Gergiev Festival 2008

Page 1

R OT T E R DA M S

P H I L H A R M O N I S C H

P R E S E N T E E RT

HEMEL EN A A R D E

13 E G E R G I E V F E S T I V A L 6 T / M 13 S E P T E M B E R 2 0 0 8



HEMEL EN A A R D E 13 E G E R G I E V F E S T I V A L R O T T E R D A M

6 T/M 13 S E P T E M B E R 2 0 0 8 , R O T T E R D A M


Ons woord ‘muziek’ hebben we te danken aan de oude Grieken. Hun zang en snarenspel noemden zij mousike, en dat betekende letterlijk: ‘van de muzen’. Die muzen waren dochters van oppergod Zeus persoonlijk. Met hun negenen voorzagen zij de aardse kunstenaars van goddelijke inspiratie. Muziek was dus eigenlijk een bericht van hoger sferen. En de musici waren er de boodschapper van: zij vormden de brug tussen hemel en aarde.

Voor Valery Gergiev is dat een doorslaggevende reden om ook de komende jaren naar het festival te blijven terugkeren. Het publiek stimuleert hem om steeds weer nieuwe wegen in te slaan, zoals dit jaar met de Europese première van de opera De gebroeders Karamazov. De negen muzen mogen dan uit de tijd zijn, festivalbezoekers als u hebben hun plaats duizendvoudig ingenomen als bron van bezieling.

Nog geen vier maanden geleden hebben we afscheid genomen van Valery Gergiev als chefdirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Valery leidde drie werkelijk onvergetelijke uitvoeringen van Brahms’ Deutsches Reqieum. Wat een groot kunstenaar! Tijdens deze laatste ontroerende concerten, voelde ik vaak mijn hart in mijn keel kloppen – en ik weet zeker dat dat niet alleen bij mij zo was. Valery mag dan wel geen chef-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest meer zijn, begin september is hij er weer, als eredirigent van het Rotterdams Philharmonisch en als artistiek leider van zijn Rotterdamse festival, het Gergiev Festival. Het zijn stuk voor stuk mooie titels: chef-dirigent, eredirigent, artistiek leider. Het interesseert Valery echter niet wat er op het visitekaartje staat. Hem gaat het in de eerste plaats om de muziek. In de afgelopen jaren heeft Valery ons steeds weer verrast met muziek die wij niet of amper kenden, maar die hem na aan het hart lag. En steeds weer hebben wij hem na afloop van de concerten gelijk moeten geven: dit is werkelijk prachtige muziek die het verdiend om gehoord te worden. Sjostakovitsj, Goebaidoelina, Prokofjev, Tisjtsjenko... hebben we dankzij Valery in ons hart gesloten. En dit jaar introduceert Valery zijn land- en studiegenoot Alexander Smelkov. Hij vroeg hem het 225-jarige jubileum van het Mariinsky Theater luister bij te zetten door een nieuwe opera te schrijven voor het ensemble: De gebroeders Karamazov. Op 23 juli werd de opera voor het eerst uitgevoerd in Sint-Petersburg en kreeg een langdurige ovatie van het publiek. En nu, op 7 september, beleeft het stuk zijn Europese première in Rotterdam – waar anders... Maar om heel eerlijk te zijn, kijk ik het meeste uit naar twee andere concerten: naar de Missa solemnis gedirigeerd door onze nieuwe chef Yannick Nézet-Séguin, die op uitnodiging van Valery te gast is op het festival, en naar het slotconcert als Valery Debussy en Stravinsky uitvoert met zijn Rotterdams Philharmonisch Orkest: want als er één werk op de lijven van Valery en het orkest geschreven is, dan is het wel Stravinsky’s Lenteoffer.

jan raes algemeen directeur Rotterdams Philharmonisch Orkest en Gergiev Festival Rotterdam

sylvia tóth voorzitter Raad van Toezicht Rotterdams Philharmonisch Orkest voorzitter Bestuur Gergiev Festival Rotterdam

De tijd van de oude Grieken is voorbij. Toch zijn er nog steeds mensen die geloven dat muziek een openbaring kan zijn van iets hogers. Publiek en musici van waar ook ter wereld, voor wie het de moedertaal van de ziel is. Een jonge dirigent als Yannick Nézet-Séguin, die als kind nog overwoog om paus te worden – gelukkig koos hij er uiteindelijk voor zijn spirituele ambities te sublimeren in de concertzaal. Een maestro als Valery Gergiev, bijna tribaal opgegroeid in de bergen van de Kaukasus, die met iedere uitvoering opnieuw naar de sterren reikt.

4 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

In ons hart

In het Gergiev Festival ontmoeten zij elkaar, en zij vinden er een publiek dat méér verwacht dan alleen maar vermaakt te worden. De bezoekers zijn muziekliefhebbers die openstaan voor nieuwe ervaringen. Aandachtige luisteraars, de routine voorbij, die risico’s durven te nemen. Concerten op ongebruikelijke locaties en tijdstippen, muziek voor atypische bezettingen, exotische componisten die hier nog ontdekt moeten worden, composities waarvan de inkt nog bijna nat is: ook in de gevaarlijkere programmering heeft het festival het vertrouwen van zijn publiek gekregen.

Foto: Govert de Roos

Foto: Marco Borggreve

hemel en aarde, 6-13 september 2008

Naar de sterren


Inhoud 6 Gergievs afspraak met de geschiedenis Alexander Smelkov componeert De gebroeders Karamazov

13 Metamorphosen Publius Ovidius Naso 14 ‘Dunkel ist das Leben...’ Verwante zielen: Gustav Mahler en Fjodor Dostojevski 18 Natuurlijk en overrompelend Ralph van Raat over Arvo Pärts Lamentate 21 De engel Alexander Poesjkin 22 Componeren in overdrive Over de wording van de kindervoorstelling Alien en de stille planeet 25 To the Earth 26 De diverse kleuren van de altviool Antoine Tamestit – Eersteklas pleitbezorger voor de altviool

hemel en aarde, 6-13 september 2008

10 Strijd met een open einde Beethovens Missa solemnis

30 Hemel op aarde De natuur als inspiratiebron voor muziek 34 Hemelse modder en andere verleidingen... Bij de filmprogrammering van het Gergiev Festival 2008 37 Hemelse Modder 38 Steeds weer nieuwe ideeën Portret van een iconoclastisch saxofoonkwartet 41 De toren van Babel 43 De grootinquisiteur Fjodor Michailovitsj Dostojevski 45 How I believe Evelyn Waugh 46 Programma-overzicht Gergiev Festival 2008 48 Met dank aan en colofon 49 Orkestleden en staf Rotterdams Philharmonisch Orkest 50 Hemel en Aarde in beeld gevangen

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

5 29 Hooglied


Rotterdam, eind mei 2008. Nog drie maanden te gaan. Dan, op 23 juli, klinkt ter gelegenheid van het 225-jarig jubileum van het Mariinsky Theater een nieuwe opera, een opera-mysterie wel te verstaan: Alexander Smelkovs De gebroeders Karamazov. De inkt van de partituur is nog niet droog, maar onlangs heeft de componist stukken uit het werk voorgespeeld en voorgezongen. De orkestratie wacht nog op voltooiing, maar Valery Gergiev reserveert alvast drie maanden voor de intensieve voorbereidingen van

hemel en aarde, 6-13 september 2008

deze veelbelovende productie.

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

6

gergievs afspraak met de geschiedenis alexander smelkov componeert de gebroeders karamazov

door francis maes

W

ie Gergievs hectische agenda een beetje kent, weet dat er iets op til is: een afspraak met de geschiedenis. Uit Gergievs relaas over de voorbereidingen van de productie blijkt dat de opera De gebroeders Karamazov, die op 7 september tijdens het Gergiev Festival concertant in Rotterdam zal worden uitgevoerd, deel uitmaakt van een ambitieuze vernieuwingspolitiek. Valery Gergiev: ‘Deze productie is ons statement dat de Russische opera springlevend is. Twintig jaar geleden hadden Russische operahuizen geen middelen om grote premières op de planken te brengen. Het ging niet goed met de operahuizen. Het Mariinsky Theater was daarop een uitzondering. Toen ik in 1988 artistiek leider van het theater werd, was ik jong en ambitieus. Samen wilden we vooruit. In Sint-Petersburg hebben we grote stappen gezet en de uitvoering van het internationale operarepertoire – Wagner, Verdi, Berlioz en Bizet, om maar een paar voorbeelden te noemen – op een ander niveau gebracht. Voor onze Berlioz-producties heb ik bijvoorbeeld mijn hele gezelschap Frans laten leren met uitstekende taalcoaches. We hebben Benvenuto Cellini gedaan, Les troyens, Roméo et Juliette, La mort de Cléopâtre met Olga Borodina. Daarnaast hebben we onze eigen klassieke Russische opera’s in de grote westerse steden gespeeld: van Glinka, Borodin en Tsjai-

kovski tot Prokofjev en Sjostakovitsj. Op vele plaatsen klonken ze voor het eerst. Bovendien hebben we bijna alles opgenomen. Dat werk, de wereld-wijde verspreiding van onze operaklassiekers, is gedaan en nu is het tijd een volgende stap te zetten. De aandacht voor het eigentijdse repertoire zal groter worden. Nu wil ik composities van Sjtsjedrin brengen, van Goebaidoelina, Schnittke, Tisjtsjenko, Denisov en van Smelkov om maar een paar componisten te noemen. De komende jaren zal ik samen met het Mariinsky Theater een lange lijst van nieuwe symfonieën, balletten en opera’s voorleggen. Voor de herdenking van Nikolaj Gogol in 2009 plannen we een festival met vijf nieuwe kameropera’s van onbekende jonge componisten. Hun gemiddelde leeftijd is 33 jaar. Met een dergelijk project willen we de nieuwe generatie een kans geven.’

eigentijds Hoewel de eigen hedendaagse muziek altijd een vaste plek in het Russische muziekleven heeft gehad, was het eigentijdse westerse repertoire tot betrekkelijk kort geleden een ondergeschoven kind. Maar ook dit repertoire krijgt nu veel aandacht. Verlegt het Mariinsky Theater daarmee het accent van het klassieke repertoire naar nieuw werk? Valery Gergiev: ‘In het wereldwijde landschap van vandaag bestaan er meerdere grote scholen die ik hier heb geïntroduceerd of zal introduceren. Je hebt bijvoorbeeld een Franse school, met Henri Dutilleux als bekendste componist. Hij komt naar Sint-Petersburg met drie Foto: Marco Borggreve


g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

7

hemel en aarde, 6-13 september 2008


hemel en aarde, 6-13 september 2008 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

8

composities. Ik beschouw dit als een groot project. Er vindt een Frans festival plaats met hem als middelpunt. Er bestaat een Britse school, met Thomas Adès als jonge vertegenwoordiger. Hij kwam kort geleden naar Sint-Petersburg en ik wijdde drie avonden aan zijn werk, zijn opera Powder her Face inbegrepen. Twee jaar geleden kende niemand in Rusland Thomas Adès. Nu is het misschien tijd voor de grote Amerikaanse of Duitse scholen. We richten ons op de oudere generatie componisten, zoals John Adams of John Corigliano, maar we willen ook nieuwe componisten brengen. Hier ligt een taak voor ons. We brengen het beste uit Amerika, Europa, of China naar Rusland. Ik introduceerde Tan Dun tien jaar geleden, toen niemand zijn naam kende. En onze eigen componisten van nu moeten we mee op reis nemen. Toen ik vorig jaar een suite uit een ballet van Boris Tisjtsjenko uitvoerde, had niemand van hem gehoord. Het werd een groot succes. Hetzelfde geldt voor Nikolaj Karetnikov, volgens mij een groot en belangrijk componist; zijn mysterie over het leven van de apostel Paulus is een cruciaal werk dat ik graag scènisch zou willen opvoeren.’

onbekend Een ander voorbeeld van een Russische componist die in het Westen nagenoeg onbekend is, is Alexander Smelkov. Valery Gergievs eerste kennismaking met deze componist dateert uit 1974 toen hij Smelkovs Eerste symfonie, diens examenstuk, in première bracht. Sindsdien is hij de componist trouw gebleven. Valery Gergiev: ‘Smelkov is hier inderdaad nog niet bekend, maar dat betekent niet dat hij tot nog toe geen goede werken geschreven heeft. Hij heeft verschillende kleinere opera’s

Alexander Smelkov en Valery Gergiev na afloop van de wereldpremière van de opera De gebroeders Karamazov. Foto: Jan Raes

gecomponeerd. Zeker zijn laatste kameropera, Het schot, gebaseerd op een novelle van Poesjkin, was een succes en kende meerdere producties. Dat wil wat zeggen. Het publiek vraagt er niet om hedendaagse muziek opnieuw te horen als zij niet sterk is. Dit was voor mij genoeg reden hem te vragen in opdracht van het Mariinsky Theater een nieuwe opera te schrijven. De gebroeders Karamazov is zijn eerste werk voor een groot operahuis. Smelkovs generatie heeft, anders dan de generatie voor hem, waartoe Sofia Goebaidoelina en Edison Denisov behoren, wel aandacht voor Russische opera in de strikte zin van het woord. De muzikale taal die Smelkov spreekt, is dan ook een andere dan die van Schnittke of Goebaidoelina.’

een hoogtepunt Als onderwerp koos Smelkov voor een klassieker uit de Russische literatuur: Fjodor Dostojevski’s De gebroeders Karamazov – het hoofdstuk ‘De grootinquisiteur’ wordt gerekend tot een van de hoogtepunten uit de wereldliteratuur. Het libretto van de opera, dat is geschreven door Joeri Dimitrin, blijft dicht bij de oorspronkelijke dialogen uit de roman. Hierin herkennen we een werkwijze die de Russische operacomponisten van Moesorgski tot Prokofjev hanteerden. Ook laatstgenoemde ontleende de dialogen van zijn Oorlog en Vrede rechtstreeks aan de roman van Tolstoj. Hoe sterk is de band tussen Smelkov en de grote Russische traditie? En in hoeverre kan die literatuur nog een actueel uitgangspunt bieden aan hedendaagse opera? Valery Gergiev: ‘Er heeft altijd een hechte band bestaan tussen Russische literatuur en Russische muziek. Smelkov is een levend voorbeeld van traditie. Hij schrijft zelf poëzie. Zijn leven bestaat niet louter uit muziek. Zijn literaire kennis heeft dertig jaar geleden, toen ik hem leerde kennen, al een zeer grote indruk op me gemaakt. Dit is een groot verschil met mijn manier van leven en werken. Ik dirigeer zeven dagen in de week, dag in dag uit. Maar Smelkov doet meer dan alleen componeren. Om te kunnen componeren moet hij veel lezen, analyseert hij historische werken en literatuur. Smelkov is een man die van binnenuit naar Russische literatuur en poëzie kijkt. Hij besteedt veel tijd aan de zoektocht naar de kracht van de Russische taal: wat zijn de fundamentele kenmerken van het Russische woord in combinatie met muziek? Je kunt hem op dat vlak vergelijken met Schubert, Schumann, Mahler of Wolf. Waarom waren zij zo goed in hun omgang met het Duitse woord? Zij waren gefascineerd door de magie van het Duitse woord, van de taal en van die hele cultuur. We hebben vandaag ook behoefte aan componisten die dat kunnen. Abstracte muziek kan heel interessant zijn en is belangrijk voor onze muzikale ontwikkeling, maar we zullen altijd behoefte hebben aan muziek die gebaseerd is op het woord. Bij Goebaidoelina krijgt de combinatie tussen woord en muziek een haast sacrale betekenis. Zij deed dat schitterend in haar Johannes-Passion. Smelkov gelooft dat je kunt blijven werken met Russische literatuur en dat je kunt voortgaan in de traditie van de Russische opera. Hij is gefascineerd door de personages in Dostojevski’s roman. Smelkovs muziek zal niet radicaal zijn. Als je een opera schrijft op basis van De gebroeders Karamazov moet de muziek aansluiten bij de


hemel en aarde, 6-13 september 2008 Slotscène eerste bedrijf uit Alexander Smelkovs De gebroeders Karamazov. Sint-Petersburg, 23 juli 2008. Foto: Natasha Razina

wereld van Dostojevski. Muziek kopieert de woorden niet, maar zij mag er ook niet te ver van afwijken. De muziek moet de kracht van dat grandioze verhaal omarmen. Waarom anders dan om zijn enorme kracht is de hele wereld gefascineerd door dit verhaal?’

kracht Waarin schuilt precies die kracht van het verhaal van De gebroeders Karamazov? Valery Gergiev: ‘De gebroeders Karamazov is op zichzelf een krachtig verhaal, maar er is ook een verhaal in het verhaal: de legende van de grootinquisiteur. Het is een bijzondere uitdaging om het verband tussen beide te onderzoeken, aan de ene kant de vertelling van de vadermoord op Fjodor Karamazov en het lot van zijn drie zoons, aan de andere kant het mysterieuze verhaal van de grootinquisiteur. De uitwerking van de beide aspecten samen zal enigszins provocerend zijn, zelfs in Rusland. Het gaat wezenlijk om de relatie tussen een Europese en een Russische opvatting over moraal en religie. Zelfs literatuur wordt in sommige katholieke landen anders ervaren dan in orthodoxe. We zullen nog veel werksessies nodig hebben om dit verband op het toneel juist te

krijgen. Ik werk met een hele jonge regisseur, Vasily Barchatov, die eerder Jenu˚fa van Janác˘ek regisseerde, een productie die we ook in Baden-Baden hebben gedaan. Hij is een getalenteerde jongeman. En ook de ontwerper is jong. Voeg daarbij een componist van middelbare leeftijd en een ervaren, oudere librettist – samen moeten wij erin slagen om modern theater te maken. De productie is nog in ontwikkeling, omdat het levend theater moet opleveren. Het hele team is behoorlijk zenuwachtig.’

