Mijn vrouw - Voorspel - Jodi Ellen Malpas

Page 1

Uitgegeven door X ­ ander ­Uitgevers www.xanderuitgevers.nl Oorspronkelijke titel: ­This ­Woman Oorspronkelijke uitgever: ­Jodi ­Ellen M ­ alpas ­Ltd Vertaling: ­Desi ­Spinhoven Omslagontwerp: ­Studio ­Jan de ­Boer Zetwerk: ­Michiel ­Niesen, ­ZetProducties Copyright © 2022 ­Jodi ­Ellen M ­ alpas Copyright © 2024 voor de ­Nederlandse taal: Xander ­Uitgevers bv, ­Haarlem Eerste druk 2024 isbn 978 94 0162 123 6 | nur 343 De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden te traceren. M ­ ocht u desondanks menen rechten te kunnen uitoefenen, dan kunt u contact opnemen met de uitgever. ­Niets uit deze uitgave mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


Proloog

Mei 1991 Getallen. ­Fucking getallen. ­Ik staar naar het proefexamen en de vergelijkingen, breuken en percentages smelten allemaal samen tot één grote brij. ­Ik haat getallen. ­Ik hoor mam achter ons in een pan soep roeren en pap in de tuin het gras maaien. ­Ik kijk naar de klok. K ­ wart over vijf. I­ k heb nog drie kwartier om deze shit af te maken voordat ik weg kan. Ik kijk naar ­Jake, die met gebogen hoofd aan de overkant van de tafel zit en zijn pen over het papier laat vliegen, alsof zijn hersenen zo snel werken dat zijn hand het niet kan bijhouden. ­Is waarschijnlijk ook zo, die slimme sukkel. ­Ik laat me onderuitzakken in mijn stoel en schop tegen zijn schenen. H ­ ij stopt met schrijven. ­Kijkt me aan. ­Met zijn groene ogen, exact dezelfde als de mijne, kijkt hij me vermoeid aan. I­ k grijns, meer nog als ik zijn geweldige glimlach bespeur, en breng mijn pen naar mijn mond. S­ top hem tussen mijn tanden. ­Beweeg hem van achteren naar voren. ­Hij perst zijn lippen samen in een zinloze poging zijn lachen in te houden. H ­ et lukt hem niet en hij proest het uit over zijn wiskundehuiswerk. M ­ am laat haar soep staan en komt, uiteraard, meteen kijken wat er aan de hand is. E ­ n uiteraard trekt ze snel haar conclusies, hoewel ­Jake degene is die helemaal stuk ligt te gaan. ‘Jesse.’ ­Ze geeft een tik tegen mijn oor en ik verschiet, maar 5


mijn grijns wordt alleen maar breder. ‘Leid je broer niet af.’ ‘Ik had een kriebel in mijn keel,’ zegt ­Jake, die mij altijd verdedigt. ‘Het is niet erg, mam.’ ‘Dat zal wel.’ ­Ze lacht lief naar hem en gaat terug naar de soep. ‘Jullie hebben nog veertig minuten.’ Ik werp een blik op J­ akes blad. ­Hij is al bij de laatste bladzijde. ­Ik geef hem weer een schop onder de tafel, nu om zijn aandacht te trekken, en wijs dan naar mijn eigen blad. D ­ e eerste bladzijde. ­Ik haal mijn schouders op. ­Hij schudt wanhopig zijn hoofd en kijkt voorzichtig de keuken rond. ­Mam is in de voorraadkast, ze kan ons daarvandaan niet horen of zien. ­Jake weet dat ik deze shit best zou kunnen als ik mijn best zou doen. ­Het boeit me gewoon niet, ik heb leukere dingen te doen. ­En die wil ik godverdomme nu weleens gaan doen ook. ­Jake draait zijn blad om, terug naar de eerste bladzijde, en ik leun naar voren zodat ik het kan zien. ‘Wat doe jij nou?’ fluistert ­Amalie, die opeens naast me staat. ‘Afkijken?’ ‘Nee. ­Ik neem initiatief.’ ­Ik geef mijn zusje een knipoog en een vlug kusje op haar wang, en dan gaat ze weer. Een half uur later heb ik alle antwoorden die ik nodig heb. ‘Klaar,’ zeg ik, en ik gooi mijn pen neer op tafel. M ­ am kijkt argwanend over haar schouder. ‘Klaar,’ echoot ­Jake, hij durft haar niet aan te kijken. Ik spring op van mijn stoel, klaar om te ontsnappen. ‘Ik ga.’ ­En voordat mam kan protesteren, ben ik de keuken al uit. ­Ik ren door de gang naar de voordeur, ondertussen grijp ik mijn jas en schiet hem aan. ‘Jesse,’ roept ze me na. ‘Er komen zo gasten.’ ‘Dat is precies de reden dat ik wegga,’ mompel ik in mezelf en ik loop stug door. ­Ik zwaai de voordeur open. En sta oog in oog met onze gasten. ‘Jesse.’ ­Een vriend van pap, ­Alan, steekt een stevige hand naar 6


