Mijn vrouw - Hoogtepunt - Jodi Ellen Malpas

Page 1

Uitgegeven door X ­ ander ­Uitgevers www.xanderuitgevers.nl Oorspronkelijke titel: ­This ­Woman Oorspronkelijke uitgever: ­Jodi ­Ellen M ­ alpas ­Ltd Vertaling: ­Desi ­Spinhoven Omslagontwerp: ­Studio ­Jan de ­Boer Zetwerk: ­Michiel ­Niesen, ­ZetProducties Copyright © 2022 ­Jodi ­Ellen M ­ alpas Copyright © 2024 voor de ­Nederlandse taal: Xander ­Uitgevers bv, ­Haarlem Eerste druk 2024 isbn 978 94 0162 124 3 | nur 343 De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden te traceren. M ­ ocht u desondanks menen rechten te kunnen uitoefenen, dan kunt u contact opnemen met de uitgever. ­Niets uit deze uitgave mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


1

Ik heb de hele nacht naar haar liggen kijken. ­Heb wel duizend keer gezegd dat het me spijt. H ­ eb geprobeerd mezelf te overtuigen om wat ik gedaan had terug te draaien. M ­ aar dat kan niet. ­Er is geen weg terug, behalve dan het putje in kruipen en op miraculeuze wijze de pillen eruit vissen. Ik laat ­Ava in bed liggen en ga naar beneden. ­Mijn eerste doel is de koelkast. ­Ik zoek troost in een pot pindakaas en ga op het aanrecht zitten. ­Ik kijk op mijn telefoon. D ­ rie gemiste oproepen. ­Twee van ­Sarah, een van ­John. I­k negeer ­Sarah, want ik praat niet met haar, en bel ­John. I­ k hou mijn telefoon met mijn schouder tegen mijn oor zodat ik ondertussen mijn ontbijt verder kan eten. ‘Er was gisteravond laat bezoek voor je,’ zegt hij als hij opneemt. ‘Mike.’ ‘Wat wilde hij?’ ‘Praten.’ ‘Er valt niets te praten.’ ‘Ik geloof niet dat hij het daarmee eens is.’ Ik kijk naar de pot in mijn hand, trek een vies gezicht en draai het deksel er weer op. M ­ ijn eetlust is verdwenen. ‘Ik heb het ­Coral duidelijk gemaakt.’ ­Ik doe mijn telefoon aan mijn andere oor, glij van het aanrecht af en zet de pot terug in de koelkast. ‘Misschien moet je het ­Mike ook even duidelijk maken.’ Ik sla de deur iets te hard dicht. ­Ik weet heus dat ik dat moet 5


doen. ‘Prima. ­Zeg maar dat ik hem bel. ­Ik kom straks die kant op. ­Ava heeft wat dingen te doen in de uitbouw.’ ­Dat weet ze nu nog niet, maar dat komt wel als ze terug is uit het land der doden. ‘Is dat slim?’ ‘Het is zondag.’ ­Op zondag overdag, dus na zaterdagnacht is het altijd rustig in ­The ­Manor. ‘Je kunt jezelf ook de stress besparen en het haar gewoon vertellen.’ Stress? ­Ik wist tot voor kort niet dat het woord bestond. ‘Ik ga het vertellen,’ verzeker ik hem. ‘Maar niet vandaag.’ I­ k hang op en denk na. ­Ondertussen draai ik mijn telefoon rond in mijn hand. ­Ik denk de laatste tijd zoveel na dat ik constant hoofdpijn heb. ­Hoofdpijn die niets met alcohol te maken heeft. ­Vertel het gewoon. ­Ze heeft tenslotte gisteravond haar liefde aan mij verklaard. ­Of was, alweer en bijzonder zorgelijk, de drank aan het woord? ­Mijn blik verschuift naar de gootsteen. ­In gedachten zie ik de pillen weer door de gootsteen heen rollen. M ­ ijn intuïtie zei dat ik het moest doen. En je intuïtie heeft het misschien wel voor je verkloot, ­Ward. Ik ga terug naar boven, naar de slaapkamer, en zie dat ­Ava langzaam uit bed begint te komen. H ­ aar gezicht is een plaatje. ­Prachtig, zelfs met de uitgeveegde oogmake-up en de klitten in haar haren. ­Ik glimlach en leun tegen het deurkozijn. ­Al mijn zorgen zijn vergeten. E ­ n ik had een reden om die pillen te pakken. ­Ze is vreselijk afleidend. ­De hemel verpakt in een verrukkelijk lichaam. ­Mijn gulzige blik reist af langs haar mooie, strakke lijfje en mijn hongerige pik gilt instemmend. M ­ aar mijn hart hoor ik het luidst. ­Met elke slag. Ze wacht even en concentreert zich met een diepe frons om niet plat op haar gezicht te vallen. ­Ik hoop dat ze zweert nooit meer te drinken. ­Ik hoop dat haar hoofd zoveel pijn doet dat ze niet eens meer naar alcohol kan kijken. 6


Ze kijkt naar mij en het is duidelijk dat ze zich afschuwelijk voelt. ­Ik lach en ga naar haar toe, want ik weet zeker dat ze elk moment om zal vallen. ‘Zo, hoe is het vanochtend met mijn drankorgelvrouwtje?’ ‘Vreselijk,’ mompelt ze en ik lach, genietend. Ik negeer de muffe wijnlucht en omhels haar. ‘Wil je ontbijten?’ ­Ze begint meteen te kokhalzen en ik giechel. ‘Alleen een glas water?’ ‘Graag.’ De lieve schat. ­Wat een ellende. ‘Kom maar.’ ­Ik buk en til haar op. ­Haar hoofd valt meteen tegen mijn borstkas. ­Ik draag haar naar beneden en kan haar maar moeilijk loslaten. I­k zet haar neer op het aanrecht alsof ik een onbetaalbare porseleinen pop in mijn handen heb. Ze gilt en verstijft als haar kont het koude marmer aanraakt. ­Ik lach weer. ­Het blijft maar komen. ­Ik laat haar los als ik zie dat ze stabiel zit en probeer me te herinneren in welk kastje C ­ athy de glazen heeft gezet. ­Ik doe er een open. ­En nog een. ­Geen glazen. ­Nog een. Ah. ­Glazen. Ik pak er een en trek een la open. ­Ik rommel erin op zoek naar mijn trouwe aspirinepoeder. ‘Weet je niet eens waar je glazen staan?’ ‘Ik ben aan het leren.’ I­ k schud het zakje een beet­je. ‘Mijn huishoudster heeft geprobeerd het uit te leggen, maar ik was wat afgeleid.’ ­Door jou, voeg ik in gedachten toe. ­Ik meng het poeder in het glas met een beet­je water en breng het naar haar toe. ­Ik zou haar geen geneesmiddel moeten geven. ­Ik zou haar de hele dag moeten laten creperen om de kans te vergroten dat ze de drank helemaal afzweert. ­Ze kijkt fronsend naar het glas. ‘Aspirine. ­Met een half uur voel je je beter. ­Drink maar.’ Ze neemt het gewillig aan en sluit een oog om het glas beter te kunnen zien. H ­ aar handen trillen vreselijk. I­k weet hoe 7


