Xi 19.4

Page 1

juni / juli 2011 JAARGANG 19

film | televisie | nieuwe media

Peter van Ingen: eindredacteur Zomergasten Tijdschriften in het Digitale Tijdperk Facebook en het privacyprobleem

Karl Pilkington Compleet idioot


Advertentie

2

XI JAARGANG 19 / NR 4


Inhoudsopgave Jaargang 19, nummer 4

Op de cover 32 Fenomeen Karl Pilkington

En verder KORTOM 6 Porna: vrouwvriendelijke porno 7 Cliffhangers: de bizarre seizoenseindes van soaps

ARTIKELEN

8 Zomergasten Interview met eindredacteur Peter van Ingen

10 Blockbusters: de zomer van de sequels 12 Is de Nintendo 3DS de moeite waard? 14 Spraakmakende filmlocaties 24 De terugkeer van Kindernet: nostalgie als marketingtactiek 28 Geschiedenis: horror door de eeuwen heen 30 Toekomst: de hegemonie van de smartphone

RUBRIEKEN

16 Tijdschriften in het Digitale Tijdperk hard//hoofd, De Speld en De Groene Amsterdammer

20 Facebook Wordt onze privacy wel geschonden?

5 Column: Yannick van der Kroft 23 Docentencolumn: Jeroen de Kloet 40 Smaakmaker: Amina 41 Column: Jordi Wijnalda 42 Waarheen/Waartoe

RECENSIES 34 35 36 37 38

Film: Rabat Film: Source Code Televisie: Boekenprogramma’s Televisie: Zondagavondtelevisie Game: Nintendo 3DS’ Pilot Wings, Ghost Recon en Ridge Racer

XI JAARGANG 19 / NR 4

3


Redactioneel

Foto: Luc Schol

Redactioneel Door Timo Koren

Dit is de laatste Xi van dit studiejaar. Pas geleden nog wierp ik een blik op de eerste Xi van deze jaargang. De eerste uit mijn toen nog gedeelde hoofdredacteurschap. Ik denk dat daar vrijwel alles fout ging, wat er fout kon gaan. De redactie was onzorgvuldig, de relevantie van de artikelen ontbrak vaak, de vormgeving slordig, et cetera. Weinig om trots op te zijn. Ik zou bijna zeggen: gelukkig werd hij slecht gedistribueerd. Als ik erop terugkijk ben ik in ieder geval verbaasd dat ik toen niet de handdoek in de ring heb gegooid. Inmiddels ben ik van mening dat het blad zowel qua inhoud als qua vormgeving een degelijk studieblad is. In de loop van het jaar zijn er enthousiaste mensen bijgekomen, die met scherpe pen het tijdschrift van nieuw elan voorzagen. De vormgeving ziet er veel strakker en professioneler uit dan de eerste twee edities van dit jaar. In die zin is het opzienbarend dat er in een jaar zo veel kan veranderen. Wat blijkt is dat een studieblad niet draait om de hoofdredacteur, maar om de gemotiveerde schrijvers. Verbeterpunten zijn en blijven er nog steeds

genoeg, gelukkig. Deze editie kent bijvoorbeeld een nieuwe invulling van de televisierecensies. Voorheen werden er twee belangrijke programma’s gerecenseerd, op de manier zoals dat ook bij films en games gebruikelijk is. Toch wrong er iets in die aanpak. Televisie is namelijk niet te reduceren tot het cumulatief van de programma’s die er op te zien zijn. Daarmee vergeet je namelijk dat de positionering van een programma op een bepaald tijstip, op een bepaalde zender net zo belangrijk is. In de nieuwe opzet hebben we geprobeerd dat nog prominenter naar voren te laten komen. Nu bespreken we in de tv-recensies een positief en een negatief feit uit de laatste televisiemaanden. Dit laat nog steeds ruimte voor de manier zoals het voorheen in Xi gebeurde, maar schept tevens ruimte voor nieuwe invalshoeken. Dat hebben we ditmaal geprobeerd. De bedoeling is dat recensies relevanter worden. Ik hoop dat het is gelukt. Tot slot: we hebben aan de lente gedacht. Vandaar aandacht voor wat typisch zomerse mediafenomenen: Zomergasten, blockbusters en soapcliffhangers.

