4 minute read

Schade tijdens onderhoud

SCHADE TIJDENS ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN

De VvE is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de gemeenschappelijke zaken en delen in het gebouw. Als tijdens de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan deze zaken en delen schade ontstaat, dan dient de VvE deze schade te vergoeden.

Door: mr. Kim Kroon, Van Till Advocaten

In de praktijk ontstaat vaak discussie over de hoogte van de te vergoeden schade. Is het bijvoorbeeld redelijk om een geheel nieuwe vloer te vergoeden als de oude (beschadigde) vloer al vijftien jaar oud was? Aan de hand van een recente uitspraak van het Hof Den Haag1 zal dit onderwerp nader worden toegelicht.

Wat was er aan de hand?

In de betreffende kwestie had de VvE onderhoudswerkzaamheden laten uitvoeren aan een gemeenschappelijke leiding van het pand. Tijdens de uitvoering van die werkzaamheden is een hoeveelheid rioolwater in het appartement van een van de eigenaren terecht gekomen. Hierdoor is schade ontstaan aan de inboedel, de vloer en de keuken. De VvE heeft erkend aansprakelijk te zijn voor de schade die als gevolg van de werkzaamheden is ontstaan. De beschadigde inboedel is vergoed door de inboedelverzekeraar van de eigenaar. Er ontstaat echter discussie over de hoogte van de te vergoeden schade met betrekking tot onder andere de vloer.

Uitgangspunt schadeberekening

Als het gaat om het berekenen van de omvang van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding, dan dient tot uitgangspunt te worden genomen dat de benadeelde zoveel mogelijk in de toestand moet worden gebracht, waarin hij of zij zou hebben verkeerd als de schadeveroorzakende gebeurtenis zich niet zou hebben voorgedaan. De schade moet dus worden berekend met inachtneming van alle omstandigheden van het concrete geval. Als een zaak helemaal verloren gaat omdat herstel niet meer mogelijk of economisch onverantwoord is, dan lijdt de benadeelde door dit verlies een nadeel in zijn vermogen dat gelijk is aan de waarde van de (verloren) zaak. In zijn algemeenheid kan dat nadeel worden gesteld op de waarde in het economisch verkeer van de betreffende zaak ten tijde van het verlies, oftewel: de marktwaarde.

Concrete omstandigheden

In de onderhavige kwestie was sprake van een vloer die –op het moment dat de schade zich voordeed- slechts drie jaar oud was. Vast kwam te staan dat de vloer niet (plaatselijk) kon worden gere- pareerd, maar moest worden vervangen. De eigenaar had de vloer zelf vervangen en vorderde in deze procedure de kosten van de nieuwe vloer die hij had gelegd. Om zijn vordering te onderbouwen had de eigenaar de aankoopfactuur ingebracht, waarmee hij kon aantonen wat het aan- koopbedrag van de vloer was geweest. Ook had de eigenaar een offerte en een verkla- ring ingebracht van een (vloeren)bedrijf, waarmee hij volgens het hof voldoende aannemelijk had gemaakt wat de markt- waarde van vloer was op het moment dat de schadeveroorzakende gebeurtenis zich voordeed. Uit de specificatie van de mate- riaalkosten bleek verder dat de eigenaar een vergelijkbare vloer had aangebracht en geen duurdere vloer, zoals de VvE be- toogde. Andere kosten die gepaard gingen met het vervangen van de vloer, zoals het verwijderen van de bestaande vloer, de ondervloer en de plinten werden eveneens meegenomen in de schadebegroting en toegewezen.

De VvE voerde nog aan dat de eigenaar de nieuwe vloer zelf had gelegd en dat het dan niet redelijk zou zijn als hij ook een vergoeding zou krijgen voor arbeidsloon (“kosten voor plaatsen”). Het hof vond het echter billijk om de schadevergoeding daar niet op aan te passen.

“het feit dat [de eigenaar] over dergelijke klusvaardigheden beschikt, is immers een omstandigheid die de VvE niet aangaat en laat onverlet dat hij zelf tijd en moeite heeft moeten investeren in het leggen van de vloer.”

Tevens oordeelde het hof dat de omstan- digheid dat de vloer al drie jaar oud was, geen reden was om de schadevergoeding te minderen. Het hof acht het een feit van algemene bekendheid dat dergelijke vloe- ren doorgaans een veel langere tijd mee- gaan, waarbij wordt verwezen naar een afschrijvingsperiode van twintig jaar.

Tips voor de praktijk

Aan de hand van dit voorbeeld kan voor de praktijk een aantal tips worden gegeven. 1. Mocht zich schade hebben voorgedaan, meld dat dan altijd bij de verzekeraar van zowel de VvE als die van de individuele eigenaar. 2. Het is belangrijk om vast te stellen of de beschadigde zaken nog kunnen worden hersteld of dat deze moeten worden vernieuwd. Het is verstandig om dat door een deskundige te laten vaststellen en daarvan een officieel rapport te laten opstellen. 3. Als de schade wordt gerepareerd of de beschadigde zaak wordt vernieuwd, dan dienen alle kosten die daarmee samenhangen in principe te worden vergoed.

Het gaat erom dat de benadeelde partij zoveel mogelijk in de toestand wordt gebracht, waarin hij of zij verkeerde voordat de schade zich voordeed. 4. Het is belangrijk om van de reparaties en vernieuwingen alle facturen en betalingsbewijzen te bewaren, zodat kan worden aangetoond welke kosten zijn gemaakt. 5. Bij vervanging van een oude zaak voor een nieuwe zaak, dient rekening te worden gehouden met het zgn. “nieuw voor oud” argument. Dit kan aanleiding zijn om de uit te keren schadevergoeding te verminderen. De concrete omstandigheden van het geval spelen hierbij een rol, met name de afschrijvingsperiode van de oude zaak.

This article is from: