waarop de woorden uit de mond van commodore Siem van Groningen komen, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. De Plaatsvervangend Commandant Ondersteunende Operatiën en Diensten meent dan ook wat hij zegt. Als voorzitter van de Werkgroep MOB’s heeft hij zich de afgelopen maanden gebogen over de toekomstige organisatiestructuur van de vliegbasis Volkel en Leeuwarden. Deze twee bases zijn straks de enige twee F-16 velden van de luchtmacht en dus moet die organisatie staan als een huis. Tekst: Martin Zijlstra

Nieuwe organisatiestructuu 10


VLIEGENDE HOLLANDER

CVB Chef Staf

PCOOD

PCO

OC LOG

Logistiek Sqn

CVB PCOOD PCO

OC OPS

Onderhoud Sqn

Platform Sqn

OC LOG OC OPS Sqn Ops. Sqns

- Commandant Vliegbasis - Plaatsvervangend Commandant Ondersteunende Operaties en Diensten - Plaatsvervangend Commandant Operaties

Ops. Sqns

- Operatiecentrum Logistiek - Operatiecentrum Operaties - Squadron - Operationele squadrons

heeft hij een behoorlijk stem gehad bij het uitdenken van de nieuwe structuur van beide F-16 bases. Mulder: ‘We hebben als luchtmacht in de afgelopen jaren nogal eens gepiekt bij uitzendingen als het ging om de inzetbaarheid van de toestellen. Nu weten we dat we in feite altijd moeten pieken, dus niet alleen bij een operatie maar zeg maar - jaar in, jaar uit. Wanneer je dan ook nog eens weet dat de F-16 inmiddels aardig op leeftijd begint te komen en dus steeds meer correctief onderhoud nodig heeft, dan is wel duidelijk dat we niet kunnen volstaan met halve maatregelen. Daarom moeten we streven naar een maximale flexibiliteit bij het onderhoud, zorgen dat we schaarse capaciteiten goed benutten en dan heb ik het over zowel materiaal als de mensen.’

Van Groningen wil best uitleggen waarom hij zijn woorden zo nadrukkelijk uitspreekt. ‘We hebben straks als luchtmacht 90 F-16’s die operationeel inzetbaar moeten zijn ten behoeve van de NAVO. Daarvoor kunnen we putten uit een totaalbestand van 108 F-16’s. Die twee getallen liggen heel dicht bij elkaar en dat betekent dat de inzetbaarheid een nòg belangrijkere factor wordt dan nu. En dus hebben we bij het aanpassen van de organisatie van Leeuwarden en Volkel heel goed gekeken naar de logistieke en onderhoudsprocessen en daarmee samenhangend, de organisatie van de vliegbases.’ ‘We’ is in dit verband de Werkgroep MOB’s, waarbij MOB staat voor Main Operating Base, de aanduiding van de F-16 bases. Eén van de leden van die werkgroep was kolonel Paul Mulder, commandant van de vliegbasis Leeuwarden. Samen met zijn collega kolonels Ralph Reefman van Twenthe en Rob de Rave van Volkel,

Directe aansturing Die flexibiliteit wordt onder meer bereikt door het onderhoud van de vliegtuigen te centraliseren, dus niet meer per squadron te regelen. ‘Bovendien brengen we correctief en preventief onderhoud bij elkaar.’ Volgens de Leeuwarder commandant een hele nieuwe benadering van het onderhoud. ‘We hebben goed gekeken naar de zogenoemde Wolf-structuur die we sinds een aantal jaren hanteren op de F-16 velden. Wat je ziet is dat de opzet van het onderhoud op squadronniveau uitstekende resultaten oplevert, maar dit betekent niet

Linksboven: Ons land beschikt straks over 108 F-16’s waarvan er 90 operationeel inzetbaar moeten zijn. Foto: sergeant-majoor Eric Vorstenbosch, fotovlucht Soesterberg. Links: Volgens commodore Siem van Groningen, hier in de F-16 simulator op Volkel samen met de commandant van die vliegbasis, kolonel Rob de Rave, is er van overtuigd dat de nieuwe organisatie van de twee overblijvende F-16 bases staat als een huis. Foto: vliegbasis Volkel.

ur Leeuwarden en Volkel 11


R E O R G A N I S AT I E

de operatiën ondersteunende diensten, komt er ook een andere organisatie van de overige afdelingen op een vliegbasis. ‘In de nieuwe structuur krijgen de vliegbases een Chef Staf die al deze diensten aanstuurt. Denk dan aan Personeel & Organisatie, de Controller, VKAM (Vliegveiligheid, Kwaliteit, Arbo & Milieu), Voorlichting, het Geneeskundig Centrum en de Facilitaire Diensten.’ Commodore Van Groningen wijst er op dat dus duidelijk is wie voor welke taak verantwoordelijk is. En dat kan alleen maar beter werken.

automatisch dat het resultaat ook op vliegbasisniveau altijd zo geweldig is, terwijl dat juist zo belangrijk is. Daar doen we nu wat aan.’ Het plan dat december vorig jaar aan de gezamenlijke medezeggenschapscommisies van beide velden werd aangeboden, is ontstaan tijdens de vergaderingen van de Werkgroep MOB’s. Maar die heeft zich, zegt commodore Van Groningen, natuurlijk niet afgesloten voor allerlei studies en ervaringen van elders. ‘We hebben ook maximaal gebruik gemaakt van de expertise die in de eigen organisatie aanwezig is, onder meer door een groep deskundigen van de drie F-16 velden te laten meedenken tijdens bijeenkomsten op het AOCS Nieuw Milligen. Dat was een harde kern van ongeveer tien mensen, steeds aangevuld met mensen uit de verschillende deelgebieden. Die collega’s hebben hun werk uitstekend gedaan in vele en lange sessies.’ Het uiteindelijke plan voorziet in een organisatie die op een aantal punten flink afwijkt van de huidige. Van Groningen: ‘De aansturing van de nieuwe organisatie moet zo direct mogelijk zijn. Om die reden hebben we gekozen voor twee plaatsvervangende commandanten direct onder de commandant van de vliegbasis. Net als hier op de Staf Tactische Luchtmacht gaat het om een Plaatsvervangend Commandant Operatiën en een Plaatsvervangend Commandant Operatiën Ondersteunende Diensten.’ Kolonel Mulder vult aan: Nu heb je op een vliegbasis twee aparte stafgroepen onder leiding van een hoofd, terwijl de verantwoordelijkheid bij de commandant berust. Dat is vreemd en niet logisch. In de nieuwe situatie delegeert de commandant die deelverantwoordelijkheid in de lijn naar zijn plaatsvervangers.’ Naast de beide plaatsvervangende commandanten voor de aansturing van de operationele diensten en

Gezamenlijk operatiecentrum Een andere verandering is dat we per vliegbasis één Operatiecentrum krijgen. Daarbinnen vinden zowel operatiën als de operatiën ondersteunende diensten een plaatsje. Omdat het niet zo kan zijn dat we straks twee kapiteins op één schip hebben, krijgt de ‘ops’kant straks de leiding. Logisch natuurlijk, omdat het gaat om de output en dat is de slagkracht.’ Het Operatiecentrum verzorgt ook de aansturing van het materieelvoorzieningsproces. Een ander, nieuw fenomeen is de Planningscel, een samenwerkingsverband van ‘ops’ (operaties) en ‘log’ (logistiek) voor de voorbereiding van oefeningen en uitzendingen op de wat langere termijn. Mulder: ‘Die Planningscel is geen vast organisatiedeel, maar wordt alleen in het leven geroepen als er iets aan de orde is. Je ziet dat nu al een beetje op squadronniveau maar straks wordt dat dus integraal voor de hele vliegbasis opgezet.’

Nieuwe squadrons In de nieuwe organisatietabel van de F-16 bases vallen verschillende nieuwe squadrons op. Onder de Plaatsvervangend Commandant

De aanpassing van de vliegbases is er op gericht de slagkracht van de F-16 vloot optimaal te laten zijn. Foto: sergeant-majoor Eric Vorstenbosch, fotovlucht Soesterberg.

12


VLIEGENDE HOLLANDER

Dichterbij elkaar Een ander groot voordeel van de herstructurering van beide F-16 bases ligt in het feit dat er nu een voor beide locaties gelijke organisatie wordt neergezet. Commodore Van Groningen weet dat er best verschillen in de taakstelling zitten. ‘Leeuwarden heeft natuurlijk de SAR-vlucht (Search And Rescue) als “extra” en voert in de toekomst als enige vliegbasis de F-16 Quick Reaction Alert-taak uit. Van Volkel weten we ook dat daar een speciale taak ligt en dat die basis te maken heeft met drie operationele F-16 squadrons tegen twee voor Leeuwarden. Daarbij biedt Volkel ook nog eens onderdak aan het 306 Opleidingssquadron.’ De commodore verwacht dat dit jaar bekend wordt hoe dat opleidingssquadron ingepast kan worden in de nieuwe organisatie van Volkel. ‘We weten dat het een hele klus is om de vliegbewegingen van drie operationele squadrons èn een opleidingssquadron op Volkel in de geluidszonering te laten passen. Op basis van de Luchtvaartwet mag iedere vliegbasis immers maar een beperkt aantal vliegbewegingen toestaan. Totdat we definitieve duidelijkheid over “306” hebben, zullen we heel verstandig moeten opereren, bijvoorbeeld door vluchten uit te voeren op de andere vliegbases.’ Na afronding van de besluitvorming, is het een zaak om te beginnen met de uitvoering. Van Groningen verwacht dat - als de behandeling van het reorganisatieplan in de bijzondere medezeggenschapscommissie is afgerond - de uitvoering rond april 2004 begint. ‘Ik verwacht dat we dan eind 2005 klaar zijn. Vergis je niet in de omvang van de operatie. Zo moet er op het gebied van de infrastructuur heel wat worden aangepast en verhuisd.’ Tot de belangrijke bouwwerken die letterlijk van de grond moeten komen behoort de infrastructuur voor het derde operationele F-16 squadron op Volkel. Daarbij wordt een nieuwe filosofie toegepast, namelijk de squadrons letterlijk en figuurlijk dicht bij elkaar te localiseren. Met een glimlach op het gezicht meldt Mulder dat dit voor zijn onderdeel best zou kunnen betekenen dat de nieuwbouw van het “322 Squadron” vlak bij de behuizing van “323” terechtkomt. Waarmee de vriendelijke concurrentie tussen “Noord” en “Zuid” op de Friese basis tot een einde komt. Mulder wijst er op dat de aanpak van de reorganisatie heel zorgvuldig is gepland. ‘We beginnen met kleine stapjes, afdelingen dus die makkelijk samengevoegd of verhuisd kunnen worden, daarna de introductie van het nieuwe Operatiecentrum en de Planningscel en ten slotte als grote brok de aanpassing èn inrichting van het gewijzigde Onderhoudssquadron.

Commandant Leeuwarden, kolonel Paul Mulder: ‘Voortaan altijd pieken qua inzetbaarheid’. Foto: Vliegbasis Leeuwarden.