dat voelt. H ­ aat hoe dat voelt. ­Ik pak het glas en kom dichterbij. I­ k zet het aan haar lippen, want ik wil haar pijn verlichten. ­Ze drinkt het op alsof ze al weken niets gedronken heeft. ‘Meer?’ vraag ik en ze schudt nee. ­Ik zet het glas aan de kant. ‘Ik drink nooit meer alcohol.’ ­Ze duikelt naar voren en botst op mijn borst. ­Ik glimlach zacht en streel haar rug, en hoop dat ze het meent. ­Voor ons allebei. ‘Dat zou ik ongelofelijk fijn vinden. ­Beloof me dat je nooit zo ver gaat als ik niet in de buurt ben om op je te letten.’ ­Of überhaupt nooit. ‘Hebben we ruzie gehad?’ ‘Nee, ik heb mijn overwicht tijdelijk opzijgezet.’ ‘Dat was vast een hele uitdaging.’ Ik lach om haar bijdehante opmerking en trek aan haar behabandje. ‘Dat was het’ – ze heeft geen idee – ‘maar je bent het waard.’ ­En de stress, en de hoofdpijn en de hele lading krankzinnigheid die je in mijn leven brengt. ­Ik begraaf mijn gezicht in haar haar en smeek haar zwijgend om me te vergeven voor… alles. Dan haal ik diep adem, leun achterover zodat ik haar kan zien en haal een vinger langs de rand van haar kanten slip. ‘Kant staat je zo mooi.’ ­Zo simpel maar zo sexy. Z ­ o puur. ­En, blijkbaar zo míj. ­Haar slappe lichaam reageert zoals het altijd doet. H ­ eerlijk, zelfs met een kater. ‘Wil je douchen?’ vraag ik, want ik wil die giftige nawalm van haar roekeloze zuippartij voor eens en altijd wegspoelen. Ze krult al haar ledematen om me heen, en het is perfect. I­ k neem haar mee naar de badkamer en zet haar zachtjes neer. ­Ondertussen bouwt de spanning op. H ­ et is tijd om in te halen wat we vannacht gemist hebben. H ­ et is tijd dat ze weer wakker wordt. ­Ik zet de douche aan en ga snel terug voordat ze omvalt. ­Ze valt weer in mijn armen en het voelt zo natuurlijk om haar te ondersteunen. ‘Jij hebt wel medelijden met jezelf, hè?’ ­Ik til haar 8


op en zet haar op de wastafel neer. ‘Ik heb goede herinneringen aan jou, precies op deze plek.’ ­En nu is ze terug, precies waar ze moet zijn. Ze tilt haar zware ogen op. ‘Nu heb je me eindelijk waar je me hebben wil, of niet?’ En waar jij wil zijn, dame. ­Ik streel haar wang, want ik kan niet van haar afblijven. ‘Dit zou sowieso de uitkomst worden, A ­ va.’ ­Ik pak mijn tandenborstel uit de houder en doe er tandpasta op. ­Dan leun ik over haar heen om hem onder de kraan te houden. ‘Open,’ zeg ik, en terwijl ze me aankijkt komen haar lippen van elkaar. ­Ze laat zich door mij verzorgen. ­Ze begint het te leren. ­Ik negeer het feit dat ze misschien gewoon geen energie heeft om zich te verzetten. Ik poets haar tanden nauwkeurig en vraag me af wat er door haar verdoofde hoofd gaat zo als ze naar me kijkt. H ­ erinnert ze zich haar liefdesverklaring? ­Weet ze het weer? ­Moet ik haar eraan herinneren? V ­ ragen malen door mijn hoofd terwijl ik poets, maar ik stop als ik haar hand op mijn wang voel en kijk haar aan. ­Ze staart me zo intens aan dat ik bijna antwoorden ga eisen op mijn vragen. M ­ aar ik doe het niet. L ­ aat het maar langzaam weer terugkomen. G ­ een druk opleggen. D ­ us draai ik mijn mond naar haar hand, en terwijl ik haar aankijk kus ik hem teder. A ­ ls die kus haar niet laat zien wat ik voel, dan is die kater erger dan ik dacht. ‘Spuug,’ fluister ik, en ze trekt haar hand weg om over de wasbak te leunen. ‘Dank je wel,’ zegt ze zacht, bedachtzaam, en ze gaat weer rechtop zitten. ‘Dat was zowel in mijn belang als in het jouwe.’ ­En dan, eindelijk, eis ik haar mond op en kus ik haar diep en teder. ­Godverdomme wat heb ik haar gemist. ­Zo erg. ‘Je bent heel slecht in katers. ­Kan ik iets doen om het beter te maken?’ ­Er is maar een goed antwoord op mijn vraag, en als ze hem niet doorheeft zal ik het haar met liefde, heel veel liefde, laten zien. 9