Zondag 7 september 2008 13.30-17.00 uur, Grote Zaal, de Doelen

concertante opera Solisten, koor en orkest van het Mariinsky Theater Valery Gergiev dirigent Jongenskoor Waterland instudering Jan Maarten Koeman Smelkov De gebroeders Karamazov Europese première

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

9


g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

10 hemel en aarde, 6-13 september 2008


Eind mei nam Valery Gergiev als chef-dirigent afscheid van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Bij deze gelegenheid liet hij weten dat hij het niet als een echt afscheid zag: hij zou immers in september weer in Rotterdam zijn voor zijn jaarlijkse festival. Tot nu toe werden de symfonische concerten tijdens het Gergiev Festival gedirigeerd door de naamgever ervan – onvoorziene omstandigheden daargelaten. Nu komt daar verandering in: op uitnodiging van Gergiev zal zijn opvolger Yannick Nézet-Séguin

beethovens missa solemnis volgens yannick nézet-séguin

door christiane schima

V

oor de jonge Canadees is Gergievs uitnodiging een hele eer. Yannick Nézet-Séguin: ‘Het Gergiev Festival biedt je de mogelijkheid in een korte periode helemaal onder te duiken in muziek en nog veel meer. Er is misschien niet zoveel tijd om alles tot in de puntjes te repeteren, simpelweg omdat er zoveel muziek op het programma staat, maar daar tegenover staat de intensiteit waarmee gemusiceerd wordt. Die is tijdens het festival zeer groot. En omdat er in korte tijd zoveel muziek klinkt, komt deze weer in een ander daglicht te staan en luister je heel anders naar bekende werken. Dat maakt een festival tot een unieke gebeurtenis.’

voor en na De komende jaren zal Yannick Nézet-Séguin zich met het Rotterdams Philharmonisch Orkest vooral op één componist concentreren: Ludwig van Beethoven. Hij is van plan met het Rotterdams Philharmonisch Orkest alle symfonische werken uit te voeren. De Derde symfonie (uitgevoerd in november 2007), die ook op cd werd vastgelegd, was een veelbelovend begin. Nézet-Séguin beschouwt Beethovens symfonische oeuvre als een testcase voor zowel een orkest als een dirigent: ‘Er is een vóór en een na Beethoven. Het is altijd goed aan zijn werk, dat iedereen vertrouwd is, opnieuw vragen te stellen.’ De Beethoven waarmee Yannick Nézet-Séguin zijn opwachting maakt op het Gergiev Festival, de Missa solemnis, ligt hem zeer na aan het hart – te meer omdat hij zijn

dirigeercarrière als koordirigent begon. Als klein jongetje werd hij lid van het kinderkoor van het Choeur Polyphonique de la Cathédrale in Montreal. Veertien jaar oud stond hij voor het eerst als dirigent voor dit kerkkoor. In 1994, hij was toen nog geen twintig, werd hij artistiek leider van het koor en een jaar later richtte hij La Chapelle de Montréal op, een vocaal en instrumentaal ensemble dat de verworvenheden van de oude muziekbeweging ter harte neemt. De tijd als koordirigent heeft hij als zeer belangrijk en vormend ervaren: ‘Muziek heeft een spirituele dimensie; muziek en kerk zijn hoe dan ook intiem met elkaar verbonden, omdat de kerk een wezenlijke rol heeft gespeeld in de vorming van de koorpraktijk, de vocale stijl en dus uiteindelijk ook de orkestrale muziek. Daarom al zou elke musicus zich moeten verdiepen in de kerkmuziek, in ieder geval als onderdeel van zijn opleiding.’ Een van de sleutelwerken uit het koorrepertoire is Beethovens mis. De Missa solemnis is om diverse redenen een zeer uitzonderlijke miscompositie, al is het alleen al omdat er gerechtvaardigde twijfels over de religiositeit van deze klassieke meester bestaan. Yannick NézetSéguin: ‘Beethoven was niet werkelijk religieus, zoals bijvoorbeeld Bach en Bruckner dat waren. Misschien kun je hem meer met Mozart vergelijken. Toch heeft Beethoven drie kerkelijke werken geschreven. Het fantastische aan een mis of requiem is het dramatische potentieel ervan. Zelfs tegenwoordig, in 2008: je kunt wel zeggen dat je niet gelovig bent, maar de christelijke religie blijft een onderdeel van onze opvoeding en cultuur. Ook Beethoven – alhoewel hij niet gelovig was en in zijn kunst naar een meer humanistische benadering zocht – werd erdoor beïnvloed.

11 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

Strijd met een open einde

hemel en aarde, 6-13 september 2008

zijn opwachting maken. Hij dirigeert op 10 september 2008 Beethovens Missa solemnis.


hemel en aarde, 6-13 september 2008 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

12

Foto’s: Marco Borggreve

Dit geldt overigens voor veel componisten. Neem Verdi. Zijn Requiem heeft meer weg van opera dan van een religieus werk in de strikte zin van het woord. Maar traditionele liturgische vormen geven een componist de gelegenheid zich kwetsbaar op te stellen. Niet dat de muziek zwak is – integendeel het is vaak de sterkste – maar omdat de ziel zich daarin in al haar naaktheid toont.’

strijdlustige missa ‘De Missa solemnis ontwikkelt zich tot een strijd tussen de lijdende mens en het “hogere” waarnaar hij verlangt. Dit aspect moet in mijn interpretatie goed uit de verf komen. Beethoven heeft lang met het stuk geworsteld, maar het componeren ging hem nooit makkelijk af. Als je kijkt naar de doorwrochte fuga’s die in het stuk voorkomen en de behandeling van de stemmen: het werk is eigenlijk onzingbaar. De Missa is niet echt vanuit een vocale, maar meer vanuit een instrumentale invalshoek gecomponeerd. Dat geldt overigens ook voor de Fidelio en het slotkoor van de Negende. Ik herinner me een uitspraak van Harnoncourt die met betrekking tot de Missa solemnis zei, dat je niet te lichte en te gemakkelijk zingende sopranen in het werk moet gebruiken.’ ‘Het bijzondere aan de Missa is ook dat Beethoven hier niet, zoals in veel van zijn werken, een weg van het donker naar het licht beschrijft – denk bijvoorbeeld aan de Vijfde die met een ténèbre begint en in een overwinning eindigt. Ook verschilt het werk van andere miscomposities,

zoals die van Haydn en Mozart, die met een dramatisch “Heer ontferm U over ons” in het Kyrie beginnen en uitmonden in een verzoening vragend “Dona nobis pacem”. Bij Beethoven staat zelfs het Kyrie in een helder D-majeur, de sfeer is ingetogen maar niet donker. In het “Dona nobis pacem” voegt Beethoven krijgshaftig aandoende paukenslagen in. Het laatste akkoord is zo’n beetje het meest problematische slotakkoord dat ik ken [Nézet-Séguin zingt de laatste noten voor]. Het werk heeft een open einde. Beethovens strijd komt op mij een beetje over als een spel waarvan hij aanvankelijk niet wist hoezeer het hem in de ban zou krijgen en dat ten slotte eindigt zonder een duidelijk resultaat.’

Woensdag 10 september 2008 20.15-21.45 uur, Grote Zaal, de Doelen Rotterdams Philharmonisch Orkest Yannick Nézet-Séguin dirigent Laura Claycomb sopraan Cora Burggraaf mezzosopraan Werner Güra tenor Christopher Maltman bariton Tsjechisch Filharmonisch Koor Brno instudering Petr Fiala Beethoven Missa solemnis


h h ee m m ee ll ee n n a aa ar rd d ee ,, 6 6 -- 11 3 3 s s ee p p tt ee m mb b ee r r 2 20 00 08 8

Metamorphosen in den beginne was er chaos Voordat er zee of land was en een lucht die alles toedekt, bestond er slechts één aanschijn der natuur in dit heelal. Men sprak van Chaos, een primaire ongevormde massa, niet anders dan een bonk gewicht, een samenraapsel van slordige kiemen van niet goed gecombineerde dingen. Er was nog geen Titanenzoon die rondom zonlicht gaf, geen Zuster Maan die steeds haar nieuwe sikkels vol liet groeien; er was geen aarde, zwevend in omsingelende lucht, op eigen zwaarte balancerend; Amphitrites zee had toen nog geen armen rond het lange wereldstrand gelegd. Aarde en zee en lucht, ze waren allemaal wel ergens, maar aarde niet begaanbaar, water niet bevaarbaar nog en lucht nog onverlicht; geen element had eigen omtrek en alles zat iets anders dwars, omdat steeds in één ding strijd tussen koud en warm gevoerd werd, tussen droog en vochtig, tussen wat hard en zacht was, tussen zwaar en zwaarteloos.

uit de chaos onstaat de kosmos: de eerste metamorphose Een god van mildere natuur heeft die onenigheden verholpen, want hij scheidde lucht en aarde, aarde en zee, liet dichte onderlucht en helder hemelwerk uiteengaan, en toen hij in die zwarte chaos orde had gebracht, gaf hij aan alles wat ontward was evenwicht en vrede. De hemelkoepel, rijk aan lichtend vuur, ijl van gewicht, steeg stralend op en koos zichzelf de allerhoogste standplaats; de aardse dampkring kwam – in hoogte en dichtheid – vlak daarna; de aarde, die compacter was en grover van substantie, werd door haar eigen zwaarte neergedrukt; een waterrand omgaf haar kusten en hield zo haar massa bij elkaar. Publius Oviduis Naso Metamorphosen, boek 1 (vertaling: M. D’Hane-Scheltema)

g g ee r rg g ii ee v v ff ee s s tt ii v va a ll r ro o tt tt ee r rd da am m

13 13


hemel en aarde, 6-13 september 2008 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

14

‘M

ahler heeft, zo lijkt mij, voor de muziek een nieuwe waarde ontdekt: de ethisch-mystieke mens. Hij heeft de uitdrukkingswereld van muziek, waarvan de inhoud tot dan toe bestond uit liefde, oorlog, religie, natuur en humaniteit, verrijkt met de eenzame mens, die – onverlost op deze aarde – in het universum rondcirkelt. Hij heeft de levensvraag van Dostojevski in muziek gevangen: “Hoe kan ik gelukkig zijn als er ergens nog een ander schepsel lijdt?”’

alma mahler (Vorrede zu den Briefen, 1924)


Verwante zielen: Gustav Mahler en Fjodor Dostojevski door christiane schima

hemel en aarde, 6-13 september 2008

15 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

‘Dunkel ist das leben...’


hemel en aarde, 6-13 september 2008

O

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

16

p de vraag wat hij later wilde worden, zou de jonge Gustav Mahler geantwoord hebben: ‘martelaar’. Op twintigjarige leeftijd ontdekt hij het gedachtegoed van Dostojevski. Het middelpunt van de romans van de Russische schrijver is de gekwelde mens. Ook in de muziek van Mahler staat het menselijke leed centraal. Maar zowel bij Dostojevski als bij Mahler staan ertegenover het geloof in de waarde van de mens en de utopie van een werelds paradijs. Het ‘aardse donker’ en het ‘hemelse licht’: twee onlosmakelijk met elkaar verbonden helften die samen één geheel, één universum vormen. Een uitvoering van Mahlers Das Lied von der Erde en Alexander Smelkovs operaversie van Dostojevski’s De gebroeders Karamazov tijdens dit Gergiev Festival geven aanleiding om de gedachtewereld van de twee verwante zielen na te speuren.

tranendal ‘Vanuit het dal van de mensheid stijgen klanken naar jou, je eenzame hoogte, omhoog. Besef je het onuitsprekelijke leed dat zich daar beneden sinds eeuwige tijden tot bergen heeft opgehoopt?’ Aldus de negentienjarige Mahler in een brief aan zijn vriend Josef Steiner. Het is de brief van een zwaarmoedige jongeman die onder de ‘afschuwelijke dwang van onze door huichelarij en leugenachtigheid gekenmerkte maatschappij’ lijdt en die klaagt over het ‘akelige en duffe moeras van het bestaan.’ Het is de tijd waarin hij Das klagende Lied componeert, zijn officiële opus 1. Er volgt een oeuvre waarin de componist alle diepten en hoogten van het menselijk bestaan verkent. In veel van zijn symfonieën is – voor het eerst sinds Beethovens ‘Seid umschlungen, Millionen’ in de Negende – de menselijke stem te horen. Mahlers levenswerk culmineert in zijn zwanenzang Das Lied von der Erde. ‘Wenn der Kummer naht’ zingt een tenor in het eerste deel van het werk, ‘liegen wüst die Gärten der Seele, welkt hin und stirbt die Freude, der Gesang. Dunkel ist das Leben, ist der Tod.’ De boeken van Dostojevski die de jonge Mahler verslindt, raken een gevoelige snaar in hem. Ook in zijn latere leven komt de componist nog herhaaldelijk op de Russische schrijver terug. Zo raadde hij zijn vrouw Alma aan De gebroeders Karamazov te lezen en zei hij tegen Arnold Schönberg: ‘Laat u de jongelui die bij u studeren, toch Dostojevski lezen – dat is belangrijker dan contrapunt.’ Net als Mahlers werken staat het oeuvre van de Russische romancier van meet af aan in het teken van het medeleven met de armen en onderdrukten. Een eerste verhaal, dat de schrijver Arme mensen noemt, vormt daartoe de opmaat. Op jonge leeftijd sluit de maatschappelijk betrokken utopist Dostojevski zich aan bij een revolutionaire beweging, hetgeen hem een vierjarige gevangenisstraf in Siberië oplevert. Dostojevski heeft zijn indrukken van het kamp onder andere verwerkt in Aantekeningen uit een Dodenhuis en De vernederden en gekrenkten. In zijn grote romans Misdaad en straf, De speler, Aantekeningen uit het ondergrondse, Demonen, De idioot en De gebroeders Karamazov zet hij de psyche van moordenaars en gokverslaafden, rebellen en machtswellustelingen, intellectuelen en religieuze fanaten, eenzame en door de maatschappij gek verklaarde mensen uiteen.