Operatiën ressorteren niet alleen de operationele F-16 squadrons, maar ook het nieuwe Platform Squadron. Dit is verantwoordelijk voor bewaking, object grond verdediging en vliegdiensten (brandweer, verkeersleiding en meteo). De Plaatsvervangend Commandant Operatiën Ondersteunende Diensten krijgt in zijn portefeuille een logistiek squadron met een veelheid aan taken. Ook in zijn toko zit het onderhoudssquadron dat behoorlijk gaat veranderen. Commodore Van Groningen stelt dat in dit squadron alle huidige vliegtuigonderhoudsvluchten van de operationele F-16 squadrons opgaan. ‘Het nieuwe squadron krijgt qua bemensing meer personeel dan die huidige vluchten bij elkaar. Op die manier bouwen we een stuk extra capaciteit in en kunnen we straks bijvoorbeeld in ploegendiensten opereren. Dat maakt het voor iedereen makkelijker om die hogere inzetgereedheid te krijgen.’ Daarnaast wordt het Onderhoudssquadron alleen verantwoordelijk voor de F-16’s en niet meer voor andere zaken, zoals bijvoorbeeld voertuigen of CISapparatuur (Communicatie & Informatie Systemen).’ Nu een deel van de verantwoordelijkheden van het squadronniveau naar het hogere, vliegbasisniveau worden getild, kan de vraag worden gesteld of de squadrons nog wel bestaansrecht hebben. Beide heren laten er geen enkele twijfel over bestaan dat “het squadron” nog altijd toekomst heeft. Mulder: ‘We hebben natuurlijk wel nagedacht over de vraag of je de squadrons moet laten bestaan in zo’n nieuwe organisatie. Maar waarom zou je weggooien wat goed is. De squadrons hebben zich als organisatievorm met name op het operationele vlak keer op keer bewezen, dus opheffen is niet aan de orde. We centraliseren alleen een aantal functiegebieden met het oog op een grotere doelmatigheid en flexibiliteit. Een belangrijk neveneffect is dat de kwaliteitscontrole makkelijker en dus beter wordt. Voor de monteur zelf verandert er qua werk niet eens zo veel. De onderhoudswerkzaamheden aan de F-16 zijn nog steeds hetzelfde. Alleen op het pak van de monteur zit niet meer de badge van het F-16 squadron maar van het Onderhoudssquadron.’

Verschuiving functies Ook bij deze reorganisatie wordt het belang van het Personeel met een hoofdletter geschreven. Commodore Van Groningen wijst op de logische samenhang van het project met de opheffing van de Vliegbasis Twenthe. ‘Twenthe blijft de komende jaren nog steeds bepaalde taken uitvoeren, daar hebben ze natuurlijk personeel voor nodig. Dus de schuif naar Leeuwarden en Volkel zal geleidelijk en in overleg geschieden. Bovendien heeft de herstructurering voor deze velden ook ingrijpende personele consequenties. Absoluut gesproken neemt de organisatietabel van Leeuwarden met één functie toe en die van Volkel met 77, maar door de aanpassing van de structuur raakt de organisatie veel meer mensen. Zo komen er op Leeuwarden op het totaal van 1273 functies nu, inhoudelijk 141 nieuwe functies bij terwijl het totaal toch maar met één toeneemt. Er verdwijnen dus op Leeuwarden - en ook op Volkel - door de herstructurering ook functies. Dus ook dat vraagt een goede afstemming en zorgvuldige aanpak. Maar ik ben er van overtuigd dat er, wanneer we klaar zijn met deze reorganisatie, een structuur is neergezet die staat als een huis en waar iedereen - personeel en organisatie - blij mee is.’●

13


I N T E RV I E W

‘Ruim 27 jaar gevlogen e Laatste F-84F vlieger verlaat KLu De Thunderstreak, de Starfighter, de NF-5 en de F-16, luitenant-kolonel Peer ‘Tulip’ Dekkers kent ze van binnen en van buiten. Hij is de laatste vlieger die van deze vier jachtvliegtuigen bij de KLu de knuppel in handen heeft gehad. Ruim 39 jaar diensttijd verenigt in een enkel persoon. In januari is het voorbij. ‘Ik heb nooit iets anders gewild, en ga de luchtmacht zeker missen.’ Tekst: Fred van Rooij Foto’s: Archief Peer Dekkers

K

offie’, vraagt hij van achter een berg papier op zijn bureau. Na het halen van de koffie schuift hij wat stapels aan de kant. ‘Kun je zo goed schrijven?’ De wanden van zijn kantoor in het Haagse Hoofdkwartier hangen vol foto’s uit lang vervlogen tijden. Dekkers gaat er goed voor zitten en heeft er duidelijk zin in. Naast hem ligt een selectie foto’s uit die vervlogen tijden. ‘Gisteren nog snel even van zolder gehaald.’ Regelmatig zoekt hij tussen de ‘kiekjes’ om zijn verhaal te illustreren. ‘Carrière heb ik nooit zo nagestreefd. Het is me allemaal overkomen.’ Moeite om data en plaatsen bij elkaar te vinden, heeft hij niet. ‘De liefde voor het vliegen komt vanuit mijn jeugd. Als kleine jongen van dertien of veertien jaar was ik al vaak aan het hek van Vliegbasis Deelen te vinden. Via een bonnetje, ik geloof uit de tv-gids, kwam ik na mijn middelbare schooltijd bij de luchtmacht terecht. In 1964 begon ik de opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA)’. Na anderhalf jaar had hij het daar wel gezien. Hij wilde vliegen, en niet eerst

14


VLIEGENDE HOLLANDER

n geen krasje opgelopen’

Boven: Onder de Italiaanse zon op de Vliegbasis Decimomannu spreekt Dekkers in 1985 zijn mannen toe. Rechtsboven: Dekkers (rechts) draagt het hoogtepunt van zijn loopbaan, het commando over het 314 Squadron, over aan toenmalig majoor Franken. Rechts: De eerste les in de Fokker S-11 op 12 april 1966 wordt voor de zekerheid vooraf vastgelegd. Links: Bij het 312 Squadron op Volkel vloog Peer ‘Tulip’ Dekkers zijn 2000ste vlieguur op de F-104 Starfighter.

gen en uiteindelijk een bevordering tot luitenant-kolonel. ‘Pas later realiseerde ik me dat er daardoor geen vliegende plaatsing meer inzat. Het vliegen was echt voorbij.’ Uiteindelijk kwam hij in Den Haag op het hoofdkwartier terecht als Hoofd Sectie Evaluaties van het Operatiecentrum. Een functie waar hij het prima naar zijn zin heeft en waar hij onder andere toetst hoe andere, jongere collega’s hun werk uitvoeren. Als hem wordt gevraagd welk vliegtuig zijn voorkeur heeft, is Dekkers duidelijk: De F-104 Starfighter heeft zijn hart gestolen. ‘Dat vliegtuig was maar voor één ding gebouwd: snelheid. Ken je dat geluid van de F-104’, vraagt hij. ‘Er is een Duits liedje waar het geluid van de Starfighter in het refrein is verwerkt. Het liedje stelt niets voor, maar dat geluid blijft bijzonder.’ Dekkers zoekt het bewuste cassettebandje, maar kan het zo snel niet vinden. ‘In de F-104 voelde je nog echt de sensatie van snelheid. Het was ook het snelste vliegtuig van die tijd. En je moest alles zelf doen.’ Hij schuift zijn stoel naar achteren en laat zien hoe je met de stick

zolang op school zitten. ‘Op de KMA kreeg ik allemaal vakken die me te theoretisch waren.’ Dekkers wilde snel achter de knuppel van een vliegtuig zitten. ‘Met een kort verband contract voor zes jaar op zak begon ik in april 1966 aan de vliegeropleiding in Woensdrecht, met de gele Fokker S-11 als lesvliegtuig. Deze foto’, zegt Dekkers, ‘is van de eerste of tweede vlucht die ik maakte.’ Na de opleiding ontving hij in 1968 zijn brevet en begon zijn operationele loopbaan op de Vliegbasis Eindhoven met de conversie naar de F-84F Thunderstreak. Het grootste deel van zijn dienstperiode bracht hij door in een vliegende functie. ‘Ruim 27 jaar gevlogen en geen krasje opgelopen. Dat moet toch “iets” meer zijn dan geluk’, vertelt hij trots.

M

ijn laatste vlucht als vliegtuigcommandant was op 29 juni 1993 in een T-37, samen met een leerlingvlieger in Amerika. Ja, ik mis het vliegen wel hoor. Maar gelukkig wordt dat gevoel steeds minder.’ Na het vliegende leven volgden nog twee buitenlandplaatsin-

15


VLIEGENDE HOLLANDER

moest ‘roeren’ om het vliegtuig de bocht om te krijgen. Het grote verschil met nu zat hem daarin, dat - naarmate de vliegsnelheid veranderde - ook de grootte van de uitslag veranderde. Op 21 november 1984 eindigde het tijdperk van de Starfighter. Dekkers maakte met zeven andere collega’s de afscheidsvlucht van de F-104 boven Nederland, een historisch moment voor de luchtmacht. In het Starfighter-tijdperk moest een vlieger alles zelf doen. Anders werd dat met de F-16. Dekkers: ‘De F-104 is een vliegtuig zonder compromissen, rechttoe-rechtaan. Met de komst van de Fighting Falcon, en de intrede van complexe computergestuurde systemen, veranderde dat volledig. De F-16 is het eerste vliegtuig dat vanuit de ontwikkelingsfase direct door de luchtmacht in gebruik is genomen, waarmee Nederland één van de eerste gebruikers was.’ Het vliegen werd misschien simpeler, maar de vlieger werd tevens systeembediener met een groter takenpakket. Daarom moet een F-16 vlieger altijd voor de volle honderd procent fit zijn.

Boven: Voor het schilderij van zijn grote liefde, de F-104 Starfighter. Foto: Jautze

A

ls heel prettig ervoer hij de periode als commandant van het 314 Squadron op de Vliegbasis Eindhoven. ‘Een combinatie van eigen baas zijn en veel plezier. Eindhoven en Gilze-Rijen vormden toen een gezamenlijk commando waarbij de grote bazen op Gilze zaten. Dat gaf de squadrons op Eindhoven een stuk vrijheid om dingen te doen zonder veel pottenkijkers’, lacht hij. Dat was allemaal nog tijdens de Koude Oorlog, waarbij het operatiegebied van zijn squadron bestond uit Noord-Noorwegen. Dieptepunten waren er ook. Vooral het verlies van collega-vliegers, waarbij een tragisch moment hem nog duidelijk voor de geest staat. ‘Eens maakte een collega-vlieger in Duitsland een afscheidsvlucht. Ik haalde ondertussen zijn vrouw en kinderen op om hem na de vlucht te verwelkomen. Maar het noodlot sloeg toe. We stonden te wachten. Het werd later en later, het vliegtuig kwam niet meer terug. Toen kregen we te horen dat de vlieger was verongelukt. Dat moment was het allergrootste dieptepunt in mijn carrière,’ klinkt het zachtjes. Beheerst: ‘Met het verlies van collega’s kon ik - dacht ik - wel omgaan. ‘We redeneerden in die tijd dat zoiets ons niet zou overkomen, maar dat was natuurlijk niet zo. De gedachte daaraan maakte het echter alleen wat draaglijker.’

Links: Aan de telefoon met radio 3. Dekkers krijgt hier ‘live’ te horen dat hij is uitgeroepen tot ‘Baas van de week’ in het gelijknamige radioprogramma.