I­ k trek haar naar beneden en grijp haar billen om haar een hint te geven. ‘Heb je een pistool?’ Ik lach hard. J­ a, ik weet ook hoe dat voelt. ‘Is het zo erg?’ Ze fronst; mijn plezier irriteert haar. ‘Ja. W ­ at is daar zo grappig aan?’ ‘Niets. ­Het spijt me. ­Ik zal het nu helemaal beter maken.’ ­Haar ogen lichten op en ik glimlach vanbinnen terwijl ik haar beha losmaak en hem langs haar armen naar beneden trek. I­ k gooi hem in de wasmand dichtbij en kijk hoe haar tepels voor mijn ogen uitnodigend hard worden. M ­ ijn mond gaat eropaf en proeft ze om de beurt. ­Jezus, ik ben thuis. ­Ik worstel met de drang om haar hard te nemen en hou me in. ­Het helpt niet dat ze haar vingers in mijn haar laat glijden en het vastgrijpt. H ­ aar tong draait heerlijk om de mijne. ‘Je bent verslavend.’ I­ k zeg precies wat ik denk. I­ k wil haar meer dan ik alcohol wilde, heb haar meer nodig dan alcohol. ‘Nu gaan we echt vriendjes worden.’ Ze ademt haperend uit. ‘Zijn we gaan vrienden?’ ‘Niet echt, maar dat gaat snel gebeuren, schatje.’ I­ k druk een kus op haar neus en ga voor haar op mijn knieën. ­Ik haal mijn duimen langs de zoom van haar kanten slipje en ga dood van verlangen. ­En toch ruk ik het niet uit. ­Ik heb geen haast. O ­ m eerlijk te zijn geloof ik nog niet helemaal dat ze hier is. Ik sluit mijn ogen en laat mijn voorhoofd naar voren vallen; mijn gedachten zijn te zwaar. ­Ze vult me met kracht, en toch maakt ze me zwak. ­Ze maakt alles helder, en toch vervormt ze alles. ­Ze maakt me gek, en toch stabiel. ­Het conflict is een last. ­Maar ook een lust. De manier waarop ze aan mijn haar zit is hypnotiserend en het duurt lang voor ik mijn gedachten op een rijtje heb. ­Om te proberen te rechtvaardigen wat ik gedaan heb. I­ k kan het niet goedpraten. ­Ik adem in en ga naar achteren. Z ­ onder woorden zeg ik achter elkaar door dat het met spijt, en dan leun ik naar 10


voren en druk ik op dat ene plekje een langzame kus. ­Dan pak ik de zijkanten van haar slipje vast en trek het langs haar benen omlaag. Z ­ e tilt haar voeten een voor een op en ik gooi het aan de kant, ondertussen in gevecht met mijn hoofd om niet te ver van dit moment af te dwalen. Ze trekt aan mijn haar en ik kijk haar met vragende ogen aan. ­Ze heeft mijn vertwijfeling opgemerkt. Z ­ ou ze begrijpen waarom ik gedaan heb wat ik gedaan heb? B ­ eseft ze dat ze mij aan het redden is? ­Ik pak haar kont en druk mijn mond weer tegen haar buik. ­Ze moet het begrijpen. ­Ze móét. ‘Wat is er?’ vraagt ze, en ik kijk haar aan. ­Ik zal ervoor zorgen dat je het begrijpt. ‘Niets.’ ­Alles. ‘Er is niets.’ I­ k moet haar afleiden. H ­ aar laten ophouden met vragen stellen totdat ik bedacht heb hoe ik ze in godsnaam moet beantwoorden. I­ k trek haar naar voren en duw mijn tong diep naar binnen in haar kutje. M ­ eteen voel ik me dronken en dorstig naar meer. I­ k kus haar, bijt, zuig, draai, duw, lik. ‘Ooooo!’ kreunt ze, en ze trekt aan mijn haar terwijl ik haar oppeuzel. ‘Ik heb een douche nodig.’ ‘Ik heb jou nodig,’ mompel ik, en mijn behoefte heeft prioriteit. ­Ik moet hem bevredigen. ­En tegelijkertijd moet ik haar in extase brengen tot het punt waarop ze niet meer weet hoe ze het ooit zonder mij heeft gered. ­Ze moet net zo verslaafd zijn aan mij als ik aan haar. ­We moeten op gelijke hoogte zitten. ‘Je smaakt heerlijk,’ mompel ik, de wanden van kutje pulseren onophoudelijk tegen mijn mond. ‘Zeg het maar als je er bijna bent.’ ‘Ik ben er bijna,’ gilt ze wanhopig. ‘Iemand heeft er zin in vanochtend.’ I­k breng mijn vingers naar binnen. Z ­ e trekt hard aan mijn haar. ‘O, shit. ­Alsjeblieft.’ ‘Let,’ grom ik, en ik versnel, ‘godverdomme,’ ik draai stevig 11


met mijn tong en haar vibraties dringen door in mij, ‘op je,’ ik ben pissig, ‘taalgebruik.’ ­Ik duw mijn vinger diep naar binnen en draai fors. ­Met mijn tong lik ik lang en hard. ‘Jesse,’ gilt ze, en dan zie ik de gekwelde uitdrukking op haar gezicht. ­O ja, ze weet het weer. ­En met een geweldige kreun gaat ze over het randje, en haar lichaam vouwt zich op om de intensiteit te kunnen verdragen als ze over mijn hele gezicht klaarkomt. ­Ze laat eindelijk mijn haar los; mijn hoofd tintelt ervan. ‘Jij bent het beste anti-katermiddel,’ hijgt ze en ondertussen breng ik haar weer rustig terug op aarde. ­Ik drink haar heerlijkheid op en slik het door. ‘Jij bent het beste middel voor alles.’ ­Ik laat mijn tong langs haar lichaam omhooggaan, van haar kutje tot haar hals, tot ik weer sta. ‘Hmmm.’ ­Ik kus haar kaaklijn. ‘Ik ga je in de douche neuken.’ ­Ik trek haar blozende gezicht naar me toe en deel haar ontlading; verspreid het over haar lippen. ‘Afgesproken?’ ‘Afgesproken,’ zegt ze zonder aarzeling, en haar handen en ogen verschuiven naar mijn torso. ­Hoe dichter ze bij mijn litteken komt, hoe strakker mijn spieren worden. ‘Vraag maar niet,’ zeg ik zonder nadenken, want ik weet wat eraan zit te komen. ‘Hoe gaat het met je hoofd?’ Ze schrikt, haar handen verstijven vlak voor mijn wond. O ­ jezus, ik moet echt nadenken voordat ik iets zeg en op mijn fucking toon letten. ­Ze kijkt me aan en ik doe mijn best niet boos te kijken. ‘Beter,’ zegt ze zacht, onzeker, en ik baal van mezelf. ­Ik ben altijd al defensief geweest, en die gewoonte moet ik de deur uit doen bij A ­ va. I­ k werp haar een klein, verontschuldigend glimlachje toe en kijk omlaag naar mijn boxershort om de boel in gang te zetten. Ze reikt er behoedzaam naar, alsof ze zich schrap zet, en zodra ze mijn huid aanraakt adem ik diep en kalmerend in. Z ­ e concentreert zich en haar ogen schieten omhoog als ze mijn harde 12