Colofon HOOFDREDACTEUR Timo Koren

ZAKELIJK LEIDING Annegien Kok

DRUK Grafiplan

SECRETARIS Stephen van den Hoek

SCHRIJVERS Tomer Gal Madina Gireeva Jeroen de Kloet Yannick van der Kroft Yde van Opstal Freek Ronner Peter Augustinus Smet Teije Terhorst Jordi Wijnalda

REDACTIEADRES Turfdraagsterpad 9 1012 XT Amsterdam

EINDREDACTEUR Julius Koetsier NIEUWEMEDIAREDACTIE Bas Bastiaans TELEVISIEREDACTIE Jeroen Slot BEELDREDACTIE/VORMGEVING Kaz Alting (www.grasveld.net) Bas Wijers (www.baswijers.com)

4

XI JAARGANG 19 / NR 4

ADVERTEREN/SPONSORING annegien@xi-online.nl VRAGEN/OPMERKINGEN info@xi-online.nl WEBSITE www.xi-online.nl www.twitter.com/xionline www.facebook.com/xionline

Xi is een onafhankelijke uitgave van Stichting Ik Zie Een Ster en Studievereniging Off-Screen, en wordt gemaakt door studenten Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Xi verschijnt tenminste vier maal per academisch jaar in een oplage van 500 en wordt gratis verspreid. De leerstoel is niet verantwoordelijk voor de inhoud van Xi. ISSN: 1383-8431


Column

Een terugblik op Off-Screen Door Yannick van der Kroft, voorzitter Off-Screen

Vaak genoeg heb ik gehoord: ‘Als je ouder wordt gaat een jaar steeds sneller voorbij.’ Als kind vond ik een halfuur al ontzettend lang duren en nu zeggen mensen om me heen: “Januari leek wel gisteren!” Waar het ieder jaar steeds, voor je gevoel, een stukje sneller lijkt te gaan, leek dit jaar opeens in een sneltreinvaart voorbij te gaan. De zenuwen voor het sollicitatiegesprek voor het Off‑Screen-bestuur van 2010 - 2011 en de twijfels of je wel goed hebt geantwoord op de vragen, zijn nog steeds voelbaar. Het telefoontje met het goede nieuws en de keuze van de rest van het bestuur zijn momenten waar ik met plezier op terugkijk. Sarieke als secretaris, Sabrina als penningmeester, Zianic voor de MOAC, Jaap voor de Studiereis en Lisanne voor de sociale-activiteitencomissie. Samen met dit team ging ik een jaar lang Off-Screen besturen. Met een inwerkweek en een bestuursweekend vooraf, begin je met de voorbereidingen voor het nieuwe schooljaar. Elkaar leren kennen door middel van spelletjes en grote plannen bedenken voor Off-Screen, nemen een lang weekend in beslag. Gelijk daarna komt de Intreeweek, waar je met spanning hoopt zoveel mogelijk nieuwe leden te trekken bij Off-Screen. Dit blijkt een succes te zijn. Een grote hoeveelheid aan eerstejaars schrijft zich in en ook de studiereizen zijn gevuld met een meerderheid aan nieuwe leden.

Van de ene grote activiteit kijk je uit naar de ander en voor je het weet zit je al aan het einde van het schooljaar. De studiereis is net achter de rug en vanaf dat moment ga je nadenken over de sollicitatie voor het nieuwe bestuur. Door dit moment ging ik ook terugkijken op mijn eigen bestuursjaar. Voor mijn gevoel begin ik pas langzaam te begrijpen wat mijn taken zijn nu het plotseling voor mij ophoudt. Heb ik dan wel iets geleerd dit jaar of is alles echt langs mij heen gegaan? Ondanks deze twijfelachtige momenten kijk ik met veel plezier terug op het afgelopen jaar. Leren samenwerken, discipline hebben en plannen zijn drie punten waarvan ik heb geleerd dit jaar en waar ik mij in de toekomst nog meer op zal focussen. Off-Screen houdt je gedurende het hele jaar elke dag bezig en ik verheug me al om volgend jaar naar activiteiten van Off-Screen te kunnen gaan zonder zelf in de stress te schieten. Toch ben je niet de enige die intensief bezig is met Off-Screen, je bent met een team van zes personen. Samen maak je je druk om de activiteiten en samen kun je met plezier terugkijken naar wat je bereikt hebt. Off-Screen wordt een tweede familie en ik ben trots op het team waar ik dit jaar in heb mogen zitten. Als laatste punt zou ik iedereen willen aanraden om te solliciteren voor het nieuwe bestuur van Off‑Screen 2011 - 2012.