me uit en lacht zoals gewoonlijk breeduit. ­Hij is arts. ­En hij denkt dat hij beter is dan de hele fucking wereld. ‘Hoi, ­Alan.’ I­ k neem de hand aan, want dat is beleefd, en doe mijn uiterste best om de ogen van zijn dochter te ontwijken. I­ k voel me bij haar altijd… ongemakkelijk. H ­ et zal nooit iets worden tussen ons, hoe hardnekkig mijn ouders mij, en zichzelf, daar ook van proberen te overtuigen. ‘Ga je weg?’ vraagt hij. ­Ik glimlach zijn vrouw gedag en vermijd nog altijd de ogen van ­Lauren. ‘Ik heb met vrienden afgesproken.’ I­ k stuif hen voorbij richting de weg. ‘Leuk om jullie te zien,’ roep ik terug. ­Een beet­je schuldig voel ik me wel, dat ik ­Jake zo achterlaat bij onze ouders, hun onuitstaanbare vrienden en die dochter. Ik haal een pakje ­Marlboro tevoorschijn, en kom langzaam tot stilstand als ik ­Jake hoor roepen. D ­ at is een schreeuw om hulp. ­Hij wil dat ik hem kom redden. Ik draai me om… E ­ n bots tegen mijn vader op. K ­ ut. ­Jake wilde me dus waarschuwen. Jake kijkt me verontschuldigend aan. ‘Ga naar binnen, ­Jake.’ ­Paps stem klinkt kil, onverstoorbaar en zacht, bijna gefluisterd. ­Het maakt me razend en dat weet hij best. ­Mijn irritatie wordt alleen nog maar groter als ­Jake achteruit gaat en zich zwijgend blijft verontschuldigen. ­Dit is allesbehalve zíjn schuld. Ik neem een hijs van mijn sigaret en blaas de rook uit terwijl ik praat. ‘Ik heb mijn wiskunde af. I­ k heb voor mam de soepgroente gesneden. ­Ik heb het terras geveegd. ­Wat wil je nog meer?’ ‘Ik wil een zoon die zich respectvol gedraagt.’ ‘Die heb je al,’ zeg ik, en ik wijs over zijn schouder naar J­ake die zich langzaam terugtrekt. ‘Of ben je zo hebberig dat je er twee wil?’ ‘Niet zo bijdehand, jongen. ­Ik zet je zó op straat met je grote bek.’ In gedachten schud ik mijn hoofd. ­Ik draai me om, en loop 7