pik voelt. Z ­ e komt dichterbij, ik sluit mijn ogen en leg mijn voorhoofd heel even tegen het hare om te ontspannen. ­Haar handen glijden naar mijn kont. ‘Dit is geweldig,’ fluistert ze, en ik doe mijn ogen open. ‘Het is helemaal van jou, schatje.’ ­Alles aan mij is van jou. ­Het goede, het slechte en het onbetwist afschuwelijk lelijke. Ze glimlacht tevreden en pakt mijn pik. ­Ik snak naar adem. ‘Dit is echt geweldig.’ ­Godverdomme. ­Ik druk onze monden tegen elkaar, kus haar hard, bezitterig, en trek haar naar me toe. ­Haar gulzigheid is fantastisch. Z ­ ij is wanhopig. I­ k ben wanhopig. W ­ e gaan elkaar te lijf alsof we het misschien niet overleven als we elkaar niet verslinden. O ­ veral tongen en tanden, kreunen en gillen. M ­ ijn hoofd draait. ­Godverdomme ik wil erin. W ­ e zitten op hetzelfde spoor geloof ik, want opeens is ze weg bij mijn mond en worstelt ze mijn onderbroek uit. ­Ik help haar, en zodra ik vrij ben grijp ik haar en trek haar tegen me aan. ‘Doe je benen om mijn middel,’ eis ik, want ik heb mijn toon niet meer onder controle. I­k val haar hals aan, doe mijn mond overal waar ik maar bij kan en zij legt haar lange slanke benen om mijn heupen. I­ k stik zomaar als haar zeiknatte kutje tegen mijn pik aan komt. ‘O jezus,’ gilt ze. I­k kus haar weer, we lopen samen blind de douche in en ik duw haar met mijn lichaam strak tegen de muur. ­Ik zet mijn handen schrap tegen de tegels om overeind te blijven. ‘Dit gaat niet zacht zijn, ­Ava.’ ­Ik ga me nooit kunnen inhouden. I­ k ben te wanhopig. T ­ e hongerig. ‘Je mag gillen.’ Z ­ o hard gillen dat ik niets anders hoor. ­Dat heb ik gemist. Het water regent over ons heen. I­ k kom naar achteren en bereid me mentaal voor op wat komen gaat. ­Extase. ­Dat gaat er komen. ­Perfectie. ­Ik pak mijn pik vast, knipper het water uit mijn ogen en kijk hoe ze in mijn gezicht hijgt. ­Zij is zich ook mentaal aan het voorbereiden. ‘Jij en ik,’ fluister ik kalm, maar ik voel me het tegenovergestel13


de en mijn kus is daar het bewijs van. ‘Laten we ons niet meer verzetten.’ ­Ik geef me over en glip langs haar hete wanden, en al snel ben ik buiten zinnen van genot. ­Ik sla met mijn vuist tegen de muur en bulder oorverdovend. ­Godverdomme. ‘God,’ gilt ze. ‘Nee, schatje,’ prevel ik, zowat niet in staat om te praten. M ­ ijn heupen pompen zonder sturing. ‘Dat ben ik.’ ­Laat mij je god zijn. ‘Lekker, hè?’ ­Zo verdomd goed. ­En als ze haar nagels in mijn rug zet alsof ze goud aan het opgraven is, weet ik dat het antwoord ja is. ‘Ava?’ blaf ik. ­Ik ram krachtig tegen haar aan, haar tieten slaan tegen mijn borstkas en mijn kaak staat op knappen. ­Mijn blik valt op haar nek met die gladde, glinsterende, sprankelende huid. ­Ik duik eropaf; ik lik en zuig aan haar hete keel. ‘Ja!’ ‘Je bent zo fucking perfect,’ mompel ik terwijl ik doorhamer. ­Mijn pik wordt met de seconde groter, het ritme is chaotisch. ‘Weet je het alweer?’ ­Wat klets je in godsnaam? ­Hou gewoon je bek en neuk haar. ­Maar ik vind het heerlijk om haar te horen genieten. ­Om naar haar gezicht te kijken als ze helemaal vol van me is. ­Seks heeft nooit iets te maken gehad met connectie. A ­ ltijd alleen maar met klaarkomen. ­Vergeten. ­Dit zal ik nooit vergeten, en zij ook niet. ‘Ava, weet je het alweer?’ ‘Ik ben het nooit vergeten,’ gilt ze. Z ­ e rukt haar nagels los van mijn rug en pakt mijn gezicht vast terwijl ze door het water en het zweet dat van mij af gutst heen glijdt. ‘Ik ben het nooit vergeten,’ herhaalt ze met een ernstige blik en haar lichaam verschiet met elke beuk die ik uitdeel. ­Ik heb eerlijk waar geen idee hoe ze het uithoudt met mijn onophoudelijke behoefte om haar kapot te neuken, maar ze doet het. ­Ik hou meer van haar. Ik adem haperend uit en kus haar hevig terwijl ze mijn wangen vasthoudt. ­Ik zou even gas terug moeten nemen. ­Ik zou 14


even moeten stilstaan bij wat ze zojuist heeft gezegd. ­Maar ik sta op automatische piloot, en als haar dijen hard samentrekken is alle hoop op gas terug nemen verloren. ‘Jezus,’ mompel ik om haar tong heen. ‘Godverdomme, vrouw, ik ben jouw slaaf.’ ­Ik kan het niet meer aan. M ­ ijn benen gaan het begeven. I­ k kijk omhoog naar de hemel en bid om meer kracht zodat ik tot het einde rechtop blijf. ‘Jezus fucking christus.’ ‘Jesse, alsjeblieft.’ Haar gesmeek geeft me nog meer energie, meer leven, meer doelmatigheid. ­Ik kijk haar recht aan. ‘Harder, A ­ va?’ vraag ik zonder af te zwakken. ­Ik hou het ritme vast en we worden allebei gek. ‘Geef antwoord.’ ­Ik wil het haar horen zeggen. I­ k wil horen hoe graag ze het wil. ‘Ja!’ Dat woord. I­ k neuk haar dieper, harder en sneller. D ­ iep, hard, snel. ­Diep, hard, snel. ­Mijn ogen staan scheel en het stoom van de douche verstikt me. Ga eruit, klootzak! ‘Jesse!’ Mijn naam klinkt eerst als een piepje voordat ze meer lucht krijgt en gilt. ­Haar lichaam trekt samen, de wanden van haar kutje grijpen zich vast en knijpen het leven uit mijn pik, wat mijn orgasme uitrekt. ­Jezus. ­Ik kreun en schud, trillend als een blaadje en sissend van de gevoeligheid als ik in krachtige, aanhoudende uitbarstingen klaarkom. ‘Ava,’ schreeuw ik en het ritme komt tot rust. M ­ ijn onvermoeibare heupen vertragen naar een kalm stoten. I­ k kan bijna niet ademhalen. M ­ ijn hart bonst. ­Het enige wat ons overeind houdt is mijn arm tegen de muur. ‘Holy shit,’ prevel ik en ik rol ons om zodat ik tegen de muur sta. D ­ an glij ik omlaag tot ik op mijn kont zit met ­Ava nog altijd om me heen gekruld. ­Als ik bij de kraan kon, of het kon opbrengen om op te staan, zou ik het water ijskoud zetten. M ­ aar het 15