De rouw om het menselijke noodlot loopt als een rode draad ook door Mahlers werk heen – denk aan ‘Urlicht’ uit de Tweede symfonie (‘Der Mensch liegt in tiefster Not’) of de Derde symfonie waarin een altstem waarschuwt: ‘O Mensch! Gib’ acht!’ Uit de melancholieke Lieder eines fahrenden Gesellen en het Rückert-Lied ’Ich bin der Welt abhanden gekommen’ spreekt het ontheemde gevoel van de eenzame wandelaar, de mens en kunstenaar voor wie aards geluk niet is weggelegd. De ‘Trauermarsch’ uit de Vijfde Symfonie en de duistere marsritmes in de Zesde symfonie weerspiegelen het verloren levensgeluk en de confrontatie met de dood. In de onvoltooide Tiende symfonie was een deel met de titel ‘Purgatorio’ gepland. Evenals de werken van Dostojevski, die zichzelf in onder andere De speler en De idioot heeft geportretteerd, vertonen ook Mahlers composities autobiografische trekken. Zo klinken in veel van zijn symfonieën herdersklokken als symbool van eenzaamheid. De componist was een gepassioneerd bergwandelaar en voor de bergwandelaar is het geluid van herdersklokken de laatste klank die hij, hoger en hoger stijgend, hoort. Gustav Mahler zei in een van zijn brieven, dat zijn muziek ‘zijn gehele leven’ bevat. ‘Al mijn ervaringen en alle leed zijn erin gevangen. Wahrheit en Dichtung in tonen. En als iemand goed erin leest, zou hem mijn leven daadwerkelijk doorzichtig lijken. Zozeer is bij mij scheppen en beleven met elkaar verbonden dat wanneer mijn leven verder rustig als een beekje zou voortvloeien ik niets waarachtigs meer tot stand zou brengen.’

geloof Zowel Mahlers als Dostojevski’s Weltschmerz is zonder hun geloof in het goede van de mens en het ideaal van een paradijs op aarde niet

Gustav Mahler in de Dolomiten, 1907


Fjodor Dostojevski, geschilderd door Ilja Repin, 1872. Moskou, Tretjakov Galerie

verklaarbaar. Eerst tegen deze achtergrond krijgt hun aanklacht reliëf. Geen van beiden is blind voor de schoonheid van de wereld. Kunst, liefde en religie zijn voor Mahler ‘heilig’. Reeds in de boven geciteerde brief uit zijn jonge jaren staan ‘een verterend doodsverlangen’ en de ‘hoogste gloed en blije levenskracht’ tegenover elkaar. De componist fantaseert: ‘Daar lacht de zon me tegemoet, en verdwenen is het ijs uit mijn hart. Ik zie de blauwe hemel weer, de wiegende bloem en mijn hoongelach slaat om in een huilen van blijdschap…’ Uit zijn met vrolijke Ländler en populaire marsmelodieën gelardeerde muziek spreekt een sympathie voor de ‘eenvoudige, naïeve mensen.’ Ook dat verbindt Mahler met Dostojevski. Zo geloofde de schrijver zijn leven lang in de zuivere ‘Russische ziel’ en mengde hij zich graag onder het boerenvolk. In De idioot tekent hij in de persoon van vorst Mysjkin het beeld van een volmaakt mens, een soort Christus-figuur, die door zijn omgeving als gek wordt beschouwd. In Demonen stelt hij in de persoon van de politieke aanvoerder Stavrogin het intellectuele nihilisme aan de kaak. En in De gebroeders Karamazov vertegenwoordigt de religieuze Aljosja in tegenstelling tot zijn atheïstische en louter in zijn verstand gelovende broer Ivan het principe van de hoop. Uit Dostojevski’s biografie blijkt dat hij aan zijn Siberische gevangenschap een Nieuw Testament overhield waaruit hij nog op zijn doodsbed troost putte. Dostojevski in Dagboek van een schrijver: ‘Zonder een hoger idee kan noch een mens noch een natie bestaan. Er is maar één hoogste idee op aarde – het idee van de onsterfelijkheid van de menselijke ziel […] Alle overige hoge ideeën komen hieruit voort.’ Ook Mahlers werken hebben dikwijls religieuze trekken waarvan de Tweede – de zogenoemde ‘Auferstehungssymphonie’ – en later het grandioze ‘Veni creator spiritus’ in de Achtste getuigen.

Dostojevski’s laatste roman De gebroeders Karamazov en Mahlers drie jaar voor zijn dood gecomponeerde Das Lied von der Erde vormen de som van hun creatieve leven. De roman ontwikkelt zich tot een staalkaart van menselijke eigenschappen, van karakters die op elkaar botsen en die ieder voor een levensprincipe staan. Evenals Dostojevki’s laatste roman zijn gehele poëtische universum weerspiegelt, kan Mahlers Das Lied von der Erde worden beschouwd als de meest omvattende en kleurrijke uitdrukking van het levensgevoel van de componist. Liefde, verlies, jeugdige onschuld, visioenen van een bloeiend droomland, eenzaamheid en dood – alles is erin gevangen. Het werk eindigt met een ode aan de aarde: ‘Die liebe Erde, allüberall blüht auf im Lenz und grünt. Auf’s neu. Allüberall und ewig blauen licht die Fernen. Ewig... ewig...’

Zaterdag 6 september 2008 20.15-22.30 uur, Grote Zaal, de Doelen

openingsconcert Rotterdams Philharmonisch Orkest Valery Gergiev dirigent Nederlands Kamerkoor instudering Klaas Stok Ralph van Raat piano Ekaterina Gubanova mezzosopraan Anthony Dean Griffey tenor Pärt Da pacem Domine Pärt Lamentate Mahler Das Lied von der Erde Zondag 7 september 2008 13.30-17.00 uur, Grote Zaal, de Doelen

concertante opera Solisten, koor en orkest van het Mariinsky Theater Valery Gergiev dirigent Jongenskoor Waterland instudering Jan Maarten Koeman Smelkov De gebroeders Karamazov Europese première

17 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

Mahler is op z’n ontroerendst wanneer hij zich overgeeft aan zijn kinderdromen. Voorbeelden hiervan zijn de Wunderhorn-lieder en de Vierde symfonie, waarvan het laatste deel ‘Wir genießen die himmlischen Freuden’ een hemels luilekkerland beschrijft. Daarvan zijn er in Dostojevski’s werk eveneens parallellen. In De droom van een belachelijk mens droomt de hoofdpersoon van de aarde als een paradijs: ‘Dit was een aarde, niet door zonde besmet. Daarop leefden mensen die niet gezondigd hadden. Ze leefden in een paradijs dat volgens oude overleveringen onze gevallen voorouders bewoonden. […] Deze mensen omringden mij met vrolijk lachen en waren teder tegen mij.’ Ook de religieuze Aljosja in De gebroeders Karamazov ziet, buiten zich van verrukking, een visieon van een paradijselijke wereld.

hemel en aarde, 6-13 september 2008

droom


g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

18

Foto: Marco Borggreve

hemel en aarde, 6-13 september 2008


ralph van raat over arvo pärts lamentate

door michiel cleij

H

et is juli en Ralph van Raat heeft een ticket naar Tallinn geboekt: Arvo Pärt, weet hij sinds kort, is bereid hem in augustus te ontvangen. Als Van Raat een levende componist op zijn programma zet – en dat is dikwijls – zoekt hij contact om zijn interpretatie te verfijnen op de intenties van de maker. Bij zijn recente vertolkingen van Debussy en Messiaen kon dat niet, bij werken van John Tavener, Jukka Tiensuu en Magnus Lindberg kon het wel. ‘Sommigen onthalen je hartelijk, zoals bijvoorbeeld Tavener vorig jaar – die man bleek bereid om de expressie van zijn eigen werk ter discussie te stellen.

breed palet Antwoord kreeg hij wel van Arvo Pärt, de Estlandse componist die in de jaren 1980 in het Westen doorbrak met veelal meditatieve, ‘neo-tonale’ muziek. Pärt bleek toen een balsem voor muziekliefhebbers die zich geen raad wisten met de piep-knars-avant-garde, een openbaring voor klassiek-haters van de popgeneratie en een Oost-Europese verrassing voor liefhebbers van de Amerikaanse minimal music. Van Raat: ‘Na Pärt ontdekte men dat er meer componisten waren die welluidende, toegankelijke muziek schreven, vaak met een spirituele lading – Tavener, bijvoorbeeld, en Górecki. Maar Pärt was een van de eersten die dat idioom verkenden – en hij had al een hele geschiedenis van atonaliteit en twaalftoonsmuziek achter zich.’ Dat laatste verklaart mede waarom Pärts naam beklijft nu de rage van ‘mystieke muziek’ geluwd is. Pärt heeft een breed muziekhistorisch palet

en is niet de groothandelaar in etherische, warme drieklanken waarvoor veel critici hem houden. En het was geen kopschuwe monnik die Van Raat aan de telefoon kreeg. ‘Op foto’s zie je altijd die heremiet met een baard en borende ogen, maar ik sprak een vrolijke man met een kwinkelerende stem, helemaal niet introvert of streng. Hij was benieuwd hoe ik Lamentate ging benaderen.’

geen echt pianoconcert Lamentate is een vrij recente Pärt, uit 2002, maar Van Raat ziet een verwantschap met het vroege, baanbrekende pianostuk Für Alina. ‘Dat werk trof me destijds enorm: weinig noten, heel ruimtelijk in de tijd geplaatst, bijna tergend langzaam – en ontzettend mooi. Prikkelend was ook het voorwoord in de partituur: een soort waarschuwing dat juist in de eenvoud van het klankbeeld de grootste valkuil schuilt, en dat alles draait om de juiste dosering van klank en toucher. Dat fascineert me enorm in muziek, geen donderende romantische virtuositeit uit kracht en snelheid, maar subtiliteit in beheersing en voordracht – zelfs als er in acht maten maar één enkele noot staat.’ Een echt pianoconcert is Lamentate dan ook niet. De traditionele ‘competitie’ tussen solist en orkest ontbreekt; ‘het orkest fungeert eerder als een soort pedaaltoon van de piano,’ aldus Van Raat. Maar er gebeurt genoeg. ‘In het begin denk je soms dat het Schnittke is, of een onbekende Prokofjev – een dissonant geschreeuw dat het milde imago van Pärt totaal onderuit haalt. En geleidelijk gebeurt er iets wonderlijks: de muziek kalmeert, maar wordt ook intenser. Heel anders, dus, dan romantische muziek waarin de climax juist veroorzaakt wordt door

19 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

natuurlijk en overrompelend

hemel en aarde, 6-13 september 2008

Pianist Ralph van Raat toerde de afgelopen maanden rond met een intensief Messiaen-programma, maar hij gunt zichzelf weinig tijd om daarvan bij te komen. In september vertolkt hij de solopartij in Arvo Pärts ‘pianoconcert’ Lamentate. Ter voorbereiding heeft hij een ontmoeting met de componist.


hemel en aarde, 6-13 september 2008

‘Woensdag 6 augustus ben ik bij Arvo Pärt op bezoek geweest. Ik vond het een geweldige ervaring. Hij onthaalde me allerhartelijkst en we hebben samen aan Lamentate gewerkt. Pärt heeft me vele waardevolle en inspirende adviezen gegeven. Je moet de muziek, elke noot, vooral helemaal op je laten inwerken – dat is voor hem heel belangrijk. Op een gegeven moment speelde hij een passage voor aan de piano: aan het eind leek het of handen in een gebedstand stonden.’

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

20

verdichting van de noten, hogere tempi, fortissimo’s. Hier wordt het klankbeeld steeds dunner en kaler, en uiteindelijk resteert alleen nog maar een soort waas, met een paar ijle, tranentrekkend mooie noten. Ontroerend. Bedwelmend.’

overdonderend ‘Volgens Pärt zelf is Lamentate een van zijn meest persoonlijke stukken. Het werk gaat over de dood. Hij schreef het naar aanleiding van een enorme sculptuur die hij in de Londense Tate Gallery zag – de afmetingen van dat ding gaven hem een griezelig gevoel van nietigheid en vergankelijkheid.’ Die sculptuur van Anish Kapoor blijkt een meterslange, vleesrode en vliesachtige abstractie en verwijst naar een oud-Griekse mythe: de muzikant Marsyas daagde de god Apollo uit tot een artistiek duel, verloor en werd als straf voor zijn overmoed levend gevild. ‘Dat ding is niet te overzien, je moet eromheen lopen en ziet steeds maar een stukje ervan. Geen wonder dat Pärt overdonderd was. Hij zag er zijn eigen dood in, zei hij. Lamentate is dan ook een bespiegeling van zijn eigen leven, vanaf zijn vroege, “kraai-dissonante” taal tot die kale welluidendheid van zijn latere werk. In het eerste deel hoor je, zoef, een strijkstok over een vibrafoon gaan – een onwezenlijk klankdecor waartegen de piano zijn noten speelt, alsof je opstijgt en de wereld als een stipje in een groter geheel ziet verdwijnen.’ ‘Als ik het zo verwoord, lijkt het misschien filmmuziekachtige kitsch. Daarvan is Pärt trouwens vaak beschuldigd. Maar het gaat bij hem niet om goedkope, quasi-mystieke effecten: zijn klankkleuren zijn misschien makkelijk te imiteren, maar zijn bouwsels niet. Toen ik dit werk instudeerde, merkte ik dat elke noot en elke frase naar een andere verwijst. Die samenhang neem je als luisteraar onbewust waar, en maakt dat je veertig minuten geboeid blijft. Het is moderne muziek, maar er is – net als bij Bach – een duidelijk grondplan. Het klinkt allemaal heel natuurlijk en overrompelend – als men tenminste niet merkt hoe ik zit te zweten op al die voortdurende maatwisselingen.’

Zaterdag 6 september 2008 20.15-22.30 uur Grote Zaal, de Doelen

Zaterdag 6 september 2008 23.00-23.45 uur Jurriaanse Zaal, de Doelen

openingsconcert

meet the artist

Rotterdams Philharmonisch Orkest Valery Gergiev dirigent Nederlands Kamerkoor instudering Klaas Stok Ralph van Raat piano Ekaterina Gubanova mezzosopraan Anthony Dean Griffey tenor

Christiaan van Schermbeek in gesprek met Ralph van Raat

Pärt Da pacem Domine Pärt Lamentate Mahler Das Lied von der Erde

Marsyas van Anish Kapoor, een installatie in de Tate Modern, Londen, 2002


De geest van al wat negatief is bezag de hoge, reine geest, en vatte vaag wat warm en lief is en somberheid noch twijfel vreest: ‘Het licht dat ik in jou ontwaarde was niet vergeefs: niet puur gehaat heb ik de hemel en de aarde niet enkel en alleen gesmaad.’ alexander poesjkin (1827) Vertaling Hans Boland

hemel en aarde, 6-13 september 2008

Een engel stond op wacht bij Eden en boog het hoofd: maar de rebel, de Boze, zweefde ontevreden boven de afgrond van de hel.

21 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

De engel


Je geliefde verrassen met muziek. Een mooier cadeau bestaat er niet. Alleen, als je van een stille planeet komt, is dat ingewikkeld. Toch wil het alienmeisje het proberen. Kinderboekenschrijver Sjoerd Kuyper, regiseur Maarten Lok, en componistenduo Kok & Van Warmerdam maken van de missie een kindervoorstelling. Halverwege het proces legt driekwart van het creatieve team uit hoe.