door. ­Hij gooit me er toch niet uit. ­Hij zou de vragen van al zijn vrienden bij de countryclub, allemaal net zo arrogant als hij, niet kunnen verdragen. ‘Ik heb gewoon met wat vrienden afgesproken.’ ‘We hebben gasten.’ ‘Die heb ik gedag gezegd toen ik wegging.’ Op de achtergrond hoor ik ­Jake naar pap roepen dat hij het los moet laten, hij probeert hem te sussen. ­Ik vind het vreselijk dat hij steeds zo tussen ons in staat als we ruzie hebben. ­Dat hij mij probeert te beschermen en tegelijkertijd onze ouders tevreden probeert te houden. ‘Dit is niet oké, J­ ake,’ buldert pap. ‘Ga iets nuttigs doen. H ­ elp je moeder met de drankjes voor onze gasten.’ De stoom komt uit mijn oren, ik ga sneller lopen voordat ik ontplof en daadwerkelijk schade aanricht. Aan het einde van de weg stop ik en kijk terug de straat in naar ons huis. P ­ ap is nergens te bekennen. M ­ ijn tweelingbroer ook niet. ­Mijn maag draait zich om. ­Ik kan hem daar niet laten stikken in zijn eentje in die shit. ­Ik schiet mijn sigaret weg en ren rustig terug. ­Achter het huis kijk ik stiekem door het raam. ­Ik grom in stilte als ik pap een waarschuwende blik naar ­Jake toe zie werpen als hij de keuken in loopt. ­Ik sluip naar het volgende raam in de hoop dat ik ­Jakes aandacht kan trekken. ­Die arme sukkel staat thee in te schenken voor onze gasten. ­Fucking thee. ­Mam zal nu wel met de trommel biscuitjes op de proppen komen. E ­n ja hoor, alsof ze me gehoord heeft, eentje die vol staat met foto’s van ­Queen ­Elizabeth, een van elk decennium. ­De vreugde op de gezichten van ­Laurens ouders maakt me misselijk. Ik veer op als ik zie dat ­Jake de kamer uit gaat. ­Yes! I­ k race om de zijkant van het huis heen… en ga genadeloos op mijn bek. ‘Kut!’ ­Mijn benen blijven haken in een tuinslang die aan de muur hangt, en ik land met een klap in mams bloemenborder, midden in de struiken. I­k hijs mezelf omhoog en veeg mijn 8


spijkerbroek schoon, mopperend op de moddervlekken. ‘Verdomme,’ pruttel ik. ­Ik loop om het huis naar het raam van de benedenbadkamer en zoek de lege plantenpot die ik altijd als opstapje gebruik om bij het raam te komen. ­Maar als ik erop ga staan, kom ik ver boven het raampje uit. ­Wel verdomd. ­Ik ben gegroeid. ­Ik schop de pot aan de kant en steek mijn hoofd door het open raam. Jake schrikt zich een ongeluk, verliest zijn concentratie en zeikt de achterkant van de wc-pot helemaal onder. ‘Jezus, ­Jesse,’ sist hij. ­Hij pakt een handje wc-papier en begin de rommel op te ruimen. Ik lach om hoe hij daar staat, met zijn lul uit zijn broek. ‘Jouw pikkie heeft wel wat in te halen.’ ‘Pleur op,’ gromt hij, en hij stopt snel alles terug in zijn broek. ‘Wat kom je doen?’ ‘Ik kom je redden.’ ‘Heel grappig.’ ­Hij trekt door en wast zijn handen. ‘Pap gaat door het lint.’ Hij staat te stuntelen met de handdoek. ‘Ja, en?’ vraag ik. ‘Een beet­je avontuur is goed voor je.’ ‘Jij beleeft genoeg avontuur voor ons allebei.’ ‘Maar ik wil met jóú op avontuur,’ zeur ik, en ik zet mijn zieligste pruillip op. ­Jake lacht, zijn ogen glinsteren. ­We zijn dan wel een tweeling, we hebben totaal verschillende persoonlijkheden. ­Maar onze lach, onze ogen en onze glimlach zijn identiek. ‘Het is het gedoe niet waard,’ zegt hij laf. H ­ et is een smoes. ­Hij kan niet wachten tot ik hem meeneem naar het wilde leven, en het irriteert me mateloos dat hij weigert eraan toe te geven vanwege een of ander misplaatst gevoel van trots. ­We zijn verdomme bijna zeventien. W ­ e moeten naar buiten, lol trappen, niet binnen zitten zwoegen op eindexamens die toch pas volgend jaar zijn, en al helemaal niet dubbelkoekjes eten met de buurtsnobs. 9


