K A N D I D A AT S T E L L I N G A R C H I T E C T U U R O P D R A C H T
SOCIAAL HUISVESTINGSPROJECT 3800 SINT TRUIDEN, DELLINGSWEIDESTRAAT & JAN VAN XANTENLAAN 17 JANUARI 2011
VOORWOORD
Deze bundel probeert noch een ontwerp, noch architectuur te zijn. Dit zijn slechts enkele bedenkingen en principes die de aanzet kunnen zijn voor een verdere ontwikkeling die finaal kunnen uitmonden in een ontwerp. Ze zijn prikkelend en scherpen het bewustzijn aan. Ze confronteren opdrachtgever en ontwerper met vragen dewelke noodzakelijk zijn om te komen tot een weloverwogen ontwerp.
2
INHOUD Analyse en ambities Concept Masterplan TypologieĂŤn en blokken Conclusie Raming
3
4
ANALYSE EN AMBITIES
De woonwijk is gelegen aan de zuidrand van de stad . Ze wordt begrensd door een aantal grote verbindings- en invalswegen. Aan de oostrand grenst het projectgebied aan een bestaande verkaveling met kleinschalige individuele woningen in het groen. Het concept voor 50 tot 60 nieuwe sociale woningen vertrekt vanuit de individuele woonkwaliteit van elke unit, maar heeft ook de ambitie om hierbij een aantal meerwaarden te realiseren die intrinsiek in het ontwerp worden ingebouwd. Zo wil het project bewust rekening houden met, en inspelen op de nabije aanwezigheid van de grote infrastructuren die kenmerkend zijn voor het randgebied van de stedelijke woonkern. Binnen deze context gaat het op zoek naar een eigen identiteit en geeft het aanzetten voor een nieuw sociaal weefsel op schaal van de buurt.
OVERZICHT
5
CONCEPT 1:
CONCEPT 2:
CONCEPT 3:
WONEN IN HET GROEN MET IDEALE ORIËNTATIE
EEN BUFFER VOOR HET GELUID
EEN VLOTTE ONTSLUITING ZONDER DOORGAAND VERKEER
Elke woning of appartement heeft een eigen private buitenruimte en overvloedig zicht en contact met het groen en de open ruimte . Hoewel er een relatief hoge dichtheid wordt gerealiseerd, is de totale footprint (max. 15%) van die aard dat er ruim plaats is voor individuele tuinen en collectief groen. Doordachte inplanting zorgt er voor dat elke woning of unit ideaal georiënteerd wordt met de leefruimten maximaal gericht naar het zuiden.
Door de inplanting van een woonvolume tegen de westrand wordt een buffer gebouwd voor het gehele binnengebied en ook voor de aangrenzende woonwijk. De opbouw van de woningen die in dit buffervolume worden opgenomen is daarom logisch opgevat met alle dienstvertrekken en circulaties langs de wegzijde en alle woonvertrekken langs de groene en rustige binnenzijde.(*) Het woonblok bevat duplexwoningen met tuin in de onderste bouwlagen en heeft een extra bouwlaag met appartementen op niveau +2.
Het rustige karakter van de nieuwe woonwijk wordt tevens bereikt door een doordachte ontsluiting. Deze verloopt aan de ene zijde via de bestaande zijweg . Een tweede ontsluiting voor autoverkeer takt in op de Dellingweidestraat. Op beide plaatsen zijn (aan de rand van de wijk) voldoende parkeerplaatsen voorzien. Er is geen plaats voor doorgaand autoverkeer. Het woongebied is wel op vele plaatsen doorwaadbaar voor voetgangers en zacht verkeer. Deze ‘porositeit’ zorgt voor een kleinschalig karakter. Het biedt tevens de optie om tuinen aan hun achterzijde te ontsluiten en zorgt voor een veilige verbinding voor kinderen, fietsers en voetgangers.
(*) Autoverkeer is in Vlaanderen de belangrijkste oorzaak van geluidsoverlast. Bij plaatsbezoek valt het storende effect van deze geluidshinder sterk op. De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening vraagt terecht ‘bijkomende maatregelen’ voor gebouwen welke in geluidsgevoelige gebieden zijn gelegen. (zie ook ‘Vlaanderen in de knoop’ ASP Editions 2009 – pg. 71 e.v.)