N

a ruim 39 jaar eindigt in januari 2004 zijn diensttijd. ‘Ergens in die maand zal mijn laatste werkweek zijn’, zegt hij gelaten. Of hij nog wat speciaals gaat doen? ‘Nee, hobby’s heb ik niet echt.’ Bang om in een groot zwart gat te vallen is hij daarentegen niet. ‘Ik zie wel wat er op me af komt.’ De komende bezuinigingen maken het voor hem iets makkelijker om afscheid te nemen van zijn dierbare luchtmacht. Op zijn kamer hangt nu nog een schilderij van zijn grote liefde: de F-104 Starfighter. Geduldig poseert hij voor het grote doek, maar praat ondertussen gewoon door. ‘Wat is er mis met die Starfighter?’, vraagt hij en laat een veelbetekenende stilte vallen. ‘Zie je dat nummer? Er staat een cijfer teveel op, waarschijnlijk heeft de schilder een foutje gemaakt!’, constateert Peer de ‘Tulip’, Starfighterkenner bij uitstek die nu zijn eigen tijdperk bij de KLu afsluit.●

Boven: In actie in een T-33 bij de vliegeropleiding in Woensdrecht. Links: Dekkers ontvangt een schilderij met Nederlands landschap van een Turks squadron tijdens een exchange in 1986.

17


R E P O RTA G E

Extra Chinook in rec

FEITEN & CIJFERS Afstand: 5.500 kilometer Tijdsduur: 4 dagen Vlieguren: 23 Brandstof: 35.000 liter kerosine Gemiddelde kruissnelheid: 250 kilometer per uur Uiteindelijk bestaat 1 NL Helidetachement in Irak nu uit tachtig luchtmachtmilitairen en vier Chinooks. Eén toestel voor de specifieke taken van het Korps Mariniers, één voor medische evacuatievluchten, één reservekist en - met deze vlucht - de Chinook bestemd voor het Korps Commando Troepen.

AFLOSSING De eerste drie Chinooks worden afgelost. De helikopters keren - op basis van het aantal vlieguren terug naar de thuisbasis Soesterberg voor groot onderhoud. Ter vervanging zijn op 2 januari drie Chinooks ingescheept in de Eemshaven. De helikopters arriveren naar verwachting na 21 dagen varen in Unkashar (zuid-Irak), alwaar ze vliegklaar worden gemaakt.


VLIEGENDE HOLLANDER

cordtijd naar Irak Met de uitzending van het Korps Commandotroepen naar Irak besloot het kabinet ook een extra Chinook transporthelikopter naar de luchtmachtbasis Tallil te sturen. Het toestel is daar toegevoegd aan het luchtmachtdetachement dat al met drie Chinooks ondersteunende taken verricht voor de SFIR-vredesmacht. De vierde heli is bestemd voor de transportbehoefte van de extra verkenningscapaciteit die wordt geleverd door de commando’s van de Koninklijke Landmacht. Nadat het kabinetsbesluit was genomen werd op het hoofdkwartier alles in het werk gesteld om de Chinook zo snel mogelijk ter plekke te krijgen.

Commando’s nu ook voorzien van transportcapaciteit Defensiekrant/Peter Wiezoreck

Majoor Marcel Miggels, Chinook stafofficier op het hoofdkwartier, vertelt met verve wat er vanaf dat moment allemaal is gebeurd. ‘In samenwerking met de operatiecentra alhier en op Soesterberg zijn we als een speer begonnen met de planning voor een razendsnelle overtocht van de heli van Nederland naar Tallil in Irak. Verschillende opties zijn tegen het licht

gehouden. Aangezien de drie al gestationeerde Chinooks per schip van Nederland naar Irak waren getransporteerd is eerst gekeken naar deze mogelijkheid. Maar, vanwege de vaarduur van 21 dagen viel deze optie af. De tweede mogelijkheid die we onderzochten was het vervoer per Antonov

19

Tekst: Ron Voragen Foto’s: Bemanning Chinook

124 transportvliegtuig. Het nadeel was echter dat bij deze optie het staartstuk moest worden verwijderd om de heli erin te krijgen. Doordat dit veel sleutelwerk zou betekenen viel ook deze mogelijkheid vanwege de tijdsdruk af. ‘De conclusie was uiteindelijk dat we de heli het snelst naar Irak konden krijgen door zelf te vliegen’, zegt Miggels. Uiteindelijk is de hele vlucht, inclusief het regelen van de diplomatieke klaringen, gepland in slechts vijf


a R E P O RTA G E

munitie bij ons en vanwege de dreiging wilden we liever niet onbeschermd over Irak vliegen. De oplossing die we van tevoren hadden bedacht was om vlak over de grens van Jordanië en Irak een ontmoeting te plannen met één van de Chinooks uit Tallil. Deze moest de benodigde zelfbeschermingsmiddelen, waaronder een boordschutter met drie MAG-mitrailleurs en Flares tegen hittezoekende raketten, komen brengen.

werkdagen. Het overvliegen van de onbewapende Chinook werd ingeschat op vier dagen. Tijdens de vlucht stond op de Vliegbasis Eindhoven permanent een Fokker 60 en op Soesterberg een technische ploeg stand by voor het geval de heli met problemen zou stranden. Dan kon door hen direct worden bijgesprongen om hulp te verlenen. Voor de overtocht was de Chinook uitgerust met twee extra brandstoftanks, waarmee de actieradius werd verdubbeld. Vlak over de grens met Irak zijn Flares (foto onder) en MAG-mitrailleurs

Waarschuwingssignaal!

De spanning stijgt

Vlak bij de grens met Irak voelden we de spanning stijgen. We waren onbeschermd en konden nog geen radiocontact maken met de andere kist. Laag ging het over de grens richting het van tevoren afgesproken ontmoetingspunt. Miggels: ‘We waren opgelucht toen we elkaar, vijf minuten voordat we het rendez vous punt zouden bereiken, hoorden op de radio.’ Beide Chinooks ontmoetten elkaar uiteindelijk op exact het juiste tijdstip en op exact de juiste coördinaat. ‘Alles ging dus precies zoals gepland’, zegt hij. ‘De zelfbeschermingsmiddelen werden geïnstalleerd en met z’n tweeën vlogen we het laatste stuk naar Tallil. Dat ging razendsnel, want we hadden de wind mee. We haalden een topsnelheid van 300 kilometer per uur. Tweeëneenhalf uur later landden we, een half uur eerder dan gepland, veilig op de luchtmachtbasis. Mission accomplished!. Onze bezoek was kort, maar krachtig, drie uur later waren wij als bemanning al weer op weg naar de havenstad Basra waar we die donderdagmiddag door een vliegtuig van de Britse luchtmacht werden opgepikt voor de terugvlucht. Vrijdag zaten we om één uur ’s middags al weer thuis, alsof er niets aan de hand was! Gewoon een normale werkweek dus’, besluit Miggels trots.●

bevestigd, waarna de Chinooks gezamenlijk naar Tallil vlogen.

Maandag 8 december om negen uur ‘s morgens vertrok de uit zeven man bestaande bemanning vanaf Soesterberg met de D-663 voor de vierdaagse reis over een afstand van 5500 kilometer. ‘We hadden afgesproken dat kapitein Jaap Lokker, waarnemend ‘ops’officier 298 Squadron het eerste tweedaagse stuk over België via Frankrijk en Italië tot Athene voor zijn rekening zou nemen’, zegt Miggels. ‘Vanaf Griekenland zou ik dan het vervolgtraject verder voor mijn rekening nemen. Tussen Athene en de Vliegbasis Akrotiri op Cyprus kregen we ineens een waarschuwingssignaal dat er mogelijk metaaldeeltjes in de motorolie zouden zitten. Dat moest ons natuurlijk weer midden boven zee gebeuren! Land lag twee uur vliegen achter of voor ons. Er waren dus weinig opties meer dan doorvliegen. Gelukkig draaiden de motoren goed en eventueel hadden we ook nog doorgekund op één motor. Aangekomen op het prachtige eiland van Aphrodite in de Middellandse Zee bleek er niets ernstigs aan de hand en konden we onze reis richting Tel Aviv verder probleemloos voortzetten. In Israël hebben we de nacht doorgebracht. De volgende dag maakten we ons op om over Jordanië naar Irak te vliegen. We hadden geen wapens en

De bemanning die de Chinook in recordtijd van de Vliegbasis Soesterberg naar luchtmachtbasis Tallil in Irak overvloog: v.l.n.r. Paul (avionicamonteur), Alexander (monteur), Marcel Miggels (Gezagvoerder), Bob (loadmaster), Frank (monteur). Gehurkt: Wil (loadmaster) en Gwendolyn (tweede vlieger).

20


VLIEGENDE HOLLANDER

Grootste KLu-vliegtuigen gemoderniseerd Unieke tijdsprestatie cockpit upgrade

De grootste transportvliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht hebben de afgelopen maanden een modernisering ondergaan in de cockpit. Met deze modernisering voldoen de twee KDC-10’s en de twee C-130 Herculessen aan de civiele luchtvaarteisen van dit moment en de nabije toekomst. De nieuwe systemen aan boord verminderen de kans op luchtvaartincidenten en maken de vliegtuigen beter geschikt voor vluchten naar verre landen. De modificatie is in recordtijd uitgevoerd in de hangaars van de Vliegbasis Eindhoven. Tekst: René Bouwhuis - Foto’s: Sgt I Arnoud Schoor en SM Petra Aartsen, werkcentrum fotografie Eindhoven

21


M AT E R I E E L

Doordat het luchtruim steeds voller wordt, zijn kansen op luchtvaartincidenten steeds groter en worden de regels van de civiele luchtvaart steeds strenger. De luchtmacht wil zoveel mogelijk voldoen aan de civiele luchtvaarteisen en in verband hiermee was een modernisering van de KDC-10 en de C-130H30 Hercules noodzakelijk. Het belangrijkste onderdeel van de modificatie was de installatie van een Traffic Collision Avoidance System (TCAS). Dit systeem is verplicht voor vliegtuigen zwaarder dan 15 ton en een passagierscapaciteit van 30 personen of meer. Met respectievelijk 120 ton en 335 passagiers in de KDC-10 en ruim 36 ton en 81 passagiers in de C-130, was de slotsom snel duidelijk. Met TCAS voorkom je dat je tegen een ander vliegtuig opbotst. De vlieger ziet de omgeving op een display in zijn cockpit en verhoogt daarmee zijn situational awareness. brengen, waarvan uiteindelijk het Amerikaanse bedrijf DERCO Aerospace Inc overbleef. Dit bedrijf kon de modificatie tegen onze technische en contractuele eisen uitvoeren. Bijzonder hierbij was dat zij Fokker Services inhuurden voor certificatie van de upgrade. Een unieke combinatie van verschillende kennisdisciplines. DERCO kon met de modificatie aanvangen binnen de uitzonderlijk korte tijd van zes maanden, waarmee we als luchtmacht voor eind 2003 konden voldoen aan de regelgeving. Een heel scherpe en ambitieuze deadline. Even leek het erop dat het niet zou worden gehaald. De aflevering van de eerste C-130 liep, door een week vertraging, uit naar 4 november. Maar met de tweede C-130 is de vertraging volledig ingehaald en liepen we zelfs drie dagen voor op het oorspronkelijke schema. Op 5 december werd deze afgeleverd en zodoende kregen we een wel heel bijzonder ‘sinterklaascadeautje’. Naast de snelle tijd waarin de modificatie moest plaatsvinden, was ook de locatie uniek. Normaal gesproken worden modificaties uitgevoerd bij de industrie, maar om de kosten te beperken hebben we er voor gekozen het op de Vliegbasis Eindhoven zelf te doen. Zes mannen van DERCO kwamen naar de vliegbasis en de onderdelen en gereedschappen werden ingevlogen vanuit Amerika. De luchtmacht stelde een hangaar - de washangaar - en kantoorruimte beschikbaar, alsmede personeel van het 334 Squadron. De Staf Analyse & Technische Ondersteuning begeleidde de Amerikanen met hand- en spandiensten. Het kwaliteitstoezicht kwam van het Militair Toezicht Luchtvaart Aanbouw (MLTA).’