‘Ah toe,’ smeek ik. ‘Er is een huisfeestje. ­Het wordt niet laat. ­Gewoon even wat drinken met mijn lievelingsbroertje.’ ‘Ik ben je enige broer, sukkel.’ Ik zet mijn oogverblindende glimlach op en hij doet hetzelfde. ­Ik heb hem. J­ake kijkt over zijn schouder naar de deur van de badkamer. ­Hij denkt na, en dan klimt hij op de deksel van de wc-pot, waar ik hem help om zich door het raampje naar buiten te wurmen. ­Het is al even geleden dat ik via deze weg ontsnapt ben, en ik heb er geen rekening mee gehouden dat we allebei flink gegroeid zijn. ‘Shit,’ vloekt ­Jake. ­Ik trek aan hem, maar zijn armen en benen zwaaien alle kanten op. ‘Ik zit vast.’ ‘Welnee.’ ­Ik lach en duw mijn laarzen in de modder om hem beter vast te kunnen pakken. ­Ik stel me paps gezicht voor als hij nu de badkamer in zou stormen en oog in oog zou staan met de reet van J­ ake. ‘Draai eens een beet­je.’ ‘Er is verdomme geen ruimte.’ Er zit niets anders op. ­Ik pak hem stevig vast en trek met al mijn macht. ‘Ho!’ J­ ake komt los en valt uit het raam. ­Boven op mij. Ik slaak een kreet en hoest als hij neerkomt. ‘Jij weegt sówieso meer dan ik.’ ‘Flikker op. ­We zijn even groot.’ ­Hij staat op en veegt zijn kleren schoon. ‘Zó ga jij geen vrouwtjes versieren.’ ‘Wat bedoel je, zó?’ Ik trek een paar takjes uit zijn blonde haar. ‘Kom, we gaan.’ Dan horen we de badkamerdeur opengaan en meteen draaien we allebei onze hoofden richting het raam. O shit. Lauren komt tevoorschijn bij het raam. ­Ze fronst, maar haar ogen lichten op als ze ons buiten ziet staan. ‘Wat doen jullie?’ Ik grijp de arm van ­Jake en trek hem richting de straat. ‘Als 10


iemand iets vraagt, zijn we in de pot gevallen,’ roep ik naar haar, en ik glimlach naar J­ ake als ik hem hoor lachen. I­ k leg mijn arm over zijn schouder. ­Mijn broer en ik. ­Hier word ik blij van. ­Dit en meisjes. ­En een paar biertjes. ­Vanavond zijn al mijn lievelingsdingen er. ‘Ze is helemaal smoor op je,’ zegt ­Jake en we kijken allebei even achterom naar ­Lauren, die nog steeds bij het raam naar ons staat te kijken. Ik grijns in mezelf. ‘Wie niet?’ ‘Praatjesmaker.’ ‘Ja, gek hè? ­Terwijl jij degene bent met de grootste woordenschat.’ Jake geeft me een zet, en ik wankel giechelend een paar passen door. ‘Ik hoorde dat ­Curtis ­White haar een paar weken geleden geneukt heeft in de wc van de pub.’ Ik kijk weer om naar het huis. L ­ auren staat nog steeds bij het raam naar ons te kijken. ­Als onze ogen elkaar even vinden, gaat er een rilling door mijn lijf. ‘Ja,’ zeg ik zachtjes, ‘en ik hoorde dat hij geen keus had. Z ­ ij heeft gedreigd roddels over hem te verspreiden als hij het niet deed.’ ‘Dat is een grapje, toch?’ zegt J­ ake geschokt en hij draait zich weer naar ­Lauren om. ­Hij rilt nu ook. ‘Geen grap,’ zeg ik, en ik trek hem weer terug. ­Misschien kom ik nu paranoïde over, maar er is iets mis met die meid. ­Er is iets krankzinnigs aan haar, je ziet het in haar ogen. ‘Maar goed, terug naar waar we het over hadden.’ ‘Waar hadden we het over?’ ‘Het feestje.’ ‘Ik ga echt zóveel zuipen,’ verklaart ­Jake. ‘Rustig aan.’ I­ k lach, en houd hem tegen als we bij de hoofdweg komen. ‘Een paar drankjes,’ herhaal ik heel serieus, zonder te lachen. ­De boeien zijn af. H ­ ij is nu helemaal zichzelf. M ­ aar hij is geen alcohol gewend, dus ik moet hem wel in de gaten houden. 11