6
CONCEPT 4:
CONCEPT 5/6:
CONCEPT 7:
PLAATS VOOR COLLECTIEF EN PRIVAAT GROEN
VARIATIE EN FLEXIBILITEIT
WONEN ONDER (HOOG)SPANNING
Naast de individuele tuinen is er plaats voor extra open en groene ruimte. De inplanting van een centraal pleintje geeft de woonwijk een extra troef. Het is een plek voor sociaal contact tussen de bewoners. Het pleintje verbindt verschillende kleine paden met mekaar en vormt het knooppunt van de wijk. Anderzijds grenst het aan de bestaande woonverkaveling . Hierdoor sluit het nieuwe woonproject zich niet af, maar opent het zich naar de overige bewoners van de buurt. De wijk krijgt een duidelijk gezicht en een heeft een link naar de buurt.
Er wordt gewerkt met een beperkt aantal eenvoudige woontypologieën. Het buffervolume heeft een ‘dwarse’ typologie en is gericht naar het groene binnengebied. De overige woningen en appartementen hebben een ‘doorzon’ typologie. Deze keuze laat een bepaalde variatie toe zodat de gestelde behoefte aan koopwoningen, huurwoningen en bejaardenflats correct en flexibel kan ingevuld worden. Het is een instrument en onderlegger voor verdere verfijning na overleg met de bouwheer. Tegelijkertijd zorgt het voor een invulling met de juiste schaal : het buffervolume bevat 3 bouwlagen, terwijl de overige volumes in het binnengebied op 2 bouwlagen worden voorzien. Afhankelijk van het (gedeeltelijk) toevoegen van 1 bouwlaag in het binnengebied kan het woningaantal variëren van 46 tot 57 eenheden.
De aanwezige hoogspanningslijn van 70kV zorgt voor een laag-frequentie electromagnetisch veld boven de wijk. Verschillende studies wijzen op mogelijke gevolgen voor de gezondheid. (zie : www.mmk.be) Dit stedenbouwkundig plan zorgt dat geen enkele woning rechtstreeks onder deze hoogspanningslijn wordt ingeplant. Op deze manier wordt elke woning gelijkwaardig behandeld en volwaardig opgenomen in deze nieuwe woonwijk.
COMPACT EN ECONOMISCH BOUWEN Elke woontypologie beantwoordt aan de normen van de VMSW. Door een eenvoudige schakeling en doordachte stapeling kan er op compacte wijze gebouwd worden. De repetitiefactor biedt bouweconomisch voordeel. Er kan kwalitatief gebouwd worden zonder dat dit tot een eentonig resultaat leidt. Aangevuld met een goede oriëntatie zorgt dit voor een betaalbare , beheerbare en duurzame woonkwaliteit.
7
SITUATIE
8
MASTERPLAN
= PRIVÉ = PUBLIEK
1:750
9
INRICHTINGSSCHETS FRUITWIJK Deze eerste inrichtingsschets vormt eerder een sfeerbeeld dan een concrete invulling en is dus zeker geen definitief eindbeeld. Alles is nog mogelijk… Het ontwerpteam ging vooral op zoek naar bezieling en associatie; identificatie van de nieuwe bewoners met hun woonplek staat daarbij centraal. De wijk moet kansen bieden voor kwalitatieve sociale cohesie en dit zowel intern (wijk) als extern (ruimere omgeving). Architectuur en publieke ruimte spelen daarin een sleutelrol. De nieuwe fruitwijk gaat uit van maximale landschappelijke integratie en gradiënten van openbaarheid. De groenstructuur wordt praktisch en kwalitatief ingezet voor landschappelijke verankering en geluidsbuffering. Zij is het canvas waarbinnen de bouwblokken staan opgesteld en evoceert interactieve plekken. The carpet that ties the whole neighbourhood together! Letterlijk en figuurlijk. Beperkte ‘zakdoek parkings’ liggen functioneel verspreid in de wijk en zijn vlot verbonden met de verschillende woningen. Een centrale boomgaard met sierkerselaars herbergt een verharde en polyvalente spel- en sportplaats en sluit achterin aan op een open trapveld. Deze wijkdries* is bereikbaar via aangename en vooral veilige wandelpaden. Het geheel oogt herbergzaam en toch bijzonder. * Dries Open ruimte binnen de kom van een dorp of een gehucht in Limburg, oorspronkelijk bedoeld om het vee te verzamelen, ook wel bies(t) genoemd '
10
11
MASTERPLAN MATRIX In het gepresenteerd voorstel zijn er drie varianten aangeboden die het aantal woningen kunnen verhogen of verminderen, dit in diverse scenario’s waarvan het een al ingrijpender dan het andere. In samenspraak met de stedenbouwkundige diensten én de opdrachtgevers kan naar een weloverwegen keuze gewerkt worden die alle belangen probeert te verzoenen.