Ramkoers Als een ander vliegtuig op collisioncourse - in het Nederlands spreken we subtiel over ramkoers - komt, geeft TCAS aan of de vlieger moet klimmen, dalen of op dezelfde hoogte moet blijven. Vorig jaar is het systeem al bij de Fokker 50 en 60 van de KLu ingevoerd. Om ook aan vliegende formaties te kunnen deelnemen - bijvoorbeeld tijdens aerial refuelling missions - is in de KDC-10 en C-130 een militaire versie van TCAS geplaatst. Deze zogenoemde Enhanced TCAS bestrijkt tevens een groter bereik voor het waarnemen van andere vliegtuigen. Het display van de weerradar is vernieuwd en laat in full colour zien welke wolkenformaties er op Op dit multifunctionele display ziet de bemanning van de C-130 waar zij zich bevinden vlieghoogte zijn. Met groen worden de ‘veilige’ wolken aangegeten opzichte van andere vliegtuigen en verven en met rood de ‘gevaarlijke’ hogen daarmee hun situational awareness. die - bijvoorbeeld vanwege turbulentie - moeten worden vermeden. Op hetzelfde display is de bliksemactiviteit af te lezen. Zodra het nieuw ingebouwde Lightning Sensor System onweer of bliksem constateert, geeft het de richting en afstand tot het vliegtuig aan, waardoor de vlieger het gevaar bliksemsnel kan vermijden. Een ander aspect van de nieuwe weerradar betreft het aankondigen van windschering voor het vliegtuig. De Windshear Detection waarschuwt voor plotselinge veranderingen in windsnelheid en windrichting, waarbij vaak heftige daalwinden voorkomen. Op deze manier kunnen ongelukken worden voorkomen.

Grote druk Waar de engineers en technici met de C-130 een unieke tijdprestatie wisten neer te zetten, geldt dat helemaal voor de modificatie van de KDC-10. Majoor Bas Bokma, typemanager van de KDC-10, legt uit hoe het is gelukt om op 17 juni 2003 te beginnen, de eerste op 22 juli af te leveren en de tweede slechts tweeëntwintig dagen later op 12 augustus. ‘Er werd onder zeer grote druk gewerkt, zeven dagen per week en vierentwintig uur per dag. Dit moest ook wel, want ondertussen vloog het tweede toestel gewoon door op missies naar Afghanistan en Irak. Het had een enorme impact op de techneuten. Je kunt een vliegtuig niet te lang aan de grond laten staan en ongestraft onderdelen loshalen en weer vastmaken. Zo’n toestel moet vliegen, daar is die voor gebouwd. Op de grond ontstaan al snel lekkages, omdat de omstandigheden

‘Sinterklaascadeautje’ ‘Twee jaar geleden zijn we begonnen met de behoeftestelling voor de systemen in de C-130’, vertelt majoor Arne de Vries. Hij was, als typemanager voor de C-130 vanuit de Directie Materieel KLu in Den Haag, verantwoordelijk voor het opstellen van de technische eisen en het afsluiten van het contract voor het C-130H30 Avionics Modernization Program (CHAMP). ‘In nauwe samenwerking met de collega’s van het 334 Squadron op Eindhoven hebben we het proces doorlopen. Er zijn acht bedrijven aangeschreven om een offerte uit te De weerradar, Weather Radar Display, zit zowel naast de vlieger als naast de co-vlieger (foto). Na de tweede modificatiefase is de radar voor beide bemanningsleden te zien op het middenconsole van de cockpit.

22


VLIEGENDE HOLLANDER

Onder: Majoorvlieger Arthur Jongeneelen (links) vloog de testvlucht met de C-130. ‘Tijdens de start brengen de nieuwe systemen wat extra controles met zich mee, maar dat heb je graag over voor een veiligere vluchtuitvoering.’

van kilometers hoogte ontbreken. Het is heel mooi om te zien hoe de mensen dan net dat beetje harder werken om de deadline te halen.’ Een vergelijkbare modificatie als het KDC-10 Avionics Modernization Program (KAMP) was in de burgerluchtvaart al gedeeltelijk doorgevoerd op de DC-10 en de Amerikaanse KC-10. Met de K wordt internationaal het tankgedeelte van het toestel aangeduid. Vandaar dat de uitvoering van de KDC-10-modificatie bij de KLM, die voor de ontwikkeling het bedrijf ARINC in de arm nam, in vertrouwde handen lag.

Testvlucht Het Terrain Awareness and Warning System (TAWS) van de KDC-10 is getest in Groot-Brittannië. Met behulp van het Enhanced Ground Proximity Warning System en het Global Positionering System wordt de grondsituatie voor het vliegtuig bekeken en kan worden berekend of het landschap voor het vliegtuig op- of afloopt. Bokma: ‘Het is wel fijn om te weten of er een berg onder je zit als je plotseling zakt met je vliegtuig. In een land als Afghanistan - met veel hooggebergten - wil je graag weten welke marges je hebt. Ook ’s nachts of in de mist als je minder zicht hebt.’ De certificatievluchten zijn door de KLu zelf uitgevoerd. Majoor-vlieger Arthur Jongeneelen was gezagvoerder tijdens de testvlucht met de C-130 en tevreden met de modificatie. Jongeneelen: ‘In de praktijk is er nu sprake van een grotere situational awareness, waarbij slechtweergebieden beter te zien zijn. ETCAS is vooral nuttig in gebieden met een minder optimale verkeersleiding. Alleen tijdens de start brengen de nieuwe systemen wat extra controles en instellingen met zich mee, maar dat heb je er graag voor over. Alles wat het vliegen eenvoudiger, duidelijker en overzichtelijker maakt, draagt bij tot een veiligere vluchtuitvoering. Naast de crew, was ook majoor Johan Kalthof, werkzaam bij de Afdeling Operationele Research en Evaluatie van de bevelhebberstaf, aanwezig tijdens de certificatievluchten van de KDC-10 en de C-130. Kalthof begeleidde de vluchten als testdirector. ‘Je coacht als het ware door het vliegprogramma heen om de systemen te controleren. Is het allemaal goed geïnstalleerd, werkt het zoals het moet werken en voldoet het aan onze eisen? Voor de antwoorden kijk ik tijdens de vlucht naar de systemen en luister ik goed naar de vliegers. Zij zitten erop en moeten er mee vliegen. De vliegers hebben daarom ook een essentiële bijdrage geleverd aan de lay-out keuze van de nieuwe cockpit.’

Een vergelijkbare modificatie als in de KDC10 was in de burgerluchtvaart al gedeeltelijk doorgevoerd.

voerd. Vanwege belangrijke missies naar het buitenland wordt de tweede fase in het eerste kwartaal van 2004 uitgevoerd. In het center pedestal, de midden console van de cockpit verschijnt dan een Tactical Display, waarop beide vliegers alle gegevens - de weerradar, ETCAS en navigatie routemap - kunnen aflezen. Onderling kunnen ze dan afspreken wie welk systeem voor zich bekijkt en welke ze gezamenlijk in het midden houden. Daarnaast is voor beide vliegtuigtypen nu al bekend dat nieuwe luchtvaarteisen - zoals precision navigation - en verouderde systemen die binnenkort aan vervanging toe zijn een veel grotere cockpit upgrade binnen enkele jaren noodzakelijk maken. Na CHAMP voor de C-130 en KAMP voor de KDC-10 hangt er dus nog meer in de lucht.●

Toekomst Met de nu uitgevoerde modificaties is het einde nog niet in zicht. Voor de KDC-10 is afgelopen zomer slechts de eerste fase van de cockpit update uitge-

23


AFSCHEID

‘Dubbel gevoel in turbul ‘We staan aan de vooravond van heel ingrijpende wijzigingen voor het personeel van de krijgsmacht en dus ook voor de luchtmacht. De mensen zullen de komende tijd ervaren als een tijd waarin dingen minder zeker lijken te zijn dan ze altijd waren. Als Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht vervul je dan een belangrijke rol.’ Luitenantgeneraal Cees de Veer, de afgelopen vijf jaar IGK, draagt zijn functie als ombudsman van Defensie over aan landmachtcollega luitenant-generaal Ad van Baal. Afscheid van een bevlogen luchtmachtcollega die - als personeelsman in hart en nieren - de mens in de KLu altijd centraal stelde. Tekst: René Bouwhuis

24


VLIEGENDE HOLLANDER

lente periode’ Links: Luitenant-generaal Cees de Veer voor het statige landhuis ‘De Zwaluwenberg’. Vanaf 1945 trok Prins Berhard als eerste bewoner in dit pand, dat sindsdien als uitvalsbasis dient voor de IGK. Foto: Hennie Keeris

Terwijl de geuren van het omringende bos zich nestelen in het reukorgaan, zwaait de grote houten deur van ‘De Zwaluwenberg’ open. Het statige landhuis bij Hilversum dient al jaren als uitvalsbasis voor de IGK. De muren tonen foto’s en schilderijen waarin de geschiedenis van het pand en haar bewoners naar voren komt. Hierin mag Prins Bernhard, die als eerste bewoner introk, niet ontbreken. Van 1945 tot 1976 was hij Inspecteur-Generaal. Eerst van de afzonderlijke krijgsmachtdelen en vanaf 1970 de krijgsmacht als geheel. ‘De Zwaluwenberg’ is na zijn vertrek zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat gelaten. Ook het ingelijste postzegelvel ter gelegenheid van het gouden jubileum van de United States Air Force is nog intact. Z.K.H. Prins Bernhard kreeg dit aangeboden ‘als waardering voor zijn bijdrage aan de Amerikaanse luchtmacht en Airpower.’ Nu in 2003, laat scheidend IGK De Veer - na vijf jaar wonen en werken - de hoge plafonds en haarden achter zich. Met het bekende ‘Er is een tijd van komen en…’, relativeert hij zijn vertrek. ‘Vol voldoening kijk ik terug op een prachtige periode, met daarbij het voorrecht van zo’n mooie omgeving’, zegt De Veer, terwijl hij uit het raam kijkt. Zijn medewerkers gaan hem missen: ‘Cees is een echte personeelsman, zo open en geïnteresseerd. Gevoelige zaken raken hem, je ziet hem dan even slikken, iets wat hij in zijn toespraken ook bij anderen weet te bereiken.’

