Xi 19.2

Page 1

Film - Televisie - Nieuwe Media

2

#

Jaargang 19 (Dec/Jan 2010)

DE G XI-JA ROTE ARLI 2010 JST

ANTON CORBIJN

VAN FOTOGRAAF NAAR FILMMAKER

CALL OF DUTY: BLACK OPS MULTIPLAYER ALS SOCIAAL FENOMEEN

MANNELIJKHEID IS TERUG IN DEXTER EN MAD MEN



•3

Redac tio

neel

Zoals trad itie aan het ein is bij websites, bla de d van het jaar uitgeb n en televisie, word lijstjes, be t reid terug schouwin geblikt. H er gen en ‘gr besloot oo e o t te regent ’ kh interview s. Vandaa jaarlijst, d aar steentje bij te d r dat Xi ie als doel ragen, do or middel hee van het m van een edialandsc ft een representatie f beeld te hap anno lastiger da schetsen 2010. Da n verwach t bleek ov t. erigens We vroeg en onze sc hrij meest ma rkante me vers suggesties in te diapersoo sturen van afgelopen nlijkhede ‘de jaar. Uit d n / fi g ie ure samengest suggesties eld. Dat b werd verv n’ van het olgens de leek vrij m op: moge lijst oeilij n vr Is popular ijwel onbekende pe k, en riep ook vrag en iteit belan r grijker da sonen ook in de lijs niet te vee n innovati t? l leiden d e? Laten w oor de wa e ons an van de dag? Ook nade rhand wa ren er niet te veel Nede er nog veel vraagte ke rlanders in Te weinig ? Of te we ns. Staan allochton inig vrouw en? In ied we een re en? er ge spectabele lijst hebbe val lijkt het erop d wel één d at n nee ie ru maar goed imte laat voor disc rgezet. Het is er u . Verder m ssie, en da oe t is alleen waarde aa n hechten ten we er ook weer : het is m n iet te veel aar een lijs t. Het is ove rigens nie t zo dat er wordt ter in deze X uggeblikt. i alleen m Vanuit N huiscolum aar ew York b nist over d e richt onze e films die ons nog te hij daar za wachten st g, en die aan. Ook vinden va zijn er rec n twee film e nsi s die in feb bioscoop ruari bij o es te zullen ver schijnen. ns in de Butterflie Onder s, ov Ingrid Jon er de Zuid-Afrikaa andere Black nse dichte ker, res van Houte met Rutger Haue r en Caric n (numm e er 23 in d hoofdrol. e ja Genoeg o m naar uit arlijst) in de te kijken dus. Ook binn en Xi zelf is er geno te kijken eg om naa over r uit studievere igens. Er staat een fusie met niging Off -S die waarsc c hijnlijk w reen op de plannin el wat ver g, gevolg zal anderinge heb n tot als de volg ben. Zo moet je n iet schrikk end en vormgevin e uitgave een nieu we, andere g heeft. B ove wat nieuw e redactie ndien komen er leden bij, extra crea wat hopeli tivit jk niets ande eit tot gevolg heeft . Mij rest rs dan jull ie (d feestdagen te wensen e lezers) prettige .

Inhoudsopgave Kortom Het nieuwe werken Horror tijdens de feestdagen 2011: welke films kunnen we verwachten?

4 5 6

Op de cover Anton Corbijn: van fotograaf naar filmmaker De Grote Xi-jaarlijst 2010 Remancipatie in Amerikaanse dramaseries Call of Duty: Black Ops

12 15 22 34

Artikelen Off-Screen in Antwerpen IDFA: Ongewenste effecten van docu’s Afrofuturisme Sherlocked: TV-detectives Tarkovsky’s Stalker en de game S.T.A.L.K.E.R.

8 10 20 24 26

Rubrieken Geschiedenis: Amsterdams Stadsjournaal Fenomeen: Tilda Swinton Toekomst: Alles is digitaal Column: Jordi Wijnalda Waarheen/Waartoe

28 30 32 41 42

Recensies

34

Colofon Hoofdredactie: Bart Delwig, Timo Koren Eindredactie: Julius Koetsier Nieuwemediaredactie: Karin Oenema Beeldredactie/vormgeving: Kaz Alting (www.grasveld.net) Zakelijk Leiding: Annegien Kok Schrijvers: Bas Bastiaans, Rolf Beens, Odile Bodde, Suze van Bohemen, Madina Gireeva, Laurent Hubeek, Michelle Lentz, Lory Meesters, Fenneke Mink, Freek Ronner, Erwin Smit, Peter Augustinus Smet, Jeroen Slot, Frank van Wijhe, Jordi Wijnalda. Druk: Print-Bizz Redactieadres: Turfdraagsterpad 9, 1012 XT Amsterdam Adverteren/sponsoring: annegien@xi-online.nl Vragen/opmerkingen: info@xi-online.nl Website: www.xi-online.nl

Timo Kor e

n, hoofdr edacteur

Xi is een onafhankelijke uitgave van Stichting Ik Zie Een Ster en wordt gemaakt door studenten Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Xi verschijnt tenminste vier maal per academisch jaar in een oplage van 500 en wordt gratis verspreid. De leerstoel is niet verantwoordelijk voor de inhoud van Xi. ISSN: 1383-8431.


4 • Kortom

Het nieuwe werken

De scheiding tussen werk en privé vervaagt Door Karin Oenema

De afgelopen tijd heeft hebben de media veelvuldig bericht over ‘het nieuwe werken’, ook wel ‘thuiswerken’ genoemd. Door de opkomst van nieuwe informatietechnologie zal de werkvloer een heuse transformatie ondergaan. De werknemer hoeft op kantoor niet meer de werkzaamheden uit te voeren die men ook thuis of elders kan verrichten. Hierdoor zal het kantoor, zoals we dat nu kennen, meer de vorm aannemen van een sociale ontmoetingsplek dan een fysieke werkplek. Met de verdwijning van het fysieke kantoor krijgt de werknemer steeds meer vrijheid om zijn werk aan te passen aan zijn dagelijkse activiteiten. Een slogan die men dan ook veel hoort omtrent dit ‘nieuwe werken’ is dan ook: ‘Het nieuwe werken doe je zelf’. Een groot aantal bedrijven is lovend: het percentage ziekteverlof neemt af en de productiviteit onder werknemers stijgt. Daarnaast bespaart het bedrijf enorm op overheadkosten omdat men minder werkplekken nodig heeft. Wat echter in beginsel lijkt op veel meer vrijheid voor de werknemer, blijkt in de praktijk veelal tegen te vallen. Om het nieuwe werken in goede banen te leiden, maken bedrijven resultaatsafspraken en wordt er gemeten of een medewerker zijn verantwoordelijkheid wel aan kan. Het vergt immers behoorlijk wat discipline en zelfstandigheid van de werknemer om het thuiswerken tot een goed einde te brengen. Volgens sociologe Anne Roeters haalt deze flexibilisering de grenzen tussen werk en privé weg. ‘Dat is een recept voor overwerkte werknemers: die er zowel op het werk als thuis maar half zijn.’ Stress en te hard werken vermindert de kwaliteit van de tijd die ouders doorbrengen met hun kinderen. Maar er zijn ouders die wel de energie hebben om aan de picknicktafel te werken met hun kind in de speeltuin. ‘Het werk is in dit soort gevallen eigenlijk nooit af en de aandacht moet verdeeld worden tussen kind en werk, wat vaak ten koste gaat van het werk. Maar de kwaliteit van het werk is wel iets waar de werknemer hard op wordt afgerekend.’

Waar het in essentie om gaat is dat het nieuwe werken voor velen iets nieuws is, waarin zowel voordelen als nadelen in te ontdekken zijn. De scheidslijn tussen werk en privé zal mede door het nieuwe werken steeds meer vervagen. Eerder waren we alleen in privésituaties te allen tijde bereikbaar. Op den duur zal dit ook gaan gelden voor de baas. Door een flexibele dagindeling vanwege de werkzaamheden, zal ook de baas zich flexibeler gaan gedragen in het bereiken van zijn werknemer. Waar men in beginsel goede afspraken maakt met betrekking tot bereikbaarheid, zal men op den duur vanuit gewoonte ook daarin flexibeler gaan worden, met als gevolg dat de scheiding tussen werk en privé helemaal zal vervagen.  •


Kortom • 5

Feestdagen! De horror!

Horrorgoeroe Jan Doense over moordende kindervrienden Door Bart Delwig

In 2005 verscheen de komische horrorfilm Santa’s Slay, waarin de ware aard van de Kerstman werd getoond. De vrolijke dikzak is eigenlijk een demon die een weddenschap van een engel verloor, en na duizenden jaren goed doen eindelijk weer terug kan keren naar zijn kwade gewoontes. In 2010 verscheen niet alleen Rare Exports: A Christmas Tale, een Noorse horrorfilm over de Kerstman, maar ook Sint: De horrorfilm van Nederlanse bodem waar iedereen het over had. Xi sprak met horrorgoeroe Jan Doense over waar al deze boze goedheiligmannen ineens vandaan komen. ‘Ik denk niet dat er daadwerkelijk sprake is van een trend,’ zegt Doense. ‘Het is inderdaad zo dat de afgelopen jaren een aantal soortgelijke films zijn verschenen, maar volgens mij is dat puur toeval. Vroeger werden er ook al genoeg horrorfilms gemaakt met betrekking tot de feestdagen, bijvoorbeeld Black Christmas.’ Het is inderdaad zo dat feestdagen altijd een geliefd onderwerp zijn geweest voor enge films, maar niet met de legendarische figuren achter het feest in de hoofdrol. ‘Ook dat is niet helemaal waar,’ vertelt Jan Doense. ‘In Silent Night, Deadly Night (1984) loopt bijvoorbeeld ook een Kerstman als moordenaar rond.’ Toch is in laatstgenoemde film de moordenaar enkel een gestoorde tiener verkleed als Kerstman. De laatste jaren draait het om the real deal. Waar Santa’s Slay voor een humoristische, bijna cartooneske insteek koos, behandeld Dick Maas het verhaal van Sint toch een stuk serieuzer. Zwarte humor is aanwezig, maar ook veel gore en schrikeffecten. Sinterklaas is een echte seriemoordenaar zoals je die in menig slasher ziet. Maar voegt een figuur als Sint dan daadwerkelijk iets toe aan het verhaal?

‘Sinterklaas is een instituut,’ zegt Doense. ‘Het is een heilig huisje, en Dick Maas schopt daar tegenaan. Ik houd daar wel van. Jammer genoeg speelde hij af en toe nog iets te veilig. Hij had naar mijn mening de remmen nog veel meer los mogen gooien.’ Met deze mening staat Jan Doense tegenover een grote groep Nederlanders, getuige de controversie rondom de nieuwste

Dick Maas. ‘Die controversie is vooral veroorzaakt door de media en de reacties van Johan Nijenhuis. Hoewel er al ver voor Nijenhuis, zelfs voor het verschijnen van de poster, al genoeg mensen waren die tegen het idee waren. Maar het gaat hier om Dick Maas, en die doet waar hij het beste in is. Sint mengt alle elementen uit

zijn vorige films, en is volgens mij de ultieme Dick Maas-film.’ Na Rare Exports, waarvan de Nederlandse releasedatum nog niet bekend is, lijkt het weer stil te worden rondom de feestdagen. Jan Doense heeft echter wel een idee over welk feest vervolgens een film gemaakt mag worden. ‘Ik zou graag nog een horrorfilm zien met de paashaas. In 2007 draaide op het AFFF, nu Imagine Film Festival, al een film genaamd Easter Bunny Kill! Kill! Ook is er pas een film gemaakt door Groningse studenten, genaamd Paashaat. Maar het zou leuk zijn om te zien wat Dick Maas ervan zou kunnen maken!’ Hoewel er misschien (nog) geen sprake is van een trend, kan er niet ontkend worden dat horrorfilms over onze traditionele kindervrienden goed aanslaan bij het publiek. Er is zeker een markt aanwezig, maar er moet opgepast worden dat het geen trucje wordt. Op een gegeven moment gaat de controversie liggen. Maar als er een creatieve manier wordt verzonnen om de goedheiligmannen echt eng te maken, kan dit het begin zijn van een heel nieuw soort horrorfilm.  •


6 • Film

2011 zou zomaar interessant kunnen worden

The King’s Speech

Door Jordi Wijnalda Niet alles beweegt snel in de hedendaagse 2.0-wereld. De post moet nog altijd verstuurd, gesorteerd en bezorgd worden. Het verkeer gaat nog altijd van A naar B via een hele zooi asfalt, rails, water of lucht. In tegenstelling tot de prevalerende digitale wereld kent het dagelijks leven nog altijd de barrières van tijd en ruimte. Ook grote delen van de internationale filmwereld kunnen nog steeds niet om deze obstakels heen. De grote producties komen wel in versneld tempo de wereld over via vaak minder legale wegen, maar het merendeel van de wereldwijde cinema moet toch nog echt wachten, in tijd en ruimte, op een Persoon dat het Besluit neemt om de Film te Distribueren. Belangrijke en o zo traditionele woorden waar we niet omheen kunnen. Kort gezegd (en dat mag ook wel na deze quasifilosofische opbouw): zullen de Nederlandse bioscopen volgend jaar de juiste films gaan vertonen? De afgelopen maanden heb ik die allesbehalve gebalanceerde distributiesituatie beleefd in mijn bioscoopzaalavonturen in New York, met name op jaarlijkse New York Film Festival dat inmiddels alweer tot een eind gekomen is. Er zijn

in die paar maanden diverse films langsgekomen die een grote indruk hebben achtergelaten, maar die hoogstwaarschijnlijk de Nederlandse bioscoopzalen niet zullen bereiken. Om die reden wil ik graag aandacht vragen voor dat handjevol films dat het echt verdient om gezien te worden. Ze zullen in 2011 tegenwicht bieden aan de Grote Finale van de Harry Potterserie, de talloze superheldenfilms (The Green Hornet, Thor, Green Lantern, X-Men: First Class, Captain America), en vooral de vele sequels die voorbij zullen stromen (The Hangover 2, Kung Fu Panda 2, Cars 2, Transformers 3, Paranormal Activity 3, Spy Kids 4). De volgende films zouden 2011 nog wel eens een écht interessant jaar kunnen maken. Black Swan (Darren Aronofsky) We hoeven ons geen zorgen te maken of Aronofsky’s nieuwste geesteskind de Nederlandse bioscopen zal halen. Op 24 februari 2011 zullen de witte en zwarte zwaan van Natalie Portman de bioscoopzalen binnen komen pirouetten. Aronofsky combineert een intense visuele stijl à la Requiem for a Dream (2000) en een diepgravende karakterstudie zoals The Wrestler (2008), en smelt de twee

samen tot een nachtmerrieachtige opera, een psychologische horrorfilm, een tragedie van schizofrenie zoals Dostojevski ze graag zag. Aronofsky dompelde zichzelf onder in de wereld van het ballet, waarin een meisje (de overweldigende Portman) meer geeft dan haar lief is om de loodzware dubbele hoofdrol in Het Zwanenmeer te bemachtigen. Haar wereld wordt bevolkt door heksachtige moeders (Barbara Hershey), spookachtige dubbelgangers (Mila Kunis), verwelkte grootheden (Winona Ryder) en een lispelende slang van een choreograaf (Vincent Cassel). Met vaste hand duwt Aronofsky zijn tragische maar o zo ambitieuze heldin langzaam de oneindige dieptes van de psyche in. Wanneer zullen zij één worden; de droom en de werkelijkheid, het ballet en de realiteit, de zwaan en het meisje? The Tempest (Julie Taymor) Zwaan en meisje lijken versmolten te zijn in een van de eerste shots in Julie Taymors nieuwste Shakespeareadaptatie The Tempest. De oorspronkelijk mannelijke hoofdrol heeft een gender swap gemaakt, die wordt nu gespeeld door Helen Mirren. Zij speelt Prospera, een tovenares op een afgelegen eiland die met behulp


Film • 7

van een schaarsgeklede geest het schip van haar Napolitaanse vijanden op de klippen laat lopen om vervolgens op bombastische wijze wraak op hen te nemen. Ondertussen moet ze ook nog de primitieve grillen van haar slaaf en het door liefde op hol gebrachte hoofd van haar dochter in goede banen zien te leiden. Inderdaad – Shakespeares zwanenzang (no pun intended) was niet het schoolvoorbeeld van nuance en subtiliteit... En dat is iets wat Taymor ter harte genomen heeft. Haar verfilming is radicaal, gestoord, hysterisch, hyperactief en ‘elektrisch’ – een term die pas op zijn plaats valt wanneer je de film gezien hebt. Een talentvolle cast met onder andere Ben Whishaw, Djimon Hounsou, David Strathairn, Chris Cooper en Felicity Jones maakt veel goed, net als de ijzersterke opening en het algehele lef dat hiervoor nodig was. The Tempest is ofwel krankzinnig meesterlijk, of een bijzonder tragisch fiasco – maar vooralsnog ziet het er niet naar uit dat het Nederlandse publiek de kans krijgt zelf te oordelen. Never Let Me Go (Mark Romanek) Romaneks nieuwste zal waarschijnlijk wel de Nederlandse bioscopen halen. De regisseur van One Hour Photo (2002) pakte Kazuo Iziguro’s geliefde roman Never Let Me Go (uit 2005) voor een moderne interpretatie van wat gemakkelijk Merchant-Ivory-materiaal had kunnen zijn. Met de voortreffelijke Carey Mulligan (An Education) aan kop, en Andrew Garfield (de nieuwe Spider-Man) en Keira Knightley aan haar zijden, heeft Romanek een genuanceerde, delicate en aangrijpende film afgeleverd die niet misstaat naast recente ‘genreklassiekers’ als Atonement (2007). De aristocratische zeepbel van films als Remains of the Day (1991) heeft plaatsgemaakt voor een veel blekere wereld, waarin tot op zekere hoogte dezelfde regels gelden, alleen nu met karakters die zich veel scherper laten kennen dan Anthony Hopkins’

butler in die film dat ooit had gekund. In februari gaat Never Let Me Go in première in België, en Nederland zal naar alle verwachting snel volgen. The King’s Speech (Tom Hooper) De verplichte dosis Britishness zal echter sowieso geleverd worden door Tom Hoopers The King’s Speech, een film die draait om een schitterend basisconcept: wat als de koning stottert? Met figuren als Richard III en George III hoef je natuurlijk niet lang te wachten voor een nieuwe Britse monarch met een tic, een afwijking of een handicap. Tijdens de jaren dertig van de vorige eeuw stond koning George VI (een mooie rol van Colin Firth) aan het hoofd van het Verenigd Koninkrijk. Zijn spraakprobleem werd een volledig obstakel toen het Britse eiland langzaam maar zeker deel werd van de Tweede Wereldoorlog en het volk verlangde naar een sterke leider – met een sterk stemgeluid. Een Australische acteur (de altijd schitterende Geoffrey Rush) werd binnen de paleismuren gehaald om Zijne Majesteit van Zijn Probleempje af te helpen. The King’s Speech is nergens melodramatisch, gaat nooit voor de gemakkelijke grappen, en weet altijd de sentimentele valkuilen behendig te ontwijken. Sterker nog: The King’s Speech wordt door insiders getipt als de underdog voor de Oscar voor Beste Film in 2011. Vanaf 17 februari, vlak voor de Oscaruitreikingen, kan ook Nederland zien of al die loftuitingen echt ergens op gebaseerd zijn. Another Year (Mike Leigh) Soms, echter, loopt Nederland voor op de Verenigde Staten. Dit jaar is dat het geval met Another Year, de nieuwste film van misschien wel de beste Britse regisseur van de afgelopen twintig jaar, Mike Leigh (Naked, Secrets and Lies, Vera Drake, Happy-Go-Lucky). Critici over de hele wereld liepen weg met de film na de succesvolle première op het filmfestival van Cannes, maar in