lukt niet. I­ k laat mijn hoofd naar achteren vallen en sluit mijn ogen. ­Met mijn handen teken ik rondjes op haar brandende rug. ‘Dame,’ fluister ik, zo ontzettend sereen in dit moment, ‘jij bent voor eeuwig van mij.’ Ik weet dat ze haar ogen opendoet, want ik voel haar wimpers tegen mijn borst kietelen. W ­ at vindt ze daarvan? V ­ an voor eeuwig van mij zijn? G ­ a ik haar een keuze geven? I­ k lach in mezelf. ­Natuurlijk wel. ­Maar dat zal niet nodig zijn, want ze wil van mij zijn. ­Ze houdt van mij. Zeg het! Maar ze zegt het niet. Z ­ e vraagt: ‘Zijn we nu vriendjes?’, en legt haar gezicht tegen mijn huid om me in te peperen met kusjes. ­Het is niet wat ik wilde horen, maar ik kan erop wachten want het komt vanzelf. ‘We zijn vriendjes, schatje.’ ‘Daar ben ik blij om.’ ­Ze klinkt zo tevreden. ‘Ik ook. ­Zo blij.’ ‘Waar was je?’ Ik verstijf. M ­ ijn longen verstijven. M ­ ijn hoofd verstijft. N ­ iet dit. ­Ze mag dit mooie moment niet verpesten met vragen. O ­ f eigenlijk mag ik dit moment niet verpesten met antwoorden. ‘Het is niet belangrijk, A ­ va.’ ­Alsjeblieft, vraag het niet. ­Alsjeblieft, laat me gewoon even nadenken over hoe ik je in vredesnaam ga vertellen wat ik heb gedaan. ‘Het is belangrijk voor mij.’ ‘Jij vroeg om ruimte.’ ­Verwerpelijk. ‘Ik ben er weer.’ ­En dat heb ik niet verdiend. ‘De rest doet er niet toe.’ ­Dat doet het wel, dat weet ik wel, maar ik moet ons naar een punt brengen waarop ze wel twee keer nadenkt voordat ze vertrekt. E ­ n dat punt hebben we nog niet bereikt. ­Mijn gelukzaligheid is verdwenen en ik kan er niets aan doen, maar ik ben pissig dat zij dat gedaan heeft. ­Ik heb het recht niet. ­Totaal niet. ­Ik ben redelijk genoeg om dat te beseffen. ­Maar het is wat ik voel, en daar kan ik godverdomme 16


niets aan doen. I­ k ben gewoon een grote mislukking, die fout na fout maakt. I­ k ben boos op mezelf, maar dan zoek ik haar kont, pak hem goed vast en trek haar dichterbij. ­Mijn zachte, náákte pik zit nog warm en knus binnen in haar. Uiteindelijk zucht ze. ­Ze kijkt naar me. ­Ze ziet er uitgeput uit. ­Ik ben uitgeput. ­Maar niet fysiek. ­Fysiek kan ik eeuwig doorgaan. ­Mentaal weet ik niet hoeveel ik nog aankan voordat ik barst. ­Het is een ironisch idee. M ­ ijn fysieke gezondheid is altijd een onderliggende zorg geweest. D ­ e drank, de seks. D ­ e ware staat van mijn mentale gezondheid was verborgen. N ­ u heb ik het gevoel dat ik op een losgeslagen achtbaan zit die tweehonderd kilometer per uur gaat, zonder einde in zicht en zonder ook maar enige mogelijkheid om eraf te komen. ­En deze vrouw? ­Zij is de reden. ‘Ik moet mijn haar wassen,’ fluistert ze en met een teder kusje reik ik omhoog en haal de natte lokken uit haar gezicht. ‘Heb je al honger?’ ‘Heel erg.’ ­Ze pelt haar lichaam van het mijne af, en ik kan er niet om liegen, het voelt verkeerd. ­Ik ben verloren als ze niet boven op me zit. Z ­ e bekijkt het enige plankje en pakt er een flesje af. ‘Is dit alles?’ ­Ze kijkt omlaag naar mij, en ik zit nog steeds op mijn luie reet bij te komen. ‘Geen conditioner?’ ‘Nee, sorry.’ I­ k neem me voor het voor haar te kopen. E ­ en grote fles, zodat het niet opraakt als ze hier straks elke dag doucht. ­Met een zucht vind ik de kracht om mezelf op te hijsen en pak de fles. ‘Ik wil het doen.’ I­ k wil voor haar zorgen. H ­ aar voeren. ­Haar wassen. ­Alles voor haar doen zodat ze vergeet hoe ze het zelf moet doen en van mij afhankelijk wordt. Ze staat de taak zonder morren af en ik draai haar om. I­ k wrijf een beet­je shampoo door haar lange haar en masseer het er goed in. ­Ik glimlach als ze vrolijk neuriet en haar hoofd tegen haar schouders laat vallen. D ­ oor mijn lengte heb ik perfect uitzicht op haar gezicht, met haar dichte ogen en haar lippen een klein 17


beet­je van elkaar. ­Het is alsof ze in de wolken is, en dat gevoel heb ik ook. ­Grotendeels. Ik pak haar schouders vast en zet haar onder de straal. En dan gaat mijn rust in vlammen op, en zijn mijn ogen aan haar kont genageld. ­Op de fucking grote blauwe plekken die erop zitten. ‘Wat is dat in godsnaam?’ ­Jezus, wat is er gebeurd? Ze kijkt over haar schouder, ziet mijn grote ogen en draait zich om met een frons op haar gezicht om om te zien waar ik me zo druk om maak. ‘Wat?’ Als ik ze niet meer zie pak ik haar vast en draai haar terug. ‘Die!’ Ze kijkt over haar schouder. ‘Ik ben achter in M ­ argo omgevallen.’ ‘Wat?’ ‘Ik had die taart vast achter in ­Margo,’ zegt ze met een onverschillige zucht. ‘Ik ben een beet­je door elkaar geschud.’ Ja, ik wist wel dat ze die klotetaart vasthad, maar ik wist niet dat het zoveel schade had veroorzaakt. ‘Een beet­je?’ ­Ze ziet eruit alsof ze meerdere keren achter elkaar met een hamer is geslagen. ­Met een ernstige uitdrukking op mijn gezicht buk ik en aai de vervagende blauwe plakken zachtjes. ­Waar was ze mee bezig? ­Haar onverantwoordelijke gedrag en roekeloosheid leiden maar tot één ding: dat ik haar in watten wikkel, en iets zegt me dat ­Ava dat niet leuk gaat vinden. ­Als het moet wikkel ik haar in bubbeltjesplastic. ­Wat als er een auto tegen die bus aan was gecrasht? ­Ik verschiet en knipper de herinneringen weg die die gedachte oproept. ­Ze was er geweest. ‘Ava, je ziet eruit alsof je als rugbybal bent gebruikt.’ Ze lacht en dan wil ik haar mond dichtnaaien. ­Dit is ongeveer net zo grappig als ­John die boos is. ‘Het doet geen pijn,’ zegt ze verveeld. Het doet geen pijn? D ­ aar denk ik heel anders over. I­ k heb verschrikkelijk veel pijn. ‘Jij houdt geen taarten meer vast.’ I­k zal 18