Werkvloer ‘Als kleine jongen wilde ik al vlieger worden’, vertelt De Veer. ‘De Spitfires en Gloster Meteors die door mijn oom als verkeersleider op de Vliegbasis Twenthe werden binnengepraat wakkerden dit verlangen aan. Die vliegtuigen spraken enorm tot de verbeelding. Het liep allemaal net iets anders. Na mijn schooltijd ben ik in 1965 opgekomen bij de Koninklijke Militaire Academie (KMA), maar vlieger worden zat er niet in. Het begon voor mij bij de geleide wapens als Battery Control Officer bij 220 Squadron en de 4e Groep Geleide Wapens. Mijn personeelsachtergrond heeft zich gevormd op Gilze-Rijen en Volkel. Via verschillende functies op de KMA en het ministerie kwam ik in 1996 als Directeur Personeel terug bij de luchtmacht. Iedereen heeft de neiging zijn eigen functie te bestempelen als de mooiste. Dat had ik ook als Directeur Personeel (DPKLu), maar IGK bleek uiteindelijk pas echt de mooiste functie. Je kijkt heel breed door de hele defensieorganisatie. Als ‘DPKLu’ nam ik me vaak voor dagelijks contact te houden met de werkvloer. Een voornemen dat moeilijk te realiseren is. Nu, als IGK, deed ik niet anders. Drie dagen in de week trok ik erop uit om de mensen op de onderdelen en tijdens missies in ‘de buitengewesten’ te bezoeken. Het is één van de waardevolste elementen van het vak en ook het mooiste. Jouw brede ervaring en inzicht van wat op de werkvloer leeft, speel je door naar de politieke leiding, die dit vier keer per jaar bespreekt in het Politiek Beraad, het hoogste politieke overlegorgaan binnen defensie. In individuele gevallen kun je er voor zorgen dat mensen het geloof in de organisatie hervinden. Dat is meteen de grootste uitdaging: vang de signalen van de werkvloer op en vertaal ze tot aangrijpingspunten, waarmee de politiek het beleid kan aanpassen.’

Linksonder: De IGK luistert tijdens een werkbezoek aan GilzeRijen naar de belevin-

Afscheid IGK

gen van Apache-vliegers, eerste luitenants Jasper Joosten (302 Sqn), Roy de Ruiter en Martijn de Jong (301 Sqn) tijdens hun opleiding in Amerika. Foto: fotosectie Gilze-Rijen

Links: In zijn periode als IGK heeft De Veer alle defensieonderdelen wel een keer bezocht. Zo ook de Vliegbasis Eindhoven waar hij onder meer

Bemiddelen

sprak met personeel

Individuele gevallen worden in principe nooit besproken in het Politiek Beraad. Het Inspectoraat-Generaal der Krijgsmacht, zoals de totale staf wordt genoemd, wijst mensen eerst de weg naar instanties die hen kunnen helpen. ‘Als dit niet lukt gaan we zelf bemiddelen. Deze bemiddelingen worden geregistreerd, in 2003 zo’n 350 gevallen’, aldus De Veer. ‘Pas als er een trend zichtbaar is, een patroon van signalen, leggen we dat voor aan de politieke leiders. Daarnaast baseren we onze adviezen op informatie van de

van het 940 Logistiek & Onderhoudsquadron. Foto: SM Petra Aartsen, fotosectie Vlb Eindhoven

25


AFSCHEID

verder gaan dan het reduceren van het personeelsbestand. Denk bijvoorbeeld aan life time employment, het zeker zijn van een baan voor het leven. De IGK zal in die onzekere tijd een belangrijke rol en functie vervullen.’ De Veer is ondanks de drukte die op zijn opvolger zal afkomen overtuigd van het belang van reorganiseren. ‘Ik zie de noodzaak er wel van in, maar dat betekent niet dat het geen pijn doet. Na de Koude Oorlog heeft Nederland als één van de eersten ingezien dat de veiligheidssituatie is veranderd en we ons moeten richten op vredes- en humanitaire missies. Met vooruitziende blik hebben we toen de juiste keuzes gemaakt, maar we zitten nu nog met het sluitstuk van die veranderingen. Ornamenten gericht op een grootschalig conflict en mobilisatie van eenheden moesten echt verdwijnen, maar de reductie van onze gevechtskracht gaat erg ver en doet pijn.’

werkbezoeken. Naar aanleiding van onze adviezen is de afgelopen jaren bijvoorbeeld de voorbereiding bij uitzendingen gewijzigd. De eenheidsgewijze uitzendingen liepen goed, maar aan de individuele uitzendingen schortte nog het een en ander. Verder heeft een betere harmonie in de rechtspositie op zogenoemde paarse werkplekken de frictie opgelost die ontstond door regelingverschillen tussen de krijgsmachtdelen. Bemiddelingen bij rechtspositionele en financiële kwesties staan nog steeds hoog in onze top tien. Maar de meeste mensen komen met vragen of klachten over functietoewijzing en verplaatsingen.’ Voor zijn opvolger, landmachtgeneraal Ad van Baal, hoopt De Veer dat er een impuls wordt gegeven aan het veteranenbeleid en dat de aansluiting tussen de actieve dienstperiode en de periode van dienstverlating wordt verbeterd.

Luisterend oor Lichtblauw bloed

Het afgelopen jaar bracht de reorganisatie veel te weeg. Waar eerst de dreiging van het terugdringen van het personeelsbestand vaag en diffuus was, is de sluiting van onderdelen nu een feit. De Veer merkte dat de mensen zich dit steeds meer realiseren. ‘Mijn laatste werkbezoek was aan de Vliegbasis Twenthe. Er heerst vooral ongeloof, de mensen blijven hopen op een wonder. Aan de andere kant is er boosheid, de persoonlijke impact en de gevolgen voor het gezin worden duidelijk. Tot slot speelt de onzekerheid, ze vragen zich af wat er met hen gaat gebeuren. Als IGK heb ik dan een luisterend oor voor ze, probeer ik helder en duidelijk uit te leggen hoe de werkelijkheid is en de procedures in elkaar steken. We hebben als defensie bijvoorbeeld spelregels, waarin we afspreken hoe we met mensen omgaan. Als individuele mensen zich tekort gedaan voelen, bestaat de mogelijkheid dit bij de IGK aan te kaarten. Ik ga vervolgens niet de politieke besluitvorming ongedaan maken, daar ben ik heel duidelijk in. Maar het moet net zo duidelijk zijn wat de mensen wel van je kunnen verwachten. Daarom is er onder meer de uitgebreide internetsite www.igk.nl, waar te lezen is wat ik voor ze kan betekenen. Zeker in de komende periode met ingrijpende wijzigingen voor het personeel van de krijgsmacht. Wijzigingen die

Na vijf jaar in een paarse functie stroomt het lichtblauwe luchtmachtbloed nog steeds door de aderen. De Veer: ‘Van de 38 jaar bij defensie heb ik natuurlijk een groot deel bij de KLu gewerkt. Daar kijk ik met plezier op terug. Het is een prachtbedrijf met schitterende mensen.’ In de wetenschap dat duizenden mensen de organisatie zullen verlaten, relativeert de scheidend IGK zijn vertrek en houdt hij zijn afscheid sober. ‘Via de Vliegende Hollander wil ik daarom graag al die mensen van de luchtmacht, waar ik met plezier en dankbaarheid aan terug denk, bedanken voor hun steun. Het is een dubbel gevoel om in zo’n turbulente periode afscheid te nemen.’ De Veer is er niet de man naar om het ‘schip’ te verlaten als het zwaar weer wordt. Maar na drie jaar langer te hebben doorgewerkt, wist hij dat het er zat aan te komen. Hij realiseert zich dat een moderne krijgsmacht niet kan overleven zonder de beste schepen, tanks, kanonnen en vliegtuigen. ‘Maar’, zegt hij terwijl je de personeelsman weer in hem naar boven hoort komen, ‘de sleutel tot succes hangt af van de kwaliteit van het personeel. En ik prijs me gelukkig dat ik me tijdens mijn loopbaan bijna uitsluitend met dat personeel heb mogen bezig houden.’●

Overdracht Op 11 december droeg luitenant-generaal C. de Veer zijn functie over aan luitenantgeneraal der artillerie A.P.P.M. van Baal. Tijdens de overhandiging op ‘De Zwaluwenberg’ werd de scheidend IGK verrast door een laag overvliegende DC-3 Dakota. Foto: Peter Wiezoreck

26


VLIEGENDE HOLLANDER

Prins Bernhard bij afsluiting KLu-jubileumjaar Tekst en foto’s: René Bouwhuis Bij de afsluiting van het KLu-jubileumjaar op 17 december 2003 was ook Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard aanwezig. Hij nam het eerste exemplaar van het boek ‘Crossing the Border, de Koninklijke Luchtmacht na de val van de Berlijnse Muur’ in ontvangst. Aansluitend opende de bevelhebber, luitenant-generaal Dick Berlijn, de expositie ‘50 jaar Koninklijke Luchtmacht, van collectieve verdediging tot mondiaal maatwerk’.

De auteur van ‘Crossing the Border’ Erwin van Loo (links), kijkt hoe de Prins enthousiast de 848 pagina’s van de jongste luchtmachtuitgave doorbladert.

Jan Janssen en generaal-majoor Dirk Starink staan stil bij 19 mei 1965, het moment dat de Koninklijke Luchtmacht haar eigen vaandel kreeg. Foto: Hennie Keeris

Met de internationale dreiging van de Warschaupact luchtstrijdkrachten, wordt in de jaren ’70 nationaal - ondanks protesten vanuit de bevolking - de modernisering van wapensystemen voortgezet.

27

Het was voor de aanwezigen een grote verrassing dat Prins Bernhard persoonlijk aanwezig was om het eerste boek over de luchtmachtperiode na 1989 in ontvangst te nemen. ‘Uw aanwezigheid illustreert eens te meer uw nauwe verbondenheid met de Koninklijke Luchtmacht en geeft deze afsluiting van het KLu-jubileumjaar een extra dimensie’, zegt Jan Janssen, directeur van het Militaire Luchtvaart Museum. De boekpresentatie en opening van de expositie vonden niet zonder reden plaats op 17 december 2003. Deze kalenderdag staat voor alle luchtvaartliefhebbers te boek als een gedenkwaardige datum. Precies honderd jaar eerder vlogen de broers Wilbur en Orville Wright voor het eerst in een luchtvaartuig dat werd aangedreven door een motor. Een unieke prestatie, waarbij - met Orville aan het stuur - in 12 seconden een afstand van 36,5 meter werd afgelegd. Zo ver als de eerste vlucht terug gaat in de tijd, gaat het boek ‘Crossing the Border’ niet. In 848 pagina’s neemt de auteur, drs. Erwin van Loo, de lezer mee de grens over naar de wereld van de KLu na de val van de Muur in 1989. Van Loo, wetenschappelijk medewerker van de Sectie Luchtmachthistorie, analyseert de ontwikkelingen binnen de vier pijlers van de KLu: jachtvliegtuigen, geleide wapens, helikopters en transportvliegtuigen. De modernisering van de verschillende wapensystemen en de verwerving van nieuwe helikopters, jacht- en transportvliegtuigen krijgen uitgebreid aandacht. Ook in de expositie ‘50 jaar Koninklijke Luchtmacht, van collectieve verdediging tot mondiaal maatwerk’ komen de wapensystemen van de KLu onder de aandacht. De expositie begint in 1953. Het jaar dat de luchtmacht een zelfstandig krijgsmachtdeel en koninklijk werd. Vervolgens wordt stilgestaan bij het jaar 1978, waarin de KLu zich aanpast aan een belangrijke wijziging in het Warschaupact. We reageren bij een aanval vanuit Oost-Europa niet langer met een massieve vergelding (massive retaliation), maar met een aangepast antwoord flexible response. Anno 2003 leveren we Airpower. Deze slagkracht draagt bij aan de drie hoofdtaken van de krijgsmacht: het beschermen van de integriteit van eigen en bondgenootschappelijk grondgebied, het bevorderen van de internationale rechtsorde en stabiliteit, en het ondersteunen van civiele autoriteiten in binnen- en buitenland. De expositie is in 2004 te bezichtigen in het Militaire Luchtvaart Museum te Soesterberg.●


UITZENDING

Iedereen door één deur De Werkgroep ‘Family Support’ van de Koninklijke Marine bracht het enige tijd geleden voor het eerst ter sprake: de krijgsmachtbrede stroomlijning van de regels voor uitzending naar het buitenland. In mei 2003 namen de Directeuren Personeel van de krijgsmachtdelen het besluit om te komen tot één Defensie Bureau Buitenland (DBB). Afgelopen maand gaf uiteindelijk het Departementale Beraad het groene licht voor het nieuwe bureau, dat per 1 februari aanstaande in werking treedt. Tekst: Joost Margés Foto: Wil van Elk

Het DBB regelt de verhuizing, eventuele tickets en financiële aanspraken voor defensiemedewerkers die een plaatsing in het buitenland krijgen.

