Standpunt/ advies van LBC-NVK, op 11 mei 2010, m.b.t. de Conceptnota “Perspectief 2020”, van 2 april 2010, Nieuw Ondersteuningsbeleid voor Personen met een Handicap, van Minister J. Vandeurzen Vooraf LBC-NVK is voor zorgvernieuwing. De sector (voorzieningen, personeel en gebruiker) heeft recht op een hervorming die leidt tot een betere en kwaliteitsvolle zorg. Deze (kwaliteits)zorg kan niet los gezien worden van de werkomstandigheden van het personeel. Wij betreuren dat de conceptnota weinig of geen aandacht heeft voor de personeelsinzet en de kwalificatiebepalingen. Nochtans zijn dit essentiële elementen voor kwaliteitsvolle zorg en hulpverlening. Wij aanvaarden daarom geen enkele hervorming die geen rekening houdt met een (moderne) personeelsnormering.
Deel I : Omgevingsanalyse Akkoord om het beleid te baseren op de VN-conventie betreffende de rechten van de personen met een handicap. In verband met de kracht van het werkveld hebben wij ernstige bedenkingen bij het creëren van een regelluwe omgeving. We kunnen akkoord gaan met een eenvoudige en transparante regelgeving, voor zover dit onder “regelluw” wordt verstaan. De toelichting onder “Het beschikbaar sociaal kapitaal anders inzetten” verwijst echter naar een totaal andere invulling van het begrip “regelluw”. De nota benadrukt terecht dat het sociaal kapitaal zeer belangrijk is, maar stelt tegelijkertijd dat dit potentieel moet geactiveerd worden alsof dit nog niet het geval zou zijn. De volledige vrijheid wordt bovendien overgelaten aan de initiatiefnemers zonder dat hiervoor een kader wordt gecreëerd. We zijn niet akkoord met het feit dat vakbonden en het personeel op geen enkele manier vermeld worden, laat staan dat er voorzien wordt hoe deze kunnen betrokken worden. Wij vinden dat beschamend. De verwijzing naar ‘het werkveld’ (het sociaal ondernemerschap) en de kracht van de Gebruikers maakt de omgevingsanalyse zeer gebrekkig. Wij erkennen uiteraard de rol van de Gebruikers maar wensen tegelijkertijd de rol van de vakbonden/ personeel (en hun pionierswerk) een plaats te geven. Niet alleen als middenveldorganisatie maar ook als sociale partner hebben we er mee voor gezorgd dat de sector zich heeft kunnen ontwikkelen. Wij adviseren dat men expliciet opneemt dat de vakbonden, net zoals de Gebruikers, een belangrijke gesprekpartner blijven op het vlak van beleidsvoorbereiding en besluitvorming.
Deel II : De sector is jong maar niet onervaren De pogingen tot vernieuwing moeten uiteindelijk resulteren in voldoende, kwaliteitsvolle en toegankelijke zorg/hulpverlening. De zorggradatie als toepassing of middel tot een herverdeling van de personeelsinzet heeft inderdaad op heel wat bezwaren van de sector gestuit. Dat zal vandaag niet anders zijn als “vernieuwing” enkel gericht is op “meer doen met minder middelen”. Wij herinneren eraan dat, ten gevolge van de personeelsstop in de jaren 80 van de vorige eeuw, heel wat voorzieningen al meer werk verrichten met onvoldoende personeel. Wij zijn akkoord met de stelling dat een herverdeling van de personeelsinzet volgens zorgzwaarte moet gekoppeld worden aan een substantiële verhoging van het globale personeelsvolume. Wij erkennen ook dat het ZZI niet volledig gevalideerd en algemeen aanvaard wordt. Wij wijten dit aan het ontbreken van een instrument dat de koppeling met de juiste personeelsnormering garandeert. Het is in de zorgvernieuwing essentieel dat een instrument op een objectieve en duidelijke wijze de zorgzwaarte bepaalt, maar dit instrument zal
Pag. 1/4
tot veel problemen leiden wanneer niet op objectieve en duidelijke wijze bepaald wordt wie (met welke functie en kwalificatie) deze zorg moet geven. Wij stellen voor om in functie van de zorgzwaarte van de PmH een instrument te ontwikkelen dat de koppeling maakt met de personeelsinzet. Bij gebrek hieraan zal de sector ongetwijfeld reageren en is het draagvlak voor “deze zorgvernieuwing” volledig weg.
Deel III : Doelstellingen Akkoord met vraaggestuurde zorg en meting van de zorgzwaarte zodat de ondersteuning bepaald en op elkaar kan afgestemd worden. Dat hiervoor de sector aan hervorming toe is, hebben wij ook al eerder erkend. Dat de inclusie van andere beleidsdomeinen moet georganiseerd worden is ons ook duidelijk. Een meerjarenplanning vanuit een langetermijnvisie hebben wij steeds verdedigd.