Vincent van Warmerdam, Almar Kok en Sjoerd Kuyper, Amsterdam 2008. Foto’s: Hélène van Domburg


Componeren in overdrive hemel en aarde, 6-13 september 2008

over de wording van de kindervoorstelling alien en de stille planeet

door marjolein van rotterdam

‘D

e alien loopt nonchalant over straat, tot zij een jongen ziet. Haar ogen puilen uit, haar hart slaat in haar keel, ze is op slag verliefd. […] Dan hoort ze van ver weg in het heelal muziek komen. Prachtige muziek. Die wil ze halen voor haar lief. Dus vliegt ze, haar armen gespreid, als Supervrouw van Krypton, naar de planeet aarde. Om muziek te halen. Alle muziek.’ (fragment uit Sjoerd Kuypers synopsis)

23

Regisseur Maarten Lok, Amsterdam 2008

Je hebt twee soorten mensen, de ene soort wil alles snappen, de andere vindt mysteries juist mooi. Dat geldt heel erg ook voor muziek. gens. Net zoals Kuypers alienverhaal, dat, aldus de schrijver zelf, grappig is, ‘want zonder grappen is het zonde van de tijd’.’

lekker volstoppen De nadruk in Alien en de stille planeet ligt op de muziek. ‘Maar er komt zeker theater bij,’ zegt Van Warmerdam. ‘De muzikanten doen ook dienst als acteur. Ze mogen meer dan muziek maken. Het orkest is zelfs tevens decor. Dat er geen echt decor is, vinden we trouwens wel jammer. Maar misschien komt dat er ooit nog eens van. Er zit een musical in deze voorstelling.’ Het alienmeisje uit ‘de musical in spe’ zorgt ook voor theater. Het meisje reist naar de aarde om muziek te verzamelen, maar kan niet praten, en dus ook niet zingen. Ze wordt daarom

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

Het móest er een keer van komen. ‘Ik wilde al zo lang een zwijgende hoofdpersoon,’ zegt kinderboekenschrijver Sjoerd Kuyper. ‘Omdat ik denk dat het kan, zonder woorden een verhaal vertellen. Alleen lukte het meestal net niet. Nu wel. Het thema van het festival, Hemel en Aarde, is ervoor gemaakt. Elf personages, tien orkestleden en de alien zeggen de hele voorstelling niets. Dus ik schiet op.’ Alien en de stille planeet klinkt naar science fiction. ‘Maar dat is het niet,’ zegt Almar Kok, een van de twee componisten. ‘Niet echt. Er zijn geen enge wezens op Sjoerds planeet. Het is een hippieplaneet vol love en peace.’ Kuyper zucht diep, en zegt: ‘Ja. Het is toch weer lief hè? Misschien kan ik niet anders.’ Volgens Vincent van Warmerdam, de andere helft van het componistenduo, geldt dat niet voor de muziek. ‘We houden geen rekening met de tere kinderziel. Almar en ik maken moderne muziek, hoewel we in stijl en moderniteit niet verder gaan dan Stravinsky.’ Kok: ‘Je hoeft er ook geen rekening mee te houden. Kinderen kunnen alles hebben. Het is helemaal niet gauw te moeilijk voor ze. En als het wel te moeilijk is, geeft dat nog niet.’ Van Warmerdam: ‘Toen ik een jaar of vijf, zes was, hadden we thuis de plaat van West Side Story. Die maakte een enorme indruk. Ik snapte het niet, maar dát vond ik juist mooi. Je hebt twee soorten mensen, de ene soort wil alles snappen, de andere vindt mysteries juist mooi. Dat geldt heel erg ook voor muziek.’ ‘Licht en vrolijk wordt de muziek trouwens wel,’ vertelt Van Warmerdam even later. Het is waar. Je hoort van alles voorbijkomen in de Alien, maar zwaar en somber is de muziek ner-


hemel en aarde, 6-13 september 2008

slapstick

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

24

Kuyper schrijft dat letterlijk in de synopsis: muziek kun je delen. gespeeld door mimespeler Leela May Stokholm (29). Helemaal stil is haar rol nu ook weer niet. Ze blijkt uiteindelijk wel te kunnen fluiten. En mooi ook – het einde van Dock of the Bay is er niets bij, schrijft Kuyper in het script. Een fijne bijkomstigheid hiervan is dat ze zo de muziek van de aarde naar haar stille planeet kan brengen. En zo ervoor zorgt dat de hele kosmos in de muziek deelt. Kuyper schrijft dat letterlijk in de synopsis: muziek kun je delen. Maar hij kijkt wel uit dat de boodschap van het stuk te noemen. ‘Voor de boodschappen gaan we naar Appie Hein, zeg ik in de geest van Reve.’ Dat mag zo zijn, de voorstelling lijkt één groot pleidooi voor de muziek. Er komt ongelooflijk veel muziek voorbij. De prachtigste muziek van de aarde, dat verschrikkelijk mooie liefdesliedje, bekende en onbekende stukken, maar ook lelijke muziek. De alien vraagt of het orkest soms kliekjes heeft die zij mag hebben. Dan klinken er huiveringwekkende klanken. Kuyper: ‘Ik ben benieuwd hoe de kinderen daarop reageren. Op het hele stuk trouwens. Een muzikale voorstelling als deze heb ik nog nooit gemaakt.’ Van Warmerdam: ‘Hoe kinderen van zes jaar en ouder muziek ervaren, weet je niet. Daarom maken Almar en ik gewoon wat we zelf mooi vinden.’ Kok: ‘Gelukkig is dat vaak hetzelfde. Dat klinkt misschien gek, gezien het leeftijdsverschil. Maar het is echt zo. Misschien komt dat doordat we allebei filmisch denken, en allebei vinden dat je het voor kinderen lekker vol mag stoppen. Componeren voor kinderen is componeren in overdrive.’

Op het moment dat Kok, Van Warmerdam en Kuyper praten over Alien en de stille planeet, is het verhaal af, de muziek halverwege, en moet de regisseur nog beginnen. ‘We kunnen er dus eigenlijk nog niks over zeggen,’ zegt Van Warmerdam. Kok: ‘Of een heleboel. Maar dan is het misschien allemaal onzin.’ Niet waar, natuurlijk. Kok en Van Warmerdam hebben het concept bestudeerd, en de losse stukken zijn al gecomponeerd. Er moet alleen nog een geheel van worden gebreid. Geen probleem, volgens Kok: ‘Het gaat allemaal redelijk vanzelf. Op één dingetje na. In het concept staat dat alle muziek van de planeet aarde moet opstijgen uit de zak waarin de alien ze verzameld heeft. Hoe we dat moeten oplossen, weten we nog niet.’ Van Warmerdam: ‘Het probleem is niet de kakofonie van bekende melodieën, en het weer tot harmonie laten komen daarvan, zoals Sjoerd voorschrijft. Dat lukt allemaal. Maar hóe maak je duidelijk dat alle muziek uit een zak komt?’ Kuyper: ‘En als we het nu eens gewoon drie keer doen? Dan snappen ze het toch wel?’ Van Warmerdam: ‘Probleem opgelost, haha.’ Kuyper: ‘Componisten kunnen alles.’ Als Van Warmerdam even weg is, zegt Kuyper: ‘Ik heb deze opdracht aangenomen omdat ik een muziekvoorstelling spannend vond, maar ook omdat Vincent meedoet. Het is zó leuk om met die man te werken.’ Van Warmerdam, even later, over Sjoerd Kuyper: ‘Hij is geweldig. En wat ook zo fijn is aan Sjoerd: niet alles ligt al vast. Je kunt het overal over hebben. Almar en ik wilden bijvoorbeeld iets doen met het opstijgende ruimteschip. Een beetje slapstickachtig, iets dat we het lekker kunnen laten misgaan. Maar in het script staat dat de alien en de jongen over het toneel zweven. En geen ruimteschip dat half neerstort en hortend en stotend de lucht ingaat.’ Kuyper: ‘Dan maak ik er hortend en stotend van. Het is mijn verhaal, maar het hoeft niet mijn stuk te worden. Vanmiddag praten we voor het eerst met Maarten Lok. Die krijgt ook inbreng.’ Van Warmerdam: ‘Ik zei het je toch, er is nog niets over de voorstelling te zeggen.’

Zondag 7 september 2008 11.00-12.00 uur en 14.00-15.00 uur, Jurriaanse Zaal

kindervoorstelling 6+ Alien en de stille planeet Domestica Rotterdam o.l.v. Wim Steinmann Vincent van Warmerdam en Almar Kok muziek Sjoerd Kuyper tekst Maarten Lok regie Leela May Stokholm en Ferdi Janssen spel Isobel Dunhill kostuums


Hail to you, Mother of Life, You who are loved by the starry sky; and give me a happy life in return for my song so that I can continue to praise you with my music.

Donderdag 11 september 2008 20.15-21.45 uur, arminius

to the earth Slagwerkensemble Rotterdams Philharmonisch Orkest Rzewski To the Earth Klatzow Dances of Earth and Fire Takemitsu Rain Tree Hatzis Fertility Rites Cage Third Construction Donatoni Omar

25 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

To the Earth, Mother of all, I will sing: the well established, the oldest, who nourishes on her surface everything that lives: those things that walk upon the holy ground and those that swim in the sea and those that fly; all these are nourished by your abundance. It is thanks to you if we humans have healthy children and rich harvests. Great Earth, you have the power to give life to and to take it away from creatures that must die. Happy are the ones whom you honour with your kindness and gifts; what they have built will not vanish. Their fields are fertile, their herds prosper, and their houses are full of good things. Their cities are governed with just laws; their women are beautiful; good fortune and wealth follow them. Their children are radiant with the joy of Youth. The young women‌. The young women play‌. The young women play in the flowery meadows, dancing with happiness in their hearts. Holy Earth, undying spirit, so it is with those whom you honour.

hemel en aarde, 6-13 september 2008

To the Earth


Voor zijn debuut bij het Gergiev Festival speelt de jonge altviolist Antoine Tamestit een somber

hemel en aarde, 6-13 september 2008

kamermuziekprogramma rondom de dood.

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

26

Werken van Britten, Stravinsky en Sjostakovitsj bieden hem een uitgelezen kans om de warme klankkleuren van de altviool onder de aandacht van een breed publiek te brengen. Tamestit ijvert voor een volledige erkenning van zijn instrument. ‘We worden nog te vaak als gemankeerde violisten beschouwd.’

door michel khalifa


H

et gaat Antoine Tamestit voor de wind. De Franse altviolist viert pas volgend jaar zijn dertigste verjaardag, maar is al kind aan huis in de grootste concertzalen ter wereld. Een voorlopig hoogtepunt wordt, vijf dagen voor zijn optreden in Rotterdam, in Luzern bereikt, als hij met de Wiener Philharmoniker soleert onder leiding van Riccardo Muti. Toch weet Tamestit dat hij als altviolist nog harder aan de weg moet timmeren dan violisten of pianisten van zijn generatie. ‘Bij sommige luisteraars en concertorganisatoren blijft de altviool een marginaal verschijnsel,’ zegt hij. ‘We worden nog te vaak als gemankeerde violisten beschouwd. Ik verzet me daartegen en probeer aan te tonen dat de altviool een volwaardige plek op het concertpodium verdient, zowel solistisch als in kamermuziekverband.’ Daarom was hij oprecht blij toen het Gergiev Festival hem voor een recital uitnodigde, samen met zijn muzikale partner, de Duitse pianist Markus Hadulla. Tamestit: ‘Het door het festival aangedragen repertoire is specifiek voor de altviool geschreven en past goed bij de persoonlijkheid van het instrument. Ik heb bovendien veel belangstelling voor de balans tussen altviool en piano. De altviool blinkt uit in het middenregister en doet aan de zangstem denken, terwijl de piano haast orkestraal kan klinken en bij uitstek geschikt is voor de polyfonie.’

Foto: Nigel Luckhurst, Hollandse Hoogte

spiritueel In overeenstemming met het festivalthema Hemel en Aarde hebben de drie werken op het programma een hoog spiritueel gehalte. Brittens Lachrymae is een variatiereeks op een thema van de luitist-componist John Dowland, die rond 1600 muziek met een uitgesproken melancholisch karakter schreef. Stravinsky’s Elegie is een treurzang ter nagedachtenis aan violist Alphonse Onnou, oprichter van het Pro Arte strijkkwartet. De schemerachtige Altvioolsonate van Sjostakovitsj, ten slotte, vormt de zwanenzang van een zieke en gekwelde componist die zich kennelijk met zijn lot verzoend heeft. Antoine Tamestit heeft een hechte band met de sonate: ‘Deze compositie is even krachtig als aangrijpend en daagt de uitvoerenden uit om te blijven zoeken naar het passende gevoel. Bovendien eindigt elk deel met een morendo, alsof Sjostakovitsj de luisteraar uitnodigt om stil te staan bij deze lange momenten van sterven.’ Kan een jonge musicus de betekenis van deze muziek ten volle begrijpen en weergeven? Tamestit denkt even na. ‘Natuurlijk heeft de leeftijd van de uitvoerende invloed op de muzikale interpretatie. Maar dit wil niet zeggen dat de visie van een zestigjarige musicus per se diepzinniger zal zijn dan het gevoel dat een jongere artiest in het diepste van zichzelf heeft gevonden.’ De mix van moderne en traditionele elementen maakt het gekozen repertoire extra aantrekkelijk voor Tamestit, die zelf graag hedendaagse en oude

hemel en aarde, 6-13 september 2008

antoine tamestit – eersteklas pleitbezorger voor de altviool

27 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

De diverse kleuren van de altviool


composities naast elkaar programmeert. Vooral Brittens Lachrymae spreekt hem in dit opzicht aan: ‘Het thema van Dowland klinkt pas helemaal aan het eind. Wat de luisteraar in de voorafgaande variaties hoort zijn slechts splinters, waarbij onorthodoxe speeltechnieken voor een hedendaagse uitstraling zorgen. Ik houd van dat spel tussen heden en verleden. Lachrymae kan vergeleken worden met een tijdmachine, omdat Britten de complexe variaties van nu laat uitmonden in een heel eenvoudig thema van eeuwen geleden.’

Zijn tweede cd komt deze maand uit, met de Altvioolsonate van Sjostakovitsj en het Altvioolconcert van Schnittke. Voorafgaand aan de opname heeft Tamestit zijn licht opgestoken bij zijn collega Yuri Bashmet, voor wie Schnittke het concert had geschreven. ‘Dit was een inspirerende ontmoeting,’ vertelt hij. ‘Tijdens het gesprek heb ik gemerkt hoe respectvol Bashmet over Schnittke denkt. Dat vind ik essentieel, los van de verschillen in muzikale interpretatie.’

inspirerend hemel en aarde, 6-13 september 2008

hedendaags... Met zijn eerste cd Chaconne baarde Tamestit vorig jaar opzien. Daarin koppelt hij een transcriptie van de Tweede vioolpartita van Bach aan de Sonate voor altviool solo van Ligeti. ‘Klassieke muziek wordt zo banaal gemaakt dat men allerlei vooroordelen gaat ontwikkelen. Velen denken bijvoorbeeld dat Barokmuziek te eenvoudig zou zijn, en hedendaagse muziek te complex. Ik vind juist dat er vaak in de eeuwenoude werken iets heel actueels zit en andersom. Tijdens de opnamesessies van Bach en Ligeti wist ik soms niet meer wie van de twee de hedendaagse componist was.’

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

28

Tamestit worstelt nog steeds met de vraag in hoeverre de uitvoerende zich artistieke vrijheden kan veroorloven. Hij wil uiteraard de componist dienen, maar dat moet niet ten koste gaan van de expressie. Tijdens zijn opleiding in Parijs, Yale en Berlijn heeft hij gemerkt dat er verschillende manieren zijn om deze kwestie te benaderen. ‘Van mijn docent aan het Parijse conservatorium, Jean Sulem, heb ik geleerd om de structuur van elke compositie te doorgronden. Dit is een onmisbare stap. Later heb ik bij Jesse Levine en Tabea Zimmermann iets meer vrijheid in mijn spel gevonden, wat ook noodzakelijk is om de pennenvruchten van de componist aan het publiek te kunnen overdragen. Ik heb ook baat gehad bij masterclasses, kamermuziekconcerten en ontmoetingen met musici als Gidon Kremer, Boris Pergamenschikow en Frank Peter Zimmermann.’ Valery Gergiev kent hij nog niet persoonlijk, maar hij heeft hem veel zien dirigeren, onder meer het Altvioolconcert van Schnittke. Tamestit: ‘Wat mij bij hem inspireert, is dat hij de slag minder concreet aangeeft dan andere dirigenten. Ik denk dat hij daardoor de klankkleuren van de muziek kan dirigeren. De vingerbewegingen geven iets heel subtiels aan de klank. Zijn slag is niet zwart of wit, maar zit vol met kleurendetails.’ Tamestit benadrukt dat hij veel aan anderen verschuldigd is, wat niet wegneemt dat hij op eigen kracht veel bereikt heeft. Zo heeft hij in de loop der jaren verschillende concoursen gewonnen, die telkens nieuwe optredens hebben opgeleverd. Jongste voorbeeld is de Credit Suisse Young Artist Award 2008, waaraan hij zijn optreden in Luzern te danken heeft. Zelf is hij daar nuchter over: ‘Ik heb niet aan die wedstrijden meegedaan omdat ik van competitie houd, maar alleen om geloofwaardigheid te verdienen.’