Nederland lijkt de film vooralsnog weinig teweeg te brengen (sinds 11 november is de film in selecte theaters te zien). Het beperkte aantal vertoningen tijdens het New York Film Festival was binnen een mum van tijd uitverkocht, dus het is wachten tot Oudejaarsdag tot ook de Amerikanen kunnen genieten van Leighs unieke, warme maar altijd scherpe visie op alledaagse levens. Start spreading the news… Ook na de eerste paar maanden van 2011 staan er heel wat spannende projecten te bonzen op de deuren van de wereldwijde filmwereld. Grootmeesters als Scorsese, Malick, Soderbergh en Spielberg komen met hun nieuwste films op de proppen – respectievelijk Hugo Cabret (in 3D!), The Tree of Life, Contagion, en zowel de eerste Kuifje-verfilming als een project genaamd War Horse. Daarnaast spreek ik namens iedere zelfrespecterende cinefiel (oké, Lost in Translationliefhebber) als ik zeg dat we staan te springen voor Sofia Coppola’s nieuwste, Somewhere, winnaar van de Gouden Leeuw tijdens het afgelopen filmfestival van Venetië. En dan is er nog Dustin Hoffmans regiedebuut Quartet, waarvoor hij acteergiganten Maggie Smith, Albert Finney en Tom Courtenay heeft opgetrommeld. Walter Salles (The Motorcycle Diaries) doet Jack Kerouacs On the Road, een mijlpaal in de Amerikaanse cultuur van de gehele twintigste eeuw. Maar bovenal kunnen we op 4 augustus naar de 3D-versie van De Smurfen, waarvan de trailer verreweg het meest angstaanjagende is wat ik dit jaar gezien heb. Ach, laten we er maar het beste van maken.  •


8 • Crossmedia

Fear and Loathing in Anvers Foto’s, Films en Facebook Door Rolf Beens Antwerpen centraal Wanneer men de kou instapt vanuit de warme treincoupé, is het eerste wat opvalt aan het centraal station van Antwerpen: haar grootte. Treinen zijn opgestapeld als de speelgoedtreinen in winkels, en roltrappen lijken wel eeuwig omhoog te gaan. Klungelend met onze tassen en koffers stapten wij, de vijftig afgevaardigden van Off-Screen, de roltrappen op en gleden we langzaam naar boven om verrast te worden door de pracht van de rest van het station. Bij de bovenste treden van de roltrap onthult zich een gigantische ruimte, met in de hoogte een reusachtige koepel. De eerste foto’s Terwijl ik het tafereel in mij opneem hoor ik van links en rechts de geluiden van camera’s. De eerste foto’s worden genomen, nog geen tien minuten na aankomst in Antwerpen. De komst van de digitale camera heeft ervoor gezorgd dat men niet spaarzaam hoeft te zijn met de foto’s. Ook de prijs van deze digitale camera’s heeft ervoor gezorgd dat zelfs studenten, slechts levend op hun studiefinanciering, ze kunnen kopen. Tientallen foto’s worden geschoten in luttele seconden, waarna men deze bekijkt en de keuze maakt te verwijderen of te behouden. Het is vreemd te bedenken dat men vroeger vaak niet meer dan dertig foto’s kon maken, afhankelijk van het fotorolletje.

Café d’Anvers Toen wij donderdagavond de hoek omgingen realiseerde ik mij plots dat het stadstafereel was veranderd: de straat kleurde rood door licht en de etalages vertoonden een ander soort waar. De club waar wij uit zouden gaan lag middenin de rosse buurt van Antwerpen. Het heette Café d’Anvers. Na een aanzienlijk norse bewaker te zijn gepasseerd, konden wij muntjes kopen voor de drankjes en daarna eindelijk de dansvloer op. De muziek klonk hard, terwijl de eerste stappen op de dansvloer werden gedaan. Middenin de eerste danspassen begon de massa zich plotseling van de vloer af te bewegen. De bar bleek twee drankjes per muntje weg te geven in plaats van één. Binnen twee minuten leek de gehele dansvloer met twee bier, twee wijn, twee tequila of twee cola te staan. De avond duurde lang, maar toch veel te kort. Veel mensen waren moe, enkelen lagen zelfs al te slapen, maar het ritme zat er bij de rest goed in. Toch werd besloten rond een uur of vier om weg te gaan, hoewel wij eerst nog een taxi moesten zien te vinden. Facebook.com en de rest van je leven Men kan onze reis gemakkelijk zien op de foto’s die er zijn gemaakt en op Facebook.com zijn gezet, maar slechts zij die werkelijk mee zijn gegaan op de reis kennen de exacte omstandigheden. De foto’s waarvan iemand niet zou willen dat zijn of haar ouders deze te zien zouden krijgen, verschijnen in tientallen op de site.

Hoewel privacy settings ervoor zouden moeten zorgen dat niet iedereen jouw foto’s zou kunnen bekijken, komt het vaak voor dat facebookers hun ouders hebben toegelaten tot hun facebookvriendenkring. Gedurende de reis was er ongeveer één camera per vijf mensen en die camera werd in zijn geheel volgeschoten met leuke, grappige en gênante foto’s. Wanneer ouders enkele van deze foto’s zouden zien kan er een geheel vertekend beeld ontstaan van hun kind. Het merendeel van de studenten kent deze feiten en heeft dan ook hun uiterste best gedaan om hun praktijken zo veel mogelijk te verhullen voor hun ouders, maar wat men vaak niet weet is dat de foto’s niet alleen effect hebben op de ouders. Wanneer ik over tien jaar alle foto’s terug zou zien zou ik kunnen denken: heb ik dat allemaal gedaan, was ik dat? Vermoedelijk ben ik niet de enige die dit zou denken. De waarheid is dat ik inderdaad alles op de foto’s heb gedaan, maar die persoon op de foto’s ben ik niet. De persoon op de foto’s is een persoon geconstrueerd uit meningen van mensen. Hij is een fabricage, die in elkaar is gezet door momentopnamen, gekozen door de mensen met de fotocamera’s. Deze fabricage neem ik mee voor de rest van mijn leven. Zijn er foto’s gemaakt van mij, terwijl ik een slechte tijd heb, dan zie ik de Antwerpenreis als een reis die ik niet leuk vond. Zie ik echter foto’s van mij, terwijl ik het leuk heb, dan stel ik mij een hele leuke


Crossmedia • 9

studentenreis voor. Evenementen zoals deze reis zijn momenten die bepalend zijn voor de rest van iemands leven, en zulk soort evenementen worden vaak gecombineerd met een overvloed aan foto’s. Iedereen maakt foto’s, gedurende de gehele dag is er geen moment waarop Big Brother niet meekijkt. Wanneer men in de avond stappen gaat, ziet men de volgende dag terug, wat men eigenlijk vergeten wilde. Het lijkt alsof het publiek tegenwoordig zo gemedieerd is dat de werkelijke beleving van een evenement niet langer centraal staat. Op het eerste gezicht maakte de bar, waar wij vrijdagavond met zijn vijftigen gingen drinken, geen gezellige indruk. Het was er benauwd en onze komst maakte dat alleen maar erger. Bij het tafelvoetbalspel stonden twee vermoedelijke corpsballen te spelen, en ze gaven niet de indruk hier snel mee te willen stoppen. Er was nauwelijks plek om de jassen op te hangen en de muziek stond veel te hard, maar toen werd er een ontdekking gedaan.Toen de drankkaart werd bekeken kwam men tot de conclusie dat drank in deze bar zeer goedkoop was, en zeer gevarieerd. Terwijl het bier, de flugelshots en de B-52’s met liters werden aangedragen, veroverde Nederland een plekje. Naast de bar en bij het tafelvoetbalspel stonden uitsluitend nog de vijftig afgevaardigden van OffScreen. Ook de DJ in de bar scheen dit in de gaten te hebben, gezien het feit dat er plotseling allerlei Nederlandse muziek

werd gedraaid. Na een goede hoeveelheid alcohol vertrokken wij richting onze volgende bestemming. De goede hoeveelheid alcohol was nodig, omdat de volgende bestemming een karaokebar was. Nadat we een flinke tijd hadden gezongen (voornamelijk de meisjes, want de DJ was seksedisciminerend) was de avond weer voorbij en gingen we naar het hostel. De bioscoop Metropolis Ver buiten het centrum van Antwerpen gelegen ligt de bioscoop Metropolis, een bioscoop met 24 filmzalen, 8100 plaatsen, 150 man personeel, een Free Record Shop en gemakkelijke stoelen. Hoewel er betaald moet worden voor de toiletten is dit een geweldige bioscoop. Volgens de medewerkers maakt de bioscoop voldoende winst en is het op zaterdagen verschrikkelijk vol. Maar hoe kan het dat een bioscoop van die grootte, gelegen in een saaie wijk, met 150 man personeel toch goed kan draaien, terwijl in Nederland men al moeite heeft om een bioscoop van redelijke grootte te vullen? Ik vroeg aan één van de medewerkers hoe het kan dat Belgen, en dan voornamelijk Antwerpenaren, zo veel naar de film gaan dat zij Metropolis draaiende kunnen houden. Ze antwoordde dat zij dat eigenlijk niet wist, maar dat ze dacht dat het misschien meer met de Nederlanders te maken heeft dan met de Belgen. Toen ik aan een andere medewerker vroeg of Belgen anders kijken naar

film en bioscoop dan Nederlanders meldde hij dat men in België eerder naar de bioscoop gaat dan dat zij een film downloaden. Toen ik vroeg waarom hij dat dacht antwoordde hij: ‘Jullie zijn gierig.’ Ik vroeg aan enkele andere medewerkers of zij weleens een film illegaal downloaden en kwam tot de ontdekking dat geen één van de tien dit wel eens deed. Toen ik in Nederland aan mensen in mijn buurt vroeg of zij wel eens films downloaden kwam ik tot een getal van acht uit de tien. Het lijkt alsof de Nederlander, zoals de tweede medewerker al dacht, inderdaad een stuk gieriger is. Zondag moest de Off-Screen- delegatie helaas alweer naar huis. Na vluchtig de beroemde vogeltjesmarkt van Antwerpen te hebben bekeken stapte men terug in de warme treincoupé op het mooie Antwerpen centraal. Helaas hadden veel andere mensen ook dit idee, met als gevolg dat het merendeel van de OffScreeners moest gaan zitten op de grond of op zijn of haar tas. Maar saluut, het was gezellig! En drie hoeraatjes voor zij van de Off-Screen commissies die dit hebben geregeld!  •


10 • Film

IDFA: de ongewenste effecten van documentaires Welke invloed hebben documentaires op de levens van hun personages? Door Erwin Smit Documentairefilms hebben altijd een doel voor ogen. Dit kan informerend, activerend of overtuigend zijn. Hoewel de documentaires op het International Documentary Filmfestival Amsterdam vaak afwijken van de documentaires die je op televisie tegen zou komen, blijft dit doel hetzelfde. Deze films beogen dus iets te veranderen in de denkwijze van de kijker, of proberen een onderwerp aan het licht te brengen waarvoor politieke en/ of financiële steun nodig is. Dit is allemaal wel leuk en aardig, toch hebben documentairefilms, waaronder die van het IDFA, een ander effect op de samenleving dan ze nastreven.

omslagpunt te herkennen wanneer de mannen eindelijk geconfronteerd worden met extreme adrenalineuitspattingen tijdens een vuurgevecht met een vijftal Taliban-strijders. Een discutabele scène geeft weer hoe deze inmiddels opengereten Talibanstrijders respectloos worden behandeld. De grote vraag die zich nu aandoet, is de vraag of dit geen oorlogsmisdaad is, vooral aangezien de Deense militairen dit met veel grappen en grollen een liquidatie noemen. Op dit punt snijdt de documentaire dus een gevoelig onderwerp aan, want wij mensen thuis voor de buis ‘kunnen niet begrijpen hoe de situatie daar is’, en mogen dus niet oordelen of dit juistheid van handelen is. Toch verafschuwde een volle bioscoopzaal deze scène en zijn naslag.

Armadillo (Janus Metz) Een mooi voorbeeld hiervan is één van de publiekstrekkers tijdens het IDFA, Armadillo (2010) van Janus Metz. Waar het begint met een ontroerend afscheid van de uitgezonden Deense militairen door geliefde familie en vrienden, slaat deze film al snel over naar de eindeloze leegte van de Afghaanse woestenij. Als toeschouwer volg je een Deense attack force in het militaire kamp Armadillo, dat wordt getergd door de aanhoudende verveling als resultaat van die leegte. Om dit op te vullen hebben ze onder andere porno (wat de kijker zeker niet wordt bespaard) de meest onzinnige gesprekken en missies waarbij zich nauwelijks actie voordoet. Persoonlijk vind ik dat deze eentonigheid de film zelf een beetje saai maakt. Het doel om de saaiheid te portretteren voor het thuispubliek maakt de Armadillo zelfs een saaie film.

De Denen in kwestie liepen door het geschoten beeldmateriaal de kans veroordeeld te worden als oorlogsmisdadigers en erger nog : ze stonden in het middelpunt van publieke schande. De regisseur vertelde tijdens de Q&A dat hij het oordeel hierover in het midden wilde laten, maar heeft inmiddels vele vriendschappen met zijn ‘strijdmakkers’ zien sneuvelen. Mensen die Metz hebben beschermd in tijden van vuurgevechten, mensen met wie een speciale band was opgebouwd. Deze vriendschappen zijn simpelweg vernietigd door de keuzes die een regisseur maakt.

Echter, er is een toonaangevend

iThemba (Elinor Burkett) Een ander voorbeeld is het prachtige iThemba (2010) van Elinor Burkett. iThemba is hartverwarmend en hilarisch tegelijkertijd, terwijl het ook nog eens de financiële en politieke problemen in het Afrikaanse land Zimbabwe weergeeft. De film laat een school voor kansarme lichamelijk gehandicapte

kinderen zien. In deze school vinden we een groepje muzikanten die gezamenlijk de band ‘Liyana’ vormen. Muziek betekent werkelijk alles voor ze, en niet alleen omdat ze zo goed zijn. Eerst verschopt door de Zimbabwaanse maatschappij, waarin een handicap wordt geassocieerd met hekserij, laten ze zien dat ze wel meetellen, en de aarde is hun podium. De vele personages hebben veel te bieden in de film; neem bijvoorbeeld de hilarische Marvelous, die als echte grappenmaker en player in een rolstoel door het leven gaat. Toch concentreert deze documentaire zich vooral op de zangeres, Prudence, die met een moeilijke achtergrond en een stem als een engel alle harten verovert. De regisseuse heeft hier een cruciale fout gemaakt. Haar doel was wellicht om mensen kennis te laten maken met de problemen van deze beduidend interessante minderheid. En tevens het pad van Liyana naar internationale glorie in kaart te brengen, misschien zelfs om geld los te krijgen bij donerende instanties. Maar de keuze om op één personage te concentreren, zonder dat dit oorspronkelijk de afspraak was, heeft voor veel ophef gezorgd onder de bandleden. De band was er uiteindelijk zo kapot van dat het voortbestaan ervan niet langer een feit is. En juist Prudence lijdt het meeste onder deze breuk, gezien ze geen andere kans in het leven bleek te hebben dan haar zangkwaliteiten. Dit leidt dus tot het tegenovergestelde effect van het beoogde doel van Burkett, die zelf tijdens de Q&A meldde dat zij hier ook enigszins bedroefd onder was. Umoja: No Men Allowed (Elizabeth Tadic) Umoja: No Men Allowed (2010) van Elizabeth Tadic is tevens een film waarin de keuzes van filmmakers


Film • 11

tot ongewenste gevolgen leidden. Tadic focust in deze documentaire op mishandelde vrouwen in het Noorden van Kenia. Deze vrouwen hebben ervoor gekozen om hun eigen dorp op te richten waar mannen niet welkom zijn. De regisseuse snijdt hier een zeer gevoelig onderwerp aan, want vrouwen worden inderdaad op gruwelijke wijze behandeld in dergelijke Afrikaanse landen. De man wordt, misschien terecht, als een extreme boeman geportretteerd. Daarnaast stuit de documentaire op veel meer onderwerpen die van toepassing zijn. Zo blijkt de vrouwenverkrachting door Britse gestationeerde militairen in het gebied een immens probleem te zijn. Een onderwerp dat voor het gemak maar achterwege wordt gelaten. Tevens vergeet Tadic het toenemende AIDS-probleem, ook in dit dorp, toe te lichten. Punten zoals wenselijke zwangerschappen worden pas tijdens de Q&A uitgelegd: vrouwen verlaten het dorp dus wel eens alleen om zwanger te worden. Alles bij elkaar schept de versimpelde versie van het verhaal een incorrect beeld van de werkelijkheid. Als gevolg zie je dit dorpje steeds meer een toeristische trekpleister worden, iets wat goed is voor de inkomsten, maar de echte problemen worden uiteindelijk nooit aangepakt. Terwijl Tadic toch echt een beeld probeerde te scheppen waarbij de kijker zich zou kunnen inleven met de vrouwelijke slachtoffers. Alle documentaires hebben dus een doel voor ogen, maar of ze dit bereiken is niet eens van groot belang. Want in feite is het veel belangrijker welk effect ze hebben op de mensen of de omgeving die het betreft. In veel gevallen zijn deze negatief, hoewel niet ontkend kan worden dat er ook positieve gevolgen

plaats kunnen vinden. Maar het blijkt uit de genoemde voorbeelden dat de persoon met het beeldmateriaal liever voor persoonlijk succes gaat, dan zich met de gevoelens van de personages bezig te houden. Ik ontken ook niet dat er veel films zijn waar dit niet of nauwelijks aan de orde is. Toch blijkt uit deze voorbeelden waar de situatie zich dusdanig voordoet, dat men meer moet gaan opletten bij het filmen en bewerken van de documentaires. De documentaire mag in feite nooit als fly on the wall gezien worden, want de gevolgen zijn soms niet meer te overzien.  •