eens even met haar vriendin gaan babbelen. ‘Ik meen het.’ ‘Je overdrijft.’ Overdrijft? ­Daar zouden velen het waarschijnlijk mee eens zijn. ­Boeit me geen reet. D ­ ie blauwe plekken mogen haar haar perfecte huid niet aantasten. ­Niets mag haar aantasten. ­Geen alcohol. G ­ een smetten. En jij, ­Ward? ­Mag jij haar aantasten? ‘Waarschijnlijk niet,’ brom ik als antwoord op mijn eigen stille vraag, en dan ga ik op mijn knieën om kusjes op haar blauwe plekken te geven. ‘Ik zal het ook met K ­ ate bespreken,’ waarschuw ik, voor de duidelijkheid, zodat er geen verrassingen zijn als ik ­Margo doodverklaar. ­Fucking ­Margo. I­k moet de dealer bellen en vragen of ze al een vervanger hebben. Ik gebruik elke spier die ik heb om overeind te komen en draai haar weer naar me toe. ­Ik doe mijn best om de boze uitdrukking van mijn gezicht te halen terwijl ik het water van haar gezicht veeg. ­Heeft ze door hoe waardevol ze is? ­Ze moet voor zichzelf zorgen, en als ze daar moeilijk om gaat doen vind ik het niet erg om die taak op me te nemen. Als ze haar ogen opendoet, buk ik en kus haar sleutelbeen. ­Zacht. ­Teder. ­Overtuigend. ­Ze rilt als ik een rechte lijn naar haar oor trek met mijn tong. ‘Straks,’ beloof ik, en ik glimlach als ze ongelukkig bromt. D ­ aar is het. V ­ erlangen. ­Lust. H ­ et is een stap in de juiste richting. ­De eerste stap op een weg die haar enige route zal zijn om te blijven overleven. ­Ik ben al veel verder op die weg. ‘Eruit,’ beveel ik. ­Ik vind het belachelijk moeilijk om haar af te wijzen. M ­ aar het moet. I­ k heb al over zoveel dingen in mijn leven weinig controle, en nu nog meer. ­Ik moet controle houden over alles wat ik kan. ­Dwangmatig. Ik neem haar mee de douche uit, droog haar af en wikkel haar warm en knus in een handdoek. ‘Klaar.’ Ik zie haar ogen over de vlakten van mijn torso dwalen, en zie haar verlangen. O ­ nweerstaanbaar. Z ­ e vindt mij onweerstaan19


baar. ­Ik pak haar hand en neem haar mee de slaapkamer in. ­Ik zoek mijn spijkerbroek en trek hem aan. ­Ze kan het niet krijgen. ­Nu wil ze het nog meer. ‘Geen onderbroek?’ vraagt ze. Voorzichtig doe ik de gulp dicht, en ik lach. ‘Nee, ik wil geen onnodige obstakels.’ ‘Obstakels?’ Ik trek een ­T-shirt over mijn hoofd en voel haar ogen in mijn lijf branden. ­Ja, ik ben iets ouder. ­Maar heel goed in vorm. ‘Ja, obstakels,’ zeg ik terwijl ik mijn shirt omlaagtrek en geniet van hoe erg ze haar best doet haar openvallende mond onder controle te krijgen. ­Ze is zo schattig. I­ k loop naar haar toe, pak haar nek vast en trek haar naar me toe. I­ k weet dat het gemeen is. M ­ aar het spijt me niet. ‘Ga je klaarmaken,’ mompel ik, en ik druk onze lippen op elkaar. ‘Waar is mijn jurk?’ ‘Geen idee,’ zeg ik voordat ik mezelf kan tegenhouden. ­ ls mu­Gedachten razen door mijn hoofd. ­Gebruik het als troef. A nitie. ­Ik knik in mezelf terwijl ik de kamer uit loop. I­ k ben helemaal voor geven en nemen. Ik kom aan in de keuken en zoek mijn pot pindakaas, ga zitten aan het eiland en terwijl ik doop, denk ik na, plan ik onze dag. I­ k heb haar nog niet verteld dat ze vandaag eigenlijk aan het werk is. ­Wat gaat ze daarvan vinden? L ­ angzaam haal ik mijn vinger uit mijn mond, ik denk na, mijn sluwe brein verandert van koers. ­Ik overtuig haar ervan dat het een geweldig idee is. ­Kijk maar. Ik draai op mijn kruk als ik haar van de trap hoor komen en bereid me voor op haar naakte lijf in mijn keuken. D ­ aar kan ze maar alvast aan wennen. I­ k ben niet van plan haar kleding te laten dragen als ze hier is, en als ik mijn zin krijg zal ze hier vaak zijn. Mijn een idiote grijns op mijn gezicht kijk ik op terwijl ik mijn 20