Zaterdag 13 september 2008 16.45-18.00 uur Jurriaanse Zaal

swan song Antoine Tamestit altviool Markus Hadulla piano Britten Lachrymae Stravinsky Elegie Sjostakovitsj Altvioolsonate Foto: Alvaro Yanez


hooglied Je bent zo mooi, vriendin van mij, je bent zo mooi! Je ogen zijn duiven, door je sluier heen. Je haar golft als een kudde geiten die afdaalt van Gileads bergen. Je tanden zijn als witte schapen: klaar voor de scheerder komen ze twee aan twee uit het water, er ontbreekt er niet een. Als een koord van karmozijn zijn je lippen, je mond is betoverend. Als het rood van een granaatappel fonkelt je lach, door je sluier heen. Je hals is als de toren van David, die in ringen is gebouwd, die met schilden is behangen, met wel duizend schilden van helden. Je borsten zijn als kalfjes, als de tweeling van een gazelle, die tussen de lelies weidt. Nu de dag weer ademt en het duister vlucht, ga ik naar de mirreberg, ga ik naar de wierookheuvel. Vriendin, aan jou is alles mooi, niets ontsiert je schoonheid. Zusje, bruid van mij, je brengt me in vervoering, je brengt me in verrukking met maar één blik van je ogen, met één flonker van je ketting. Zusje, bruid van mij, hoe heerlijk is jouw liefde, hoeveel zoeter nog dan wijn. Hoeveel zoeter is je geur dan alle balsems die er zijn. Mijn bruid, je lippen druipen van honing, melk en honing proef ik onder je tong, je kleed geurt naar de Libanon. Zusje, bruid, een besloten hof ben jij, een gesloten tuin, een verzegelde bron. Aan jou ontspruit een boomgaard vol granaatappels, met een overvloed aan vruchten, hennabloemen, nardusplanten, nardus en saffraan, kalmoes en kaneel, wierookbomen, allerlei soorten, mirre, aloë, balsems, allerfijnst. Je bent een bron omringd door tuinen, een put met helder water, een bergbeek van de Libanon. Hooglied 4: 1-7, 9-15 Jean Fouquet, Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen (ca. 1450). Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen


g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

30 hemel en aarde, 6-13 september 2008


In juni 1988 was Olivier Messiaen uitgenodigd voor een festival in Australië ter gelegenheid van zijn tachtigste

hemel en aarde, 6-13 september 2008

verjaardag. Daar ging een van zijn grootste wensen in vervulling. In het Tidbinbilla-bos bij Canberra mocht de

31

gevierde componist getuige zijn van de spectaculaire baltszang van de liervogel, een flink uit de kluiten gewassen

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

d e n at u u r a l s i n s p i r at i e b r o n v o o r m u z i e k

op aarde zangvogel met liervormige sierveren aan zijn staart die de meest buitenissige imitaties in zijn zang verwerkt. Messiaen was zo ondersteboven van het hoor- en schouwspel dat hij een heel deel van zijn nieuwe orkestwerk Eclairs sur l’au-delà aan de vogel wijdde. Het riep bij de vrome Fransman het beeld op van de terugkeer van Christus en het neerdalen van het Nieuwe Jeruzalem, zoals beschreven in Openbaring 21:2. Messiaen had een glimp van de hemel opgevangen. De hemel op aarde.

door martijn voorvelt


Schönberg horen we de schittering van het zonlicht op een meer (Farben). Dankzij Sibelius kunnen we in extase raken van de terugkeer van de wilde zwanen in het voorjaar (Vijfde symfonie). Ruisende beekjes bij Schubert, zingende walvissen bij Crumb, schuivende rotsformaties bij Birtwistle, krakende ijsschotsen bij Torstensson... het wordt alsmaar spectaculairder en levensechter. Door de ontwikkeling van de opnametechnologie is het tegenwoordig zelfs mogelijk de natuurgeluiden letterlijk te citeren, in de muziek te integreren – en te manipuleren. hemel en aarde, 6-13 september 2008

Je kunt als componist nog een stap verder gaan en je door de natuur laten leiden. De Canadees Barry Truax vergroot geluidssamples enorm uit, hoort daarin compositorische mogelijkheden, en componeert dan als het ware met de moleculen van het geluid (Pacific, Song of Songs). Of je kunt wiskundige formules die een expressie zijn van natuurlijke materialen en processen op muziek toepassen, zoals Iannis Xenakis deed. De natuur mag sinds de twintigste eeuw steeds meer zichzelf zijn, is niet meer louter een model voor muzikale aquarelleertechnieken of een projectie van menselijke gemoedstoestanden. De natuur wordt minder antropomorf. We zijn gaan inzien dat de natuur uit complexe modellen en patronen bestaat die betekenisvol zijn in zichzelf, zonder menselijke waarden als goed, slecht, mooi, lelijk, slim, dom, vrolijk of droevig. De mens ziet zichzelf niet meer per se als het centrum van de wereld en dat heeft zijn weerslag op de muziek. Veel hedendaagse muziek gaat niet over het ego van de componist, maar wordt gevormd door natuurwetten, statistische informatie, toeval. Met name John Cage heeft ons geleerd hoe ver we kunnen gaan met het loslaten van de menselijke controle. In een artikel over hedendaagse muziek en paddestoelen vertelt hij hoe hij graag zijn ‘silent piece’ (beter bekend als 4’33’’ ) in het bos dirigeerde. Dat leidde tot verrassende vertolkingen door de natuur zelf:

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

32

John Cage zoekt paddestoelen. Foto: William Gedney

aarde Muziek onderhoudt nauwe banden met de natuur. In zijn boek Musique, Mythe, Nature beschrijft componist François-Bernard Mâche op levendige wijze hoe de eerste muziek kan zijn ontstaan uit imitaties van natuurgeluiden. De geluiden die de oermens omringden, maakten hem soms bang of vrolijk; door ze te imiteren en ze tot iets van hemzelf om te vormen, kon hij die emoties bedwingen. Niemand weet of het zo gegaan is. Wel staat vast dat de natuur altijd een onuitputtelijke inspiratiebron is geweest voor musici. De natuur ontroert en overweldigt, houdt ons verbazingwekkende spiegels voor, herinnert mensen aan hun nietigheid – of misschien juist aan hun grootsheid, als zijnde de ‘kroon op de schepping’. Dus zit de Westerse muziekgeschiedenis vol natuurgeluiden. Zo liet Josquin stemmen krekelen in El grillo en liet Janequin vogels kwinkeleren in Le chant des oiseaux. De vier jaargetijden worden voelbaar bij Vivaldi, maar het onweer barst pas echt los bij Beethoven (Zesde symfonie ‘Pastorale’). Debussy schildert een zee in muziek (La mer), bij

At one performance, I passed the first movement by attempting the identification of a mushroom which remained successfully unidentified. The second movement was extremely dramatic, beginning with the sounds of a buck and a doe leaping up to within ten feet of my rocky podium...

terra incognita Onze fascinatie en bewondering voor de natuur groeit met het besef dat we haar niet de baas zijn. Wetenschap en vooruitgang hebben nog altijd niet geleid tot onze totale beheersing van de natuur. Integendeel. Hoe meer we weten, hoe meer we ons beseffen hoe weinig we nog weten. Welbeschouwd zijn nieuwe technieken als genetische manipulatie gebaseerd op wetenschappelijk drijfzand. Biologen beschrijven nog dagelijks onbekende plant- en diersoorten. De verwantschappen tussen de levensvormen zijn nog uiterst onduidelijk, en hun gewoontes, beweegredenen en interacties blijven grotendeels voor ons verborgen. De wegen van de natuur zijn ondoorgrondelijk, terwijl ze zich toch continu rondom ons afspelen. Het observeren van bijvoorbeeld vogeltrek geeft


Illustratie uit een twaalfde-eeuwse kopie van Anicius Manlius Torquatus Severinus Boethius’ De institutione musica (Cambridge University, MS Ii3.12, ff73v-74r)

zijn geen verwijzingen naar eerdere onderzoeken, er is geen logische argumentatie, zelfs geen conclusie. En toch denk ik dat we na het beluisteren van Sept papillons iets wijzer zijn. We weten dan ietsje meer over hoe de natuur werkt, ook al is het moeilijk te verwoorden wat we dan precies wijzer zijn geworden.

Als we al zo weinig weten van onszelf en de wereld waarop we staan, hoezeer schiet dan onze kennis over wat zich daarbuiten bevindt dan wel niet te kort? De wetenschap dat we er nog maar heel weinig van snappen, schrijdt voort. En daarmee groeit de fascinatie. Je zou dan denken dat het heelal de inspiratiebron is geweest voor duizenden composities, maar dat lijkt toch niet het geval te zijn. Misschien is het te groot, te weinig tastbaar, te ver van ons bed. De onhoorbare geluiden uit de ruimte, de bewegingen van de hemellichamen, die gigantische catastrofes, ze hebben vooralsnog niet tot veel meesterwerken geleid. Gustav Holst heeft als het ware een zwart gat in de markt ontdekt: zijn orkestwerk The Planets is de bekendste en populairste ode aan het fysieke heelal. Het heeft echter relatief weinig navolging gekregen: Colin Matthews voegde in 2000 Pluto toe en in 2006 schreven Kaija Saariaho, Mathias Pintscher, Brett Dean en Mark-Anthony Turnage een viertal asteroïden in opdracht van Simon Rattle en de Berliner Philharmoniker. In de afgelopen honderd jaar zijn het vooral de meer metafysische aspecten van het heelal geweest die tot muziek leidden. De mystiek van de kosmos is onder meer bezongen door Messiaen, Stockhausen en Sun Ra. Onze angst voor dat onmetelijk grote onbekende heeft songwriters David Bowie en Peter Hammill in de late jaren 1960 geïnspireerd tot popliedjes met symfonische aspiraties (respectievelijk Space Oddity en The Pioneers Over C). Verder is het een en al ‘Twinkle, twinkle, little star’ en ‘Zie de maan schijnt door de bomen’ wat de klok slaat, want de hemellichamen zorgen toch altijd weer voor sfeervolle decoratie. Toch is er een eeuwenoude, meer wetenschappelijke connectie tussen muziek en heelal. Die connectie ontstond minstens 2500 jaar geleden en staat aan de basis van het Westerse toonsysteem. De aan Pythagoras toegeschreven berekening van toonsafstanden (en daarmee van toonladders) werd door de oude Grieken gerelateerd aan de proporties van het heelal. Alles moest immers volgens dezelfde proporties zijn samengesteld. Dit idee is in de Middeleeuwen door diverse theoretici opnieuw opgepikt, onder wie de invloedrijke Boethius. En in de muziek leidde dat dan weer tot pogingen om de ‘harmonie der sferen’ te herscheppen, de muziek van het heelal, de hemelse zang van de sterren en planeten. Eeuwenlang waren muziek, astronomie en wiskunde nauw met elkaar verbonden wetenschappen. En dat is niet zo gek. Alledrie zijn ze een fysieke expressie van de wetten van de natuur: in geluidsgolven, in bewegingen van hemellichamen, in formules. In muziek, astronomie en wiskunde kunnen we een glimp van de kosmos opvangen. Ze zijn verschillende manieren om die tastbare en toch zo ongrijpbare natuur te begrijpen. Ze brengen de hemel op aarde.

hemel en aarde, 6-13 september 2008

hemel

33 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

het gevoel alsof je daar een heel klein beetje deel van mag uitmaken, en elke observatie draagt een beetje bij aan onze kennis ervan – maar hoe de vork precies in de steel zit, zullen we misschien wel nooit weten. Zelfs de werking van ons eigen lichaam, onderdeel van diezelfde natuur, is nog altijd grotendeels een mysterie. Terra incognita fascineert. Hoe meer we in het duister tasten, hoe meer we ons door de natuur laten inspireren. Nee, wetenschap geeft ons niet alle antwoorden. Maar kunst, en muziek in het bijzonder, kan de natuur op andere, minder logische manieren onderzoeken. En daarvoor hoeven we niet per se naar grootschalige orkestwerken te kijken. Kaija Saariaho’s Sept papillons, zeven miniaturen voor cello, zijn ook een soort onderzoek: naar beweging, naar hoe het leven vervliegt en toch blijft, naar verschillende manieren waarop de dingen aan ons voorbijgaan, en dat aan de hand van zeven vlinderachtige stukjes muziek. Het is een niet-academisch onderzoek, afstandelijk en toch emotioneel. Er is geen vraagstelling, er


Eat Drink Man Woman

het filmprogramma van het gergiev festival 2008 Het is de naam van een goddelijke chocolademousse en de titel van het programma in bioscoop Cinerama: Hemelse Modder. Culinaire films zijn zo langzamerhand een op zichzelf staand genre in de cinematografie. De keuze die in het kader van het Gergiev Festival is gemaakt, biedt een beeld van de veelzijdigheid van het genre. Het gaat, voor alle duidelijkheid, niet om kookcursussen, maar om speelfilms waarin eten hoofdonderwerp is en tegelijkertijd een metafoor voor gevoelens als liefde en extase, vergetelheid, doodsverlangen of fungeert als vorm van communicatie.


W

ord je van lekker eten een beter mens, maakt het mooie gevoelens in je los? In de film Babette’s Feast ontdooien de kwezelachtige dorpsbewoners tijdens het copieuze diner dat zeer in strijd is met hun sobere, religieuze levensstijl. Ze zijn dan ook met tegenzin aangeschoven, maar het exquise eten en de heerlijke drank missen hun uitwerking niet. Oude conflicten worden opgerakeld en bijgelegd, hartsgeheimen ontboezemd. Het leidt tot een grote verbroedering. Zou het ook in werkelijkheid kunnen helpen bij het oplossen of voorkomen van conflicten? Als Wilders nou eens couscous zou gaan eten en allochtone moslims stamppot boerenkool met een lekkere Hemaworst? Zou het helpen? Dat vreetzaam en vreedzaam synoniem worden? Babette’s Feast is, hoewel in de negentiende eeuw gesitueerd, een bruikbare aanzet.

authentiek keukens Aan de andere kant is eten juist zeer cultuurbepaald en onderdeel van je identiteit en die geef je niet zomaar op. Dat is de strijd die de Italiaanse kok Primo in Amerika voert in Big Night. Hij trekt met zijn superieure kookkunst geen klanten, maar wil niet assimileren, geen concessies doen. Hij houdt vast aan de Italiaanse keuken en daarmee aan zijn Italiaanse identiteit. De consequentie is dat hij, zoals aan het slot gesuggereerd wordt (het restaurant is dan failliet), terugkeert naar Italië en in het restaurant van zijn oom in Rome gaat werken. Terecht, want hoewel Primo Amerikanen wilde bekeren tot de Italiaanse keuken, is zijn eigenlijke hoofddoel de zuiverheid daarvan bewaken. Iets dergelijks speelt ook in Eat Drink Man Woman van de Taiwanese regisseur Ang Lee. Chef-kok Tao Chu is bezorgd over de verloedering van de authentieke Chinese keuken. Bij een belangrijk diner is hij de redder in nood als hij een typisch Chinees gerecht, waarvoor

alleen inferieure namaak haaienvinnen beschikbaar zijn, vervangt door een ander Chinees gerecht waarvoor hij wel de juiste ingrediënten heeft. Het is veel te duur, maar de eer is gered. Bovendien wint hij ook op een ander front de strijd. Elke dag brengt hij een klein meisje op school een door hem bereide lunch. De typisch Chinese gerechten slaan zo aan dat ook andere kinderen hun fastfood en hamburgers laten staan en van zijn lunch gaan meesmullen – de toekomst is gered. Het is een subtiel detail in deze film die ook gaat over de strijd tussen Chinees traditionalisme en een moderne westerse levensstijl. Hoe funest die westerse, in dit geval Amerikaanse levensstijl voor kinderen kan zijn, is het onderwerp in Sjakie en de chocoladefabriek. De ogenschijnlijk luchtige film met lieve liedjes heeft een grimmige ondertoon: kinderen die hun hebberigheid niet weten te bedwingen, worden zonder pardon opgeslokt door apparaten of verdwijnen op andere manieren. Het is dan ook een sprookje met een moraal om kinderen op te voeden tot burgers die hun snoeplust weten te beteugelen en verleidingen kunnen weerstaan. Helaas voor Amerika (het land waarheen Holle Bolle Gijs emigreerde), het heeft niet geholpen. De film dateert uit 1971, maar sindsdien is ongeremde vraatzucht uitgegroeid tot een nationale plaag. Vraatzucht in extreme vorm wordt beleden in La grande bouffe (Het grote vreten) waarin vier notabele heren – rechter, piloot, tv-regisseur en chef-kok – zich in een chique huis overmatig te goed doen aan de heerlijkste gerechten en daaraan sterven. Ook hier gaat het om een metafoor, een sprookje. De mannen sterven bijna terloops terwijl, zoals een medicus in een weblog over de film laat weten, de werkelijkheid er anders uitziet: of je sterft door zuurstofgebrek en dat is geen vrolijk stikken, of aan een zeer pijnlijke maagperforatie. Wat is de metafoor? Dat de bourgeoisie zich door te overeten – overconsumptie – willens en wetens ten gronde richt?

