BIOGRAFIE ANDRÉ HOOGEBOOM
HET VERHAAL VOOR ALLE JONGE
HET VERHAAL VOOR ALLE JONGE F1-FANS
MEt illustRAtiEs vAN MANDy BEckERs
BIOGRAFIE ANDRÉ HOOGEBOOM
Het begin
Een jongetje van een jaar of drie fetst over een geasfalteerde weg. Hij racet tussen stilstaande grote campers, vrachtwagens en racewagens door. Zijn naam?
Max Verstappen.
Max fetst natuurlijk niet op een willekeurige asfaltweg. Nee, hij fetst over de paddock van een racebaan, waar zijn vader zo een wedstrijd gaat rijden. De paddock van een racebaan is een soort minidorp. Er staan namelijk motorhomes geparkeerd: grote campers, waarin de coureurs slapen, eten en familie en vrienden ontvangen. Je ziet er de vrachtwagens die de raceauto’s naar het circuit hebben vervoerd en waarin alle spullen zijn opgeslagen die nodig zijn voor de wedstrijd: onderdelen voor de auto, gereedschap, banden… Er zijn ook tijdelijke kantoren, waar besprekingen worden gehouden en zaken worden gedaan.
Bij belangrijke wedstrijden zijn er bovendien nog grote
langwerpige tenten op de paddock. Daar worden de sponsors van de coureurs en hun gasten ontvangen. Dit is Max z’n nieuwe thuis.
Max Verstappen wordt geboren op 30 september 1997 in de Belgische plaats Hasselt. Zijn vader Jos rijdt dan al drie jaar lang wedstrijden als coureur in de Formule 1.
Ook Max’ moeder Sophie houdt van racen en is vaak op een racebaan te vinden. Zij is internationaal kartcoureur en kart op hoog niveau. In 1995 wint ze de Andrea Margutti Trophy, een belangrijke internationale kartwedstrijd.
Je kunt je voorstellen dat de gesprekken aan tafel bij Max thuis dus maar over één onderwerp gaan: racen.
Max groeit op naast de racebaan. Vader Jos neemt Max vaak mee naar de Formule 1-wedstrijden die hij rijdt. Als Max’ vader in de auto stapt om te racen, staat er iemand van het raceteam klaar om op Max te passen. De paddocks van kartbanen en de Formule 1 zijn voor Max een vertrouwde omgeving. Hij vermaakt zich prima op de paddock. Hij speelt er met vriendjes, pakt zijn fets om een ijsje of iets te eten te halen, bekijkt de raceauto’s en vrachtwagens van dichtbij en volgt natuurlijk de races van zijn vader.
WIST JE DIT?
Als je vier jaar oud bent, mag je al beginnen met karten. Net als Max!
Met zoveel voorbeelden in de familie is het natuurlijk niet gek dat Max zelf ook wil racen. Op een dag, als Max’ vader Jos voor een Formule 1-wedstrijd in Canada is, krijgt Jos een telefoontje. Zijn vrouw is op de kartbaan en heeft een huilende Max naast zich staan. Max is dan vier jaar oud en rijdt al regelmatig rondjes over de kartbaan. Maar hij heeft net ontdekt dat een vriendje van hem een eigen kart heeft. Max is verontwaardigd en verdrietig. Het is niet eerlijk! Dat vriendje heeft wel een eigen kart – en hij is zelfs nog jonger dan Max! Max wil ook een eigen kart!
‘Komt niks van in,’ zegt Jos Verstappen. ‘Vier jaar is veel te jong voor een eigen kart. Max wacht maar tot hij zes jaar is.’
Max baalt enorm en begint heel hard te huilen. Maar natuurlijk geeft hij niet zomaar op: hij moet en zal zijn eigen kart hebben!
EIGEN KART
Moet je altijd een eigen kart hebben om aan wedstrijden mee te kunnen doen?
Nee! Er zijn ook competities voor huurkarts!
Kijk op www.kartraces.nl voor meer informatie.