Luitenant-ter-zee 1 Naud Wirtz, die schuilgaat achter de functie van projectleider Oprichting Defensie Bureau Buitenland, weet van de hoed en de rand. ‘De oprichting van het DBB is onderdeel van de SAMSON-reorganisatie. De werkwijze ervan is gebaseerd op die welke de KM al langere tijd hanteert en die gold als ‘best practise’. Het bureau komt op de Admiraliteit terecht en er gaan negentien mensen werken. De KLu levert een voorlichter, de KM en KL vullen de andere functies.’

Water bij de wijn Aanleidingen voor de wijzigingen waren de noodzaak om te komen tot meer doelmatigheid en het feit dat de krijgsmachtdelen uiteenlopende (informatie)voorzieningen hanteerden voor uitzending naar het buitenland. ‘Voor een cursus aan het ‘NATO Defense College’, bijvoorbeeld, namen luchtmachters voorheen hun intrek in het Hilton te Rome, terwijl de landmachters ‘drie-hoog-achter’ terechtkwamen’, schetst Wirtz. ‘Overdag zaten ze dan wel in hetzelfde leslokaal! Nu zullen dit soort verschillen verdwijnen. Iedereen zal op enig vlak wat water bij de wijn moeten doen.’ Naast een gelijke behandeling in het buitenland, biedt het DBB ook veel gemak voorafgaand aan de uitzending. ‘Wanneer een landmachter bijvoorbeeld nu naar het buitenland vertrekt, moet deze een week lang allerlei bureautjes in Den Haag aflopen. Straks kan het aanmelden per post of e-mail worden geregeld. Mocht de behoefte bestaan, dan

kan een persoonlijk gesprek natuurlijk altijd nog plaatsvinden. Cruciaal is straks wel de werkzaamheid van internet en intranet, zodat mensen zelfs vanuit het buitenland in de producten- en dienstencatalogus van het DBB kunnen kijken.’

Gang van zaken De gang van zaken voorafgaand aan uitzending, beschrijft Wirtz als volgt. ‘Iemand met belangstelling voor een plaatsing in het buitenland, meldt zich per mail, per telefoon of persoonlijk bij ons bureau. Ook als deze al voor uitzending is aangewezen. Is alles rond, dan ontvangt de medewerker een brochure en een intakeformulier. Hierop kan iemand aangeven of hij met het gezin gaat, honden meeneemt, per eigen vervoer gaat, etcetera. Het DBB regelt vervolgens de verhuizing, eventuele tickets en financiële aanspraken tijdens de uitzending. Is er sprake van een administratief commando op de plaats van bestemming - zoals in het geval van uitzending naar de ‘West’ (de Commandant der Zeemacht in het Caraïbisch Gebied) - dan dragen we alles over. Ook bij de uiteindelijke terugkeer naar Nederland verzorgt het DBB de hele overstap.’●

Meer informatie Meer informatie over het Defensie Bureau Buitenland via Postbus 20702, 2500 ES Den Haag, of telefoonnummer: 070 - 316 26 14.

Groen licht voor Defensie Bureau Buitenland 28


M E N S E N & M U TAT I E S

JOURNAAL

Crashes in beeld

MUTATIES VAN DE MAAND NOVEMBER: BEVORDERINGEN: tot schaal 6: K. Mellema (LC KLu); tot luitenant-kolonel: J.M.N.G. van den Bersselaar (LC KLu), C. Rooseman (KMA); tot kapitein: J.M.F. van der Horst (VLB GZRY); tot eerste luitenant: H.F. Bos (VLB GZRY), R.J.A. Leenders (VLB VKL), J. Touwen (VLB GZRY), H. Veldkamp (GGW); tot adjudant: H.J. Beishuizen (VLB SSB), N. Bierman (VLB LW), E.H.P. Dries (VLB VKL), P.J.A. de Jongh (O-KLu), M. Limburg (O-KLu), L. Plug (VLB VKL); tot sergeant-majoor: P. Bronger (VLB SSB), G. Ellerie (VLB LW), M.J. Riemslag baas (KLu pers. internat.), H. Schaafsma (VLB LW), M. van Toorn (LC KLu); tot sergeant: P. van Elswijk (VLB SSB), H. van der Mark (VLB LW), L.C.H.M. Smits (VLB VKL); tot korporaal der eerste klasse: W. Sharobeem (VLB LW); tot korporaal: J.R. van Kersbergen (VLB GZRY), T. van der Kooij (VLB GZRY), T. Yildirim (VLB VKL); tot soldaat der eerste klasse: H. Ali (VLB EHV), E.J.S. Djastro (VLB EHV), S. Yilmaz (VLB EHV); VERPLAATSINGEN: kolonels: J. Abma van S-TL naar CO, E.J. Oliemans van O-KLu naar STAF DICO; luitenant-kolonels: E.H. Roelofs van S-TL naar VLB SSB, C.L.A.N. van Tartwijk van S-TL naar CO; kapiteins: A.G.J. Franssen van VLB LW naar BDL, B. Nielsen van O-KLu naar KLu pers. internat., F. Prins van VLB SSB naar BDL, S.C. van Trier van O-KLu naar KMA; adjudanten: P.J.A. de Jongh van VLB GZRY naar O-KLu, A.N. van ZwietenVerwaal van BDL naar KLu pers. internat.; sergeant-majoor: C. de Groot van VLB TW naar VLB VKL; sergeant der eerste klasse: R.P. den Turk van VLB TW naar VLB VKL; EERVOL ONTSLAG: W.J. Aarts, A.W. Bazen, T.A.J. Bouman, J.H. Buursen, N. Degenaars, L.H.A. Eijgelshoven, F. El Hamdaoui, A.K. Horree-Harland, B.S. Ilgun, R. Jacobs, A.M. de Jong-Veen, M.H.M. van Keulen, L.W. Koning, W.F. Kraay, M.J.C. Nelen, K.A.G. Nuitermans, Y.C.W. Pluk, D.J. de Rooij, T.A.H. Thomassen, J.C.N. Toonen; luitenant-kolonels: L. Boudesteijn, P. Donkerbroek, P.J.L.M. Keijsers; majoors: ing. G.J.J. Heerbaart, mr. drs.

A.L.J. Hugens, G. Koelewijn, J.C.M.H.A. Peters, H.H. Roelofs, R.R.J.M. Surminski; kapiteins: A.A.A.C. Goossens, J.P.F.H. Hermans, M.J.A. Jonkers, R. Kolker, H.R. Lelieveld, H.H.L.N. van Rossen; eerste luitenants: F.R. Hoff, P.R.M. Kors, B.A.M. Ringia, C. Smid, L.J. Tabois, A.A. Tuinema, C.J.G. Voesenek, M. de Waard; adjudanten: T.J.M. Aarts, N.A. Bal, H.M. van de Camp, P.J.M. Dam, A.L.J. Geboers, P.H. van Haalen, J.H.G. Hassing, J.W. van der Heijden, W.A. van Herreveld, R. Hijgenaar, W.H. den Hollander, F.G.C. ‘t Hooft, H. Huntelerslag, A.B. Landegent, W.J.F.M. van de Moosdijk, A.M. Musters, L. van der Reijden, E. de Ruiter, P.W. Schenk, R. Stutje, D. Veldman; sergeant-majoors: A. Ducaat, H. Feunekes, C. Jager, J. van der Laag, H.A. Leertouwer, L.J. Rehatta, J.P.M. de Schrijver, J.H.E. Verhaar, N.F.M. van der Willigen; sergeanten der eerste klasse: J.W.J. de Beer, R. Bilderbeek, R. Cay, M.H.M. Janssen, J. Kappert, M. Kelder, L.J. van de Logt, J. Velthuis, M. Weeren, B.J. Wormmeester; sergeanten: S. Feeke, M.J.M. Heijltjes, J.C. Morera Gamboa, L.J. Nugteren, J.J.W.M. de Reuver, P.J. Stoop, S.J.H.A. van Veen, H.W. van Wijgerden, J.E.P.F. de Wit; korporaals der eerste klasse: A. van der Beek, R.J.A. Berghuis, J.G. van Bilsem, B.S.T. Bimmel, F.M.J. van den Bogaard, N. Chamlal, D.A.E. van Dalen, D. van der Elst, J.C.E. Ettema, E.C.A. van Gurchom, B. Klaver, J.M. Leferink, M. van Ree, M. van Rooij, C.N.A. Scheepbouwer-Van Kooten, K. Schenk, T.T.H.M. Smits, B.A.J.A. Spierings, B. Veltkamp, D.C.P. Verhoeven, T.T.J.M. Verhoeven, A.R. Wijbrands, J.D. Wijnia, I. Zamora Smeenge, R. van de Zilver; korporaals: F.D. Bernardus, P.S.D. Epke, N. Groschke, J.E. Kastermans, B.J.M. Kuipers, T. Lbethioui; soldaat der eerste klasse: S.A.M. de Man; soldaat der tweede klasse: M.A. BinsmaDillingh; soldaat der derde klasse: S. Fafie.

Deze gegevens zijn aangeleverd door de DICTU/FBO/Managementinformatie. Voor vragen kunt u contact opnemen met de servicedesk, telefoon 0182 - 55 24 00 of fax 0182 - 2984.