Big Night

35

Babette’s Feast

Unser täglich Brot

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

door erik beenker

hemel en aarde, 6-13 september 2008

hemelse modder en andere verleidingen...


hemel en aarde, 6-13 september 2008 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

36

La grande bouffe

Het past in de linkse retoriek in films van Marco Ferreri uit het begin van de jaren 1970. Eén ding is zeker, een dierenactivist en vegetariër zal geen van de eetfilms vrolijk stemmen. De kwetterende kwartels, het speenvarken, de levende zeeschildpad, ze verdwijnen allemaal in de pan van die lieve Babette, net als de vissen, kikkers en kippen bij de sympathieke chef-kok Chu. En in La grande bouffe wordt een gans publiekelijk onthoofd en raakt de tuin van het herenhuis bezaaid met kadavers. Ook in Unser täglich Brot, een documentaire over de productie van ons dagelijkse eten anno nu, loopt het niet goed af met de dieren. Ze worden in een industrieel proces als producten verwekt, gevoed, geslacht en verwerkt. Het stemt niet vrolijk hun onvermijdelijke lot te zien, maar dat geldt ook voor de kunstmatige wijze waarop gewassen worden verbouwd. Bestaan er trouwens vegetarische eetfilms?

heilig en heidens Sommige eetfilms zouden ook in het programmaonderdeel Sacred and Profane – Hemels en Heidens – passen. In Babette’ s Feast zitten veel religieuze aspecten en in Eat Drink Man Woman wordt een Taiwanees

bekeerd tot het christendom. Maar als het echt om heilig en profaan gaat dan spant Brideshead Revisited de kroon. In deze elfdelige monumentale tv-serie, die integraal wordt vertoond, zit naast veel wellust, verleiding en verloedering ook een sterk religieus element; de worsteling met het katholieke geloof van de familie Marchmain. Na 35 jaar het katholieke geloof verketterd te hebben, laat de pater familias zich op z’n sterfbed toch nog op het nippertje bekeren (onder meer op aandringen van de minnares met wie hij 35 jaar in zonde leefde). Hij mag dan z’n ziel gered hebben en richting hemel gaan, op aarde gaat daardoor een streep door het voorgenomen huwelijk van zijn dochter Julia met de vroegere huisvriend Charles. Julia wordt ook weer katholiek en wil niet meer scheiden omdat de Kerk dat niet toestaat. Een andere Engelse tv-serie met geloof in de hoofdrol is Oranges Are Not the Only Fruit waarin de kleine Jess zich gaandeweg ontworstelt aan een stelletje fanatieke evangelisten waaronder haar moeder. Het is een strijd tussen de vrijheid het leven naar eigen inzicht te kunnen leven (Jess’ ontdekt dat ze lesbisch is) of het keurslijf van de beperkende regels maar ook de geborgenheid van religieus fundamentalisme. Die strijd wordt ook gestreden in Breaking the Waves van Lars von Trier waar Bess zich uit zuivere liefde voor haar verlamde man Jan met andere mannen afgeeft omdat hij dat wil. Door haar zedeloos gedrag wordt ze door de dorpsgemeenschap verstoten. Als ze kort daarna, mishandeld en verkracht, sterft, geeft klokgebeier uit de hemel aan dat haar offer aanvaard is. Een regelrechte heiligverklaring. Ondanks dit topzware einde blijkt het in de hemel zelf wel mee te vallen, ook daar is ruimte voor ironie en (zelf)spot. Die troost biedt Wim Wenders in zijn meesterwerk Der Himmel über Berlin, een ode aan het leven (vanuit de optiek van engelen) en aan Berlijn anno 1987. Een fijnzinnig poëtische film die je een hemels gevoel bezorgt en tegelijkertijd met beide benen op aarde zet, ook wat culinaire zaken betreft. Zo verlangen de engelen hevig naar een patatje-met.

hemelse modder cinerama Zaterdag 6 september 14.00-16.00 uur Babette’s Feast Woensdag 10 september 14.00-16.00 uur Big Night Woensdag 10 september 14.00-16.00 uur Sjakie en de chocoladefabriek Donderdag 11 september 14.00-16.15 uur La grande bouffe Vrijdag 12 september 14.00-15.45 uur Unser täglich Brot Zaterdag 13 september 14.00-16.15 uur Eat Drink Man Woman

sacred and profane centrale bibliotheek Maandag 8 september 14.00-17.15 uur Oranges Are Not the Only Fruit Dinsdag 9 september 14.00-17.00 uur Breaking the Waves Woensdag 10 september 11.00-15.30 uur Brideshead Revisited, deel 1-3 Donderdag 11 september 11.00-16.00 uur Brideshead Revisited, deel 4-7 Vrijdag 12 september 11.00-17.00 uur Brideshead Revisited, deel 8-11 goethe-institut rotterdam Maandag 8 september 20.00-22.15 uur Der Himmel über Berlin

Breaking the Waves

Der Himmel über Berlin

Brideshead Revisited


Tijdens het Gergiev Festival worden er in filmtheater Cinerama een zestal culinaire films vertoond onder de titel Hemelse Modder. Na afloop van de voorstelling wordt u door T[J]OKO getrakteerd op dit goddelijke chocoladegerecht. Mocht u het thuis willen maken...

ingrediënten • • • •

200 gram pure chocolade* in kleine stukjes 4 eieren, gesplitst 200 ml crème fraîche 1 eetlepel suiker

• eventueel verse geklopte slagroom en chocoladeschilfers * minstens 70% cacao

bereiding 1. Doe de chocolade, samen met 2 eetlepels water, in een hittebestendige kom. Plaats deze op een pannetje met een laagje kokend water (let op: zorg ervoor dat de chocolade niet in aanraking komt met het water). Smelt de chocolade op deze manier (au bain-marie) tot hij vloeibaar en glanzend is. 2. Haal de kom met chocolade van de pan met heet water en voeg nu de eierdooiers toe. Klop de dooiers met een mixer door de chocolade tot alles goed gemengd is. 3. Pak een tweede kom en doe daar de crème fraîche in. Klop dit met een mixer tot er fijne pieken ontstaan. Spatel vervolgens de crème fraîche door de chocolade. 4. Doe de eiwitten in een derde (vetvrije!) kom en klop ze met een mixer tot ze stijf zijn (witte pieken). Voeg dan snel de suiker toe en klop dit er nog even doorheen. 5. Spatel voorzichtig eerst één helft van de opgeklopte eiwitten door de chocolade (dit is om de chocolade los te maken) en daarna de andere helft (dit maakt het tot een luchtig geheel). 6. Doe de chocolademousse in een grote kom of verdeel het over een aantal kleine glaasjes en laat het ongeveer 1 uur in de ijskast opstijven. Eventueel serveren met vers geklopte slagroom en chocoladeschilfers.

hemel en aarde, 6-13 september 2008

37 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

Hemelse Modder


hemel en aarde, 6-13 september 2008 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

38

Steeds weer nieuwe ideeĂŤn p o rt r e t va n e e n i co n o c l a st i s c h s a xo foo n k wa rt e t


BL!NDMAN – wat een intrigerende naam voor een muziekensemble. Het saxofoonkwartet dat deze naam draagt, staat dan ook voor alles wat u níet gewend bent in de klassieke muziek. BL!NDMAN is in 1988 opgericht met een duidelijk doel voor ogen: iets drastisch veranderen aan de gangbare, vastgeroeste muziekpraktijk, aan de uitvoering van en de manier van luisteren naar muziek.

O

prichter, motor, huiscomponist en lid (tenorsax) van dit eigenwijze ensemble is de Belg Eric Sleichim. Een zeer vriendelijke, nieuwsgierige, iconoclastisch ingestelde man van 49 die al dertig jaar geleden korte metten wilde maken met de heersende muziekpraktijk. Thuis hoorde hij uitsluitend romantische muziek, zo veel dat hij vervreemd raakte van dit in zijn ogen tot cliché geworden symbool van de bourgeoisie. Als eigenwijs tienjarig jongetje zocht hij bevrediging voor zijn nieuwsgierige en onconventionele geest in onderzoek naar de klankmogelijkheden van zijn net gekochte elektrische gitaar. Deze experimenten zette hij voort met zijn groep Purple Haze, vernoemd naar een hit van zijn idool Jimi Hendrix. In zijn puberteit ontstond de fascinatie voor de saxofoon en volgden lessen op de conservatoria van Brussel en Luik. Hij luisterde naar alles: van Ockeghem tot Ligeti en de toenmalige avant-garde, maar bleef altijd op zijn hoede voor de burgerlijke Romantiek.

dadaïstisch Nog op het – naar zijn smaak – conservatieve Conservatorium van Brussel richtte Sleichim in de jaren 1980 de groep Maximalist! op om ‘de gesloten deuren van het muziek onderwijs in te stampen en de ramen open te gooien,’ zoals hij dat zelf formuleert. Sleichim: ‘Het ging mij om de stilistisch gesloten deuren in Brussel. Het meest gedurfde wat je daar in die jaren mocht aanhalen, was Schönberg. Terwijl Boulez en Stockhausen al wereldberoemd waren.’ Gedreven door zijn vernieuwingsdrang en omdat Maximalist! niet het gewenste ‘rendement’ haalde, richtte Sleichim het saxofoonkwartet BL!NDMAN op. De naam, naar het dadaïstische tijdschrift The Blind Man uit 1917 van beeldend kunstenaar Marcel Duchamp, is geen toeval. Duchamp was Foto: Guy Kokken

iconoclast bij uitstek en vader van de avant-garde. Het idee achter Duchamps The Blind Man, dat slechts twee nummers kende, was dat een blinde het publiek langs een expositie leidt. Dit beeld prijkte op de omslag van het eerste nummer. ‘Dat vond ik een heel mooi idee,’ zegt Sleichim. ‘Op die manier wilde ik ook de saxofoon hanteren, om zo mijn visie op muziek te kunnen overbrengen. Die visie was, om te beginnen, het breken met de traditie. Ik heb nog altijd een hekel aan het protocol van klassieke concerten, met het orkest dat eerst aan het stemmen is, dan opstaat als de dirigent opkomt, het applaus dat daarop volgt enz. Dat zat, zeker twintig jaar gelden, allemaal vastgeroest. Daar wilden we met BL!NDMAN mee breken. ‘Ik vond het zo mooi dat dada in het begin heel iconoclastisch te werk ging. De dadaïsten hebben met het protocol de vloer aangeveegd. Duchamp stuurde een omgekeerde pispot naar een expositie in Parijs. Ik hield van deze punkdimensie van de dadaïsten – een punkdimensie weliswaar met heel veel spiritualiteit. De humor bij dada vond ik ook zo belangrijk. Dat mis ik in de punkbeweging.’ Want ook van punk had Eric Sleichim iets opgestoken. Hij nam het mee naar BL!NDMAN. ‘De geëngageerdheid van de punkers met hun concerten – punk against fascism, punk against racism of punk against religion – beviel me. Dat waren zeer gerichte festivals en ik had een zeer specifieke reden om mee te doen: de muziek was weliswaar niet interessant, maar het was een wapen, een instrument om een message over te brengen via het podium. En dat gevoel heb ik nog steeds op het podium. Dat is altijd heel belangrijk – dat je met een boodschap op de bühne staat en weet waarom je daar staat en waarom je deze muziek die je speelt, brengt. ‘Kenmerkend voor dada is de tabula rasa,’ vervolgt Sleichim, ‘het onbeschreven blad, waarbij alles van tafel wordt geveegd om vervolgens met iets geheel nieuws te komen.’ Dat is wat Sleichim met BL!NDMAN ook ambieert.

39 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

door doron nagan

hemel en aarde, 6-13 september 2008

Een kleine revolutie? Misschien, maar een pijnloze en vreedzame.


hemel en aarde, 6-13 september 2008

eclectische schoonheid

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

40

Als voorbeeld van het zoeken naar nieuwe mogelijkheden noemt Eric Sleichim het eerste concert van BL!NDMAN in 1988, met een werk getiteld Five movements for Beuys. ‘Het eerste deel is een solo voor tenorsax, het instrument dat ik in het ensemble bespeel, waarin je alleen maar de kleppen hoort. Maar de manier waarop ik op het podium zat, was identiek aan hoe Beuys zat tijdens een van zijn prachtige performances getiteld “Hoe men de beelden aan een dode haas verklaart”.’ Joseph Beuys (1921-1986) is een beeldend kunstenaar, die met zijn werk en performances grote indruk op Sleichim maakte. In zijn performances (bijvoorbeeld ook in I Like America and America Likes Me) schuilt volgens Sleichim een diepe poëzie. ‘En als een kunstwerk of muziekstuk poëzie heeft, dan sta je in contact met schoonheid.’ Deze schoonheid vindt Sleichim terug in de meest uiteenlopende muziekwerken. ‘Ik houd van alles. Behalve Romantiek dus en misschien moet ik daarvoor in psychotherapie,’ zegt hij lachend. ‘Mijn smaak is heel eclectisch, en beperkt zich tot een bepaalde componist en zijn oeuvre. Ik houd meer van bepaalde stukken, en dat kunnen werken zijn van uiteenlopende componisten als Josquin, Ockeghem, Byrd en Purcell tot aan Ligeti, Xenakis, Varèse en jonge hedendaagse componisten zoals de veel te vroeg overleden Fausto Romitelli.’ In de eerste tien jaar van BL!NDMAN speelde het ensemble vooral hedendaagse muziek. In de laatste tien jaar ligt de nadruk op het bespelen van bestaande, veelal oude muziek. Zoals in het huidige programma Chromatic Variations, met werken uit de laat-

Renaissance en vroeg-Barok. Dit is een bewuste keuze van het kwartet. Door het uitvoeren van nieuwe ideeën via bestaande, herkenbare werken, brengt Sleichim zijn muziek dichter bij een groter publiek. Elk programma dat Sleichim met BL!NDMAN maakt, vertrekt vanuit een idee en moet het publiek niet alleen een soort anthologie van een muziekstijl geven, maar de mensen ook in een bepaalde sfeer brengen. ‘Je komt bij onze programma’s in de huiskamer van de bedenker of componist terecht, je komt in een grot die eigen projecties heeft, je komt niet alleen in een klankwereld, maar ook in een visueel gebeuren. De bezoeker moet onttrokken worden aan het rode pluche van de concertzaal,’ zegt Sleichim, en met deze laatste zin verraadt hij zijn vriendelijk-iconoclastische instelling. ‘Natuurlijk is het het beste als je naar Wagner luistert in een goede zaal en een lekkere zetel. Maar ik toon geen symfonie van Beethoven, of een compositie van Monteverdi in haar oorspronkelijke vorm. Als ik het doe, dan doe ik het op een manier die de mensen zal ontredderen. Ik wil geen agressie, ik probeer agressie te vermijden. Ik schop niet tegen schenen. Dat doe ik wel tegen mensen die actíef vernieuwende ideeën tegenwerken. Maar ik heb geen reden om het publiek af te schrikken of te beledigen of geweld aan te doen. Wat ik probeer te doen, is een context te scheppen om een nieuw idee aan te reiken. Ik wil dat mensen zich openstellen om Beethoven op een andere manier te beleven. Ik wil de mensen in de zaal eigenlijk niet zozeer ontredderen als wel desoriënteren. Ik wil ze in eerste instantie buiten hun normale habitat trekken, ik wil dat ze open gaan, dat ze minder slachtoffer zijn van hun vooroordelen.’