De eerste doelstelling (zorggarantie voor de zwaarst behoevenden) Wij vragen ons af hoe de verschillende categorieën van zorggarantiegroepen zullen bepaald worden. De huidige erkenningscategorieën verdwijnen immers volledig. Wij zijn er niet van overtuigd dat dit wel aangewezen is. Aangezien de voorzieningen geneigd zullen zijn om zich te richten naar de vraag vrezen wij dat een minder voorkomende vraag of een specifieke zorg niet overal zal kunnen ingevuld worden. Dat leidt ongetwijfeld tot een duurdere kostprijs van een zodanig specifieke vraag en beperkt de mogelijkheid tot specialisatie en knowhow. e
LBC-NVK is niet akkoord met de 5 factor (p. 25, punt 5) die bepalend zou kunnen zijn voor het behalen van de doelstellingen: van een gedetailleerd regelgevend kader voor de voorzieningen wordt overgestapt naar een regelluw systeem van beheersovereenkomsten waarin de initiatiefnemers de ruimte en flexibiliteit krijgen om uit te groeien tot volwaardige en ethische sociale ondernemers. Wij erkennen echt wel dat het bestaande normeringstelsel moet gewijzigd worden, maar elke vorm van sectoraal kader wegvegen en vervangen door een soort responsabilisering van de initiatiefnemers lijkt ons gevaarlijk. Het ontbreken van elke sectoraal kader met minimale garanties en standaarden vanuit de overheid maakt dat het lokale niveau de enige plaats zal worden waar dit zal besproken en beslecht worden? Er wordt wel gesteld dat een gestructureerd sociale dialoog nodig is met bijzondere aandacht voor de werkomstandigheden van alle betrokken personeelsleden, maar er is geen enkele inspraak van werknemers voorzien. Bij de bespreking van de beheersovereenkomsten wordt niets bepaald over een dergelijk overleg. Bovendien wordt in de conceptnota niets bepaald over de continuïteit en stabiliteit voor de werknemers. Wat de financiering betreft stelt LBC-NVK ook voor om rekening te houden met fluctuaties. LBCNVK wenst in dat kader dat een minimale stabiliteit en continuïteit gegarandeerd wordt. Het beschikbaar blijven van gerichte zorg op maat is in eenieders belang.
De tweede doelstelling (vraaggestuurde zorg en assistentie) Dat vandaag de aanbodgestuurde zorg op maat van het gemiddelde voornamelijk georganiseerd wordt met het oog op het “werkcomfort” van het begeleidend personeel is niet helemaal juist. Vraag dat maar eens na bij de overbelaste begeleider. Maar om over te stappen naar een vraaggestuurd zorglandschap zonder enige aandacht voor de werkomstandigheden van het begeleidend (en ander) personeel is totaal onlogisch. En onaanvaardbaar. De zorgnood wordt immers gemeten (wat een goede zaak is) terwijl niets wordt gezegd over wie deze zorg moet verlenen. Het is onbegrijpelijk want de zorgmeting zelf gebeurt op basis van een zorgelement zoals begeleiding (B-waarde) en permanentie (P en N -waarde). De gebruiker krijgt een kader en een aantal instrumenten ter beschikking waardoor hij veel meer controle krijgt over zijn zorg. Hij wordt op het collectief niveau ook betrokken bij de belangrijke besluitvormingsprocessen rond de (kwaliteit van) de zorg en de ondersteuning van PmH.
Pag. 2/4
De gebruiker wordt aangeduid alsof hij/zij de enige best geplaatste is om te waken over de kwaliteit van het voortraject, de werking van de voorzieningen en de besluitvorming op niveau van de overheid, om deze te oriënteren op een verbetering van de levenskwaliteit van de personen met een handicap. LBC-NVK is ervan overtuigd dat ook het personeel en de vakbonden goed geplaatst zijn om mee de kwaliteitsbewaking op zich te nemen. Het personeel staat immers dicht bij de persoon met een handicap en de syndicale vertegenwoordigers hebben in veel gevallen meer zicht op de werking van de voorziening dan de gebruiker zelf. De vakbond is dikwijls in actie geschoten wanneer door een te hoge werkdruk of door een slechte arbeidsorganisatie de kwaliteit niet kon gegarandeerd worden. Op pagina 28, punt 4, wordt gesteld dat een gediversifieerd en ruimtelijk gespreid aanbod (handicapspecifiek en regulier) aan ondersteuningsdiensten moet aanwezig zijn zodat de marktwerking echt kan spelen. Tussen haakjes wordt ter verduidelijking geschreven dat de marktwerking hier in de betekenis van reële keuzevrijheid bedoeld wordt. LBC-NVK wenst dat een duidelijk standpunt tegen commercialisering in de zorg wordt ingenomen. Een regulier aanbod is voor ons een aanbod met een maatschappelijk oogmerk.