12 • Film

Anton Corbijn

‘Ik wil met mijn camera alleen dichter bij de muziek komen, niet dichter bij de popster.’ Door Frank van Wijhe

Anton Corbijn; wereldberoemde fotograaf voor bands zoals U2, Metallica en Coldplay. Heeft videoclips gemaakt voor onder andere Johnny Cash en Nirvana, en regisseerde onlangs George Clooney in The American (2010). Maar zelf staat hij niet graag voor de camera. Google zijn naam en je zult vooral zijn werk vinden. Slechts hier en daar laat hij zich strikken voor een interview; en dan het liefste over zijn werk. Het is tijd om Corbijn eens in het spotlight te zetten: wie is die man, die werkt met de top van de popcultuur, maar zelf buiten beeld blijft? Opvallend voor Corbijn is zijn eerlijkheid. Hij geeft toe geen planner te zijn, maar veel op intuïtie te doen. De man die veel respect geniet in zijn vakgebied erkent niet zo’n techneut te zijn. Hij begon zonder echte ervaring met een 8mm camera. Zijn opleiding heeft hij niet afgemaakt. ‘Het gaat ook niet om de technische kennis en kunnen, het gaat om visie.’ Fotograferen ziet hij als het oplossen van problemen. Die houding heeft hij meegekregen uit de korte periode dat hij een opleiding volgde. Hij had les van een fotograaf die speciaal één dag naar Nederland kwam om les te geven. Aangezien Corbijn niet de enige was die les had, kreeg ieder maar slechts een paar minuten de tijd om zijn gang te gaan, de omgeving te gebruiken. ‘Je wordt steeds vindingrijker, dat was mijn scholing en dat pas ik nog steeds toe.’ Eén van Corbijns meest opvallende producten is een boek waarin hij zelf wel schittert. Niet als zichzelf: maar als een verschillende, reeds overleden, popsterren. Daarin ging hij terug naar de tijd waarin hij, maar ook ‘de jeugdigheid’, hunkert om zelf een bekend persoon te worden. Onderdeel van de groten der aarde. In deze serie portretteert hij iedereen die wat voor hem heeft betekent. Hij ziet het als een eerbetoon, als een commentaar op de popscene van een tijd terug. De grondslag voor zijn unieke stijl ligt bij zijn focus. Enigszins minachtend heeft hij het over hoe iedereen er

tegenwoordig ‘sexy’ uit moet zien, het standaard beeld dat mensen hebben van popsterren en andere iconen. ‘Ik heb me altijd geconcentreerd op schoonheid. Maar dan schoonheid van karakter, van binnenuit. Een schoonheid van ideeën, van vorm. Niet van de voor de hand liggende beauty-schoonheid: dat past helemaal niet bij mij.’ Die schoonheid is wat hem inspireert en enthousiast voor zijn vak houdt. Hij ziet schoonheid in de kleinste dingen, in de meest normale dingen. Hij zegt: ‘ik zie elke dag iets prachtigs.’ En hij hoopt dat anderen door zijn foto’s een deel van zijn kijken over kunnen nemen, open kunnen staan voor de mooie dingen. Zoals ze zijn, niet zoals ze mooi gemaakt worden. ‘Mijn foto’s kan ik maken omdat ik mij kwetsbaar durf open te stellen. Ik denk dat een

deel van die kwetsbaarheid in de foto’s zelf zit.’ Corbijn heeft zich nooit gehouden aan slechts één aspect van beeld vastleggen. Naast fotografie heeft hij een flinke carrière opgebouwd binnen de muziekwereld als regisseur van videoclips. Zonder ook maar enige concessie te doen aan zijn eigen stijl en visie. Hij heeft een hekel aan zogeheten performancevideo’s. Moderne clips en MTV kijkt hij al jaren niet meer. Zijn stijl is onafhankelijker; wat bleek toen zijn clip voor Viva La Vida van Coldplay niet internationaal werd gemaakt. Het was te afwijkend. Er kwam een Amerikaanse remake en zijn versie is alleen op YouTube te vinden. Veel maakt hem het niet uit, het gaat hem niet om de populariteit, maar om het product. Een product dat niet de popster moet dienen, maar de muziek.


Film • 13

‘Ik heb niet veel met de snelle editing van tegenwoordig. Ik benader mijn muziekvideo’s meer als een kleine film, die een verhaal over wil brengen.’ Dat was een van de fouten die hij zag in de jaren ’80, tijdens de opkomst van muziekvideo’s. Hij kon boos worden om de videoclips, die afbreuk deden aan de nummers. Hij had zelf de drang om het beter te doen. Geordend werken doet hij niet, het komt vanuit het creatieve proces om de muziek naar beeld te vertalen. ‘Mijn video’s komen vanuit het geluid, niet vanuit de teksten. Het is ook de sound die ik vertaal naar video, niet de teksten.’ Zijn scripts waren vaak onbegrijpelijk voor buitenstaanders, het was op basis van vertrouwen dat hij ze mocht uitvoeren. Vaak tot tevredenheid van de muzikanten, hoewel The Killers erkende hun eigen video niet te begrijpen. Merkbaar ligt zijn eigen fascinatie nog steeds bij de band

George Clooney in The American

Joy Division. Voor deze band is hij eind jaren ‘70 speciaal naar London verhuisd, heeft hij meerdere video’s en foto’s mogen maken en uiteindelijk zelfs een film Control (2007), over het leven van zanger Ian Curtis. Het was deze film die hem op zijn huidige spoor heeft gezet, als filmregisseur. Nu steeds meer muziekvideo’s performancevideo’s worden, gaat hij op zoek naar een ander terrein om zich in te ontwikkelen. Zijn meest recente spoor leidde tot een samenwerking met George Clooney voor The American. Deze film werd door zowel critici als publiek positief ontvangen en herbevestigde Corbijns talent voor het vertellen van een beeldverhaal. Hij ziet het dan ook niet als een logisch vervolg op zijn fotografie of muziek video’s, het is niet te vergelijken: ‘Nee, totaal niet… Misschien als je gewend bent aan enorme set-ups, wanneer je met

reclames bezig bent. Maar zo werk ik niet. Het is een grote stap’, aldus Corbijn. Hoewel hij steeds op zoek is naar nieuwe leergebieden, blijft hij trouw aan zijn eigen visie. Lang ziet hij zichzelf niet regisseur zijn. Voor ogen heeft hij om nog één film te maken en dan weer op zoek te gaan naar iets nieuws. Zo blijft hij constant innoveren en nieuwe mogelijkheden zoeken. Met zijn eigenwijze visie wil hij ons deelgenoot maken van zijn zicht op het mooie in de wereld. En ongetwijfeld ook geld verdienen, maar daar hoor je hem niet over.  •

Dit artikel is geschreven naar aanleiding van de Q&A op de Anton Corbijn-avond tijdens het Shoot Me!-filmfestival in Den Haag, op 12 oktober 2010.


14 • Xi's Jaarlijst 2010

De Grote Xi-jaarlijst 2010 Het was het jaar dat onze generatie haar eigen voetbaltrauma kreeg, waarin we nog steeds wachtten op de western van Martin Koolhoven en waarin de kerstheld van 2009 langzaam vergeten werd. Wie herinnert zich Jasper Schuringa nog? Xi blikte terug op het afgelopen jaar en scheidde het kaf van het koren. Het resultaat is deze jaarlijst met de 25 belangrijkste, meest aanwezige, innovatieve, interessantste en tragische mediafiguren van 2010.

1. Mark Zuckerberg Normaalgesproken verschijnt een film over je leven pas als je dood bent. Niet in het geval van Facebookopperhoofd Marck Zuckerberg. The Social Network verhaalt over hoe de nu pas 26-jarige Zuckerberg van Harvard-student één van de meest succesvolle internetondernemers ooit werd. Blij was hij zelf niet met de film. Toen hij werd gevraagd wat er dan allemaal mis was, antwoordde hij: ‘Waar moet ik beginnen?’ Toch slaat de film, die overigens claimt niet te zijn gebaseerd op waargebeurde verhalen, volgens hem niet geheel de plank mis. ‘Alle truien en shirts die ik in de film draag, zijn ook truien en shirts die ik daadwerkelijk bezit.’

Met zijn site gaat het ook niet slecht. In juli bereikte het aantal gebruikers de half miljard. Officieel is Hyves in Nederland nog de marktleider wat betreft social network sites, maar het lijkt een kwestie van tijd voordat gaat veranderen. Financieel heeft de populariteit van Facebook hem in ieder geval geen windeieren gelegd. De waarde van Facebook wordt geschat op 15 miljard dollar, het inkomen van Zuckerberg zelf op 6,9 miljard dollar. Hiermee staat hij op nummer 35 in de Forbers-lijst van rijkste mensen ter wereld. Zijn site is echter niet van onbesproken gedrag. Verschillende malen is

bijvoorbeeld de privacy in opspraak gekomen– de grootste rel aangaande het advertentiebedrijf Beacon was echter alweer drie jaar geleden. En hoewel het vast niet allemaal gegrond is, de wikipediapagina ‘Criticism of Facebook’ bijna net zo lang als de pagina van de site zelf. Tegelijkertijd speelt Facebook binnen allerlei politieke campagnes en acties een steeds grotere, niet te onderschatten rol. Het is dit wat het fenomeen ook zo ongrijpbaar maakt, en de film The Social Network zo interessant: is Facebook een bad guy of niet?


Xi's Jaarlijst 2010 • 15

2. Geert Wilders Geert Wilders was waarschijnlijk het meest prominent op de Nederlandse televisie in 2010. Zowel vanwege zijn proces, als vanwege het debat dat door zijn inzet is ontstaan omtrent onder andere ‘Linkse Hobby’s’. De cultuurbezuinigingen zoals aangekondigd door het kabinet Rutte I, werden door hem aangedreven en beïnvloedden ook Hilversum, waar het Metropool Orkest en Omroepkoor dreigen te verdwijnen. De plannen om flink op de publieke omroep te bezuinigen zijn er ook al. Daarnaast bevat Wilders als een van de weinige politici de eigenschap om de televisie te domineren, zonder ooit in een programma te verschijnen. 3. Julian Assange Hij is de man achter de website Wikileaks.org, die dit jaar het wereldnieuws haalde doordat zij geheime documenten van de Amerikaanse defensie lekten met onder andere informatie over de oorlogen in Irak en Afghanistan. Volgens de Amerikaanse defensie bracht het de troepen in gevaar, maar de website bleef publiceren.

Julian Assange

Daarnaast doken in het najaar van 2010 berichten op dat Assange zou worden gezocht op verdenking van verkrachting en aanranding. Assange, die een teruggetrokken bestaan leeft, sprak deze berichten tegen en noemde het een lastercampagne. Er was een internationaal opsporingsbevel tegen hem gericht. Inmiddels is hij gearresteerd. 4. Christopher Nolan Hoewel hij begon met de eigenzinnige lowbudget film Following (1998), heeft regisseur Nolan zich de laatste jaren toegelegd heeft op de grote, spectaculaire Hollywoodblockbuster. Dat hij daarbij zijn eigenzinnigheid heeft weten te behouden en bovendien complexiteit niet uit de weg gaat, maakt de Brit tot de succesvolste regisseur van zijn generatie. Dat werd na kaskraker Inception alleen maar duidelijker. Op een toegankelijke manier intellect met spektakel kunnen combineren, dat is maar weinigen gegeven. 5. Steve Jobs Hij zou er als directeur van Apple elk jaar in kunnen staan. Rondom de lancering van de iPad maakte hij duidelijk dat

een uitgekiende promotiecampagne en goede marketing veel belangrijker zijn dan kwaliteit. Het woord hing op iedereens lippen, de naam Steve Jobs is zelfs bij de grootste leek bekend. Bovendien reikt zijn invloed verder dan Apple alleen. Hij zit in de raad van bestuur bij Walt Disney en is met mediamagnaat Rupert Murdoch bezig aan een krant uitsluitend voor tabloidcomputers. 6. Jelle Brandt Corstius Jelle Brandt Corstius stapte dit jaar niet alleen definitief uit de schaduw van vader Hugo en zus Aaf, maar degradeerde hen tevens tot respectievelijke vader - en dochter van. In 2009 kreeg hij al een eervolle vermelding van de jury van de Zilveren Nipkowschijf voor zijn serie Van Moskou tot Magadan en dit jaar werd zijn tweede succesvolle serie over Rusland Van Moskou tot Moermansk uitgezonden. Daarnaast mocht hij dit jaar de 23e serie van het prestigieuze Zomergasten presenteren. Een riskante opgave, maar één die hij met verve heeft vervuld. 7. Kathryn Bigelow Het werd hoog tijd, maar nu is het dan eindelijk zover. Een vrouw wint de Oscar voor de beste regie. Bigelow, die het beeldje voor het in 2008 uitgekomen oorlogsdrama The Hurt Locker won, schrijft daarmee filmgeschiedenis. Dat de film eerst nauwelijks aandacht trok is vreemd, want bij de re-release in 2009 en in Nederland in 2010, oogstte de film zowel commercieel succes als positieve kritieken. Dit is de film die Bigelow, na de ook al opvallend masculiene Point Break (1991) en Strange Days (1995), definitief op de kaart heeft gezet. 8. Oh Oh Cherso De televisieaandacht voor Griekenland in 2010 was zonder meer opzienbarend.


16 • Xi's Jaarlijst 2010

Was het aan het begin van jaar nog het nieuws door het dreigende faillissement, aan het eind van de zomer werden de avonturen van acht Hagenezen in Chersonnisos massaal bekeken. De Nederlandse versie van Jersey Shore bevatte types als Barbie en Jokertje die bij menig koffieautomaat zijn besproken en gepersifleerd. Daarnaast doken de acht op in menig televisieprogramma en toeren ze het komende jaar hoogstwaarschijnlijk nog door Nederland, van discotheek naar discotheek. 9. Dick Maas De hype bij het verschijnen van Sint, Maas’ grootste succes sinds de Floddertriologie, was net zo belangrijk als de film zelf. Op zich een leuk concept, die horror-Sint, als variant op de enge Amerikaanse Kerstman. Dat vervolgens regisseur Johan Nijenhuis en de ouderorganisatie Ouders en Coo zich druk maakten om de bijbehorende poster, kan voor Maas alleen maar goed zijn geweest. Na zijn mislukte Hollywood-avontuur en het magere Moordwijven (2007), kunnen we met Sint in 2010 spreken van de terugkeer van Dick Maas.

Pulp Fiction (Banksy)

10. Anton Corbijn Als fotograaf was hij al wereldberoemd, maar daar is hij nu wel klaar mee. Als filmmaker timmert de timide man uit het dorpje Strijen inmiddels behoorlijk aan de weg. Commerciële pretenties lijken hem vreemd, maar na het succesvol onthaalde Control (2007), zorgde opvolger The American dit jaar ook in de Verenigde Staten voor veel bioscoopbezoek. Een toegankelijke film was het, ondanks superster George Clooney, zeker niet. Sterker nog: de film blonk vooral uit in haar traagheid, subtiliteit en landschappen. In deze Xi staat een uitgebreid profiel van de man. 11. Rutger Castricum en Dominique Weesie (Powned) Ze hebben beloofd een bom onder Hilversum leggen en zouden zo van binnenuit het bestel opblazen. In de eerste maanden van het nieuwe televisieseizoen leek het alsof Weesie en Castricum met dit doel te veel hooi op hun vork hadden genomen, maar toch slaagden ze erin om de laatste maanden steeds meer kijkers voor hen te winnen. In november trokken zij zelfs vaak twee keer zoveel kijkers als Paul de Leeuws MaDiWoDoVrijdagShow, die

voor hen werd uitgezonden. Wellicht vinden velen dat de interviewstijl van Rutger Castricum en consorten de schop onder de kont is die Hilversum nodig had. 12. Banksy Hij was een mysterie als graffitiartiest, maar werd langzamerhand wereldberoemd vanwege zijn geestige, politieke en eigenzinnige werk. Het boek Wall and Piece dat van zijn werk werd uitgebracht misstaat op geen enkele koffietafel. Dit jaar kwam de film Exit Through the Gift Shop uit, die over hem zou gaan, of althans door hem geregisseerd werd. Wie dacht meer over hem te weten te komen, kwam bedrogen uit: hij vergrootte het mysterie. Hoax of niet: de reacties waren vrijwel unaniem positief. Terwijl zijn populariteit blijft groeien, blijft zijn identiteit onbekend, hetgeen hem alleen maar interessanter maakt. 13. Femke Halsema De tweede politicus in de top 25 en in 2010 volop in het nieuws. Begin dit jaar werd ze nog genoemd als een wenselijke nieuwe premier namens links, en ze eindigde het jaar zingend in de documentaire De Leugen van


Xi's Jaarlijst 2010 • 17

haar man Robert Oey, over de affaire Hirsi Ali, die leidde tot de val van kabinet Balkenende II. Als één van de weinige Nederlandse politici is ze online zeer succesvol. Ze is fervent twitteraar en introduceerde dit jaar het Twitter-uur, waarbij ze vragen van volgers beantwoordde. 14. Paul de Leeuw Het was het jaar dat Paul de Leeuw viel. Aan het begin van jaar hing hij het format Lieve Paul al aan de wilgen, omdat dit het succes van Mooi! Weer de Leeuw niet kon evenaren. Hij keerde terug met X de Leeuw, een format dat ook geen lang leven beschoren was. Het derde format, de MaDiWoDoVrijdagshow liet hem elke dag op de buis verschijnen – wat een absolute overkill betekende en hem langzaam verder liet wegzakken in het moeras van kijkcijfers. 15. Marcus ‘Notch’ Persson Niet alleen personen die bij het grote publiek bekend zijn, ook veelbelovende, kleine en innovatieve namen verdienen een plek in deze lijst. Onder hen de Zweedse indie game designer Marcus Persson, bijgenaamd Notch. Hij bracht dit jaar de eerste versies van het spel Minecraft op de markt, dat zelfs in vroege stadia al uitblonk vanwege de kubistische vormen in een driedimensionale wereld. Inmiddels is Persson bezig met het opzetten van een eigen gamestudio om zo de ontwikkeling van het spel in een hogere versnelling te zetten. Het maakt de verwachtingen voor de uiteindelijke versie alleen maar hoger. 16. Bert Brussen De internetjournalist Bert Brussen kwam in augustus van dit jaar breed in het nieuws nadat hij een doosbedreiging aan het adres van Geert Wilders had ge-retweet. Het Openbaar Ministerie wilde hierop - naast de originele auteur MoManagerMo, ook Brussen verhoren op verdenking van opruiing en bedreiging van Wilders. Dit leidde tot Kamervragen en bracht

tevens een discussie over de rol van de twitterende journalist teweeg. Een debat dat tekenend is voor de mediacultuur anno 2010. 17. Silvio Berlusconi Hoewel zijn populariteit in Italië soms tanende lijkt, was zijn aanwezigheid in 2010 nog als vanouds. Op ongeveer 90 procent van de Italiaanse televisie heeft hij invloed, statistieken die alleen door dictaturen worden overstegen. Daarnaast weet hij zich door een hele reeks incidenten een prominente plaats in de internationale media verzekerd: misplaatste grappen, feestjes met veel te jonge meisjes, en een bekogeling met een replica van de Dom van Milaan. Het allerbelangrijkste is dat in het geval van Berlusconi zijn media-

hij allang niet meer; hij is op weg de grootste lichtekooi van de Nederlandse televisie te worden. En met succes. 19. Valentine van der Lande In het debat rondom nieuwe media gaat het vaak over de angst dat oudere media zullen verdwijnen. Dat deze elkaar prima kunnen versterken wordt daarbij vaak vergeten. De 32-jarige Van der Lande weet dat. Zij lanceerde dit jaar de website TenPages.com, waar aspirant-schrijvers tien pagina’s van hun manuscript online kunnen plaatsen. Lezers en uitgevers kunnen het lezen en investeren in aandelen om zo het boek ook daadwerkelijk uit te geven. In 2011 hoopt ze op deze manier 25 boeken te hebben uitgegeven.