Zondag 7 september 2008 20.15-22.15 uur, Arminius

kamermuziek voorprogramma Jan Jansen klarinet Bram van Sambeek fagot BL!NDMAN Dusapin Ipso Hamburg Sparkle wereldpremière Feidman Improvisatie Bach Koraalpartita

chromatic variations BL!NDMAN Marnix De Cat countertenor muziek van Byrd, Cage, Carter, Gesualdo/Stravinsky, Lasso, Marenzio, Sleichim en anderen Eric Sleichim. Foto: Arthur Péquin


enerlei volk, en hebben allen enerlei spraak; en dit is het, dat zij beginnen te maken; maar nu, zoude hun niet afgesneden worden al wat zij bedacht hebben te maken? Kom aan, laat Ons nedervaren, en laat Ons hun spraak aldaar verwarren, opdat iegelijk de spraak zijns naasten niet hore. Alzo verstrooide hen de HEERE van daar over de ganse aarde; en zij hielden op de stad te bouwen. Daarom noemde men haar naam Babel; want aldaar verwarde de HEERE de spraak der ganse aarde, en van daar verstrooide hen de HEERE over de ganse aarde. Genesis 11:1-9 (Statenvertaling)

41 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

En de ganse aarde was van enerlei spraak en enerlei woorden. Maar het geschiedde, als zij tegen het oosten togen, dat zij een laagte vonden in het land Sinear; en zij woonden aldaar. En zij zeiden een ieder tot zijn naaste: Kom aan, laat ons tichelen, strijken, en wel doorbranden! En de tichel was hun voor steen, en het lijm was hun voor leem. En zij zeiden: Kom aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, welks opperste in den hemel zij, en laat ons een naam voor ons maken, opdat wij niet misschien over de ganse aarde verstrooid worden! Toen kwam de HEERE neder, om te bezien de stad en den toren, die de kinderen der mensen bouwden. En de HEERE zeide: Ziet, zij zijn

hemel en aarde, 6-13 september 2008

De toren van Babel


g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

42 hemel en aarde, 6-13 september 2008


43 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

[…] Er zijn drie krachten, de enige drie krachten op aarde, die in staat zijn het geweten van die zwakke rebellen voor altijd te overwinnen en in hun ban te krijgen, ter wille van hun geluk. Die drie krachten zijn: het wonder, het mysterie en de autoriteit. Die heb je alledrie verworpen en je hebt er zelf het voorbeeld voor gegeven. Toen de verschrikkelijke en wijze geest je boven op de tempel zette en tegen je zei: “Je wilt weten of je Gods Zoon bent, werp je dan naar beneden, want over Hem is gezegd dat de engelen Hem zullen opvangen en dragen, en dat Hij niet zal vallen en Zich niet zal bezeren, dus dan weet je zeker of je Gods Zoon bent en dan bewijs je van welke aard je geloof in je vader is,” toen hoorde jij Hem aan, maar verwierp het voorstel, je gaf niet toe en sprong niet naar beneden. O, natuurlijk, je optreden was trots en groots, als van een God, maar de mensen, dat zwakke, rebellerende volk, zijn dat soms goden? O, je begreep toen dat je maar één stap hoefde te zetten, maar één beweging te maken om naar beneden te springen, en je zou de Heer tarten en al je geloof in Hem verliezen, en je zou te pletter vallen op de aarde die je juist was komen redden, tot vreugde van de grote geest die jou hiertoe had verleid. Maar, ik herhaal, hoevelen als jij zijn er nu helemaal? En heb je werkelijk ook maar een ogenblik kunnen veronderstellen dat de mensen bestand zijn tegen een dergelijke verleiding? Is de menselijke natuur geschapen om op zulke verschrikkelijke ogenblikken van het leven, ogenblikken van de allerverschrikkelijkste fundamentele en kwellende geestelijke vragen het wonder te verwerpen en slechts bij de vrije beslissing van het hart te blijven? O, jij wist dat jouw daad in de boeken bewaard zou blijven, de verste tijden en de laatste uithoeken der aarde zou bereiken, en je hoopte dat door jou te volgen de mens met God zou blijven zonder het wonder nodig te hebben. Maar je wist niet dat de mens, zodra hij het wonder verwerpt, ook onmiddellijk God verwerpt, want de mens zoekt niet zozeer God, alswel wonderen. En aangezien de mens niet in staat is het zonder wonder te stellen, zal hij zich nieuwe wonderen scheppen, ditmaal van eigen makelij, en buigen voor het wonder van de kwakzalver of de heks, al is hij ook honderdmaal rebel, ketter en goddeloze. Jij kwam niet van het kruis toen ze je uitjouwden en pestten: “Kom van het kruis af, dan weten we zeker wie je bent.” Je kwam niet van het kruis af omdat je alweer de mensen niet door een wonder tot slaven wilde maken en je verlangde naar het geloof dat vrij is en met van wonderen afhangt. Je verlangde naar liefde uit vrije wil en niet naar de slaafse aanbidding van de onvrije voor een macht die hem angst en ontzag inboezemt. Echter, ook hier overschatte je de mensen, want natuurlijk zijn het slaven, ook al zijn ze als rebellen geschapen. Kijk om

hemel en aarde, 6-13 september 2008

De grootinquisiteur


hemel en aarde, 6-13 september 2008 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

44

je heen en oordeel, er zijn nu vijftien eeuwen voorbijgegaan, ga naar ze kijken: wie heb je tot jezelf kunnen verheffen? Ik zweer het, de mens is zwakker en lager geschapen dan jij dacht! Hoe zou hij dan in staat zijn hetzelfde te verrichten als jij? Door hem zo hoog aan te slaan, ben je juist zonder mededogen opgetreden, door te veel van hem te eisen, en dat van de man die hem meer liefhad dan zichzelf! Had je hem minder hoog aangeslagen, dan had je minder van hem geëist, en dat zou dichter bij de liefde zijn geweest, want zijn last zou dan lichter zijn. Hij is zwak en laag. Dus wat betekent het dat hij nu gelijktijdig rebelleert tegen onze macht en trots is op zijn rebellie? Dat de trots van een kind, een schooljongen. Het zijn kleine kinderen die in de klas rebelleren en de leraar hebben verjaagd. Maar ook aan de vreugde van kleine kindertjes komt een eind, en het zal hun duur komen te zijn. Zij zullen de tempels verwoesten en de aarde met bloed doordrenken. De domme kinderen zullen ten slotte echter beseffen dat zij toch niet meer dan rebellen zijn, zwakke rebellen die niet opgewassen zijn tegen hun eigen rebellie. Nat van hun eigen domme tranen zullen ze ten slotte inzien dat degene die hen als rebellen heeft geschapen zonder twijfel een lelijke grap met hen wilde uithalen. Dat zullen ze in hun wanhoop zeggen en wat zij zeggen zal als heiligschennis zijn waarvan ze nog ongelukkiger zullen worden, aangezien de menselijke natuur geen heiligschennis verdraagt en deze per slot van rekening altijd zal werken. Kortom, onrust, verwarring en misère, dat is het lot van de tegenwoordige mens nadat jij zozeer voor vrijheid hebt geleden! Die grote profeet van jou zegt in een visioen en een parabel dat hij alle deelnemers aan de eerste opstanding heeft gezien en dat er van iedere stam twaalfduizend waren. Doch indien dat het juiste aantal is, dan waren het geen mensen maar goden. Zij hebben jouw kruis kunnen dragen, zij hebben tientallen jaren in de hongerige en kale woestijn doorgebracht en zich gevoed met sprinkhanen en wortels, en uiteraard kun je met trots wijzen op die kinderen van de vrijheid, van de liefde in vrijheid, van het vrije en grootse offer dat ze in jouw naam brachten. Doch bedenk dat het er alles bijeen maar enkele duizenden waren, en dat het goden waren, maar de rest dan? Konden de overige zwakke mensen er iets aan doen dat ze niet hetzelfde hadden doorstaan als de sterken? Kan het zwakke hart er iets aan doe dat het niet in staat is plaats te bieden aan zulke verschrikkelijke gaven? Ben jij dan werkelijk alleen gekomen tot de uitverkorenen en voor de uitverkorenen? Als dat zo is, dan is dat een mysterie dat wij niet kunnen begrijpen. En als er sprake is van een mysterie, dan hebben ook wij het recht het mysterie te verkondigen en hen te leren dat niet het vrije besluit van hun harten belangrijk was, noch ook hun liefde, maar het mysterie, waaraan zij zich blindelings moeten onderwerpen, zelfs indien dat tegen hun geweten indruist. En dat hebben wij gedaan. Wij hebben jouw daden gecorrigeerd en ze gegrondvest op het wonder, het mysterie en de autoriteit. […]

Fjodor Michailovitsj Dostojevski De broers Karamazov (boek V, hoofdstuk 5 ‘De grootinquisiteur)’. Vertaling Arthur Langeveld. Amsterdam. Uitgeverij G.A. van Oorschot, 2005: 310-313.


Evelyn Waugh, Brideshead Revisited. The Sacred and Profane Memories of Captain Charles Ryder (1945), 83-84.

sacred and profane centrale bibliotheek Woensdag 10 september 11.00-15.30 uur Brideshead Revisited, deel 1-3 Donderdag 11 september 11.00-16.00 uur Brideshead Revisited, deel 4-7 Vrijdag 12 september 11.00-17.00 uur Brideshead Revisited, deel 8-11

45 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

Often, almost daily, since I had known Sebastian, some chance word in his conversation had reminded me that he was a Catholic, but I took it as a foible…. We never discussed the matter until on the second Sunday at Brideshead, when Father Phipps had left us and we sat in the colonnade with the papers, he surprised me by saying: ‘Oh dear, it’s very difficult being a Catholic.’ ‘Does it make much difference to you?’ ‘Of course. All the time.’ ‘Well, I can’t say I’ve noticed it. Are you struggling against temptation? You don’t seem much more virtuous than me.’ ‘I’m very, very much wickeder,’ said Sebastian indignantly. ‘Well then?’ ‘Who was it used to pray, “Oh God, make me good, but not yet”?’ ‘I don’t know. You I should think.’ ‘Why, yes, I do, every day. But it isn’t that.’ He turned back to the pages of the News of the World and said, ‘Another naughty scout-master.’ ‘I suppose they try and make you believe an awful lot of nonsense?’ ‘Is it nonsense? I wish it were. It sometimes sounds terribly sensible to me.’ ‘But, my dear Sebastian, you can’t seriously believe it all.’ ‘Can’t I?’ ‘I mean about Christmas and the star and the three kings and the ox and the ass.’ ‘Oh yes, I believe that. It’s a lovely idea.’ ‘But you can’t believe things because they’re a lovely idea.’ ‘But I do. That’s how I believe.’

hemel en aarde, 6-13 september 2008

how i believe


hemel en aarde, 6-13 september 2008

programma-overzicht

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

46

ZATERDAG 6 SEPTEMBER

ZONDAG 7 SEPTEMBER

MAANDAG 8 SEPTEMBER

11.00-11.45 uur, Jurriaanse Zaal meet the artist Everything you always wanted to know about conducting Christiaan van Schermbeek in gesprek met Otto Tausk

11.00-12.00 uur en 14.00-15.00 uur, Jurriaanse Zaal kindervoorstelling 6+ Alien en de stille planeet première Domestica Rotterdam o.l.v. Wim Steinmann Vincent van Warmerdam en Almar Kok muziek Sjoerd Kuyper tekst Maarten Lok regie Leela May Stokholm en Ferdi Janssen spel Isobel Dunhill kostuums

14.00-17.15 uur, Centrale Bibliotheek film – sacred and profane Oranges Are Not the Only Fruit

Aansluitend tot 13.00 uur, Grote Zaal repetitiebezoek Repetitie Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valery Gergiev 14.00-16.00 uur Wereld Muziek en Dans Centrum workshop Planetenmuziek Onder leiding van Martin Baai 14.00-16.00 uur, Cinerama film – hemelse modder Babette’s Feast 16.45-18.00 uur, Jurriaanse Zaal kamermuziek Vluchtige visioenen Concerto Rotterdam Benjamin Hulett tenor Prokofjev Visions fugitives Britten Now Sleeps the Crimson Petal Britten Les illuminations 17.00-20.00 uur Hal, de Doelen festivaldiner 19.15-19.45 uur JZ inleiding Michel Khalifa 20.15-22.30 uur, Grote Zaal openingsconcert Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valery Gergiev Nederlands Kamerkoor instudering Klaas Stok Ralph van Raat piano Ekaterina Gubanova mezzosopraan Anthony Dean Griffey tenor Pärt Da pacem Domine Pärt Lamentate Mahler Das Lied von der Erde 23.00-23.45 uur, Jurriaanse Zaal meet the artist Christiaan van Schermbeek in gesprek met Ralph van Raat

20.00-22.15 uur, Goethe-Institut Rotterdam film Der Himmel über Berlin

DINSDAG 9 SEPTEMBER 11.00-13.00 uur en 13.00-15.00 uur, Museum Boijmans Van Beuningen rondleiding en workshop De toren van Babel 12.30-13.00 uur, Jurriaanse Zaal inleiding Francis Maes in gesprek met Alexander Smelkov 13.30-17.00 uur, Jurriaanse Zaal concertante opera Solisten, Koor en Orkest van het Mariinsky Theater o.l.v. Valery Gergiev Jongenskoor Waterland instudering Jan Maarten Koeman Smelkov De gebroeders Karamazov Europese première 17.30-19.45 uur, Arminius arminius festival diner 20.15-22.15 uur, Arminius kamermuziek Voorprogramma Jan Jansen klarinet Bram van Sambeek fagot BL!NDMAN Dusapin Ipso Hamburg Sparkle wereldpremière Feidman Improvisatie Bach Koraalpartita Chromatic Variations BL!NDMAN Marnix De Cat countertenor muziek van Byrd, Cage, Carter, Gesualdo/Stravinsky, Lasso, Marenzio, Sleichim en anderen

14.00-17.00 uur, Centrale Bibliotheek film – sacred and profane Breaking the Waves 19.15-19.45 uur, Laurenskerk carillonconcert Glass on Bronze Boudewijn Zwart carillon Glass Glassworks Glass Metamorphosis 20.15-21.45 uur, Laurenskerk orgelconcert Hell und Dunkel Hayo Boerema orgel Laurenscantorij o.l.v. Wiecher Mandemaker Martin van de Merwe hoorn Juliette Hurel fluit Karel Schoofs hobo Bach Passacaglia in c Peeters Missa festiva Goebaidoelina Hell und Dunkel Messiaen Appel interstellaire Martin Sonata da chiesa Carter Inner Song Improvisatie over een tape van Bart Spaan eerste uitvoering

WOENSDAG 10 SEPTEMBER 11.00-12.30 en 14.00-15.30 uur, Museum Boijmans Van Beuningen rondleiding Erik Beenker 11.00-15.30 uur, Centrale Bibliotheek film – sacred and profane Brideshead Revisited, deel 1-3


Bach Ciaccona Ysaÿe Sonata op. 27, nr. 5

kamermuziek To the Earth Slagwerkensemble Rotterdams Philharmonisch Orkest

14.00-16.00 uur, Cinerama film – hemelse modder Big Night 14.00-16.00 uur, Cinerama film – hemelse modder junior Sjakie en de chocoladefabriek 17.00-20.00 uur, Hal, de Doelen festivaldiner 19.15-19.45 uur, Jurriaanse Zaal meet the artist Christiaan van Schermbeek in gesprek met Yannick Nézet-Séguin 20.15-21.45 uur, Grote Zaal concert Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin Laura Claycomb sopraan Cora Burggraaf mezzosopraan Werner Güra tenor Christopher Maltman bariton Tsjechisch Filharmonisch Koor Brno instudering Petr Fiala

Rzewski To the Earth Klatzow Dances of Earth and Fire Takemitsu Rain Tree Hatzis Fertility Rites Cage Third Construction Donatoni Omar 23.00-4.00 uur, Off_Corso carte noire Limbo Lounge Nieuw Trombone Collectief Florian Magnus Maier (bas)gitaar Hitmeister D dj Monteverdi Orfeo Sweelinck Mein junges Leben hat ein End Lindberg Under the Pillow Bourgeois Scherzo funèbre Vinex Productions Beat wereldpremière Ter Veldhuis Jesus Is Coming Vinex Productions Lounge wereldpremière Maier Limbo Lounge wereldpremière

VRIJDAG 12 SEPTEMBER

Beethoven Missa solemnis 22.30-23.30 uur, Jurriaanse Zaal carte noire Trio Suleika Beethoven Geistertrio Olthuis Voyage a l’horizon... seul Ravel Alborada del gracioso eerste uitvoering

DONDERDAG 11 SEPTEMBER 11.00-16.00 uur, Centrale Bibliotheek film – sacred and profane Brideshead Revisited, deel 4-7 13.00-13.30 uur, Burgerzaal Stadhuis lunchconcert Ophelia Trio Geert Bierling harmonium Franck Prélude, fugue et variations Voorvelt Breite und Tiefe wereldpremière Loeffler Quatre poèmes 14.00-16.15 uur, Cinerama film – hemelse modder La grande bouffe