vinger schoon zuig. ­Ze is niet naakt. M ­ aar ook in een van mijn overhemden ziet ze er schitterend uit. M ­ ijn pik zoemt. ­Mijn lichaam verlangt naar haar. ‘Kom eens hier.’ Ze fronst. ‘Nee.’ Nee? ­Hoe bedoelt ze, nee? Z ­ e kan daar niet zo gaan staan en me dan afwijzen. ‘Kom… hier,’ zeg ik langzaam, en mijn gezicht vertrekt in een poging mijn boze blik te verbergen. ‘Vertel me waar mijn jurk is.’ Z ­ e kijkt me vol verzet aan. H ­ et ziet er niet goed uit voor de plannen die ik bedacht heb, die waar zij nog niets vanaf weet. ­Ik kan die boze blik niet meer verbergen, zet langzaam mijn lievelingseten neer en maak aanstalten om het te vervangen met een van mijn andere lievelingsdingen. ­Of eigenlijk is het mijn allerliefste lievelingsding. Z ­ e daagt me uit. ­Ergens tussen de douche en de keuken heeft ze haar lef teruggevonden. ­Ze probeert iets van controle terug te graaien. ­De dienst uit te maken. I­ k dacht dat wij elkaar begrepen. B ­ lijkbaar niet. ­Eigenlijk hou ik van haar pit… maar niet altijd. Hmmmm. W ­ at zal ik doen, wat zal ik doen? Eigenlijk moet ik haar de kans geven zich te bedenken, want het wordt me steeds meer overduidelijk dat ze gewilliger is als ze in mijn armen ligt en gedachteloos is door die belachelijke chemie die we samen produceren. D ­ us moet ik ervoor zorgen dat ze zo vaak mogelijk in mijn armen ligt. ‘Je hebt drie seconden,’ zeg ik, verbaasd over mezelf. ­Maar meer kan ik niet doen zonder op te staan en haar fysiek naar me toe te sleuren. ­Ze moet zelf naar me toe komen. ­Elke keer dat ze dat doet wordt onze fundering weer een baksteen steviger. ‘Drie seconden waarvoor?’ ‘Om als de sodemieter hierheen te komen.’ ­Simpel. ­Hou het ­ aar komen we nu achsimpel. ­Simpel maar effectief. ­Hoop ik. D ter. ‘Drie…’ zeg ik zacht met een uitgestreken gezicht, terwijl ik vanbinnen helemaal in een deuk lig. ­Niet om haar. ­Om mezelf. ­Het aftellen. 21


‘Wat gebeurt er als je bij nul komt?’ vraagt ze met op haar gezicht een uitdrukking van pure vertwijfeling. Dan sloop ik dat bijdehante, opstandige gedrag van jou door je te herinneren aan hoe goed we samen zijn. ­Dat gebeurt er. ‘Wil je erachter komen?’ vraag ik, want ik laat het haar met liefde zien. ‘Twee…’ Ze wiebelt van de ene op de andere voet, haar ogen gaan alle kanten op. ­Doe het wel. ­Doe het niet. ­Ze zal hoe dan ook in mijn armen liggen over… ‘Een…’ Ze schiet als een speer door de keuken, en ik verwelkom haar uiteraard met open armen en diepe tevredenheid. ­Ze leert goed. ­Mijn lichaam ontspant onmiddellijk, en ik laat mijn hoofd op het hare rusten terwijl ze mijn rug streelt. ­Zie je? ­Perfect. ­Waarom zou ze stomme spelletjes spelen en ons dit onthouden? ­En als we het toch over onthouding hebben, weet ze alweer wat ze me gisteravond verteld heeft? S­ tiekem baal ik. V ­ ragen kan geen kwaad. Ik sta op en zet haar op het aanrecht. ­Ik ga tussen haar benen in staan, lach om mijn overhemd waarin ze verzuipt en laat mijn vingers over haar gladde huid glijden. ‘Leuk overhemd,’ grap ik, en ik trek mijn hand terug net voordat ik het plekje aanraak waar haar dijen bij elkaar komen. ‘Is het een dure?’ vraagt ze nonchalant. Ik haal mijn wenkbrauwen op en glimlach duister. ­Ze weet best dat het duur is. ‘Heel duur.’ ­Maar fuck dat overhemd. ­Even serieus nu. ‘Wat herinner je je van gisteravond?’ Ze deinst duidelijk terug, en het duurt veel te lang voordat ik een antwoord krijg. ‘Jij kunt goed dansen.’ Dat lijkt me duidelijk. ­Maar dat is niet het antwoord dat ik zoek. ‘Ach, wat zal ik zeggen? ­Ik hou gewoon van jt’ ­En door. ­ va. ­Zeg het. I­ k wil het ‘Wat herinner je je nog meer?’ ­Kom op, A niet uit je hoeven knijpen. 22


‘Hoezo?’ vraagt ze, en ze kijkt me onderzoekend aan. H ­ et zorgt ervoor dat ik even stop om na te denken. ­Weet ze het echt niet meer? Ik baal. ­Nou, dat is mooi klote. ­Oké, laten we iets anders proberen op te helderen. ‘Weet je nog dat je je ex hebt gezien?’ ‘Ja,’ gromt ze zowat, maar ik weet niet zeker of dat tegen mij of tegen hem is. ‘Weet je nog wat ik gevraagd heb?’ ‘Ja.’ Mooi. ­Een ding minder om me druk over te maken. ­Maar… terug naar waar het over ging. ‘En vanaf wanneer ben je het kwijt?’ Haar lijf wordt gespannen in mijn armen. ‘Ik weet niet meer hoe ik thuis ben gekomen, als je dat bedoelt.’ Z ­ e is defensief. ­Heel defensief. ‘Ik weet heus wel dat ik achterlijk zat was en vreselijk onverantwoordelijk.’ Ik ben het er roerend mee eens. D ­ us dat interpreteer ik dan maar als een indirecte belofte dat ze niet meer gaat drinken. ­Blij dat dat helder is. H ­ et is gevaarlijk. E ­ n daarbij heeft ze me iets geweldigs verteld wat ze zich verdomme niet eens kan herinneren. ‘Weet je niets meer van na de kroeg?’ vraag ik. I­ k graaf dieper, wil dat ze echt haar best doet het terug te halen. ‘Nee,’ verzucht ze. Z ­ e kijkt weg. H ­ et is geen kwestie van ontwijken. ­Ze schaamt zich. ‘Jammer.’ ­Nou, dan moet ik maar wachten tot ze die openbaring in nuchtere toestand krijgt. N ­ og een goede reden om haar geen alcohol meer te laten drinken. ­Het zijn er te veel om te negeren. ­Ik pak haar wangen vast en druk een kusje op haar lippen. ­Graaf diep, schatje. ­Vind die woorden. ­Want ik moet ze echt weer horen. ‘Hoe oud ben jij?’ vraagt ze. O, alle ouwe kutzooi nog aan toe zeg. ­Leeftijd is maar een getal. ­Zeg het dan gewoon, kolossale lul. ­En toch kan ik de voorzich23