Wim de Bie

aanwezigheid veel belangrijker is dan presidentschap. Dat hij er al zo lang zit, maakt het des te merkwaardiger. 18. Jeroen van Koningsbrugge Dat hij sympathiek is, geen vlieg kwaad doet en bovendien veel geslaagde grappen maakt, mag bekend worden verondersteld. Hij werd dit jaar genomineerd voor een Zilveren Televisiester, wat perfect past bij de manier waarop hij langzamerhand de ultieme publieksfavoriet aan het worden is. Van diep in de nacht bij Talpa en op de zondagavond bij de VPRO, stapte hij dit jaar over naar de AVRO. Daarnaast ging hij aan de slag bij kijkcijferkanon Ik Hou van Holland. De helft van ‘de nieuwe Koot & Bie’ is

20. Wim de Bie Nadat Bieslog in 2008 was gestopt, was het even stil rondom Wim de Bie. Tot januari van dit jaar, toen hij aankondigde een jaar lang ‘onze’ Nationale Mental Coach te zijn. Een rol waarin de 71-jarige Bie succesvol gebruik maakt van nieuwe media en speelt met echt en onecht. Hoogtepunt in deze was zijn verslaggeving tijdens de alternatieve verkiezingsavond 9 juni op Nederland 3, toen hij de kijkers van bijstond met tabellen en grafieken. Behalve dat hij bewees nog steeds feilloze satire te kunnen bedrijven, werkte hij mee aan een initiatief dat op een innovatieve manier probeerde internet en televisie te verenigen.


18 • Xi's Jaarlijst 2010

21. Coen Verbraak De winnaar van de Zilveren Nipkowschijf 2010 was Coen Verbraak, die onder meer schrijft voor Vrij Nederland en Volskrant Magazine. De prijs werd uitgereikt voor zijn serie Kijken in de Ziel: Psychiaters (RVU). Deze serie gaf een inkijk in de menselijke geest, het vak van psychiater en behandelde tegelijkertijd ethische vraagstukken. De serie werd dit jaar herhaald en er volgde eveneens twee nieuwe reeksen: een driedelige reeks over toptrainers en een zesdelige reeks over strafpleiters, beiden bij de NTR. Hiermee maakte Verbraak een op tv bijna onzichtbaar genre succesvol: het diepte-interview. 22. Thomas Vinterberg Het laatste succesvolle wapenfeit van de Deense filmmaker en medeauteur van het Dogmamanifest Thomas Vinterberg kwam uit 1998: Festen. De vier films die hij hierop maakte, flopten stuk voor stuk. Het was dan ook er op of eronder voor Vinterberg, die in 2010 met Submarino op de proppen kwam. Het bleek het eerste. Submarino is een aangrijpend verhaal over twee broers uit een verscheurd gezin, die alles op alles zetten om te overleven. De film zorgde dan ook voor de comeback van Vinterberg. 23. Carice van Houten Ze speelde een succesvolle rol in De Gelukkige Huisvrouw, maar dat doet

Carice van Houten

er eigenlijk weinig toe. De innemende persoonlijkheid Carice is inmiddels belangrijker geworden dan de actrice. Of ze nou haar eigen muziekavond programmeert of voor het Wereldnatuurfonds naar Schildpadjes op Bonaire kijkt. Als Carice het doet, is het leuk. Langzamerhand wordt duidelijk dat ze te groot voor Nederland geworden is. Te hopen is dat ze komend jaar dan eindelijk doorbreekt in Hollywood, zoals het hoort, en ze het niet meer hoeft te doen met de vrijwel onzichtbare rollen die ze daar tot nu toe kreeg.

Alexander Klöpping

24. Alexander Klöpping Het is altijd leuk om een Media en Cultuur-student in een dergelijke lijst te betrekken. Maar het is niet

slechts ijdeltuiterij. Reeds op zijn 16e richtte hij een eigen internetbedrijf op, thegadgetcompany.nl. Als internetondernemer timmert hij aardig aan de weg. In De Wereld Draait Door, één van de belangrijkste graadmeters van aanwezigheid op de Nederlandse tv, werd Klöpping dit jaar synoniem aan Nieuwe Media. Wat er op dat vlak ook gebeurd, hij is aanwezig. Inmiddels mag hij presentator Matthijs van Nieuwkerk dan ook bij zijn voornaam noemen. 25. Joran van der Sloot Joran van der Sloot, onze nationale tvcrimineel, werd dit jaar gearresteerd op verdenking van moord op de Peruaanse Stephany Flores en afpersing van Mevrouw Holloway. Hierdoor werd hij uitgebreid besproken in nationale en internationale media. De hoofdrollen waren hierin weggelegd voor John van den Heuvel, 'Terror' Jaap Amesz en bovenal Peter R. de Vries. Voorlopig ziet het er niet naar uit dat de Joran-soap is afgelopen en deze zal hoogstwaarschijnlijk ook in het volgende jaar de waan van de dag bepalen.  • Redactie: Jeroen Slot en Timo Koren Met medewerking van: Andrea Peelen, Erwin Smit, Julius Koetsier, Laurent Hubeek, Madina Gireeva, Karin Oenema, Peter Augustinus Smet, Sabine van Velden, Stephen van Hoek.


Xi's Jaarlijst 2010 • 19


20 • Film

Afro's en aliens

Het Afrofuturisme in de populaire cultuur

George Clinton

Door Bart Delwig In 1996 verscheen de documentaire The Last Angel of History. Verwijzend naar Walter Benjamins beroemde weergave van geschiedenis als een engel die terugkijkt naar het verleden terwijl ze richting de toekomst vliegt, laat John Akomfrahs filmessay een soortgelijke vlucht zien door de geschiedenis van sciencefiction en zijn relatie tot de Pan-Afrikaanse ervaring. The Last Angel of History kijkt naar stijlfiguren van het sciencefiction genre, zoals ruimteschepen, tijdreizen en hightech futurisme zoals ze afgebeeld worden in de Pan-Afrikaanse cultuur. Akomfrah ziet sci-fi als een uitdrukking van zowel de ‘otherness’ in relatie tot de blanke wereld, als van bepaalde discoursen van de zwarte culturele bevrijding. Dit zijn grote beweringen, maar hij levert een paar overtuigende argumenten.

Akomfrahs visie in The Last Angel of History staat ook wel bekend als het Afrofuturisme. Dit is een opkomende literaire en culturele stroming die elementen van sciencefiction, historische fictie, fantasie en Afrocentriciteit mengt om niet alleen de hedendaagse problemen van gekleurde mensen te bekritiseren, maar ook om gebeurtenissen uit het verleden te heronderzoeken en te herzien. Voorbeelden van Afrofuturisme zijn bijvoorbeeld de boeken van Samuel R. Delany, of de muziek van Sun-Ra en George Clinton. Clinton beschreef zijn vierde album, Mothership Connection (1975), als een zoektocht om de Afro-Amerikaan in de ruimte te plaatsen. De cover van het album laat een donkere man zien in een Cadillacachtig ruimteschip. Het album zelf bestaat zelf uit veel James Brownachtige grooves, maar gevuld met de straattaal van toen.

Sun Ra, pseudoniem van Herman Poole Blount, beweerde dat hij tot het ‘Ras van Engelen’ behoorde, afkomstig van Saturnus. Zijn muziek en teksten, die elementen van Afrikaans en AfroAmerikaans theater mengde met wijsheidsreligie om verlichting te prediken, waren onderdeel Sun Ra’s filosofie die al veel weg had van het Afrofuturisme. In de boeken uit de jaren ‘60 van Samuel R. Delany, zoals Dahlgren (1975), komt een aantal elementen van Afrofuturisme voor, en daarmee is Delany één van de eerste schrijvers die deze filosofie in zijn boeken verwerkte. Het Afrofuturisme komt echter helemaal tot zijn recht in de boeken van Octavia E. Butler. In haar boek Kindred (1979) gebruikt ze het sciencefiction element van tijdreizen als motief om de slavernij in de Verenigde Staten te onderzoeken. Het verhaal gaat over Dana, een Afro-Amerikaanse


Film • 21

vrouw, die in 1976 wordt verplaatst naar het Maryland van begin 1800. Hier ontmoet ze haar voorouders: Rufus, een blanke slavenhouder, en Alice, een Afro-Amerikaanse vrouw die in vrijheid was geboren maar later de slavernij in gedwongen werd. Hoewel dit werk vaak als sciencefiction wordt betiteld, noemt Butler het zelf ‘duistere fantasie’ omdat er geen wetenschap in voorkomt, en er nooit uitleg wordt gegeven aan het tijdreizen. Juist dit gegeven is een kernpunt in de afrofuturistische filosofie. Er worden weinig wetenschappelijke verklaringen gegeven, maar alles wordt symbolisch behandeld. Futuristische ideeën worden puur aangehaald om het verleden en het heden te analyseren. Butler, Sun Ra en Clinton hadden in de jaren ’60 en ’70 al grotendeels de basis gelegd voor een nieuwe stroming. Het is echter pas in 1995 dat de term Afrofuturisme wordt genoemd door Mark Dery, in zijn essay Black to the Future. Tot die tijd is de term weinig tot niet uitgewerkt in film, maar een jaar na Dery’s invloedrijke essay verscheen de documentaire The Last Angel on Earth. In een non-lineaire stijl zien we een verzameling van archieffoto’s en filmmateriaal van artiesten die met het Afrofuturisme te maken hebben, zoals George Clinton, en critici zoals Greg Tate en Lee Perry. Deze vertelling van de geschiedenis van het Afrofuturisme wordt afgewisseld met beelden van vroege Egyptische cultuur en Afrikaanse folklore over de relatie van de mens tot de kosmos. De geïnterviewden spreken over de verbinding tussen bepaalde Afrikaanse astronomische tradities en zon/luchtaanbidding en het hedendaagse beeld van ruimteschepen. Ze zien dit beeld als een metafoor voor (creatieve) bevrijding. Dit wordt het

best geïllustreerd door een interview met één van de eerste astronauten van Afrikaanse afkomst die de ruimte in ging. Hij spreekt over het meenemen van de Afrikaanse vlaggen, zodat hij de oude traditie van Afrikaanse astronomie kan verbinden met de huidige ruimtereizen. De film bevat ook een personage genaamd de Data Dief, die, 200 jaar in de toekomst, de ‘informatiesnelweg’ gebruikt om het verleden, heden en de toekomst van de zwarte diaspora te onderzoeken. Soms laat hij beelden uit de Afrikaanse geschiedenis zien, maar ook Afrikaanse schilderijen, beeldhouwwerken of religieuze rituelen. Op andere momenten zit hij in een computer, en is het onduidelijk waar zijn menselijk lichaam ophoudt en zijn digitale lichaam begint. Deze relatie tussen het menselijk lichaam en de cyborg verwijst weer terug naar Octavia Butler en Delany. Door middel van interviews maken ook zij duidelijk dat hun idee van de zwarte ervaring van sciencefiction tot uitdrukking komt in relatie tot een geschiedenis van culturele en fysieke dislocatie van de Afrikaanse diaspora. Butler en Delany spreken over hoe de verplaatsing van bevolkingen naar onbekende delen van de wereld leidden tot sci-fi-metaforen zoals de ‘Nieuwe wereld’. Ook geven ze commentaar op de relatie tussen postapocalyptische beelden en huidige postkoloniale ideeën van sociale en culture hybriden die niet langer puur Europees of Afrikaans zijn. The Last Angel of History kijkt veel naar de relatie tussen de ideeën over de ‘cyborg’ en de zwarte ervaring. Nu het menselijk lichaam gedeeltelijk vervangen of verlengd kan worden door robots, genetisch klonen en protheses wordt het een vraagstuk wat precies menselijk is. Hoewel het lijkt alsof deze vragen recent uit technologische

ontwikkelingen voortkomen, beweert de documentaire dat dit vraagstuk al bestond in de relatie van de Afrikaanse diaspora tot de blanke wereld. Waren slaven mensen of machines? Vragen over het recht op vrijheid, het recht om te stemmen, recht op opleiding, enzovoorts, worden nu weer gesteld in relatie tot nieuwe technologieën, waardoor ethische vragen op een nieuwe en interessante manier opnieuw bekeken kunnen worden. The Last Angel of History’s visuele stijl is verwant met zappen of websurfen door de mengeling van interviews, archiefmateriaal, foto’s, dans, muzikale optredens, religieuze rituelen, schilderijen, animaties en in scène gezette momenten gevuld met special effects. Akomfrah probeert zo de verbondenheid van verschillende ideeën uit verschillende tijdperken en discoursen te laten zien. Het is een werk gevuld met ideeën, beelden en geluiden die elkaar nonlineair opvolgen waardoor de lijnen tussen dramafilm, documentaire en journalisme vervagen. Met een speelduur van drie kwartier heeft The Last Angel of History veel te weinig tijd om alle aangehaalde problemen en onderwerpen te behandelen. Akomfrah heeft een dappere poging gewaagd de complexe structuur van het Afrofuturisme in beeld te brengen. Het is jammer dat The Last Angel of History nog steeds het enige filmwerk is dat het Afrofuturisme serieus neemt en probeert te verklaren op een manier die trouw blijft aan zijn filosofie. Met alle veranderingen in de relatie tussen rassen plaatsvinden lijkt de tijd nu, meer dan ooit, rijp voor een nieuwe film die deze interessante filosofie recht doet.  •


22 • Televisie

Remancipatie in de Amerikaanse dramaserie De rol van de man in Dexter en Mad Men Door Peter Augustinus Smet De vrouw is al eeuwen bezig haar rechtmatige plek in de maatschappij te veroveren. Lang was zij het bezit van haar vader en vervolgens van haar man, gedoemd om thuis voor de kinderen te zorgen en de huishoudelijke taken te verrichten. Hoewel de vrouw al veel heeft bereikt op het gebied van emancipatie, is zelfs het stemrecht en drie feministische golven nog niet genoeg gebleken om de oeroude geslachtskloof te overbruggen. Er zijn nog steeds landen waar vrouwen geen elementaire mensenrechten genieten en ook in de Westerse maatschappij wordt er nog kritiek geleverd op ongelijke salarissen en oneerlijke verdeling van topfuncties. In de afgelopen veertig jaar van emancipatie en feminsime is er echter één zaak geweest waar geen enkele aandacht naar is uitgegaan: mannelijkheid. De laatste jaren is er een beeld ontstaan in het medialandschap waarin de hedendaagse man verstrikt is geraakt in de wirwar van romantische komedies, soap-opera’s en vrouwentijdschriften. De man zou te geëmancipeerd zijn geraakt en moet zijn weg terugvinden naar mannelijkheid;

remancipatie. We zien dit fenomeen terug in alle facetten van de media: van lifestylemagazines tot websites. Een interessante vorm hiervan vinden we in de Amerikaanse dramaseries, waarin vaak de verschillende vertogen over mannelijkheid behandeld worden. De twee belangrijkste visies op mannelijkheid die door deze series worden uitgedragen zijn de instinctieve mannelijkheid en de patriarchale mannelijkheid. De boegbeelden van deze visies zijn Dexter (2006-) en Mad Men (2007-), twee populaire series die nu allebei hun vierde seizoen achter de rug hebben. Dexter verhaalt over Dexter Morgan (Michael C. Hall), een hoogintelligente bloedspetteranalist die werkt bij de Miami Metro Police Department. In zijn vrije tijd echter is hij een seriemoordenaar die de straten van Miami ontdoet van haar gevaarlijkste criminelen. Het enige verschil met de standaard held is dat hij niet moordt voor rechtvaardigheid, maar uit instinct. Hij draagt een zogenaamde ‘Dark Passenger’ bij zich, een pathologische drang om mensen te vermoorden. Het is dankzij zijn wijlen

adoptieve vader Harry (James Remar), tevens rechercheur, dat Dexters bloeddorstigheid zo is gekanaliseerd dat hij alleen maar levensgevaarlijke criminelen om het leven brengt. Harry heeft hem ‘the Code’ bijgebracht, een soort wetboek voor seriemoordenaars waar Dexter zich aan moet houden. Dankzij deze ‘Code’ heeft Dexter al tientallen mensen kunnen vermoorden zonder gesnapt te zijn, maar het heeft hem ook gedwongen als sociale buitenstaander zijn leven te leiden. Veel afleveringen zijn dan ook gesitueerd rond het feit dat hij zijn leven, enerzijds als seriemoordenaar en anderzijds als toegewijde broer, echtgenoot en vader, in balans moet zien te houden. Dit levert een objectieve blik op van iemand die de sociale conventies van de hedendaagse maatschappij probeert te begrijpen en toe te passen. Op deze manier levert de serie kritiek op mannelijkheid in de Westerse maatschappij. Dexter laat zien dat alle sociaal verantwoorde regeltjes en codes waar mannen zich aan houden overbodig zijn. Er moet juist meer aandacht