‘Goed, een paar dan.’ Ik pak hem weer vast, mijn arm over zijn schouder. ‘Ik hou van je, bro.’ ‘Ik ook van jou, ­Jesse.’ ­Hij maakt een schijnbeweging en neemt mijn hoofd in de houdgreep. ‘Je bent een arrogante klootzak, maar ik hou van je.’ ‘Niet vloeken, J­ ake.’ ­Hij is te goed om te vloeken. T ­ e puur. ‘Het staat je niet.’ ‘Natuurlijk, het brave jongetje mag niet vloeken,’ zegt hij geïrriteerd. ‘Godverdomme.’ Ik worstel me uit de houdgreep en werp hem een vijandige blik toe. ‘Let godverdomme op je woorden,’ grom ik, en hij valt bijna om van het lachen. Ik rol met mijn ogen en geef hem een speels duwtje in de rug. *** Ik kijk naar het flesje water in mijn hand. ­Dit is niet zoals ik me vanavond had voorgesteld, maar als ik zie hoe gezellig ­Jake staat te kletsen met een groep jongens van school, weet ik dat ik niet voor niets nuchter ben gebleven, al is het alleen maar om ­Jake zo relaxed te zien, omdat hij het zo naar zijn zin heeft. ­Hij ziet dat ik naar hem kijk en komt los van de groep. ­Hij komt bij mij staan, tegen de muur. ‘Waarom drink jij niet?’ vraagt hij, en hij pakt een shotje van een dienblad. ‘Genoeg gehad,’ lieg ik. E ­ n hij heeft ook genoeg gehad. H ­ ij was echt een beet­je wiebelig onderweg hiernaartoe. ­Ik reik naar het piepkleine glaasje, maar hij is te snel en slaat het achterover voordat ik het in beslag kan nemen. ‘Genoeg,’ waarschuw ik, en hij grijnst. ‘Niet zo zeuren,’ zegt hij. ‘Jíj hebt me gekidnapt en hierheen gesleurd.’ ‘Gesleurd? ­Doe me verdomme een lol zeg.’ 12


Hij lacht, en dan zucht hij. H ­ et is een diepe zucht. ‘Er is geen meisje in dat huis dat vanavond niet heeft geprobeerd jou te versieren.’ Ik kijk rond en zie dat ik inderdaad door veel meisjes nauwkeurig bekeken word. ­Ze vragen zich vast af waarom ik niet als een idioot al rondfladderend een ravage aan het aanrichten ben, en het is een onverwacht genot. I­ k vind het heerlijk om J­ ake uit zijn bol te zien gaan. ‘Jaloers?’ vraag ik spottend. ‘Best wel.’ ‘Niet nodig. H ­ et is vreselijk vermoeiend.’ ‘Hou op. ­Je uiterlijk is een van je beste eigenschappen.’ ‘Het is mijn énige goede eigenschap,’ mompel ik, en ik neem een slokje water. ‘En jij moet ook ophouden. J­e bent prachtig, zowel vanbinnen als vanbuiten.’ Even is het stil. J­ ake frunnikt aan zijn bierflesje. H ­ ij denkt na. ­Ik kan letterlijk de radertjes in zijn hoofd zien draaien terwijl hij op zijn onderlip kauwt. ­Ik vraag hem niet om te zeggen wat hij denkt. ­Dat doet hij uiteindelijk toch wel, en mijn tweelingzintuig weet al precies wat hij gaat zeggen. ‘Waarom neem je mij niets kwalijk?’ vraagt hij, en hij kijkt me aan. En daar is het dan. I­ k haat het om hem verdrietig te zien. S­ hit. ‘Waarom zou ik jou iets kwalijk nemen?’ I­ k hou van die slimme klootzak met heel mijn hart, en meer. ‘Pap en mam. ­Ze zijn zo streng voor jou.’ ‘Ik kan ze wel aan.’ H ­ et is lang geleden dat ik J­akes academische vaardigheden heb geprobeerd te evenaren. H ­ et was een uitputtingsslag en de onophoudelijke teleurstelling van mijn ouders was te kwetsend. N ­ u hebben ze tenminste een reden om teleurgesteld te zijn. M ­ aar dat ligt aan hen. I­ k zou J­ ake nóóit iets kwalijk nemen. ‘En hoe moet het als ik straks naar ­Oxford ga?’ ‘Waar heb je het over?’ vroeg ik ernstig. ‘Ik ga ook naar O ­ xford.’ 13