11.00-17.00 uur, Centrale Bibliotheek film – sacred and profane Brideshead Revisited, deel 8-11 12.00-13.30 uur, Jurriaanse Zaal lunchconcert Presentatie jaarlijkse meestercursus Natalia Morozova 14.00-15.45 uur, Cinerama film – hemelse modder Unser täglich Brot 16.45-18.00 uur, Jurriaanse Zaal kamermuziek Songs of Nature Felicia van den End fluit Jeroen den Herder cello Daria van den Bercken piano Saariaho Couleurs du vent en Sept papillons Messiaen Le merle noir en L’alouette lulu Crumb Vox balaenae 17.00-20.00 uur Hal, de Doelen festivaldiner 19.15-19.45 uur, Jurriaanse Zaal inleiding Michel Khalifa

20.15-22.15 uur, Grote Zaal concert Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valery Gergiev Hindemith Mathis der Maler Bruckner Derde symfonie 23.00-23.45 uur, Jurriaanse Zaal meet the artist Ruud Lubbers in gesprek met Valery Gergiev

ZATERDAG 13 SEPTEMBER 11.00-15.00 uur , Jurriaanse Zaal en Eduard Flipse Zaal jonge artiesten op het podium 11.00-12.00 uur, Jurriaanse Zaal Icarus en de toren van Babel Jeroen Kunstman verteller m.m.v. Sofie Wentholt en Rhea Bogaart 12.00-13.00 uur Foyer Jurriaanse Zaal Knutselhoek en instrumentenparade 13.00-14.00 uur, Jurriaanse Zaal De vier elementen Pianocarrousel 14.00-15.00 uur, Jurriaanse Zaal Engelen en robots dansen de moonwalk Groot kinderdansgala 14.00-16.15 uur, Cinerama film – hemelse modder Eat Drink Man Woman 16.45-18.00 uur, Jurriaanse Zaal kamermuziek Swan Song Antoine Tamestit altviool Markus Hadulla piano Britten Lachrymae Stravinsky Elegie Sjostakovitsj Altvioolsonate 17.00-20.00 uur Hal, de Doelen festivaldiner 19.15-19.45 uur, Jurriaanse Zaal inleiding Michel Khalifa 20.15-22.30 uur, Grote Zaal slotconcert Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valery Gergiev Charlotte Sprenkels harp Debussy Danse sacrée et danse profane Stravinsky Orpheus Stravinsky Le sacre du printemps 22.30-23.45 uur, Hal de Doelen nazit

hemel en aarde, 6-13 september 2008

17.30-19.45 uur, Arminius arminius festival diner 20.15-21.45 uur, Arminius

47 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

13.00-13.30 uur, Museum Boijmans Van Beuningen lunchconcert Simone Lamsma viool


met dank aan

hemel en aarde, 6-13 september 2008

Het Gergiev Festival Rotterdam werkt samen met een aantal partners. Door hun bijdrage en inzet is de programmering zo uitgebreid als hij is. Naast de Gemeente Rotterdam, die wederom garant staat voor structurele subsidiëring danken wij Unilever, Electrabel, het Philharmonisch Fonds, de Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Rotterdam Festivals en andere fondsen voor hun bijdrage.

g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

48

Samenwerkingspartners Centrale Bibliotheek Rotterdam | Centrale Discotheek Rotterdam | Cinerama Filmtheater Rotterdam | Goethe-Institut Rotterdam | Laurenskerk | Off_Corso | Arminius | Stadhuis Rotterdam | Filmmuseum Amsterdam | Codarts | Nederlands Kamerkoor | Willem de Kooning Academie | Stichting Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest | Mariinsky Theater | Museum Boijmans Van Beuningen | Bibliotheek Muziekcentrum van de Omroep Hilversum | T[J]OKO catering | Tsjechisch Filharmonisch Koor Brno | Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam | Rotterdams Hellendaal Muziekinstituut | Rotterdams Jeugd Orkest | Rotterdam Festivals | Rotterdam Marketing | Radio 4 klassiek | KRO Radio | Radio/TV Rijnmond | Wereld Muziek en Dans Centrum Met dank aan Gabriëlle Anceaux | Marianne Bakelaar | Valentina en Adri Barentsen | Jasper Bartlema | Arno Bauman | Kirsten Beerenbroek | Eelco Beinema | Geert Bierling | Hans Bijloo | Cora Blad | Rhea Bogaart | Marco Borggreve | Annemieke Bos | Maurice Brandt | Bob Bruyn | Jessica Buchanan-Barrow | Deirdre Carasso | Maxim Chapochnikov | Blakemore Chernyakov | Patrick De Clerck | Freek van Diest | Myrthe van Dijk | Hélène van Domburg | Frank van Donkersgoed | Eric van Duin | Wil Egberts | Inge van Eijck | Laurel Fay | Maddie Felix | Peter Floor | Valeria Gorokhovskaya | Emmy Harskamp | Gisa van der Heijden | Geertje Hoekstra | Christa Huis in ’t Veld | Heleen Hulshof | Nel Hupkes | Alexander Ivashkin | Rince de Jong | Annemiek de Jong | Dick de Jonge | Jan Jaap Kassies | Anne Keereweer | Marie Keprtova | Michel Khalifa | Zdenka Kochlová | Jan Maarten Koeman | Nel van der Kolk | Tatiana Konopelko | Martin de Korte | Alexei Kouchnaenko | Caroline Kuijpers | Jeroen Kunstman | Joh. de Lange | Arthur Langeveld | Elana Lollo | Ruud Lubbers | Eric Marinitisch | Krijn Meerburg | Eugenie Carolina van der Meulen | Alisa Meves | Frank Migchielsen | Mark Mik | Marjoleine Molenaar | Natalia Morozova | Sacha Nelstein | Mary O’Reilly | Gabriël Oostvogel | Ivo Opstelten | Yonca Ozbilge | Arvo Pärt | Hans Peters | Russell Postema | Ralph van Raat | Gonda Raben | Herman Raes | Jeroen Roffel | Leo Samama | Ruben Scheers | Christiaan van Schermbeek | Vincent Schipper | Esther Schwemmlein | Elena Shubina | Charlotte Sienema | Alexander Smelkov | Pavel Smelkov | Henk Smit | Bart Spaan | Jurjen Stekelenburg | Jessica Stentler | Kwannie Tang | Otto Tausk | Maron Teerds | Ilse Thienpont | Jennifer Tokromo | Peter Trimbos | Klaas Uitvlugt | Joachim Umlauf | Veerle Vaes | Aat Vandersmissen | Anton Vliegenthart | Alma van Vliet | Martijn Voorvelt | Jeep de Vries | Matthijs Waardenburg | Neil Wallace | Jeroen Walta | Suzanne Weijers | Sofie Wentholt | Anne Wijkamp | Jeroen de Wijs | Maartje de Wit | Hans van der Woerd | Huub Zegers | Irja Zeper | en alle medewerkers van de Doelen | het Rotterdams Philharmonisch Orkest | het Gergiev Festival | het bestuur van het Gergiev Festival | de actieve Vrienden van het Rotterdams Philhamonisch Orkest

Redactie Eelco Beinema | Bart Diels | Geertje Hoekstra | Jan Raes | Henriette Straub | Ariadne Veenhuizen Medewerkers Erik Beenker | Michiel Cleij | Joke Dame | Bart Diels | Michel Khalifa | Paul Janssen | Francis Maes | Doron Nagan | Emanuel Overbeeke | Marjolein van Rotterdam | Christiane Schima | Martijn Voorvelt Vormgeving Hans van der Woerd | grafisch ontwerper BNO Internetsite Torus Design | Rotterdam (Bob Bruyn) Tekst en vertaling Geertje Hoekstra Comité van aanbeveling Joop van Caldenborgh algemeen directeur Caldic Jan Franssen Commissaris van de Koningin Zuid-Holland Kirill Gevorgian ambassadeur Russische Federatie Mr. Frits Korthals Altes Minister van Staat Frans Lavooij Voorzitter Rotterdamse Kamer van Koophandel Mr. Ivo Opstelten burgemeester Rotterdam Ir. Drs. Hans Smits President-Directeur Havenbedrijf Rotterdam Jan Zekveld artistiek manager Het Brabants Orkest Bestuur Gergiev Festival Rotterdam Sylvia Tóth voorzitter Drs. Frans Tummers penningmeester/secretaris Johan Moerman Drs. Martijn Sanders Drs. Jan Valkier Neil Wallace Organisatie Gergiev Festival Rotterdam Valery Gergiev artistiek leider Jan Raes algemeen directeur Michael Fine artistiek manager Henriette Straub artistiek coördinator Maren Slieker productieleider Medewerkers staf Rotterdams Philharmonisch Orkest Het Gergiev Festival Rotterdam heeft getracht alle rechthebbenden te achterhalen.

Het Gergiev Festival Rotterdam is een productie van het Rotterdams Philharmonisch Orkest (www.rpho.nl).


eredirigent Valery Gergiev eerste viool Kees Hülsmann Igor Gruppman Bart Vandenbogaerde Benzion Shamir Edward LeCouffe Aesil Kim Itamar Shimon Arno Bons Mireille van der Wart Shelly Greenberg Cor van der Linden Rachel Browne Maria Dingjan Janwillem Toebes Marie-José Schrijner Noëmi Bodden Petra Visser Sophia Torrenga Annelieke van Beest Loortje van den Brink tweede viool Mieke Biesta Charlotte Potgieter Misha Furman Frank de Groot Nonna Knuuttila Agnes Tönkö Zsofia Kiss Mieke Bruijning Ebred Reijnen Tomoko Hara Elina Hirvilammi-Staphorsius Jun Yi Dou Bob Bruyn Laurens van Vliet Letizia Sciarone Eefje Habraken Maija Jaatinen altviool Ron Ephrat Anne Huser Maartje van Rheeden Michel Dobrowolski Coen van der Heide Wilbert Scheifes David Cox Alison Ewer Kerstin Bonk Alexander Prummel Janine Baller Francis Saunders

Anne Melse Gaëlle Bayet Galahad Samson violoncello Marien van Staalen Floris Mijnders Wladislaw Warenberg Joanna Pachucka Rob Hageman Toshifumi Waki Eekje Hoenderdaal Geneviève LeCouffe Mario Rio Gé van Leeuwen Eelco Beinema Carla Schrijner Pepijn Meeuws contrabas Peter Luit Matthew Midgley Ying Lai Green Harke Wiersma Robert Franenberg Peter Leerdam Jonathan Focquaert Samuel Alcántara Belisario Joost Maegerman fluit Jo Hagen Juliëtte Hurel Désirée Woudenberg fluit/piccolo Wim Steinmann hobo Remco de Vries Karel Schoofs Hans Cartigny Anja van der Maten hobo/engelse hoorn Ron Tijhuis klarinet Juliën Hervé Jan Jansen klarinet/basklarinet Romke-Jan Wijmenga fagot Bram van Sambeek Pieter Nuytten Marianne Prommel Anna Moe

hoorn Martin van de Merwe Bob Stoel Nico van Vliet Jos Buurman Wendy Leliveld Richard Speetjens trompet Ad van Zon André Heuvelman Arto Hoornweg Simon Wierenga Jos Verspagen trombone Pierre Volders Alexander Verbeek Remko de Jager bastrombone/contrabastrombone Ben van Dijk tuba Hendrik-Jan Renes pauken/slagwerk Randy Max Danny van de Wal Huub Righarts Ronald Ent Martin Baai harp Charlotte Sprenkels assistent-dirigent tijdens Gergiev Festival Michael Francis

Staf Rotterdams Philharmonisch Orkest en Gergiev Festival algemeen directeur Jan Raes persoonlijk assistente Sylvia van der Graaf secretaris/ tourneemanager Daniël Rosenquist productieleider Gergiev Festival Maren Slieker adviseur Pieter Pryck artistieke zaken artistiek manager Michael Fine artistic administrator Alie Mink producent Merlijn Harms

artistiek coördinator Gergiev Festival Henriette Straub coördinator educatie Katinka Reinders medewerker educatie Suzanne Overvoorde bibliothecaris Guillaume Maessen assistente Suzanne Overvoorde orkestinspectie manager orkestzaken/orkestinspecteur Helga van Renesse plv. orkestinspecteur David Eijlander assistente Elly van Sliedregt assistent proefspelen Pieter van der Peijl orkestbode Frans van Gelder personeelszaken HR-manager Sandra van Leeuwen medewerker personeelszaken Monique van der Waart logistiek medewerker Michel Berkelaar financieel-economische zaken financieel manager Arie van Dongen financieel medewerkers Hidde Frankena Harry de Graaf Sjanie van der Velden-Boertje sponsoring en relatiebeheer manager sponsoring en relatiebeheer Margot Palmen medewerkers Lisanne Brandsma Rachelle Harel marketing & communicatie manager marketing & communicatie Ariadne Veenhuizen tekstschrijver/communicatieadviseur Bart Diels cördinator marketing & communicatie Esmeralda Wenas medewerker pers & communicatie Nancy Tulner medewerker algemene zaken Regina den Ouden Intrada Henriette Straub bespreekbureau Rini Klaassen Pauline van der Vlugt secretariaat vereniging vrienden Petra Roozendaal

hemel en aarde, 6-13 september 2008

chef-dirigent Yannick Nézet-Séguin

fagot/contrafagot Hans Wisse

49 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

rotterdams philharmonisch orkest


hemel en aarde, 6-13 september 2008 g e rg i ev f e st i va l rot t e r da m

50

Hemel en Aarde in beeld gevangen Hemel en Aarde, licht en donker, heilig en heidens, zwart en wit – het zijn tegenstellingen die tot de verbeelding spreken. Studenten van de Willem de Kooning Academie Hogeschool Rotterdam hebben het thema van het Gergiev Festival 2008, Hemel en Aarde, in beeld omgezet. Hun foto’s (tweeluiken) sieren, net als vorig jaar, de ramen van de foyer van de Grote Zaal van de Doelen. Een van die studenten is Halil Turaçtemur. Over zijn tweeluik schrijft hij: ‘Ik was met mijn neefje van 17 mee om zijn haar te laten knippen bij de Kocatepe moskee, op het Afrikaanderplein in Rotterdam Zuid. Nog nooit eerder was ik daar geweest. De moskee is gevestigd in een oud, maar zeer inspirerend en geheimzinnig pand. De plek fascineerde me. Gelukkig had ik mijn camera bij me en ik besloot een kijkje te nemen in het gebouw. In het midden van het gebouw was een prachtig trappenhuis. Ik begon foto’s te schieten. Op de eerste verdieping aangekomen, zag ik in de verte twee oude mannen die de Koran lazen. Stiekem nam ik een foto. Onderweg naar de volgende verdieping kwam ik een verdwaalde vogel tegen die steeds weer iets verder weg vloog naarmate ik dichterbij kwam. Het leek alsof hij wilde dat ik hem zou volgen. Dat deed ik. Zo kwam ik uiteindelijk in een verlaten, lege ruimte terecht. De vogel was opgesloten en kon nergens naar buiten. Hij zat stil voor een raam dat op een kiertje stond. Mijn pogingen om hem naar buiten te helpen – terug naar de vrijheid – mislukten keer op keer. Uiteindelijk vloog hij terug naar het trappenhuis. Wat er verder met hem is gebeurd, of hij zijn weg uit het gebouw heeft kunnen vinden, weet ik niet. Eenmaal thuis bekeek ik mijn foto’s en vond ik een gelijkenis tussen de foto van de verdwaalde vogel en de lezende moslimmannen – ze zoeken allen de weg naar de hemel.’ Foto's pagina 2 en pagina 51: Halil Turaçtemur



hoofdsponsors

Gergiev Festival Business Lounge

fondsen Stichting Swart-van Essen

Stichting Kleijn Van Willigen-Goddard J.E. Jurriaanse Stichting Stichting Bevordering van Volkskracht

Van Ommeren De Voogt Stichting

Van Cappellen Stichting

Stichting Animus Donandi

Stichting Thurkow Fonds

Stichting Organisatie van Effectenhandelaren te Rotterdam

mediapartners

prefered partner

www.gergievfestival.nl Het Gergiev Festival Rotterdam is een productie van het Rotterdams Philharmonisch Orkest (www.rpho.nl).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.