Televisie • 23

worden besteed aan de instinctieve mannelijkheid, waarin de man zijn instinct en zijn gevoel volgt. Zo komt de kijker er al snel achter dat Dexter intelligent genoeg was om alles te worden wat hij maar wilde, maar er toch voor koos de middelmatige baan van bloedspetteranalist te nemen, zodat hij zich verder kon ontwikkelen als moordenaar. Hij volgt dus niet het financieel meest aantrekkelijke pad, maar kiest ervoor zijn passie te volgen. Hij staat boven de maatschappij, iets wat telkens terugkomt wanneer Dexter de politie te slim af is en zijn instinct het wint van de bureaucratische politie. De boodschap van Dexter over mannelijkheid is dat de man meer zichzelf moet weerspiegelen in wat hij doet, dan de maatschappij te weerspiegelen waarin hij leeft. In Mad Men komen we een heel ander idee over mannelijkheid tegen. In tegenstelling tot Dexter speelt Mad Men zich niet in het heden af, maar in de jaren ‘60 van de vorige eeuw. De serie volgt Don Draper (John Hamm), een succesvolle maar mysterieuze reclameman bij het New Yorkse bedrijf Sterling & Cooper. De reclamehandel is bijzonder lucratief en Don heeft dan ook een royaal salaris, waarmee hij zijn bloedmooie vrouw en twee kinderen onderhoudt. Waar de serie om geroemd wordt is de waarheidsgetrouwe verbeelding van de jaren ‘60 en de visuele stijl. De serie heeft een golf van nostalgie teweeg gebracht in de mannenwereld. Geen spijkerbroeken met gaten en t-shirts met schreeuwende teksten en overdadige glitter, maar perfect gesneden maatpakken en Brylcreem in het haar. De man moet representatief zijn, hij brengt immers het geld in het laatje en

is het rolmodel voor zijn kinderen. Don Draper is het ideale voorbeeld van de patriarchale mannelijkheid, waarbij hij de rol vervult van de vader voor zowel zijn gezin als zijn werkfamilie. In plaats van te praten over zijn problemen lost hij ze op en er is niemand die hem dat kwalijk neemt. Dit in combinatie van het feit dat er nog gerookt en gedronken mag worden op kantoor heeft ervoor gezorgd dat vele mannen zijn gaan verlangen naar deze vervlogen tijden. Het is niet dat dit alles door Mad Men geheiligd wordt, maar het is zeker wel zo dat deze serie een gevoelige snaar raakt. Nu vrouwen economisch onafhankelijk worden, voelt het voor veel mannen alsof hun nut voor de vrouw wegvalt. Deze serie roept dus vooral op tot een heropleving van de mannelijke rol in een relatie. De invloed van deze series reikt echter verder dan de wekelijkse uitzending op televisie. De series worden nu ook uitgegeven op DVD, waarbij bijvoorbeeld interviews met de acteurs en makers een diepere laag geven aan de serie. Internet is echter het grootste medium, waar vooral Mad Men veel op te vinden is. Lifestylewebsites zoals AskMen en Esquire staan vol met artikelen over de serie, waarin personages vaak worden gebruikt om modestijlen aan te duiden, hoe je moet soliciteren, wat je rol zou moeten zijn in een relatie etc. Dit ging zelfs zover dat Don Draper werd verkozen tot invloedrijkste man van 2009 bij AskMen. Op deze manier

dringen beide TV-series niet alleen door tot het onderbewustzijn van de man, maar bieden onder andere de bovengenoemde websites ook concrete stappen om de mannelijkheid te hervinden. Waar 2009 nog het absolute toppunt vormde van de remancipatiebeweging, begint het nu toch langzamerhand af te zwakken. Zo is het tekenend dat alletwee de series het vierde seizoen met een sombere toon afsluiten; beide mannen raken hun geliefde kwijt doordat ze zijn doorgeslagen in hun ‘mannelijke’ gedrag. Daarbij is belangrijk op te merken dat de twee hoofdpersonages over het algemeen niet echt gelukkig zijn en geïsoleerd door het leven gegaan. Op deze manier wordt het duidelijk dat beide series tot dezelfde conclusie komen: de man moet zijn mannelijkheid waarborgen, maar hij moet ook openstaan voor de emancipatie om het geluk te bereiken.  •


24 • Televisie

Sherlocked

Engelse tv-detectives versus Amerikaanse Door Michelle Lentz

Nederlandse detectiveliefhebbers zweren bij Engelse detectiveseries; zoveel werd duidelijk tijdens de KRO detective premiere in mei. Waarom? Tja, daar is niet zo gemakkelijk de vinger op te leggen. Toch blijkt uit Amerikaanse televisiedetectives zoals House M.D, The Mentalist en Castle, die ook dit jaar onze televisiezenders weer bereikten, dat ook zij te herleiden zijn naar bakermat Baker Street 221B, Londen. De klassieke Engelse detectivetraditie drukt nog steeds zijn stempel op het medialandschap. Waarin ligt zijn kracht?

Sir Arthur Conan Doyle baseerde zijn Sherlock Holmes, die voor het eerst verscheen in 1887, op de amateurdetective Auguste C. Dupin van Edgar Allen Poe, en de werkelijk levende dokter Joseph Bell. Holmes was een consultant detective die fungeerde als onderhandelingspersoon in een onstuimige Britse maatschappij vol geweld en gebrek aan vertrouwen in autoriteiten, en een natie die over vele wereldzeeën strekte. Dit was enkel mogelijk door zijn hoge moraal - gerechtigheid gaat boven alles, geen romantische uitspattingen - en door zijn zuivere deductie. De opzet van elk verhaal is hetzelfde: er wordt een moord gepleegd, waarbij de detective allerlei aanwijzingen vindt die anderen

niet opvallen. Door te observeren en te deduceren komt hij tot de oplossing van de puzzel. Doyles onmetelijke succes is de blauwdruk waar fictieve detectives aan worden gestaafd en van worden gekopieerd. Alleen al het afgelopen decennium zijn er diverse internationale film- en televisieadaptaties uitgekomen; Murder Rooms: Mysteries of The Real Sherlock Holmes (Seed, Langton e.a.,2000), The Hound of the Baskervilles (Gibbons, 2000), O Xangô de Baker Street (Faria Jr, 2001), The Hound of the Baskervilles (Attwood, 2002), Sherlock (Theakston, 2002), The Royal Scandal (Gibbons, 2003), Bakerstreet Irregulars (Kemp,

2007), Sherlock Holmes (Ritchie, 2009) Sherlock (McGuigan/Lyn, 2010), La dernière enquête de Sherlock Holmes (Grobéty, 2010). Ook is er een videogame: Sherlock Holmes (Goldenberg, 2010). Zelfs de gebruikte titels zijn verre van origineel. ‘What we need are some new, fresh clichés’ Deze trend is volgens slimme mediabazen niet uit gebrek aan inspiratie maar uit financiële noodzaak geboren. De herkenbaarheid van het slimme, deducerende en kille personage met zijn trouwe sidekick maakt dat het om een pre-sold concept gaat: het staat vast dat het publiek al weet waar het over gaat en hier zodoende sneller voor


Televisie • 25

zal zwichten dan voor iets onbekends. Zoals Sam Goldwyn zei: ‘I want the same thing... only different.’ Helaas lijkt dit different- gedeelte meer en meer op hetzelfde. Aan het begin van de twintigste eeuw was dat wel anders. Er ontstond een duidelijke scheiding in de klassieke detective traditie. Daar waar de Britse speurneus de maatschappelijke orde probeerde in stand te houden, door de nadruk te leggen op het oplossen van moorden, ontstond in Amerika de hard-boiled, maatschappij-kritische variant. Dit genre ontwikkelde zich mede tot grimmige noir-fictie zoals Dashiell Hammetts The Malthese Falcon, waarin de held er een zeer negatief wereldbeeld op na houdt dat de bleke sfeer van Amerikaanse buitenwijken reflecteert. In de Britse traditie ontstond de meer ‘liefelijke’ country-house murder, zoals Agatha Christies Ten Little Indians waar de personages één voor één worden vermoord totdat uiteindelijk de dader wordt ontmaskerd. (Moord)spel Om de kwaliteit in detectives te waarborgen, werd er in 1928 zelfs door een groep Britse schrijvers The Detection Club opgericht. Er werden door vooraanstaand lid, de priester en schrijver Ronald Knox, tien geboden opgesteld, waar elk zichzelf respecterende schrijver zich aan diende te houden: 1. De crimineel moet al eerder in het verhaal aanwezig zijn, maar niet iemand waar de lezer al de gedachten van heeft kunnen lezen 2. Er mag geen sprake zijn van een bovennatuurlijke macht 3. Niet meer dan één geheime kamer of doorgang

4. Er mag geen onbekend gif gebruikt worden of langdradige wetenschappelijke afhandeling aan het eind voorkomen 5. Er mag geen Chinees in het verhaal voorkomen 6. De detective mag niet geholpen worden door toeval of intuïtie 7. De detective mag niet zelf de misdaad hebben begaan 8. De detective mag geen aandacht geven aan aanwijzingen die niet direct aan inspectie voor de lezer zijn geproduceerd 9. De minder slimme vriend van de detective, de Watson, mag geen gedachten achterhouden en zijn intelligentie moet net onder die van de gemiddelde lezer liggen 10. Tweelingen, en twee gelijk uitziende personen in het algemeen, mogen niet in beeld komen tenzij we er goed op zijn voorbereid Met andere woorden zijn Britse klassieke detectives tot op de dag van vandaag meer gericht op het proces van het oplossen van moordzaken dan op de uitkomst. De Amerikaanse procedurele detective series echter, leggen veelal de nadruk op de intermenselijke relaties en snelle actie. Er wordt geopereerd in teams en het gaat praktisch nooit om de individuele detectives: denk aan NYPD Blue of de Law and Order-franchise. In de Britse traditie is precies het omgekeerde gaande, zoals de titels duidelijk maken: A Touch of Frost, Rebus, Inspector George Gently et cetera. Interessant is dat met onder andere House M.D, The Mentalist en Castle van de decennialange Amerika/GrootBrittannië-tweedeling gedeeltelijk wordt afgestapt. We vinden in deze series klassieke Engelse detective-

elementen: House M.D – House is een dokter zoals Doyles inspiratie Dr. Bell, en hij gebruikt zijn kennis en excentrieke karaktereigenschappen om als enige uiteindelijk de puzzel op te kunnen lossen. De namen van House en Wilson verwijzen naar Holmes en Watson. Maar er zijn ook minder subtiele verwijzingen: Houses excessieve drugsgebruik, het feit dat hij wordt neergeschoten door een man met de naam Moriarty (Holmes’ aartsvijand), en het nummer van zijn appartement: 221B. The Mentalist – De manipulerende mentale goochelaar Patrick Jane heeft een adviserende functie bij het California Bureau of Investigation. Hij ziet door façades van criminelen en moordenaars heen en baseert zijn conclusies op observatie, deductie en hier en daar wat bluf. Castle – Schrijver Richard Castle doet research voor zijn nieuwe boek en mag zodoende met de New York Police Department meelopen. Hij blijkt van onschatbare waarde door zijn observatievermogen, vrije creativiteit en grote kennissenkring, iets waar Holmes ook veel van profiteerde. Alledrie de personages zijn de hoofdact van hun serie geworden. Bizarre moorden dan wel onverklaarbare lichamelijke klachten worden opgelost middels de opzet van de klassieke Engelse detective. De kracht van deze traditie blijkt de universele deductie-kapstok te zijn waaraan elk moordverhaal kan worden opgehangen en opgelost middels een uiterst excentriek, maar eveneens zeer herkenbaar hoofdpersonage. Het detectivegenre is en blijft Sherlocked. Succes gegarandeerd!  •


26 • Crossmedia

Zone of Alienation

De vervreemdingszone rondom Tsjernobyl als transmediaal fenomeen Door Laurent Hubeek

In het kader van transmediaal verhalen vertellen wil ik graag het één en ander met jullie delen. Ik wil het voornamelijk hebben over de relaties tussen een boek, een film, een serie computerspellen en wat naar alle waarschijnlijkheid het meest naargeestige, door mensen veroorzaakte rampgebied ter wereld is. En een klein beetje over mediatheorie. Lees verder en maak kennis met de Zone of Alienation. Na de Tsjernobyl-kernramp in 1986, werd er vrijwel onmiddellijk een quarantaine zone ingesteld in een straal van dertig kilometer rondom het reactorcomplex. Deze zone moest het evacueren van burgers vergemakkelijken en voorkomen dat anderen het zwaar besmette gebied binnen zouden dringen. Deze zone staat tegenwoordig bekend als de Zone of Alienation. Oftewel, de vervreemdingszone. Hoewel het een beangstigend voorbeeld is van hoe technologie volledig uit de hand kan lopen, heeft de zone tegelijkertijd haast mythische kwaliteiten ontwikkeld. In de vorm van kernenergie heeft de mens geprobeerd een mysterieuze, onzichtbare macht naar zijn hand te zetten. Dit ging uiteraard gepaard met risico’s. Risico’s waar de afbrokkelende architectuur en de achtergelaten machinerie de stille getuigen van zijn. Als een verhaal over menselijke hoogmoed heeft de Tsjernobyl-ramp dan ook wel wat weg van het verhaal over Icarus en zijn verbrandde vleugels. Alleen hebben in deze variant de veren en sandalen ruimte gemaakt voor beton en roestend staal. Hoewel het misschien voor de hand ligt dat de vervreemdingszone rondom Tsjernobyl tot de verbeelding spreekt, is het idee van een gebied besmet door een onzichtbare, ongrijpbare macht niet nieuw. Dat een soortgelijk idee al langer bestond binnen de voormalige Sovjetunie wordt bewezen door het boek Piknik na obochine, in het Engels vertaald als Roadside Picnic. Dit boek werd in 1972 geschreven door de

broers Boris en Arkady Strugatsky en beschrijft een mysterieuze quarantaine zone. Een zone waar de normale natuurwetten door de mangel worden gehaald en soms volledig onvoorspelbaar zijn. Bovendien zijn er in deze zone onverklaarbare objecten en materialen te vinden die vermoedelijk van buitenaardse komaf zijn. Niemand weet het echter zeker. Dit gevaarlijke gebied wordt dan ook strikt bewaakt, maar dat weerhoudt de lokale ‘stalkers’ er niet van om regelmatig de zone binnen te dringen, opzoek naar waardevolle objecten die goed geld opleveren op de zwarte markt. Hoewel de restanten van geruïneerde huizen, fabrieken en spoorlijnen aantonen dat de zone ooit een normaal gebied was, is het nu veranderd in iets heel anders. Het land zelf is vergiftigd en uiterst dodelijk geworden. De mensheid kan simpelweg niet bevatten wat de zone is. Net als mieren die geconfronteerd worden met de restanten van een picknick langs de kant van de weg: het gaat ze volledig de pet te boven. De echte vervreemdingszone rondom Tsjernobyl wordt weleens gezien als belichaming van het gefaalde communistische experiment. Een blijvende herinnering aan een doorgedraaid regime. Frappant is dat men destijds hetzelfde zei over de zone van de Strugatsky’s. Het verhaal gaat echter verder. In 1979 verscheen namelijk de film Stalker. Geregisseerd door Andrei Tarkovsky en losjes gebaseerd op Roadside Picnic, vertelt deze film het verhaal van een eenzame stalker en

zijn laatste klus: het begeleiden van een schrijver en een professor door een mysterieuze zone. Tarkovsky’s versie van de zone is minimalistisch te noemen. Mijmerende long takes over een stil landschap, schaarse dialogen en een sfeervolle soundtrack geven de film een wonderlijk aura. Net als in Roadside Picnic is deze zone vergeven van dodelijke verschijnselen. Hoewel Tarkovsky deze nooit toont, voel je als kijker het gevaar. De dreigende architectuur in combinatie met het diepe ontzag van de stalker voor de zone zorgen ervoor dat deze echt wordt. Dit is een gebied waar de kleinste misstap het einde kan betekenen. In de loop der jaren zijn er vele geruchten ontstaan rondom deze film. Hoewel de hele film is opgenomen in Estland in de buurt van een waterzuiveringsinstallatie, ontstonden er hardnekkige geruchten dat de film opgenomen zou zijn rondom het toen nog operationele


Crossmedia • 27

Tsjernobyl complex. Wat echter wel klopt, is dat er een tweede serie opnames nodig was omdat het originele beeldmateriaal aangetast was door de chemische vervuiling op de filmlocatie. Ook is het waar dat een groot deel van de filmcrew gezondheidsklachten en zelfs kanker heeft overgehouden aan de opnamesessies. Net als de fictieve stalkers, betraden ze de zone, met alle risco’s en gevolgen van dien. Bewoners van Oekraïne en Wit-Rusland worden nog altijd geconfronteerd met de gevolgen van de grote ramp van 1986. De vervreemdingszone is een deel van hun leven en de ontstane mythologie, mede gevormd door de Strugatsky’s en Tarkovsky, levert een referentiekader om hier mee om te gaan. Het verbaast dan ook niet, dat er echte stalkers bestaan die regelmatig de vervreemdingszone binnendringen, op zoek naar waardevolle spullen, en die zich volledig bewust zijn van de risico’s. De mythologie rondom de vervreemdingszone ontving in 2007 een nieuwe impuls in de vorm van S.T.A.L.K.E.R.: Shadows of Chernobyl. Dit computerspel versmelt de fictieve zones van Roadside Picnic en Stalker met de mythes en architectuur van de echte vervreemdingszone. De speler is een stalker die jaagt op mysterieuze artefacten, vecht met gemuteerde wezens en verlaten industriële complexen verkent. Hoewel er tegenwoordig meerdere spellen binnen deze franchise bestaan, zette dit spel de toon wat betreft de presentatie van de

S.T.A.L.K.E.R.: Shadows of Chernobyl

digitale vervreemdingszone: verlaten, onheilspellend, gevaarlijk. Ook bestaat er een serie boeken gebaseerd op de spellen. Laatst is zelfs bekend gemaakt dat er een televisieserie geproduceerd gaat worden op basis van de S.T.A.L.K.E.R.-mythologie. Het lijkt alsof er geen ontsnappen aan is. Boeken, films, computerspellen en natuurlijk onze echte fysieke realiteit kunnen er niet aan ontkomen. De zone heeft ons bestaan en onze media geïnfiltreerd. Gek genoeg is het tegenwoordig mogelijk om via lokale reisbureaus dagtripjes naar de vervreemdingszone te boeken. De zone is geëvolueerd tot een transmediaal fenomeen dat realiteit en fictie met elkaar versmelt. Wellicht is het tijd om hier je eigen verhaal aan toe te voegen?  • Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op het Engelstalige Masters of Media blog dat wordt gerund door de New Media MA-studenten van de Universiteit van Amsterdam. Het blog is opgezet door universitair hoofddocent Geert Lovink voor het vak New Media Practices en is inmiddels toe aan zijn vijfde jaargang. Zie: http://www.mastersofmedia.hum. uva.nl/