DEEL IV : Strategische projecten en te ondernemen acties Wij staan volledig achter een meerjarenplan en een meerjarenbudget. Wij wensen wel concrete informatie over die eerste betekenisvolle stap in de versterking van de personeelsomkadering. Er wordt immers verwezen naar de zorggradatie. Aangezien binnen de zorggradatie geen personeelskader meer bestaat, vrezen wij dat de werkdruk alleen maar zal stijgen. Kwalificatiebepalingen worden volledig open gelaten en komen onder druk. De werkgever bepaalt dan immers vrij hoe hij het personeel zal inzetten : minder werkdruk door meer, maar lager geschoold personeel. Of andersom : meer gekwalificeerd personeel, maar dus minder personeel en meer werkdruk. Van een versterking van de personeels-omkadering is dan weinig sprake. Ook de verhoudingen tussen de beroepsgroepen en functiecategorieën worden volledig open gelaten. Ook dat kan spanningen veroorzaken. LBC-NVK pleit voor een evenwichtig en een sectoraal afgesproken personeelskader in het belang van de persoon met een handicap. In de nota wordt geregeld een onderscheid gemaakt tussen de rechtstreeks toegankelijke hulpverlening en zorg/assistentie. LBC-NVK wenst hierover meer informatie. Verder wenst LBC-NVK kwaliteitsbewaking.
als
vakbond
betrokken
te
worden
bij
de
processen
van
Project nummer 6, pagina 31, i.v.m. “Het sociaal ondernemerschap” dient drastisch te worden bijgestuurd: Wij geloven niet dat een “geresponsabiliseerd sociaal kapitaal” en een regelluw kader meer mensen kan bedienen met de zelfde middelen. Tenzij meer mensen op zichzelf zijn gewezen of dat men bereid is om ernstig in te boeten op de kwaliteitseisen. Hoe gaat men de correcties in de reële personeelskaders van VAPH voorzieningen doorvoeren als men deze kaders volledig loslaat. Personeelspunten zullen in het experiment woonondersteuning na evaluatie veralgemeend worden. Men wacht hier zelfs de evaluatie niet af om nu al te stellen dat dit veralgemeend zal worden. Men verwijst verder naar een beveiligingsmechanisme zonder te verduidelijken wat dit betekent. LBC-NVK stelt voor om een andere inhoud te geven aan de beheersovereenkomsten. Wij wensen een aantal minimale garanties in een door de overheid opgelegd sectoraal kader m.b.t. de functies, kwalificaties en inzet van het personeel. In beheersovereenkomsten kunnen nadien de doelstelling en de resultaatsverbintenis uitgewerkt worden. Bij de onderhandelingen van de beheersovereenkomsten wensen wij de rol van de syndicale vertegenwoordigers vast te leggen.
Pag. 3/4
Project nummer 10, pagina 63 e.v., over “Een breed denkkader en het ruim maatschappelijk debat thema’s”: LBC-NVK is steeds bereid om te debatteren over maatschappelijk relevante thema’s. Welke rol zal de overheid zal spelen bij het garanderen van zorg? Wie kan/mag zorg organiseren? Aan welke kwaliteitscriteria en/of principes zal zorg moeten beantwoorden? Er is absoluut niets mis met een efficiënt beheer van overheidsmiddelen. Ook een uitklaring van wie wat doet, is zeker wenselijk. Maar de link die met de federale dienstencheques wordt gemaakt is absoluut onaanvaardbaar. Natuurlijk kunnen personen met een handicap binnen de federale regelgeving en bijgevolg voor bepaalde klusjes gebruik maken van de dienstencheques. ACV en LBC-NVK hebben al een breed maatschappelijk debat hierover gevoerd en hebben als principieel standpunt vastgelegd dat zorg niet betaald wordt met dienstencheques. Dienstencheque-bedrijven willen winst maken en hebben een totaal andere opdracht dan zorg, inclusie, emancipatie, aandacht voor de sociale context … LBC-NVK is hierin heel categoriek: zorg (begeleiding, ondersteuning, hulpverlening …) kan enkel ste met reguliere diensten, zoals eerder ook op pagina 47 (punt a, einde 1 paragraaf) is aangegeven.
Kort samengevat benadrukt LBC-NVK volgende elementen: 1. Een (nieuw) sectoraal kader van personeelsnormering is absoluut noodzakelijk en dit zowel voor de zorggebonden als de voor organisatiegebonden elementen, met een kader dat garanties biedt voor de kwalificaties van de functiegroepen ; duidelijkheid geeft over de betrokkenheid van de werknemersorganisaties in de verdere ontwikkeling. 2. Geen "vrije markt" principes of commercialisering van de zorg. 3. Geen dienstencheques in de zorg.
11 mei 2010 Fatiha Dahmani LBV-NVK
Pag. 4/4