Jake brult, terecht, van het lachen. ‘En wat ga je daar dan studeren?’ ‘Seksuologie.’ ‘Daarvoor hoe je niet naar O ­ xford hoor. ­Bel gewoon oom ­Carmichael.’ Ik lach en pak ­Jakes hand vast als hij weer een shotje wil pakken. ­Wat denkt hij wel niet? H ­ ij kijkt me boos aan. I­ k trek mijn wenkbrauwen op. ‘Genoeg.’ ‘Sinds wanneer ben jij zo’n spelbreker?’ vraagt J­ake, maar hij trekt zich terug, en neemt genoegen met zijn biertje. ‘Heb je zijn nieuwe vriendin al ontmoet?’ ‘Die van oom ­Carmichael?’ ­Ik weet niet waarom ik het nog vraag. ­De hele familie heeft het erover. M ­ am en pap keken alsof ze spontaan zouden ontploffen toen paps kleine broertje, ­Carmichael, samen met zijn nieuwe, jongere vriendin aan kwam rijden in zijn dikke A ­ ston-Martin om mij op te halen om te gaan lunchen. ­Sarah. ­Ze is ruim een jaar ouder dan ik. ­Er zit maar tien jaar tussen oom ­Carmichael en ­Jake en ik, maar toch. ­Zelfs ík keek ervan op, en ik kijk bijna nergens meer van op als het om C ­ armichael gaat. Hoe dan ook, het gaat nergens over. ­Het zal toch geen blijvertje zijn. ­Dat zijn ze nooit. ‘Ik heb haar maar een paar keer gezien,’ zeg ik. ‘Ze leek me aardig.’ M ­ isschien wel té aardig, eerlijk gezegd. ­Heel knuffelig. ­Het was zelfs een beet­je ongemakkelijk, maar ­Carmichael had niets in de gaten. ­Of misschien boeide het hem gewoon niet, met zijn vrije, ruimdenkende manier van leven. ‘Je had mee moeten gaan,’ zeg ik, en ik focus mijn aandacht weer op ­Jake. ‘Oom ­Carmichael zorgt er op de een of andere manier altijd voor dat alles zo fucking oké is.’ ­Acceptatie. ­Zonder uitzonderingen. ‘Mam en pap zijn een uur lang volledig uit hun plaat gegaan nadat je weg was. ­Als ik mee was gegaan…’ Hij heeft natuurlijk gelijk. ­Het is al erg genoeg dat oom 14