28 • Geschiedenis

Het Amsterdams Stadsjournaal

Hoe een revolutionair collectief gebruik maakt van tradities en conventies Door Suze van Bohemen Het is 1974, je bent filmmaker en je wilt verandering in de wereld en voornamelijk in het gebruik van het medium film. Je wilt dat het publiek actief gebruik gaat maken van de ideeën die op het doek geproduceerd worden. Om je heen worden er vele demonstraties gehouden voor vrouwenrechten, tegen imperialisme en voor verbetering van arbeidersomstandigheden. Graag zou jij willen dat het publiek met jouw onderwerpen ook actie gaat voeren tegen de onderdrukking. Dat dachten de leden van het Amsterdams Stadsjournaal, waaronder Annete Apon, Gerrard Verhage, Barbara den Uyl, Gerrit van Elst en Theo van de Sande, ook. Zij kozen voor elke documentaire een andere doelgroep waarbij het onderwerp goed zou aanslaan. De onderwerpen waren sociale problemen in de maatschappij, onder andere huuren woningproblematiek, problemen met privévervoer en openbaar vervoer, politieomstandigheden, (jeugd)werkeloosheid, (il) legale uitzendbureaus, arbeidsomstandigheden van buitenlandse arbeiders en vastgoed. Ze hielden speciale filmavonden waarbij ze de documentaires begeleidden met extra informatie en de discussie probeerden aan te wakkeren bij de doelgroep, met het doel dat er uiteindelijk een opstand georganiseerd zou worden. Bij het maken van de documentaires zelf maakten de leden van het Amsterdams Stadsjournaal (bewust en onbewust) ook veel gebruik van traditionele documentairekenmerken. Ten eerste was de wijze van samenwerken in een groepsverband terug te koppelen aan de door Dziga Vertov opgerichte

‘Kino-Pravda’. Kino-Pravda is Russisch voor ‘film-waarheid’ en was de naam van een filmmakercollectief dat onder leiding van Vertov ontstond in Moskou. Net als het Amsterdams Stadsjournaal bespraken en experimenteerden zij met filmtechnieken. Alleen het Amsterdams Stadsjournaal had, naast het experimenteren, ook een sociaalpolitiek doel voor ogen. De leden van het Amsterdams Stadsjournaal creëerden door middel van documentaires contact met de maatschappij. De groep creëerde herkenbaarheid bij de kijker, door over specifieke onderwerpen te praten waarbij de gekozen doelgroep een band met de documentaire kreeg. Het ASJ representeerde interesses en problemen van anderen door zich te verdiepen in de alledaagse obstakels van de mensen uit de doelgroep. Ook waren ze erg bezig met de kijker overtuigen van hun standpunt. De leden verdiepten zich zo in het onderwerp dat de toeschouwers zich snel verbonden voelden met de mensen om wie het ging en daarmee ook overtuigd waren met het feit dat ze (meestal) benadeeld werden. De toeschouwers, meestal arbeiders uit de lagere klassen van de samenleving, hadden helaas niet de juiste middelen, connecties en misschien ook kennis om campagnes op te zetten en actie te voeren. Ook in vorm was de groep vaak vrij traditioneel. De Amerikaanse documentairetheoreticus Bill Nichols heeft verschillende documentairesoorten vastgesteld; de poëtische vorm, de tentoongestelde vorm, de observatieve vorm, de deelnemende vorm, de wederkerende vorm en de ‘performatieve’ vorm. Het Amsterdams Stadsjournaal kan, als gekeken wordt naar de relatie tussen de makers en de kijkers, ingedeeld worden in de categorie

tentoongestelde vorm. Hierbij is de argumentatie een heel belangrijk aspect in het maken van de documentaire. De argumenten worden vanuit één perspectief (vaak generaliserend) op de kijker overgebracht, en de kijker krijgt geen ruimte om zelf conclusies te trekken. Als er gekeken wordt naar de uitvoering van de documentaires van het Amsterdams Stadsjournaal dan kunnen deze worden ingedeeld in de ‘performatieve’ categorie. In deze vorm wordt veel gebruik gemaakt van technieken die ook worden gebruikt in de productie van fictiefilms. Imaginaire beelden (en nagespeelde scènes) en feitelijke beelden wisselen elkaar af in een zogeheten ‘sandwichstructuur’. Ten slotte waren de eerste drie documentaires van het Nederlandse filmmakercollectief heel experimenteel en theoretisch, waardoor de doelgroepen (meestal mensen uit de lagere sociale klassen) vaak niet de essentie begrepen. Deze experimentele vorm kan worden gekoppeld aan het concept van Sergei Eisenstein, de belangrijkste Russische filmmaker uit de montagebeweging. Zijn concept ‘intellectuele montage’, waarbij twee verschillende beelden een andere associatie moeten oproepen bij de kijker, werd regelmatig gebruikt in die eerste drie documentaires van het Amsterdams Stadsjournaal. In Overloop = sloop (1974) bijvoorbeeld, over de renovatie van Amsterdamse volksbuurten, wisselen beelden van een man, een huis en een draaikolk elkaar af. Elke keer met een sneller tempo en ruisende geluiden. Hieruit ontstaat de associatie met de waanzin die de huizenmarkt de man bezorgt. Als men niet bewust is van deze manier van monteren kunnen de beelden als verwarrend en irriterend worden opgevat, en dit is hoogstwaarschijnlijk het geval geweest bij veel toeschouwers.


Geschiedenis • 29

Fietsen (Annette Apon, 1979)

De documentaires werden vertoond in kleinere bioscopen, maar voornamelijk in educatieve omgevingen, zoals universiteiten, scholen, colleges, buurtcentra en vormingshuizen. Daarnaast werden ze vertoond op plaatsen waar de arbeiders uit de doelgroep werkten of bijeenkwamen. Doordat er niet alleen in Amsterdam maar in heel Nederland interesse ontstond voor de films van het Amsterdams Stadsjournaal, konden de leden het op een gegeven moment niet meer opbrengen om de films overal in te leiden. Door middel van een gestructureerde samenwerking, onder andere door de roulatie van functies, probeerden de filmmakers van het Amsterdams Stadsjournaal de creativiteit bij de leden zoveel mogelijk te benutten. Met die creativiteit wilden ze producten maken, die bij de doelgroep een activerende werking zouden hebben. Helaas merkten ze dat gemiddeld twintig minuten per documentaire niet genoeg zou zijn om een politieke demonstratie te ontlokken. Buiten het maken van documentaires hadden de leden niet genoeg middelen, tijd en

Van brood alleen kan een mens niet leven (Annette Apon, 1975)

belang om een grote beweging op te zetten voor de betreffende doelgroep. Omdat het Amsterdams Stadsjournaal zich voor zoveel verschillende onderwerpen inzette, bereikten de filmmakers eigenlijk bij geen enkel onderwerp de kern. In een te korte periode werd geprobeerd de mensen in de doelgroep te activeren, dit was te kort om er een grote affaire (met bijvoorbeeld demonstraties) van te maken. Na tien jaar van intensief documentaire maken, waarin veel financiële obstakels overwonnen moesten worden, zijn de leden van het Amsterdams Stadsjournaal dan ook uit elkaar gegaan.  •

Xi publiceert dit jaar een serie geschiedenisartikelen, geschreven door studenten Mediageschiedenis, naar aanleiding van actuele gebeurtenissen. Ditmaal, met het documentairefestival IDFA achter de rug, aandacht voor de documentairegroep Amsterdams Stadsjournaal.


30 • Fenomeen

Tilda Swinton Fascinerende ijsprinses Door Odile Bodde Tilda Swinton heeft iets weg van Cate Blanchett. Het is een zelfde soort actrice: intelligent en stijlvol. Beiden hebben een universitaire opleiding in economie en een opleiding in toneel. Ze hebben allebei een Australische moeder en een vader met een hogere rang in het leger. Al is deze privéachtergrond wellicht niet zo relevant, toch zie je aan beide actrices dat het intelligente, weloverwogen, afstandelijke en consistent goed acterende vrouwen zijn. Bij Penelope Cruz, Angelina Jolie of Cameron Diaz heb je sneller het gevoel dat je hun persoonlijkheid in kan vullen. Ze komen veelvuldig in de media dankzij hun privéleven, zijn temperamentvol en lijken meer van zichzelf te laten zien in interviews. Tilda Swinton en Cate Blanchett zijn minder makkelijk te duiden, wat zich uit in hun films. Ze hebben allebei iets feeërieks in de afstandelijkheid die ze op het doek uitstralen. Tilda Swinton speelde Jadis, de witte heks in de Narnia-reeks en de aartsengel Gabriel in Constantine (2005). Cate Blanchett was als de elf Galadriel in de Lord of the Rings-trilogie ook erg overtuigend. Beide actrices zijn goed in het vermommen van zichzelf, in bijrollen of in hun uiterlijk. Blanchett speelde Queen Elisabeth I, Katherine Hepburn, Bob Dylan, een Duitse Jodin en een Russische KGB-agent. Swinton is echter veel karakteristieker dan Blanchett in haar rol van de ongenaakbare vrouw en beter in het positioneren van zichzelf op de achtergrond. Dit in eerste instantie door haar keus voor kleinere producties zoals Das Offene Universum (1993), Teknolust (2002), Strange Culture (2007), The Man From London (2007) en Julia (2008). Het onopvallende van Swinton zie je in zowel haar uiterlijk, achter grote zonnebrillen

met dichtgeklemde mond, als door de afstandelijkheid en ongrijpbaarheid van haar personages. Ze is onaantastbaar, tijdloos en bijna androgyn. Ondanks het feit dat deze rollen haar op het lijf geschreven zijn, vergeet je snel dat je haar in een film hebt gezien. In haar bijrollen in films als Burn After Reading (2008) en The Limits of Control (2009) vertolkt ze vaak een aristocratische en tijdloze vrouw. In Burn After Reading speelt ze old money die vreemdgaat met haar jongere minnaar George Clooney, maar de film draait om Clooney, Brad Pitt en Frances McDormand. Ondanks dat kreeg Swinton een BAFTAnominatie voor beste bijrol. Een zelfde bijrol speelde ze naast Brad Pitt in The Curious Case of Bejamin Button (2008), waarvoor ze twee nominaties en twee prijzen binnenhaalde. En wie kan zich herinneren dat ze ook een rol had in The Beach (2000), Vanilla Sky (2001), Adaptation (2002) of in Broken Flowers (2005)? Ondanks dat Swinton veel op de achtergrond speelt, is ze altijd een sterke actrice die een krachtig karakter

verbeeldt. In The Limits of Control is ze als ‘Blonde’ de contactpersoon die op raadselachtige wijze Isaach de Bankolé duidelijk probeert te maken wie hij moet vermoorden. Ze is prachtig vermomd, met bijna witte haren, felrode lippen en een grote zonnebril. Met The Limits of Control heeft Jim Jarmusch misschien wel zijn minst coherente en mysterieuze film gemaakt, maar Tilda Swinton is met haar rol van mysterieuze contactpersoon met aanwijzingen die bol staan van de filmreferenties helemaal in vorm. ‘Ice queen Tilda Swinton is swept away by passion as she breaks free from the Milanese upper classes in a film that covers territory once explored by Antonioni’, aldus Philip French in The Guardian. ‘Tilda Swinton is a beautiful, coldly intelligent presence who was born to play the chilly White Witch, icy winter queen of Narnia in The Lion, the Witch and the Wardrobe. She is less obviously cast as Emma, the passionate Slavonic daughter of a Russian art dealer, brought to Italy as the wife of Tancredi Recchi, the uptight


Fenomeen • 31

heir to a rich Milanese industrialist.’ In Io sono l‘amore (2009) is Swinton als rossige Russische tussen de donkere Italianen inderdaad een mooi plaatje. Maar wat French bedoelt is dat ze een rol speelt die verder gaat dan die van de aristocratische en afstandelijke vrouw. In haar nieuwste film speelt ze namelijk nog steeds die aristocratische en afstandelijke vrouw, maar wel één die een passionele relatie aangaat met de beste vriend van haar zoon. Toch is ze niet duidelijk de aantrekkelijke moeder, maar mysterieus in de starheid van haar gezicht. Ze toont weinig expressie, terwijl er juist een hoop emoties verscholen blijven achter dat masker en ze toch een gepassioneerde vrouw neerzet. Nog het meest van iedereen kijkt Emma op van haar relationele uitspatting. De relatie die ze aangaat met Antonio in Io sono l’amore is een logische: de twee tegenpolen trekken elkaar aan. Omdat niemand haar verwachtte in zo’n warme en seksuele vertolking stijgt ze in deze film boven haar medespelers uit.

Met Io sono l’amore laat Swinton zien dat ze ook sterk is in grote rollen en grote producties. Als je terugkijkt op de films waarin ze haar vaste trukendoos open heeft getrokken, dan zie je dat ze, binnen de typecasting, ontzettend veelzijdig te werk is gegaan. Toch blijft er altijd iets rond Tilda Swinton hangen waar je niet de vinger op kan leggen: ze is er wel maar ze is er niet. Ze is androgyn, seksloos en afwezig in haar aanwezigheid. Ze speelt grote bijrollen waar ze veelvuldig voor is genomineerd en grote prijzen voor heeft gewonnen. Toch lijkt ze niet te beklijven bij de kijkervaring. Maar waarschijnlijk is het juist die onaantastbaarheid, dat vreemde en starre gezicht, de ijsprinses, waardoor ze zo ongekend fascinerend is en zal blijven.  •


32 • Toekomst

Alles is digitaal

Vraagstukken in het digitale tijdperk Door Fenneke Mink Het medialandschap is door de komst van nieuwe media al enige tijd aan verandering onderhevig. Traditionele kanalen worden aangepast naar een nieuwe omgeving, zoals tv-kijken via internet op je smartphone of je vrienden terugbetalen via Hyves. Sommige media worden dusdanig aangepast dat er geen weg meer terug is en geheel nieuwe situaties ontstaan. Met gemak en service als devies komen er steeds meer mogelijkheden. Maar als de mogelijkheden eindeloos lijken: waarom kan ik bijvoorbeeld bepaalde applicaties niet op mijn Androidsmartphone zetten? En waarom zou ik nog voor apps betalen als anderen deze ook gratis aanbieden op het net? Een kleine vijftien jaar geleden schudde de krantenwereld op zijn grondvesten door de opkomst van internet. Nieuws is via internet sneller te lezen en tegen lage kosten gemakkelijk wereldwijd te verspreiden. De dreiging voor printmedia ligt volgens nieuwemediadeskundige Clay Shirky niet in de competitie tussen kranten onderling, maar in radicale veranderingen in het informatie-ecosysteem als geheel. Zo schrijft hij in zijn boek Here Comes Everybody (2008). Het idee dat iemand een betere printmachine bouwt is gemakkelijk voor te stellen. Het idee dat nieuws beter via een ander medium dan de krant gecommuniceerd kan worden sinds de komst van het internet ook. En het idee dat printmachines en grote drukkerijen associaties op zouden roepen met het stenentijdperk is, zij het met wat inspanning, nog wel te bevatten. Maar dat iemand een machine bouwt welke een eeuwenoude traditie overbodig maakt is moeilijk voor te stellen. Zo heeft de komst van het internet ruimte vrij gemaakt voor nieuwe businessmodellen waardoor nieuwe innovatieve manieren van

participatie mogelijk werden dan ooit voor mogelijk gehouden in het gestabiliseerde systeem.

voorbeeld van. In Open Office Writer zijn zowel doc- als docx-bestanden te openen en bewerken.

Voor de komst van Web 2.0 werd het internet gebruikt als communicatiekanaal, een manier om een boodschap over te brengen naast de krant, radio en televisie. Het web werd gebruikt om het gevestigde massamediamodel te kopiëren naar een virtuele omgeving. Een soort visitekaartje van je bedrijf of goedkope helpdesk. Dat er nog veel meer mogelijk was met en op het internet werd niet voor mogelijk gehouden. Dat de komst van het internet het einde van de gevestigde orde in het medialandschap zou betekenen hadden niet velen voorzien. Volgens Shirky is de betekenis van het internet voor bestaande media hierbij over het hoofd gezien. Hoe sterk het als communicatiekanaal geassocieerd wordt is te zien aan de notie van Boutman & Williams, die het sociale web beschrijven als The Daily We. Een dagelijkse set van sites en onderwerpen die ons bezighoudt, welke we delen met onze contacten online.

Maar is het bestandsformaat niet juist datgene wat het digitale bestand definieert? Een tekstdocument zal immers eerder met een tekstverwerker als Word geschreven worden dan in Excel. Het verwijderen van het bestandsformaat is als het verwijderen van de technische context, wat betekent dat iedere gebruiker deze context zelf aan een bestand toe kan voegen. Een bijkomend voordeel is dat dit type bestanden gemakkelijker met elkaar te configureren is en dat onderlinge uitwisseling eenvoudiger wordt. Ook komt er minder nadruk te liggen op hetgeen waar het document voor bedoeld is. Met andere woorden, het formaat en daarmee de content zal niet langer gedetimineerd hoeven worden door het medium.