2 SL. WONINGEN=60% - 63%* 2 SL. SENIOREN APPARTEMENTEN=11% 3 SL. WONINGEN=21% 4 SL. WONINGEN=5% - 8%*
* Blok A & Blok B: Mogelijk om eind typologieën van 4 slaapkamers te maken
12
2 SL. WONINGEN=63% - 67%* 2 SL. SENIOREN APPARTEMENTEN=8% 3 SL. WONINGEN=20% 4 SL. WONINGEN=5% - 9% *
2 SL. WONINGEN=67% - 70%* 2 SL. SENIOREN APPARTEMENTEN=8% 3 SL. WONINGEN=18% 4 SL. WONINGEN=4% - 7%*
AANTAL WONINGEN: 57 B/T=15%
J
C
F
G
V/T=0.45
H
I
B E
D
G/T=70%
A
MASTERPLAN MET 57 WONINGEN
AANTAL WONINGEN: 51 B/T=15%
H
I
J
C
F
V/T=0.40
B
G E
G/T=70%
D A
MASTERPLAN MET 51 WONINGEN
AANTAL WONINGEN: 46 B/T=15% J
V/T=0.37
H
I
C
F
B
G E
G/T=70% D
A
B/T=Bebouwingsindex V/T=vloeroppervlakte G/T=groenindex
MASTERPLAN MET 46 WONINGEN
13
14
TYPOLOGIEテ起 EN BLOKKEN
DOORZON WONING MET ACHTER TUIN OP DE ZUIDKANT
15
TYPE: BUFFER
3 BOUWLAGEN: DUPLEX WONINGEN MET TUINEN APPARTEMENT MET TERRAS
2 BOUWLAGEN: DUPLEX WONINGEN MET TUINEN
H I
C
J F B
G E
D A
(Mogelijk om een eind typologie van 4 slaapkamers te maken)
16
17
TYPE: DOORZON Koopwoningen: Blok H
3 BOUWLAGEN: 2 DUPLEX WONINGEN MET TUINEN 1 APPARTEMENT MET TUIN 1 APPARTEMENT MET BALKON 2 APPARTEMENTEN MET BALKONS
2 BOUWLAGEN: 2 DUPLEX WONINGEN MET TUINEN 1 APPARTEMENT MET TUIN 1 APPARTEMENT MET BALKON
H I
C
J F B
G E
D A
18
19
TYPE: SENIOREN DOORZON
3 BOUWLAGEN: 2 ROLSTOEL TOEGANKELIJK APPARTEMENTEN MET TUINEN 2 APPARTEMENTEN MET BALKONS 2 APPARTEMENTEN MET BALKONS
2 BOUWLAGEN: 2 ROLSTOEL TOEGANKELIJK APPARTEMENTEN MET TUINEN 2 APPARTEMENTEN MET BALKONS
H I
C
J F B
G E
D A
20
21
TYPE: DOORZON Koopwoningen: Blok F
2 .5 BOUWLAGEN: 2 TRIPLEX WONINGEN MET TUIN EN TERRAS
H I
C
J F B
G E
D A
22
23
TYPE: DOORZON
3 BOUWLAGEN: 2 DUPLEX WONINGEN MET TUINEN 1 APPARTEMENT MET TUIN 1 APPARTEMENT MET BALKON 2 APPARTEMENTEN MET BALKONS
2 BOUWLAGEN: 2 DUPLEX WONINGEN MET TUINEN 1 APPARTEMENT MET TUIN 1 APPARTEMENT MET BALKON
H I
C
J F B
G E
D A
25
26
CONCLUSIE
Stramien-Meta gaat met dit concept op zoek naar een rustige woonwijk aan de rand van de stad. Er is plaats voor goed en betaalbaar wonen. Een verstandige inplanting, ontsluiting en plaats voor extra open ruimte zorgen voor een groene wijk met individuele en sociale kwaliteit.
BUFFER ZONE
27
28
RAMING
29