­ armichael het wilde kind van het juiste pad af zou leiden. ­Stel C je voor dat hij het brave kind ook nog te pakken zou krijgen. ­Shit, de gezichten van mijn ouders. Z ­ e hadden me gewaarschuwd. ­Zeiden dat als ik ging, ik thuis niet meer welkom zou zijn. D ­ ie hufters met hun oordelen. ­Carmichael is de liefste, geduldigste, verdraagzaamste man die ik ooit heb ontmoet. ­En hoewel mijn opa en mijn vader een godsgloeiende hekel aan hem hebben, blijft hij vriendelijk lachen. ­Hij is een beter mens dan ik. ­Als ik groot ben, wil ik worden zoals hij. ­Zo gecontroleerd, gerespecteerd, gewaardeerd. ­Ook al geldt dat niet voor zijn eigen familie, verder vindt iedereen hem geweldig. M ­ aar ik mag hem niet zien. ­Ik mag niet vergiftigd worden door hem en zijn zondige leven. ­Om eerlijk te zijn denk ik regelmatig aan wat er misschien allemaal zou gebeuren in C ­ armichaels huis. I­k kan er niets aan doen. H ­ ij ziet er altijd zo verdomd gelukkig uit. ­Zo vrij. ­Zo onaangedaan door kritiek. I­ k wil dat ook. I­ k schaam me totaal niet voor hem. I­ k vind hem een fucking held. F ­ uck de maatschappij. ­Fuck alle verwachtingen. ­Fuck mijn ouders. ­Ik weet niet wat ik zonder ­Carmichael zou doen om mijn frustratie te uiten. ‘Weet je, als je iets wil doen, moet je dat doen,’ zeg ik droevig. ‘We zijn bijna zeventien, ­Jake. ­Je kunt niet altijd maar alles doen wat mam en pap zeggen.’ E ­ en schuldgevoel bekruipt me weer. I­k wil hem niet alleen thuis achterlaten, maar ik kan daar ook niet blijven, in dat huis waar ik constant word afgekraakt. ­Waar ik constant bezig ben om hun goedkeuring te krijgen. ­Dus zodra het kan, ben ik weg. ‘Kom.’ ­Ik sta op. ­Jake begint al te slingeren, en we gaan er sowieso al uren over doen om thuis te komen, laat staan als ik hem moet dragen. ‘Tijd om je in bed te stoppen.’ Zijn ogen draaien weg. ‘We doen er nog een paar voordat we gaan lopen, ja?’ H ­ ij strompelt half joggend naar een tafeltje dichtbij en pakt een paar flesjes bier. ­Dan komt hij weer terug met een grote grijns op zijn gezicht en geeft me er eentje. ­Mijn gevoel zegt dat ik het niet moet aannemen. ­Dat ik de biertjes 15


moet afpakken. ­Hij heeft genoeg gehad. ­Maar we gaan nu toch al naar huis, en ik heb er maar twee gehad, dus… We zeggen iedereen gedag en lopen richting de hoofdweg. ‘Hé,’ zeg ik, en ik neem een slokje bier. ‘Wil je echt naar ­Oxford, ­Jake?’ ‘Ja.’ ‘Dat is de zieligste “ja” die ik ooit heb gehoord.’ ­Ik zie hem wankelen en sla mijn arm om zijn schouder om hem te ondersteunen. ‘We zijn een tweeling, weet je nog? I­ k kan letterlijk je gedachten lezen.’ I­ k zie de radertjes weer in beweging komen en wacht op het antwoord waarvan ik al weet dat het komt. ‘Nee,’ verzucht hij, alsof het woord hem in de weg zat en hij blij is dat het eruit is. ‘Shit, nee, echt niet. ­Ik wil geen arts worden. ­Jezus, het is het ergste beroep dat ik kan bedenken.’ ‘Maar je zou er wel een kúnnen worden,’ zeg ik. ‘Makkelijk. ­En je zou een heel goede zijn.’ I­ k kan niet ontkennen dat ik supertrots zou zijn om mensen te vertellen dat mijn broer arts is. H ­ ij zou zo goed met patiënten omgaan. ­Hij heeft empathie. ­Hij is zorgzaam. ­Hij heeft alles waar een arts goed in moet zijn. ‘Maar iets kunnen, of zelfs goed kunnen betekent niet meteen dat je het moet doen.’ J­ake praat zachtjes, alsof hij zich ervoor schaamt om het hardop te zeggen. ‘Maar ik denk niet dat mam en pap het daarmee eens zijn, jij wel?’ ‘Ze zouden het wel moeten accepteren.’ ‘Wat, zeker zoals ze ook accepteren dat jij rookt, drinkt en rondneukt?’ ‘Ze weten niet dat ik rondneuk.’ ‘Zeker wel, ­Jesse.’ ­Hij lacht en giet de rest van zijn biertje achterover. ‘Weet je wat ik zou willen doen?’ ‘Vertel.’ ­Ik moet al lachen als ik het oogverblindende enthousiasme in zijn ogen zie. ‘Superbikes.’ ‘Bouwen?’ 16