De volgende ontwikkeling die gaande is op het internet laat een verschuiving zien die voorbij gaat aan het medium. Bij het zogenoemde ‘formaatvrij publiceren’ zijn technische aspecten losgekoppeld van de content, omdat deze los van een technisch platform gepubliceerd wordt. De noodzaak hiervoor wordt veroorzaakt, omdat er door de komst van steeds weer nieuwe technieken, zo veel verschillende platformen zijn. Om er zeker van te zijn dat een document gebruikt kan worden op alle verschillende apparaten en via verschillende applicaties kan ‘platformvrij publiceren’ goed van pas komen. Open Office is hier een goed

Volgens Lawrence Lessig kunnen op deze manier bestanden eindeloos gedistribueerd worden, omdat deze ontwikkeling aansluit op hoe het internet zich ontwikkeld heeft tot een communicatie-infrastructuur, waardoor verschillende lagen psychologische en codelagen - hiermee neutraal worden. Deze transparantie zet plaatsvrije en gedistribueerde uitwisseling van bestanden in een nieuw licht. Het betekent een vooruitgang voor de economie, creativiteit en innovatie als wij onbeperkt gebruik kunnen maken van bestanden in elke zin van het woord. Dit klinkt als muziek in de oren: stel je eens voor; nooit meer gedoe met verouderde versies, beeldschermafmetingen en niet comprimerende sofware. Er zijn uiteraard ook wat kritische kwesties aan deze veronderstelde vrijheid verbonden. Wat gebeurt er


Toekomst • 33

bijvoorbeeld met wetgeving omtrent copyright en het publiek domein? Wat gebeurd er met de noties van McLuhan als content medianeutraal wordt? Of wordt hier op een meer filosofische manier naast de dood van de auteur, nu de dood van het medium ingeluid? Volgens Lev Manovich is de hierboven weergegeven variabiliteit een gevolg van het digitale karakter van nieuwe media. Zo zegt hij in zijn boek The Language of New Media, dat de belangrijkste eigenschap van digitale informatie de code is waar deze informatie uit bestaat, de 1-en en 0-en. Met andere woorden: digitale informatie is een code die door verschillende apparatuur en applicaties ontcijferd kan worden. Wanneer informatie digitaal opgeslagen wordt, kunnen coderingen als nieuwe-media-element, hoewel hun eigen karakter behoudend, eindeloos met elkaar gecombineerd worden. Ook volgens Katherine Hayles is dit een voordeel: als zij de notie van digitale content verkent, ziet ze dat de relatie tussen vorm en content verlegd wordt naar materiële aspecten van het medium en de verschillende gebruiksmogelijkheden. Deze nieuw ontstane relatie is volgens haar zeer actief; nieuwe media geven immers vorm aan een eigen specifieke inhoud. Via deze gedachte kunnen we concluderen dat ook binnen nieuwe media als vorm, de inhoud bepaalt wanneer deze dynamisch van aard is.  •

Clay Shirky

Lawrence Lessig

Lev Manovich

Katherine Hayles


34 • Recensie: nieuwe media

Call of Duty: Black Ops

Multiplayer als sociaal fenomeen

Door Bas Bastiaans Geen enkele recensie zal het verschil bepalen tussen succes of falen voor deze game. Toen de eerste trailer zijn intrede deed, besloten miljoenen gamers al dat Black Ops gekocht moest worden. De hype werd groter en groter en dat resulteerde in een opbrengst van 360 miljoen dollar op de dag van de release, in Amerika en het Verenigd Koninkrijk alleen al. Hiermee overtrof de game zijn voorganger, Modern Warfare 2, die tot dan toe het record op zijn naam had staan van meest succesvolle release van een entertainmentproduct ooit. Black Ops is alweer het zevende deel uit de Call of Duty-serie, steevast uitgegeven door Activision. Echter, sinds het derde deel uitkwam in 2006 wordt er elk jaar een nieuw deel uitgebracht door twee verschillende ontwikkelaars; enerzijds Infinity Ward en anderzijds TreyArch. Infinity Ward is bekend van de immens populaire Modern Warfaredelen en stond qua populariteit altijd hoog boven TreyArch. Met Black Ops is het wederom de beurt aan TreyArch om de miljoenen spelers van Call of Duty te laten zien dat ook zij in staat zijn de hoge kwaliteitseis te kunnen verkondingen. De multiplayer in Call of Duty is meer dan een game, in de zin dat het een sociaal fenomeen is. Qua online speelintensiteit hoeft het alleen nog maar World of Warcraft voor zich te dulden. Miljoenen mensen spelen het, waardoor de kans groot is dat je

vrienden hetzelfde doen. Hierdoor worden er vanzelf steeds meer mensen bij de game betrokken. Vanwege de kenmerkende veelvoud aan motiveringen en beloningen, nodigt de game uit om er immens veel tijd in te steken. Het vierde deel, Modern Warfare, zette deze kwalitatieve en kwantitatieve toon door de intrede van perks (uitbreidingen die een speler zichzelf kan toe-eigenen, zoals ‘sneller rennen’), het hoge tempo en de zeer hoge verslavingsfactor. Dit resulteerde in een immense fanbase, waardoor Modern Warfare 2 als vanzelfsprekend een ongekend succes werd. Hoewel miljoenen mensen het bleven spelen, kwam na een aantal weken de nodige kritiek naar boven. TreyArch heeft overduidelijk zeer goed gekeken naar deze kritiek en heeft werkelijk aan elk aspect dat ook maar een beetje rammelde bij Modern Warfare 2 getweaked en getuned. Dit heeft er weliswaar voor gezorgd dat er een hoop dingen verbeterd zijn, maar ook dat sommige niet helemaal goed uit de verf komen. Het eerste wat opvalt is dat de basis van de game van Infinity Ward positief aanwezig is. Als doorgewinterde speler pak je het spel zo op en de learning curve is dan ook laag. Dat betekent echter helaas ook dat er gebruik is gemaakt van dezelfde grafische engine als bij Modern Warfare, en die is inmiddels zeer achterhaald. Om het simpeler te verwoorden: de game ziet er niet uit, vooral in de multiplayer. Details zijn brokkelig afgewerkt, waardoor de omgeving er

alleen van een afstandje mooi uitziet. Modern Warfare 2 had drie centrale punten van kritiek en irritatie; rare toevoegingen, onlogische hulpmiddelen voor zowel goede als slechte spelers en het campen (ergens stil zitten en wachten tot spelers voorbij lopen). In het eerste geval heeft Black Ops een aantal irritante perks, zoals Commando en Stopping Power, weggehaald die de speler veel te sterk maakten. Ook heeft het spel de impact van de Grenade launcher - gekscherend de ‘Noobtuber’ genoemd - verlaagd en het schild en de Heartbeat Sensor verwijderd. Dit is een zeer welkome aanpassing en maakt het geheel een stuk simpeler en minder een verkapte speeltuin. De nadruk wordt weer meer op het schieten gelegd. Wat daartegenover een raadsel is, is waarom TreyArch ervoor gekozen heeft spelers de mogelijkheid te geven gebruik te maken van een op afstand bestuurbaar autootje. Waar in eerste instantie Black Ops een serieuze shooter leek te worden, daar maken de autootjes het geheel een stuk meer arcade. Het lijkt er dan ook op dat TreyArch hiermee geprobeerd heeft de casual gamer voor zich te winnen. Het tweede punt van irritatie bij Modern Warfare 2 heeft men onder andere opgelost door de death streaks (wanneer een speler een aantal keer achter elkaar dood ging kreeg hij een extra hulpmiddel) weg te halen. De nadruk hoort te liggen op het belonen van het doden van vijanden, terwijl


Recensie: nieuwe media • 35

het medeleven dat de game toonde vooral een oneerlijke manier was om een speler sterker te maken. Sowieso zijn de hardcore gamers altijd kritisch tegenover slechtere gamers, die ook nog eens geholpen worden. In Black Ops zul je simpelweg een stuk beter moeten kunnen presteren om mee te kunnen met het niveau. Maar de grootste verbetering ligt hem in feit dat kills die gemaakt worden door kill streak awards (hulpmiddelen die je krijgt als je een bepaalde reeks aan kills hebt gemaakt) niet meetellen met je kill streak. Spelers konden op die manier systematisch en gemakkelijk aan een hogere reeks aan kills komen, waardoor vrijwel elke speler snel de beschikking kon hebben over sterkere hulpmiddelen. Slechte spelers konden zo eveneens snel een hoge score krijgen, terwijl een goede speler tegelijkertijd zonder enige moeite de meest sterke hulpmiddelen kon krijgen, die daardoor uiteindelijk het gehele potje bleef domineren. Bij Black Ops worden potjes een stuk meer beslist door teamprestaties en een stuk minder door individuen. Dat maakt de spelervaring een stuk ‘schoner’ en minder chaotisch, maar vooral een stuk spannender. Ten derde is er bij Black Ops veel minder de mogelijkheid tot campen en dat is een zeer welkome waarneming. Dat komt doordat de maps een stuk compacter zijn en je als individu vrijwel nergens aan drie kanten bedekt staat. Altijd zul je meerdere kanten en medespelers in de gaten moeten houden om niet ongezien gedood te worden. Ook zijn er een stuk minder

open vlaktes, waardoor snipers minder dominant aanwezig zijn. De variatie in spelaanpak verschilt hierdoor wel, maar de game wint een hoop aan spanning. Elke duidelijk op Modern Warfare 2 geanticipeerde aanpassing heeft dus positieve en negatieve kanten. De positieve kanten lijken dominanter aanwezig en tillen de game voornamelijk naar een shooter, waarin het weer om het knallen draait en krachtmetingen worden beslist op basis van pure kwaliteit van de speler. Alleen al om die reden is Black Ops een verbetering, maar het ontbreekt de game gelukkig niet aan een eigen ziel en een hele hoop vernieuwingen, waarvan het geldsysteem, de wager matches en de zombie mode de grootste troeven zijn. Spelers verdienen naast punten om een hoger level te bereiken ook geld. Met dit geld kan men zijn embleem aanpassen, zijn personage bewerken en nieuwe wapens en dergelijke kopen. Spelers bepalen zo hun eigen beloningen en zo vermijd je dus beloningen die je uiteindelijk toch niet gebruikt. Samen met het feit dat het stijgen in level nog steeds gepaard gaat met nieuwe beloningen, blijft dit je motiveren om door te spelen. De wager matches, speltypes waar je geld op kunt inzetten, zijn een verfrissing in het genre en de structuur van deze nieuwe spelmodes zorgt voor een goede afleiding. Als laatste kan de zombie mode op geen enkele manier genegeerd worden. Hoewel deze mode

er grafisch uitziet als een spel van 5 jaar oud, is de verslavende en toegankelijke gameplay van ongekend hoog niveau. Het universele concept, waarbij honderden zombies in verschillende rondes de spelers blijven bestoken, zorgt voor een ouderwetse spanning en roep naar saamhorigheid. Black Ops is uiteindelijk de meest complete Call of Duty-game in de reeks geworden. Er is ongekend veel te doen en de mogelijkheden om je spelaanpak naar eigen hand te zetten zijn een stuk beter in balans gebracht. De kortgeleden verschenen patch heeft een hele hoop problemen, zoals lag, trage matchmaking en het vastlopen van het spel verholpen en dat maakt de spelervaring een stuk verfijnder. Alleen aan de releaselijst is te zien dat men ontzag heeft voor Black Ops. In de altijd zo drukke wintermaanden ontbreekt het aan tientallen blockbusters, die pas te vinden zullen zijn in het voorjaar van 2011. De hype en natuurlijke aantrekkingskracht van Call of Duty durft men simpelweg niet te confronteren en in commercieel opzicht hebben ze meer dan gelijk. Dat miljoenen mensen Call of Duty spelen vanwege de sociale aantrekkelijkheid is één ding. Dat zij daarbij, wellicht onbewust, een geweldige game hebben gekocht is alleen maar een geruststelling. TreyArch kan met trots uit de schaduw van Infinity Ward stappen.  •


36 • Recensie: nieuwe media

Deadly Premonition

Geweldige sfeer verbloemt de gebreken Door Freek Ronner Deadly Premonition werd in 2007 aangekondigd onder de naam Rainy Woods. Meteen viel het iedereen op dat de game stilistisch wel heel veel weg had van hitserie Twin Peaks en het ontwikkelteam trok zich terug om de nodige veranderingen aan te brengen. We zijn nu drie jaar, enkele aanpassingen en een nieuwe naam verder en kunnen eindelijk aan de slag met deze titel. Duidelijk is dat Deadly Premonition een ongelofelijk uniek spel is dat in ieder geval in 2010 met niets anders te vergelijken valt. Let wel, uniek is hier zowel positief als negatief bedoeld, want als iets de game kenmerkt, is het een opmerkelijke verhouding van slechte en goede kwaliteiten. De game begint met een gruwelijke moord, aanleiding voor FBI-agent Francis York Morgan om naar het slaperige stadje Greenvale te vertrekken. Op weg naar de crime scene voert de protagonist een monoloog over de sadomasochistische relatie van tekenfilmfiguren Tom & Jerry en hoe dit een gezonde, te begrijpen verhouding is. Zijn bizarre onderzoeksmethoden, ongepaste opmerkingen en rare gewoonten maken hem het perfecte middelpunt voor een game als deze. Dit is de kant van Morgan die je leert waarderen: zijn opvattingen, aanpak en algemene houding in de cutscenes. Zodra de game overschakelt op gameplay echter, begint de haat-liefdeverhouding die het spel zal domineren. Want waar Deadly Premonition op het gebied van character development en verhaal fenomenaal is, schiet het in de gameplay flink tekort. Het spel is opgedeeld in twee belangrijke helften: enerzijds is er het verkennen van Greenvale, het ondervragen van de inwoners

en het zoeken naar aanwijzingen. Anderzijds zijn er momenten dat je de confrontatie aan moet met zombie-achtige creaturen. Waar er bij de eerstgenoemde helft nog weinig frustratie optreedt, is het bij de tweede dat je al snel de tekortkomingen van de game ontdekt. Wat controls betreft heeft Deadly Premonition veel weg van de laatste twee Resident Evil-delen, alleen zijn die hier uitermate slecht uitgewerkt. Het mikken is uiterst gevoelig, wat het maken van headshots moeilijker maakt dan het zou moeten zijn. Daarnaast voelen ze allesbehalve intuïtief aan, wat stressvolle situaties snel tot hartverzakkende momenten promoveert. Dit is voor het grootste deel te wijten aan slordigheid van de developer; hetzelfde gaat op voor de lay-out van de menu’s en kaarten van de omgeving. Wat het meeste opvalt is echter de kwaliteit van de graphics: Deadly Premonition zou, afgezien van de resolutie, niet misstaan in de vorige generatie. Textures zijn ongedetailleerd, animaties zijn onnatuurlijk en problemen als clipping doen zich continu voor. Leidt dit alles ongelofelijk af? Nee, allesbehalve zelfs, want ondanks deze

lange lijst aan klachten is Deadly Premonition een game die je simpelweg niet mag missen dit jaar. Niet alleen stilistisch is het spel haast een kloon van Twin Peaks, ook wat uitwerking betreft gaat de vergelijking op. Waar David Lynch’ serie last had van soms matig acteerwerk, problemen op de set en een soundtrack die bijna niet ongepaster kon, was het niets anders dan een kunstwerk. En exact hetzelfde gaat op voor Deadly Premonition. Ja, de graphics, animaties en gameplay kunnen allemaal de nodige verbetering gebruiken. Maar de sfeer die het spel oproept is zo hypnotiserend, zo fantastisch uniek, dat het moeilijk is er niet in op te gaan. Ben je vooral op zoek naar een game die precies dat doet wat hij ‘hoort’ te doen? Dan is Deadly Premonition hoogstwaarschijnlijk niets voor jou. Als spel in de meest pure zin van het woord schiet het namelijk tekort: het is vaak zelfs haast onspeelbaar. Als je echter op zoek bent naar die ene unieke titel van dit jaar, een meeslepend en origineel verhaal of een digitaal kunstwerk, dan is Deadly Premonition zeker het aanschaffen waard. Je bent verzekerd van een ervaring die je niet snel ergens anders tegen zal komen.  •


Recensie: film • 37

Poetry

Een subtiele kracht die je bij de keel grijpt Door Bart Delwig In Lee Chang-dongs nieuwste film Poetry, de winnaar van Beste Screenplay tijdens het afgelopen Cannes filmfestival, pleegt een meisje zelfmoord nadat ze regelmatig verkracht werd door een groep jongeren. De vaders van deze jongens zijn echter alleen geïnteresseerd in het beschermen van hun zonen, door de pers en de officiële instanties het zwijgen op te leggen en geld te verzamelen om de moeder van het meisje af te kopen. Mija, een 66 jaar oude vrouw gespeeld door Yung Jungee (haar eerste rol in zestien jaar!) leert van de vaders van de andere jongens dat haar zestien jaar oude kleinzoon Wook één van de zes verkrachters was. Ondanks dat Mija weet dat het belangrijker is voor haar kleinzoon om zijn rol in de misdaad te erkennen, verzamelt ze tegen haar zin in toch geld om bij te dragen aan de afkoping. In een samenleving gedomineerd door mannen is het moeilijk voor een oude vrouw om tegen de vaders in te gaan, maar ze uit toch haar gevoelens door een norse blik op haar gezicht te tonen als het om de misdaad gaat en door bij besprekingen weg te lopen.

Net als in Oasis (2002) en Secret Sunshine (2007) staat het vechten tegen de waarden van de samenleving centraal. Standaard gekleed in vrolijke kleren en met een lach op haar gezicht zorgt Mija, ondanks haar gevecht tegen dementie, voor Wook sinds zijn moeder is vertrokken naar Pusan. Ze zorgt ook al tijden voor zichzelf sinds haar man is overleden aan een hartaanval. Wook spendeert een groot gedeelte van zijn tijd aan de computer en zijn telefoon. Er is weinig communicatie tussen hem en zijn oma, op een zeldzaam moment na als Mija vraagt waarom Wook het heeft gedaan. Verder probeert ze nooit een gesprek aan te gaan over het met respect behandelen van anderen, maar ook de vaders spreken niet over het ziekelijke gedrag. Na het zien van een poster die haar herinnert aan haar jeugd, toen één van haar leraren vertelde dat ze aanleg had voor poëzie, schrijft Mija zich meteen in voor poëzielessen. De meest indrukwekkende scènes in de film zijn discussies in deze klas, als de leraar vertelt dat poëzie niet een bepaalde tijd of plek of zelfs inspiratie nodig heeft, behalve het zien van de wereld alsof het

de eerste keer is of de herinnering aan de mooiste tijd in iemands leven. Een ander belangrijk moment in de film is als Mija de moeder van het overleden meisje ontmoet, en ze een relatie ontwikkelen gebaseerd op hoe ze de wereld om zich heen zien. Poetry lijkt voornamelijk Lee’s klaagzang te zijn over het feit dat poëzie een stervende kunst is. Bij een persconferentie zei hij dat ‘poëzie niet zoals een bos bloemen is, mooi van zichzelf. Het is leven. Hoe lelijk de wereld ook is, er is altijd iets moois van binnen. Dat is wat ik wilde laten zien.’ En Lee slaagt er inderdaad in ons de schoonheid te laten zien die schuilt achter het gruwelijke, en dat we, hoe oud we ook zijn of in welke situatie we ons bevinden, we altijd de mogelijkheid hebben ons leven te veranderen. Poetry heeft een subtiele kracht die je bij de keel grijpt. De film is een ontdekkingstocht naar complexe menselijke condities, maar Poetry is ook betekenisvol en diepgaand op een eigen manier. De film laat het echte leven zien, maar creëert ook een weg om positieve kleine dingen te vinden in de ergste situaties. Poetry is een film die je laat nadenken op een manier waarop maar weinig films dat doen.  • Poetry gaat op 10 februari 2011 in première.


38 • Recensie: film

Black Butterflies

Leven en liefde van een creatieve geest Door Lory Meesters Tegen de achtergrond van toenemende segregatie, maar ook seksuele revolutie, ontvouwt zich een intrigerende levensgeschiedenis over een vrouw die haar tijd ver vooruit was. De ZuidAfrikaanse dichteres Ingrid Jonker is de dochter van de conservatieve rechtse minister van de Nasionale Party, Abraham Jonker. Hij was betrokken bij de invoering van de apartheid en de censuur van culturele uitingen. Ingrid sluit zich begin jaren ‘60 aan bij de schrijversbeweging ‘de Sestigers’. Ze schrijft onder andere over haar vrije omgang met mannen, wat zeker toentertijd vooruitstrevend was. Wanneer Ingrid in aanraking komt met het geweld en de oneerlijke wetgeving voor zwarte mensen, gaat ze zich verzetten tegen haar autoritaire vader en schrijft ze, tot zijn afgrijzen, over de verschrikkingen van de apartheid. Ingrids gedichten zijn rauw en spreken direct tot het hart. Ze zijn een perfecte weergave van Ingrid Jonker zelf. Black Butterflies vertelt het verhaal van Ingrid Jonker. Het heeft acht jaar geduurd voordat deze film voltooid werd en dat is te zien aan de diepgang en gelaagdheid van zowel de film als de personages. Het is duidelijk dat de Zuid-Afrikaanse scriptschrijver Gregg Latter (Goodbye Bafana, Forgiveness) en regisseuse Paula van der Oest tijd hebben genomen om zich in het verhaal en de personages te verdiepen. Het script is dan ook meerdere keren aangepast. Zo is Black Butterflies geen film geworden over de apartheid, wat aanvankelijk de bedoeling was, maar een portret van een uitzonderlijke dichteres die een grote invloed heeft gehad. Om goed te kunnen focussen op de belevingswereld van de personages is er in de kleding en setting gekozen

voor uitgebleekte kleuren. Dit zorgt bovendien voor een geheimzinnige sfeer. De film komt wat langzaam op gang, maar ontwikkelt zich tot een dynamisch geheel, waarbij Ingrids gedichten een leidende rol spelen. De zee vormt een belangrijk motief in de film. Zij is soms gemoedelijk en soms angstaanjagend en overweldigend. In de loop van de film wordt de zee steeds grimmiger, net als de belevingswereld van Ingrid.