29

Coen van den Heuvel, de eigenaar van Flash Aviation, heeft de afgelopen decennia al gezorgd voor de uitgave van een veelheid aan boeken over de Nederlandse militaire luchtvaart. Nieuwe paden betreedt hij met de uitgave van het ‘KLu Crash Archief’. In dit 116 pagina’s tellende boek 190 zwart-wit foto’s van vluchten met luchtmachttoestellen die niet tot een goed einde kwamen. De foto’s dateren uit de jaren 1945-1965 en zijn allemaal voorzien van een beschrijving hoe het allemaal zo fout af kon lopen. De auteur is er in geslaagd om veel informatie èn foto’s te bemachtigen. Bij de betreffende vliegtuigen gaat het om de straaljagers, helikopters, les- en transportvliegtuigen van weleer. En dus tal van foto’s van Hunters, Hillers, Thunderstreaks, Ansons en hoe alle illustere voorgangers van de huidige luchtvloot ook mochten heten. De auteur heeft er voor gekozen om alleen ongevallen en incidenten in beeld te brengen waar geen dodelijke slachtoffers bij vielen. Het gaat - gezien het onderwerp van het boek desondanks vaak om indringende foto’s met een verborgen boodschap die ook nu nog geldig is. Vliegveiligheid wordt immers ook anno 2004 nog met hoofdletters geschreven. Het boek is uitgevoerd op het formaat A-5 in softback en kost 1 12,50. Uiteraard is het KLu Crash Archief te vinden in de schappen van Flash Aviation in Eindhoven.●

PsyOps-dag Op 18 maart 2004 organiseert de School Militaire Inlichtingendienst in samenwerking met de Landmachtstaf een Psychologische Operaties-dag (PsyOps). Iedereen die in het verleden is uitgezonden in een PSYOPS-functie en geïnteresseerd is in het delen van kennis en ervaringen kan zich voor deze dag aanmelden. Dit kan tot 6 februari 2004 bij drs. P.J. Tiggelman (School MID). Aanmelden kan via Defensie Intranet email, onder vermelding van de uitzendperiode en de soort PSYOPS-functie. Heeft u niet de mogelijkheid een interne e-mail te sturen, dan kunt u mailen naar: post.ocede.smid.kc@rnla.mindef.nl. U ontvangt vervolgens een bevestiging van uw aanmelding en een uitnodiging voor de PSYOPSdag. Ook belangstellenden zonder PSYOPSuitzendervaringen kunnen hun interesse kenbaar maken. Vermeld daarbij dan wel de reden van uw interesse. Afhankelijk van het aantal beschikbare plaatsen ontvangt u een uitnodiging.●


JJO ALL OU UR RN A A

Cougar helpt Belgische luchtmacht

Reorganisatienieuws op intranet

Het 300 Squadron van de vliegbasis Soesterberg heeft vrijdag 12 december enkele grote vliegtuigwrakstukken geborgen in België. Eerder die week waren dertig kilometer ten zuiden van Luik twee Belgische F-16’s tijdens de vlucht op elkaar gebotst. De cockpit en neussectie van een van de verongelukte toestellen waren daarbij in een modderig gebied terechtgekomen. Op verzoek van de Belgische luchtmacht takelde een Nederlandse Cougar beide wrakdelen uit de modder en bracht ze naar een beter toegankelijk gebied. Voorafgaande aan de bijzondere transportvlucht hadden een vlieger en loadmaster van het 300 Squadron en twee medewerkers van het Bureau Externe Ladingen de plaats waar de wrakstukken lagen al geanalyseerd en de beide wrakdelen voorbereid op transport. In twee korte vluchten werden de cockpit en neussectie voorzichtig geborgen en met behulp van een 25 meter lange ‘slung’ zo’n vijftig meter door de lucht vervoerd.●

Alle nieuws over de reorganisatie is te vinden op het intranet bij het Reorganisatie portaal, onder het kopje Dossiers.●

Betaaldata salarissen 2004 De uiterste data waarop de salarissen voor het jaar 2004 op de rekening van militairen en burgerambtenaren bij defensie worden bijgeschreven zijn vooralsnog bepaald op vrijdag 23 januari, dinsdag 24 februari, woensdag 24 maart, vrijdag 23 april, maandag 24 mei en donderdag 24 juni. Meer informatie is te verkrijgen bij de Directie Arbeidsvoorwaardenbeleid van het ministerie van Defensie, tel. 070 - 318 74 93.●

Foto: Luitenant-kolonel Geert de Rover, AVKAM

Genietank sloopt hoofdgebouw AOCS NM Gelukkig nieuwjaar! De redactie van de Vliegende Hollander wenst al haar lezers een bijzonder goed en gezond 2004!●

Adresperikelen Door de verhuizing van de Vliegende Hollander van het ministerie van Defensie naar het Hoofdkwartier van de Luchtmacht aan de Binckhorstlaan, is het momenteel nog niet mogelijk adreswijzigingen op een snelle en adequate manier te verwerken. Naar verwachting zal dit snel wèl weer kunnen. Onze excuses voor het ongemak in de tussenliggende periode. Overigens wordt op deze plaats nog eens benadrukt dat het niet nodig is adreswijzigingen naar de redactie te sturen als u als militair of burgerambtenaar bij de luchtmacht werkt. Daar geldt de adreswijziging die u aan uw eigen administratie stuurt ook als adreswijziging voor de Vliegende Hollander.●

VOOR ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON OP PAGINA 3

Dat het oude hoofdgebouw op AOCS Nieuw Millligen op de nominatie stond om gesloopt te worden, was al enige tijd bekend. In november 2002 verhuisden de ‘bewoners’ al naar hun nieuwe onderkomen. Sindsdien fungeerde het oude gebouw nog slechts als doorgangshuis voor tijdelijke kantoren en lokalen. Eind vorig jaar werd daadwerkelijk begonnen met de sloop, maar op een geheel andere manier dan gebruikelijk... Via via werd namelijk een genietank ‘geregeld’ om, onder grote belangstelling van de onderdeelspopulatie, de sloop uit te voeren. De tankbemanning van de 41e Pantsergenie Compagnie (zwaar) uit Seedorf was voor deze gelegenheid aangevuld met de Basiscommandant van AOCS NM, Kolonel Eric J. Burmeister, zodat deze voor de eerste en laatste keer z’n oude bureau kon) ‘binnenrijden’. Dat gebeurde, voor zover mogelijk met een tank, met de nodige voorzichtigheid en met een speciale reden. Dit bezoek van de genie aan AOCS diende namelijk tevens als ‘oefening in het optreden in verstedelijkt gebied’. Hierbij is het onder meer van belang dat naastgelegen

30

panden zo min mogelijk worden beschadigd en ook dat rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van ‘publiek’ in de omgeving. Ook de ‘poortwachter’ van AOCS NM, een Starfighter, moest het veld ruimen. De kist werd van z’n sokkel gehesen om een plaatsje te vinden langs een nog aan te leggen nieuwe toegangsweg. Helaas ging er ergens iets mis. Het zwaartepunt van de kist werd verkeerd ingeschat, zodat het geheel kantelde. Als gevolg hiervan overleefde de neus de verhuizing niet ongeschonden. Maar het schijnt dat een nieuwe neus voor deze ‘laatste gecrashte honderdvier’ alweer onderweg is.● Tekst en foto: Willem de Rode


VLIEGENDE HOLLANDER

‘Back to the roots’

Nieuwe serie historische boeken Iedere rechtgeaarde modelbouwer in Nederland en België is bekend met de firma Dutch Decal. Deze firma brengt tal van decals (watertransfers, simpel gezegd plakplaatjes) op de markt voor Nederlandse vliegtuigmodellen. Uitgever Luuk Boerman heeft nu besloten om onder de naam Dutch Profile een serie boekjes te starten over de historie, camouflage en kentekens van historische Nederlandse militaire vliegtuigen. Het eerste deel gaat over de Lockheed L-12/212 die in de jaren rond de Tweede Wereldoorlog in dienst was bij de Militaire Luchtvaart in Nederlands-Indië, de Luchtstrijdkrachten en de Nederlandse vliegschool in Amerika. Het A-4 boekwerkje telt 24 pagina’s en biedt - naast een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van het toestel - tal van zwart-wit foto’s en kleuren zijaanzichten. Informatie over de camouflage en kentekens èn de verschillende modellen en decals ronden het geheel af. Het eerste deel is te koop bij de Luchtvaart Hobby Shop in Aalsmeerderbrug, Flash Aviation in Eindhoven of direct via Bank/Giro (Euro 9,95 per deel incl. BTW en verzendkosten) door overmaking op giro 3127421 of bank 89 2710551 t.n.v. L.H. Boerman, Kerkstraat 2, 2471 AP Zwammerdam.●

De gedachten aan vroeger werden even verdreven door de imposante aanblik van de huidige Apache gevechtshelikopter. Foto: Sergeant-majoor Ed Nauta, Werkeenheid Fotografie Vliegbasis Gilze-Rijen

Personeel van het vijftig jaar geleden opgerichte Depot Voor Vliegtuig Materieel 2 (DVVM2) trof elkaar op 4 november tijdens een reünie op de Vliegbasis Gilze-Rijen. Met een rondrit over de basis werd uiteraard het gedeelte oud-DVVM2 aangedaan. In de voormalig centrale werkplaats, gebouw 209 waar

Postactieven Regio Volkel verwelkomt 500ste lid Onlangs sloot de Contactgroep Postactieven Regio Volkel met een social het 29ste verenigingsjaar af. Ruim 200 leden hadden de Korporaalsmess opgezocht om weer ouderwets gezellig over duizend-en-één-onderwerpen te praten. In zijn openingstoespraak verwelkomde voorzitter Willem den Ouden de vele nieuwe leden van de club. In het bijzonder Joop Melisie die hij als 500ste lid van de Regio Volkel begroette. Om dit te vieren kreeg Melisie van het bestuur een kistje met een paar flessen wijn overhandigd. Zoals de laatste jaren gebruikelijk is tijdens de ‘wintersocial’ was er voor iedereen aan het einde van de middag een overheerlijk bord boerenkool met worst en vette jus. Het bestuur kan terugzien op, alweer, een zeer geslaagde acti-

viteit. Dit vond ook een aantal ‘nieuwsgierigen’ dat tijdens de bijeenkomst eerst de kat uit de boom keek, voordat het zich als

lid liet inschrijven. Mede dankzij deze spontane aanmeldingen stond de teller na afloop al op 550 leden.●

31

nu het VOTC (VliegveiligheidOefen en Test Centrum) is gevestigd, vielen de monden open. De vertrouwde bankschroeven en draaibanken waren verdwenen en hadden ruimte gemaakt voor een heus zwembad, waarin vliegers de noodzakelijke vaardigheden opdoen om te overleven na een levensreddende sprong uit hun vliegtuig of crash in het water. Een bezoek aan hangar 408 bracht de gedachten weer bij het sleutelen aan vliegtuigen, zo’n 50 jaar geleden. Toen er in de vijftiger jaren behoefte was aan opslag en onderhoud van het van origine Amerikaans vliegtuigmaterieel, werd in 1953 op Gilze-Rijen het toenmalige DVVM2 opgericht. Het personeel verzorgde de opslag en onderhoud van al het Amerikaanse vliegtuigmaterieel. Al het materiaal dat defect was of groot onderhoud behoefde kwam in de revisiewerkplaatsen van DVVM2 terecht, zoals hydraulica, motorshop, vliegtuigsystemen, instrumenten en elektronica, bankwerkerij, plaatwerkerij, de beklederij en spuiterij. Nijvere handen reviseerden, repareerden en testen de componenten die daarna hun plaatsen weer vonden in de schappen van het Depot.●