‘Racen. ­Godsamme, ­Jesse. ­Al dat vermogen tussen je benen. ­ e wind in je haar, de vrijheid. D D ­ e adrenaline, de snelheid, de race.’ ­Hij kijkt omhoog naar de donkere lucht. ‘Kun je het je voorstellen?’ Tevreden gooi ik mijn bierflesje in een heg. ­Ik heb geen alcohol nodig. D ­ it heb ik nodig. D ­ e waarheid. I­ k heb gezien hoe hij naar de ­Moto gp kijkt. ­Ik heb gezien hoe geconcentreerd hij dan is. I­ k heb de superbiketijdschriften gezien die hij onder zijn bed verstopt voor pap alsof het smerige porno is. ‘Godverdomme, doe het dan, J­ake.’ ­Hij kan alles als hij ervoor gaat. Z ­ o iemand is hij gewoon. ­Ik grijp hem vast en als we stilstaan pak ik zijn armen, kijk hem in zijn bezopen ogen en hoop vanuit de diepste krochten van mijn hart dat hij zich verlost van de ketenen en gaat doen wat hij echt het allerliefst zou willen doen. ‘Je móét het doen.’ Zijn slappe haar valt voor zijn ogen, en ik haal het weg omdat ik weet dat hij waarschijnlijk niet meer genoeg coördinatie in zijn handen heeft om het zelf te doen. N ­ og even en ik moet hem dragen. ‘Denk je?’ vraagt hij met een scheve grijns. ‘Godverdomme, ja.’ ‘Ga je met me mee op tour dan? M ­ e helpen mijn bike te repareren? M ­ et me rijden? ­Samen?’ Godverde, godverde, godverdómme ja. ‘Ik ben erbij, bro. ­Tot het fucking einde.’ Hij valt onhandig in mijn armen en geeft me de allerdikste knuffel. ­Wat is hij toch een zacht ei. ­Maar natuurlijk knuffel ik hem terug. ‘We hebben het er morgen wel over,’ brabbelt hij, en hij maakt zich los, pakt een miniatuurflesje whisky uit zijn zak, maakt het open en houdt het omhoog. ‘Maar eerst gaan we het vieren.’ H ­ ij drinkt het helemaal leeg en loopt achteruit, waardoor hij en het flesje buiten mijn bereik gaan. ‘Op vrijheid!’ roept hij met het flesje in de lucht terwijl hij de weg op strompelt. ‘En op doen wat we godverdomme willen.’ 17


‘Doen wat we godver…’ I­k knipper met mijn ogen, verblind door de koplampen van een auto. ­En dan hoor ik het. Banden. Gierende banden. Het geluid van een claxon. ‘Jake!’ gil ik. ­Mijn ogen schieten heen en weer tussen hem en de auto. H ­ ij schrikt. H ­ ij blokkeert. ‘Jake, ga godverdomme aan de kant!’ ­Ik begin te rennen, maar mijn benen zijn van lood en gaan niet zo hard als ik wil dat ze gaan. ‘Jake!’ Ik voel mijn hart breken. ‘Jake!’ bulder ik. ‘Jezus, ­Jake, nee!’ De auto raakt hem en stoot hem vijftig meter verder de weg op, en ik kom langzaam tot stilstand, kan opeens niet meer bewegen. ‘Nee,’ fluister ik. ‘Nee, alsjeblieft.’ Ik hoor hoe zijn hulpeloze lichaam neerklapt op het asfalt. Een geluid dat ik nooit meer zal vergeten. En mijn hart komt langzaam tot stilstand.

18


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.