tige kant van mijn hersenen niet negeren, die waarschuwt dat ik alles voor me moet houden wat hier een einde aan zou kunnen maken. ­Dus doe ik iets waarvan ik geleerd heb dat het werkt. ­Ik kus haar. V ­ erslind haar. L ­ aat haar zien dat niets zo belangrijk is als hoe verliefd ik ben. ‘Zesentwintig,’ mompel ik terwijl ik zachtjes op haar lip bijt. ­Dan smoor ik haar met mijn mond en geniet van hoe zacht ze wordt. ‘Je hebt vijfentwintig overgeslagen.’ ‘Nee hoor. J­ ij kunt je niet herinneren dat je het gevraagd hebt.’ ­Vlak voordat je zei dat je van me houdt. ‘O, na de kroeg?’ Ik raak haar neus aan met de mijne. ‘Ja, na de kroeg.’ ­Haar lippen komen van elkaar los, en ik veeg de restanten van mijn kus weg. ‘Voel je je wat beter?’ ‘Ja, maar je moet me voeren.’ Ik lach. ‘Ga je eisen stellen?’ ‘Ja, ga mijn kleren halen.’ En nu gaat ze te ver. ­Ik pak haar heup vast en knijp, en zij schiet omhoog. ‘Wie is de baas hier, ­Ava?’ Ze lacht, kronkelend, wiebelend, en eigenlijk maakt ze het zelf alleen maar erger. ­Ik heb haar stevig vast. ‘Waar heb je het over?’ ‘Ik heb het over hoeveel makkelijker het zou zijn als jij toegeeft wie hier de macht heeft.’ ‘Jij,’ gilt ze, en ik lach tevreden. ‘Goed zo, meisje.’ I­ k trek haar naar voren en bezegel het met een kus. ‘Niet vergeten.’ I­k verbreek onze verbinding en laat haar hijgend achter op het aanrecht, verlangend naar meer. ­Toegegeven, ik moet me behoorlijk inhouden, maar het is een noodzakelijke tactische zet om haar niet te geven wat ze wil. ­Ik ga naar boven, leg onderweg mijn pik goed in mijn spijkerbroek, haal haar ondergoed uit de wasmand, haar schoenen van de vloer, en ga dan weer terug naar beneden om haar jurkje uit de wasmachine te halen. 24


Als ik terug ben in de keuken zit ze nog steeds op het aanrecht, met heerlijke blosjes op haar wangen. ­Al houdt ze haar boze ogen fel op mij gericht. Ik lach haar uit. ‘Zo mag je niet naar mij kijken, dame,’ waarschuw ik als ik haar spullen aangeef, en even een smerige blik op het jurkje werp. ‘Dat jurkje ga jij niet meer dragen, dat beloof ik je.’ ­Voor de zekerheid zal ik het versnipperen. ‘Doe het overhemd eroverheen.’ ­Mijn telefoon gaat en ik laat haar met die instructie achter om S­ arah op te nemen. O ­ ndertussen loop ik het balkon op. ‘Morgen,’ kir ik vrolijk. ‘Hij leeft nog,’ zegt ze scherp. Meer dan ooit. ­Maar snel weet ik weer dat ik niet met haar praat. ‘Wat wil je?’ ‘Waar ben jij?’ Ik rol met mijn ogen. ­Ze weet precies waar ik ben, en met wie. ‘Waarom stel jij vragen waar je het antwoord al op weet?’ ‘Bij haar,’ verzucht ze, alsof dat een gigantisch probleem is. ‘Het verbaast me dat ze jou nog wil zien na…’ ‘Niet doen,’ waarschuw ik. ‘En als jij me niet had geprobeerd te “helpen” ontspannen, zou ik me niet druk hoeven maken of ze mij nog wil zien.’ Even zwijgt ze, dan daalt het besef in en ademt ze in. ‘Ze weet het nog steeds niet van ­The ­Manor, hè?’ Ik kijk naar het prachtige uitzicht. ‘En je misstapjes van dinsdag?’ ‘Sarah…’ ­Ik grom, haat borrelt op, vooral haat voor mezelf. ‘We praten wel als ik er straks ben.’ I­ k moet haar zeggen waar het op staat, en zij moet godverdomme ophouden zich ermee te bemoeien. ‘Ava komt met me mee om aan de uitbouw te werken.’ ‘Riskant.’ ‘Het is zondag. H ­ et is rustig. ­Zie je zo.’ ­Ik hang op en wrijf over mijn voorhoofd om er zeker van te zijn dat alle tekenen 25


van stress en schuldgevoel weg zijn voordat ik terug de keuken in ga. ­Maar als ik daar aankom zie ik dat ­Ava verwoed door haar tas aan het rommelen is, en dan komen de stress en het schuldgevoel tien keer zo erg terug. ­Kut. ­Ze zoekt haar pillen. ‘Ben je klaar?’ vraag ik. ‘Twee seconden.’ Z ­ e schudt haar hoofd, probeert terug te denken, probeert zich het moment te herinneren dat ze haar pillen níét in haar tasje deed. ­Ik bijt op mijn lip als ze naar me toe komt en mijn hand pakt. H ­ et is niet moeilijk om van mijn fouten afgeleid te worden door dat kleine zwarte jurkje. ­Ze heeft het overhemd eroverheen gedaan – goed zo, meisje – maar wat heeft dat voor zin als het openhangt? ‘Het is maar goed dat C ­ athy er niet is. Z ­ e zou een hartaanval krijgen van dat jurkje.’ ‘Cathy?’ vraagt ze verward terwijl ik de knoopjes van boven naar beneden dichtdoe. ‘Mijn huishoudster.’ ­Ik knik tevreden. ‘Beter.’ I­ k pak haar hand en neem haar mee de deur uit. ­Als we de lift in stappen kijk ik naar haar. ­Ze ziet er flink afgeragd uit. H ­ et staat haar goed. De deuren sluiten en mijn hoofd vult zich snel met een overvloed aan stoute ideeën die allemaal gaan over mij, ­Ava en deze lift. T ­ egen de muur. ­Op haar knieën. ­Ik schuifel heen en weer op mijn voeten; de ruwe stof van mijn spijkerbroek wrijft tegen mijn kloppende pik. ­Ik had een onderbroek aan moeten trekken. D ­ e laatste tijd kan ik maar aan een ding denken, en dat is ­Ava. ‘Morgen, meneer ­Ward,’ zegt de conciërge als we voorbijkomen en hij glimlacht breeduit naar ­Ava. ‘Je ziet er vanochtend weer beter uit, ­Ava.’ Ik voel ­Ava’s intentie om te stoppen en te kletsen met die oude vent. ­Vandaag niet. ­De tijd die we samen hebben is kostbaar. ­Er wordt niet gedeeld. I­k trek haar mee, we gaan naar buiten, ik doe de deur van de auto open, zet haar erin en doe haar riem 26


vast. ­Ze kijkt er niet van op, ze lacht alleen maar naar me. Acceptatie. ­Schitterend. Vandaag wordt een goede dag.

27


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.