JOURNAAL

Serie voorlichtingsfilms Koninklijke Luchtmacht afgerond Bevelhebber de Luchtstrijdkrachten (BDL), luitenant-generaal Dick Berlijn, kreeg vrijdagmiddag 19 december uit handen van producent Michiel Praal van IDTV de laatste videoband uitgereikt van een serie van negen voorlichtingsfilms over de KLu. De BDL bedankte de mensen van IDTV voor de geweldige ondersteuning bij het project. ‘De film ‘Mensen met een Missie’ is een spectaculaire productie en de serie van negen materieelfilms zijn een geweldige ondersteuning daarvoor. De luchtmacht is goed voorbereid, getraind en gereed voor welke missie dan ook. En de film brengt dat gevoel goed over’, aldus Berlijn in een eerste reactie. Naast de negen materieelfilms, die ook op DVD verschijnen, zijn er nog drie films geproduceerd: een algemene voorlichtingsfilm, een trailer van vijf minuten en een documentaire over de luchtmacht. Bij de presentatie waren onder andere aanwezig de twee regisseuren/redacteuren Joost Wieman en Jan Meints, de regisseur/eindredacteur André Eilander en van Luchtmachtvoorlichting kapitein Wendy Eelsing.●

Bijzondere brevetuitreiking

Generaal-majoor Guus Slierendrecht, tot midden deze maand Directeur Personeel KLu, had onlangs nog een primeur toen hij voor het eerst het Brevet voor Hogere Technische Bekwaamheid uitreikte aan een personeelsofficier. De ontvanger, majoor ir. Johan Verbakel begon in 1995 met een studie Technische Bestuurskunde aan de TU in Delft. Hij studeerde in 2002 af en volbracht aansluitend zijn stage bij de Directie Personeel KLu, waar hij op dit moment werkt bij de Coördinatiestaf. De bijzondere brevetuitreiking werd ondermeer bijgewoond door Directeur Materieel KLu, generaal-majoor Peter Vorderman en de nieuwe Directeur Personeel KLu, commodore Henny Melker. Naast Verbakel heeft de KLu nog een brevetdrager in de persoon van majoor Henk van der Wal van de Staf Tactische Luchtmacht. Hij ontving uit handen van de Commandant Tactische Luchtmacht, generaal-majoor Hans de Jong, het Brevet voor Hogere Bekwaamheid in de Sociale Wetenschappen. Van der Wal werkt als Hoofd van de Sectie Gezondheidszorg Operaties binnen de Staf Tactische Luchtmacht.●

Reünie postactieven Arnhem Speciaal voor (geregistreerde) postactieve medewerkers van de Groep Lichte Vliegtuigen, vliegbasis Deelen, Koninklijke Kaderschool Luchtmacht, Luchtmacht Elektronische en Technische School, de Luchtmacht Instructie en Militaire Opleidingen School èn hun partners wordt op 24 maart een reünie gehouden. Die dag wordt vanaf 10.30 uur een programma verzorgd op het terrein van de Oranjekazerne in Schaarsbergen. Aanmelding voor deze reünie kan door overma-

king van twee euro per persoon voor leden van de CPA regio Arnhem (en vier euro per persoon voor niet-leden) op giro 3149250 t.n.v. penningmeester LETS Senioren KLup in Doetinchem. Voor nadere informatie en het doorgeven van speciale dieetwensen kan contact worden opgenomen met de secretaris van de CPA Regio Arnhem via 0575 - 56 13 49. Vergeet op de 24ste maart niet een geldig legitimatiebewijs mee te nemen met het oog op de toegangscontrole!●

Nieuwe luchtvaartkalender Sinds jaar en dag wordt luchtvaartminnend Nederland verblijd met de Luchtvaartkalender van Peter Korbee in Rijnsburg. Dit jaar is gekozen voor een combinatie van foto’s en computer-illustraties van Henk van Willigenburg. Op de kalender vinden verschillende toestellen van de Koninklijke Luchtmacht en Marine Luchtvaartdienst een plaatsje, voor de KLu gaat het onder meer om de Starfighter, Thunderflash, Dakota, F-16, Chinook en Gloster Meteor. De kalender in het formaat 24x35 cm., is gedrukt in full colour. Aanschaf is mogelijk door overmaking van 16 euro op giro 2567434 t.n.v. Korbee in Rijnsburg onder vermelding van uw adres (niet vergeten!) en het trefwoord kalender 2004. De kalender is ook te koop op verschillende andere plaatsen zoals bij het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg, de WZZ-shops van de luchtmacht, de Luchtvaart Hobby Shop in Aalsmeerderbrug, Flash Aviation in Eindhoven, het Aviodrome in Lelystad en op de Marinevliegkampen De Kooy en Valkenburg.●

32


VLIEGENDE HOLLANDER

Ontvangst Vliegende Hollander postactieven Indien u als postactieve KLu-militair of burger met functioneel leeftijdsontslag de Vliegende Hollander niet meer automatisch ontvangt, kunt u zich hiervoor opgeven met het ‘registratieformulier Postactieven Koninklijke Luchtmacht’. Voor dit formulier, de postactievenkaart en alle overige correspondentie, kunt u zich

schriftelijk wenden tot het Hoofdkwartier Koninklijke Luchtmacht, Staf Bevelhebber/ Kabinet/Postactieven, Postbus 20703, 2500 ES Den Haag. Om de aanvraagprocedure te bespoedigen, wordt u verzocht een kopie van het loonstrookje ABP of ontslagbrief mee te sturen.●

Nieuwe functies commodores Jansen en Van Groningen Het LCKLu heeft sinds 1 januari van dit jaar een nieuwe commandant in de persoon van commodore mr. Siem van Groningen. Hij nam het commando over van commodore Gerard Meijer die de dienst verlaat. Meijer was commandant van het LCKLu sinds 2001. Commodore Van Groningen was tot voor kort Plaatsvervangend Commandant Ondersteunende Operaties en Diensten van de Tactische Luchtmacht. Begin deze maand trad in de persoon van commodore Jac Jansen de nieuwe voorzitter

Afscheid CIS Coryfee

van de SAMSON-projectorganisatie aan. Jansen, die werd bevorderd tot generaalmajoor, volgt in die hoedanigheid KL-generaal Ad van Baal op die benoemd is tot Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht. Jansen bekleedde voor zijn benoeming tot voorzitter van SAMSON de functie van Sous Chef Beleid en Plannen in de Staf BDL. De SAMSON-projectorganisatie begeleidt de maatregelen die voortvloeien uit het Strategisch Akkoord en het Integraal Defensie Plan.●

In november 2000 werd kolonel Paul Arts uitgezwaaid als toenmalig HACIS en vertrok hij voor drie jaren naar het NC3 Agency te Brussel. Op 26 november hield hij een goed bezochte en sfeervolle FLO-receptie bij de Luchtmacht CIS Groep. Kolonel Arts was van mei 1998 tot augustus 1999 voorzitter van de Werkgroep Invoering CIS organisatie (WIC) en wordt daarmee beschouwd als de grondlegger van de Luchtmacht CIS Groep. Als blijk van dank voor alles wat hij voor het vakgebied en met name voor LCG heeft gedaan, ontving hij uit handen van commandant LCG, luitenant-kolonel Hans van der Putten, het traditionele afscheidscadeau.●


JOURNAAL

Kerstbezoek BDL aan Helidet Irak Tijdens de kerstdagen was de bevelhebber, luitenant-generaal Dick Berlijn, in Irak aanwezig bij de militairen van het helikopterdetachement. Na aankomst in Irak vertrok de BDL, samen met onder meer de Bevelhebber der Landstrijdkrachten en de plaatsvervangend Chef Defensie Staf, in een Chinook helikopter richting Basra. In Camp Smitty liet het gezelschap zich informeren over de stand van zaken bij het SFIR-detachement. Na een kort bezoek aan het CIMIC-house in As Samawah ging de BDL naar het helikopterdetachement in Tallil waar hij een rondleiding kreeg, een Nederlandse avondmis bijwoonde in een mobiele hangaar en met de militairen sprak over hun verblijf in Irak. Het bezoek werd afgesloten met een kerstdiner, waarbij bijna alle luchtmachtmilitairen in Irak aanwezig waren.● Foto: Majoor Olav Spanjer

Functiewisseling Chef Kabinet BDL Liesbeth Rozenhart (43) is maandag 1 december kolonel Ton Tieland (46) opgevolgd als Chef Kabinet van de Bevelhebber. Ze is hiermee tevens bevorderd tot kolonel. Tieland is per gelijke datum benoemd tot Hoofd Projecten Staf Bevelhebber, waar hij nauw betrokken wordt bij de reorganisatie van de Defensiestaf. Rozenhart was werkzaam als Hoofd Sectie Verwerving Jachtvliegtuigen en Geleide Wapens bij de Directie Materieel KLu. Het Kabinet der Bevelheb-

ber (KAB/BDL) vormt een belangrijke schakel tussen de Bevelhebber en de rest van de organisatie. Onder het Kabinet vallen secties en bureaus als de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht, het Militaire Luchtvaartmuseum, de Sectie Luchtmachthistorie, de Secretaris van de Luchtmachtraad, de Luchtmachtadjudant, Sectie Algemene Zaken en Protocol, het Vertaalbureau, het Stafbureau Documentaire Informatievoorziening en de Sectie Luchtmachtcommunicatie.●

Blusheli’s KLu in heel Nederland inzetbaar

De Cougar en Chinook kunnen voortaan in heel Nederland worden ingezet voor het bestrijden van branden. Hiervoor is op dinsdag 16 december een convenant ondertekend tussen de ministeries van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties en Defensie. De inzet van luchtmachttrans-

porthelikopters voor brandbestrijding vindt plaats in het kader van de militaire bijstandsregeling. Deze regeling is bedoeld als aanvulling in het geval van bijzondere omstandigheden en/of calamiteiten. Het convenant beperkt zich daarom niet (meer) tot de inzet bij natuurbranden in de zogenoemde ‘stedendriehoek’ (Veluwe), maar maakt het mogelijk in heel Nederand grote of onbeheersbare branden te lijf te gaan. Dit jaar werden Chinook en Cougar transporthelikopters al regelmatig ingezet voor assistentie bij brandbestrijding, bijvoorbeeld bij een brand in een cacaofabriek in Zaandam en een natuurbrand bij Austerlitz. Beide helikopters kunnen worden voorzien van zogeheten ‘bambi-buckets’. Dit zijn flexibele watercontainers die onder de helikopter worden gehangen. Een Chinook is zo in staat om per keer bijna 10.000 liter water in een brandhaard te storten. Ook kan een watergordijn worden gelegd, om uitbreiding van de brand te voorkomen of objecten af te schermen. Een Cougar kan per missie 2500 liter water meenemen.●

34

Advocaat of Officier? Op 28 november 2003 werd een eerste themadag georganiseerd voor officier-raadsmannen van de krijgsmacht. Aan de hand van het thema “Advocaat of Officier” werd ingegaan op de rol van de officier-raadsman. Alle officieren van de krijgsmacht kunnen conform artikel 23 Wet Militaire Strafrechtspraak optreden als raadsman van militairen die voor de militaire strafrechter dienen te verschijnen. De rol van de officierraadsman is niet juridisch van aard, maar meer gericht op de algemene ondersteuning en begeleiding van de militair, waarbij zijn kennis van de militaire organisatie een belangrijke rol kan spelen. Hij is vaak in staat om vanuit zijn eigen wetenschap een oordeel te geven over de persoon van de verdachte en veelal ook over de feitelijke, militaire en sociale omstandigheden waaronder het delict is gepleegd. De themadag heeft haar nut bewezen en krijgt in 2004 een vervolg. Voor vragen over de themadag of met betrekking tot het vervullen van de functie van officier raadsman, kunt u contact opnemen met kapitein mr. Robert van der Weijde van de Stafgroep Juridische Zaken/Staf BDL (tel. 070 - 339 6186).●


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.