Zowel de protagonist als de belangrijkste bijfiguren zijn ambigu en driedimensionaal, wat hen interessant maakt. Met name Rutger Hauer levert een briljante acteerprestatie als de vader van Ingrid Jonker. Niet alleen heeft het personage Abraham Jonker een weerbarstig en gesloten karakter, hij heeft ook kortzichtige politieke opvattingen en een slechte relatie met zijn kinderen. Toch krijgt Hauer het voor elkaar dat de kijker tegen wil en dank sympathie voor hem gaat voelen. Ondanks de harde buitenkant is Abraham Jonker namelijk zeker niet gevoelloos. Hauer brengt dit op subtiele wijze tot uitdrukking. Ook Carice van Houten straalt als vanouds. Aanvankelijk is Ingrid ronduit onuitstaanbaar en heeft men medelijden met haar sympathieke geliefde Jack Cope, gespeeld door Liam Cunningham, die gebukt gaat onder

haar grillen. Van Houten slaagt erin om het personage te laten ontwikkelen tot een complexe persoonlijkheid, die de kijker stukje bij beetje leert kennen. Steeds meer worden haar beweegredenen duidelijk en raakt de kijker echt betrokken. In Black Butterflies wordt Engels gesproken, wat afdoet aan de verder zo intrigerende film. Ingrid Jonker schreef en sprak zelf Afrikaans. Omdat gedichten afhankelijk zijn van het taalgebruik, gaat er bij voorbaat een deel van de vorm en boodschap verloren bij vertaling. Niet alleen de betekenis van de woorden, maar ook de klank speelt een rol. Tevens is de Engelse taal in strijd met de werkelijkheid en de geloofwaardigheid van de film. De film laat prachtige sfeerbeelden zien van Kaapstad in de jaren ‘60, maar de taal ondermijnt hierbij de historische en politieke context. De poëzie van Ingrid Jonker maakt deel uit van de ZuidAfrikaanse culturele erfenis en ook de Afrikaanse taal is van belang voor de toenmalige nationale identiteit. Black Butterflies is een indrukwekkend eerbetoon en gaat zeker hoge ogen gooien op de internationale filmfestivals. Deze film is van cultureel belang: niet alleen is het belangrijk om zo nu en dan na te denken over de apartheid, maar ook de culturele nalatenschap van Ingrid Jonker is belangrijk om te behouden. Net als het kind dat slachtoffer werd van de rassenscheiding uit ‘Die kind wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga’ zal Ingrid Jonker mede dankzij deze film niet vergeten worden en altijd aanwezig blijven in de harten van bewonderaars.  • Black Butterflies gaat op 17 februari 2011 in première.


Recensie: televisie • 39

De Nederpopshow Vlees noch vis Door Jeroen Slot Muziek op televisie is geen vanzelfsprekendheid. Toch zijn er in de omroepgeschiedenis een aantal goede muziekprogramma’s te vinden. Bijvoorbeeld Van Oekels Discohoek, naar een idee van Wim T. Schippers, als brutaal antwoord op het brave AVRO’s Toppop, waar Ad Visser in discokostuum de hitparade afging. Tegenwoordig is de aandacht voor muziek nog beperkter. De NTR besteedt relatief veel aandacht aan muziek, maar richt zich steevast op de oudere kijker en gebruikt jeugdsentiment als leidraad. In programma’s als Top 2000 á Gogo en de jaarlijkse Nacht van de Popmuziek worden belangrijke genres als hiphop en elektronica overgeslagen. Bovendien worden dergelijke programma’s vaak op onmogelijke tijdstippen geprogrammeerd. Het excuus dat er geen kijkers zijn voor muziekprogramma’s, vindt op die manier gretig aftrek. Dat de VPRO het met de Nederpopshow voor een tweede seizoen heeft aangedurfd, mag dan ook een wonder heten. Los van de verschuiving van zaterdagavond 23.30 uur, naar zondagavond 22.00 uur en een andere presentator, is nagenoeg alles hetzelfde. Optredens van Nederlandse artiesten worden afgewisseld met een quiz over de Nederpophistorie waarin elke week twee teams van drie kandidaten strijden voor de overwinning. Dit jaar staan de teams onder leiding van Jan Rot (zanger/columnist/vertaler) en Elle Bandita (ex-zangeres van Bad Candy, tegenwoordig solo). Twee teamcaptains die de jonge en oude kijker moeten verbinden. Het is lovenswaardig dat de VPRO aandacht besteed aan muziek en specifiek aan Nederlandse muziek. Nog vaak wordt Nederlandse muziek

afgedaan als minderwaardig aan de Engelse en Amerikaans, vaak ten onrechte. Een ander punt van lof is de aandacht voor de kleine, opkomende Nederlandse bands. In het nieuwe seizoen wordt het programma wekelijks afgesloten met een optreden van een opkomende band die door 3VOOR12 wordt geselecteerd. Alle bands tezamen strijden in een talentenjacht voor de hoofdprijs: een plek op het Hongaarse Sziget Festival. Maar ondanks het prachtige streven, slaat het programma te vaak de plank mis. De presentatie is dit jaar in handen van acteur Frank Lammers. Hij vervangt Eric Corton, maar zonder verve. Met het gebruik van gekke stemmetjes en grappen die kant nog wal raken, probeert hij het gebrek aan presentatietalent te maskeren. Daarnaast valt al in de eerste uitzending een gebrek aan voldoende affiniteit te bespeuren met het onderwerp; zo blijkt hij in de eerste uitzending de antwoorden op een aantal vragen niet op een rijtje te hebben. Een presentator als Jan Douwe Kroeske zou inhoudelijk beter zijn geweest. Het gevaar is dat iemand als hij te uitgesproken zou kunnen zijn, wat af zou doen aan de laagdrempeligheid. Die is juist belangrijk is bij een televisiegenre dat probeert het hoofd boven water te houden en waarvoor het zaak is een zo breed mogelijk publiek te trekken. Het is verder afwachten of de Nederpopshow interessant genoeg is om nog een seizoen te boeien. De Nederpophistorie is rijk, maar niet onuitputtelijk. De quizvorm is weliswaar toegankelijk, maar maakt inhoudelijke diepgang praktisch onmogelijk. De Nederpopshow valt tussen wal en schip. Het is geen standaardquiz waar algemene kennis

wordt getoetst, maar een diepgravend programma over popmuziek is het evenmin. Er wordt bijvoorbeeld geen aandacht besteed aan kwalitatief sterke interviews. De kans dat een omroep in zo’n inhoudelijk muziekprogramma wil investeren is klein, vanwege het te selecte publiek. De bovenstaande kritiek op de Nederpopshow is daarom wellicht nauwelijks toe te schrijven aan de omroep of het programma. Het fundamentele probleem ligt in de omroepstructuur en de rol van de zendercoördinator, die kijkcijfers boven cultureel belang stelt. Dat een format met aandacht voor en optredens van zowel binnen- als buitenlandse artiesten wél kan werken, hebben voorbeelden uit het verleden en het Britse Late Night with Jools Holland wel uitgewezen. Maar in Nederland is een investering in zo’n programma nog altijd te kostbaar, waardoor het streven ook dit keer verzandt in een programma dat vlees noch vis is.  • De Nederpopshow is elke zondag te zien om 22.00 uur op Nederland 3.


40 • Recensie: televisie

Tussen de oren

Behalve vermakelijk, ook leerzaam Door Madina Gireeva

Altijd al willen weten of bijen kunnen tellen? Vraag je je af hoe dove mensen juichen als ze winnen? Je zal antwoord krijgen in het programma Tussen de oren. Dit programma is een wetenschappelijke quiz met een dosis humor, waar bekende Nederlanders strijden tegen elkaar in het beantwoorden van de vele bizarre en vooral grappige vragen. Het programma Tussen de oren is een hilarische wetenschappelijke quiz met rare experimenten, buitengewone onderwerpen en grappige filmpjes. De presentatoren zijn cabaretiers Rob Urgert en Joep van Deutekom, die een uitermate relaxte sfeer creëren die overslaat op de deelnemers en de kijkers. Rob en Joep ontvangen in elke aflevering vier verschillende bekende Nederlanders die in twee teams worden verdeeld. De teams strijden tegen elkaar door zoveel mogelijk vragen goed te beantwoorden. Het team met de meeste golfballetjes (die je voor elk goed antwoord krijgt) is de winnaar. De quiz bestaat uit verschillende vragen die vaak gebaseerd zijn op wetenschappelijke onderzoeken en onzinnige feitjes. Hoewel de teams strijden tegen elkaar, komt het door de losse sfeer over alsof het een avond bij één van de jongens thuis betreft. Informeel is het woord dat meteen opkomt als je dit programma kijkt. De

sfeer is heel vriendschappelijk en het spelen van de quiz is vooral voor de lol, want er is geen sprake van een prijs. De deelnemers en de presentatoren maken veel grapjes met elkaar en nemen het allemaal niet al te serieus. Het feit dat er in elke aflevering andere deelnemers zijn houdt het leuk, en zorgt ervoor dat het programma niet in een saai patroon vervalt. Naast de afwisselende deelnemers is er ook sprake van afwisselende onderwerpen en vragen in de quiz. Deze combinatie zorgt ervoor dat het kijken nooit gaat vervelen. Een ander aspect van het programma dat ervoor zorgt dat de kijker geboeid blijft, is het feit dat de kijker kan meedenken over de vragen. De verschillende vragen zijn niet moeilijk, maar tegelijkertijd ook niet de vragen die we gewend zijn van de standaard quiz. Het gaat om grappige, absurde of bijzondere onderwerpen. Daarnaast zijn deze leuke maar nutteloze feitjes ook de basis voor de vragen. De

kijker kan interactief kijken naar het programma en zich betrokken voelen bij de teams door een favoriet te kiezen. Tussen de oren is een amusant programma dat niet alleen het publiek vermaakt, maar ook de deelnemers. De hele sfeer rondom het programma zorgt ervoor dat het publiek zich betrokken voelt bij de quiz. Kortom: het is een aanrader, omdat het niet alleen vermakelijk is, maar ook leerzaam.  • Tussen de oren is elke vrijdag om 20.30 uur te zien op Net5.


Column • 41

‘Everybody wants to be in show business’ Door Jordi Wijnalda Het klinkt altijd wat melodramatisch om Amerika ‘het Land van de Mogelijkheden’ te noemen – maar helemaal onwaar is het niet. In deze culminatie van de voor- en nadelen van de kapitalistische cultuur leeft inderdaad het oude adagium ‘voor elk wat wils’ meer dan waar ter wereld dan ook. Bijna alles lijkt voortdurend binnen handbereik – niet in de laatste plaats het sterrendom, de roem, de faam. Zorg ervoor dat je de juiste stap zet op het moment dat de camera’s draaien, en voor je het weet ben je een YouTubehit of hashtag op Twitter. En naarmate de digitale media in meer en meer delen van het dagelijks leven een vaste plaats innemen, lijkt het ook steeds gemakkelijker te worden om jezelf aan de wereld te presenteren: How To Become a Do-It-Yourself Celebrity. Het is ook sterk te merken in ‘mijn’ vakgebied. Ook ik besloot naar New York te gaan om filmmaker te worden, om precies diezelfde reden: hier zijn de mogelijkheden. Toch pak ik het nog redelijk traditioneel aan door naar een officiële filmschool te gaan – filmscholen zijn inmiddels haast de dinosaurussen van de eenentwintigste eeuw. Iedere kleuter kan tegenwoordig een camera oppakken en zelf een filmmaker zijn. Het medium is vandaag de dag gebruiksvriendelijk, goedkoop en snel. De stap naar YouTube is een pijnloze, en met de juiste muziek, tags en titels kom je zo aan minstens een half miljoen kijkers. Maar ook in de professionele circuits worden drempels drastisch verlaagd. Het Grote Boze Amazon.com, dat in meerdere lagen van de Amerikaanse cultuur stiekem aanwezig en invloedrijk is, heeft medio november aangekondigd een filmproductietak te beginnen ‘to fund tomorrow’s auteurs’. Hun idee: 1. laat de ene helft van de wereld zijn speelfilmideeën gratis aan

Amazon geven in de vorm van een goedkoop gemaakte, doch kwalitatief hoogstaande film op speelfilmlengte 2. laat de andere helft van de wereld zijn suggesties voor het idee op internet spuien 3. kom samen tot een eindidee en misschien geeft Amazon iemand van jullie wel geld om het tot een ‘echte’ speelfilm om te vormen. Iedere doe-het-zelver met een zucht naar goedkope faam hapt gretig toe zonder te kijken naar Amazon’s kleine lettertjes: je geeft de rechten tot je idee gratis en voor niks aan een megaconcern, en uiteindelijk, door de invloed van anderen, kan het zo zijn dat jij er zelf helemaal niks aan overhoudt. Deze ontwikkeling onderstreept de glijdende schaal waar de consumentencultuur zich in bevindt: uiteindelijk zal de consument het slachtoffer van zijn eigen consumptie worden. Grote corporaties storten zich op de individuen en hun eigen talenten en ideeën, en niemand wordt er rijker van. Eeuwige roem lijkt steeds dichterbij, maar blijkt keer op keer een ‘cat in the bag’, zoals ze hier niet zeggen. Het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw is omgetoverd tot een jachtseizoen, en de consument is vogelvrij verklaard. Dus beteugel uw zucht naar bekendheid, o heilig individu! Roemzucht is drankzucht – het kost meer dan je lief is. Over de afgelopen eeuw is het portaal naar faam verschoven van film via televisie naar de computer thuis – en meer dan eens leggen mensen hun ziel bloot opdat de wereld hen maar in het oog krijgt. En de Grote Boze Bedrijven zijn nu degenen die daar gretig op inspelen.  •


42 • J ind J m a Meg able film. c Despi elwig D t Bar

JJJ Unstoppable dat ruim ht Nooit verwac naar een anderhalf uur kijken toch rijdende trein n zijn. nog spannend ko Kaz Alting

aar JJJ ovie, m m Easy A e g a n tee Another ter verhaal. e b met een ireeva G Madina

Tangled J J J J Raak verstrengeld in Disney’s nieuwste klassieker! Bart Delwig

Scott Pilg rim vs. Th e World J Vergeet vo JJJ rige gamev erfilminge Scott Pilgri n e n comicbook m laat zien films. h Stephen va n den Hoek oe het écht moet.

rk Stranger J J You Will Meet a Tall Da die man wordt al Typisch Woody Allen: chter. jaren niet meer beter of sle Evert de Vries

Buried J J J Anderhalf uur lang. Ee n kist. Claustrofobie. Ge en zuurstof. Angst. Een telefoon. Ryan Reynold s. Wat doe je? Deze film in de bioscoop bekijken. Stephen van den Hoek

Unstoppable J J J Het charisma van Denzel Washington redt wederom een sim pele, maar boeiende actiefilm. Bas Bastiaans

en rafie tie g o t ma ina J ige cine carnom J J ht Os one et prac trices. B s ’ ac am ter Win ter dram teurs en e? c s c Dui terke a Lawren s r r e e ijze Jennif en Ho k d voor en van h Step

n J J J cebook va h s fi a Cat er F lm ov fi é D ar! dit ja e Vries d Evert

te J J J met Due Da comedy le e p isseld Sim en afgew de p p a r g e flauw ardoor ede, wa o g r o o d ien. blijft boe h c o t film s Daan Gip

Buried J J J J Je wordt er spontaan claustrofobisch van! Emily Oosterom

Anoth er Fijnzin Year J J J nige, tra karakte rstudie gikomische . Timo K oren

The Kid s Zonnige are All Right JJJ tuinen fantastis en ee ch re n stau gepaard met goe rant gaan d een inte ressant p e grappen en lo Stephen van den t. Hoek

JJ t special orld J J W e h ineerd me T b . s m v o c e im g r g het meisje Scott Pil lleren om e u d l o o h Oldsc rhaal. en stripve effects als e va iree Madina G


• 43

Scott Pilg rim vs. Th eW Expression istische co orld J J J J micstijl o heerlijk exc verko entrieke pe rs onages en g epelt verhaal met Bas Bastiaa eniale hum ns or!

J ack J J J eg The Way B 7 jaar zijn w a n t d in v ir Peter We n met dit e bioscope d r a a n g teru ende epos. overweldig Bart Delwig

Cyrus J J J Grappenmaker Jonah Hill bewijst acteertalent in aandoenlijk verhaal. Evert de Vries

The Runaways J J Nieuwe fase voor Dakota Fanning, geen schattig meisje meer maar een . dame met bijpassende drugs en seks . En er is ook nog de rock ‘n roll Stephen van den Hoek

Unstoppa ble J J Middelmati ge en zeer voorspelba re actiefilm . Daan Gips

You Will Meet a Ta ll Dark Stranger J J Deze ontmoeting had nooit moete n plaatsvinden. Bart Delwig

J n J J en gee d l r d o ur eW Abs s. Th erbad. ijken. v p k im ilgr eets Su k om te P t t m Sco fighter wel leu t r e e Str al, maa a h ver eens B Rolf

Easy A J J J Begon erg origineel, eindigde standaard. Kaz Alting

New K id Niema s Turbo J J nd JJ komt Maask antje! aan Bart D elwig

bJ n De Eetclu eer maagzuur da m r o o ac. Zorgt v d bij de M ij lt a a m een ig Bart Delw

Buried J JJJ Bij het verlaten van de bioscoopz aal zul je snakken naar adem . Evert de V ries

Cyrus J J Zeer re alistisch ge prima a cteerwerk schoten, en moo voor he i t oog, a ll e verschrik en echt kelijk saa i. Rolf Been s

Legenda

goed

Zeer JJJJ oed JJJ G tig JJ Ma t J Slech


Advertentie Printbizz


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.