Door Julius Koetsier & Masha Pikulina

XI JAARGANG 19 / NR 4

5


Kortom

Porna Porno is een gigantische afzetmarkt. Maar er bleef altijd een markt onaangeraakt: de vrouw. Met ‘porna’ lijkt daar nu een oplossing voor te zijn gevonden.

Door Stephen van den Hoek

E

en aantal jaar geleden woedde er een flinke strijd. Twee partijen vochten het uit. Op internet werden debatten gevoerd over wie het beste zou zijn en wie de toekomst kon gaan bepalen. Verschillende partijen wogen af bij wie ze zich zouden aansluiten. Wie was er sterk genoeg om de last van de komende tien jaar op zich te nemen? In februari was er een winnaar. Met behulp van de grootste partij wist BluRay de strijd van HD-DVD te winnen. Al snel volgden de andere partijen en moest HD-DVD het veld verlaten. Welke partij gaf Blu-Ray deze glansrijke overwinning? Het was de porno-industrie. Met een gigantische afzetmarkt en meer dan 11.000 titels op DVD per jaar is de porno-industrie big business. Toch bleek er in het plaatje van de industrie iets niet te kloppen. Er bleef een markt onaangeraakt en hier lijkt nu een oplossing voor te zijn gevonden. Tussen alle porno voor mannen is er ook de porna: porno voor vrouwen. Porna, een initiatief van digitale zender Dusk TV, is vrouwvriendelijke porno. De zender gaf de zogenaamde vrouwenporno een naam en heeft met een panel van meer dan 600 vrouwen een definitie gegeven van het genre. Zo is er geen ruimte voor cumshots in het gezicht van de vrouw, moet gekreun en gegil echt en gemeend zijn en verdwijnt de paardenstaart bij de man en ook zijn hand in zijn zij tijdens de daad.

6

XI JAARGANG 19 / NR 4

Wat is porna dan wel? Expliciete beelden met echte, mooie mensen waarbij beide partners er plezier in hebben. Hoewel er wel degelijk verschil tussen deze twee omschrijvingen zit, draait het uiteindelijk maar om één ding: seks. Dit doel is bij porno en porna hetzelfde. Het is manier waarop dit doel bereikt wordt, wat het verschil moet maken. Een groep feministen stortte zich op de pornovideo’s en haalde daar stuk voor stuk pareltjes uit die ook de vrouw centraal stelden en niet alleen het genot van de man lieten zien. De DVD die vrouwen kregen bij de Viva was een groot succes en de vraag naar porna steeg. Van lief en teder tot kinky en SM. Alles kan, maar met respect voor de vrouw en echte mensen. Wordt het dan niet een beetje kijken naar een sekstape van je vrienden? Is porno niet juist een succes door de wat theatrale benadering? Door het zien van echte mensen betrek je het wellicht meer op jezelf, iets waar vrouwen zo te zien meer naar op zoek zijn. Mannen hoeven die band met ‘echte mensen’ misschien niet te hebben en nemen genoeg met de zogenaamde hondenblikken in de camera. Seks op video blijft seks op video, zou je zeggen, maar Dusk TV ziet verschil. Genot voor man én vrouw. Dat belooft porna te zijn. Of er tussen het overschot aan pornowebsites veel pornapareltjes te vinden zijn is de vraag. Gelukkig is daar het Dusk TV-panel vol dames om ons verder te helpen, stuk voor stuk voorzien van een gloednieuwe Blu-Rayspeler. 


Kortom

Goede Cliffhangers

Slechte Cliffhangers Door Annegien Kok

N

u de zomer weer voor de deur staat, houden de soaps het even voor gezien. Om ervoor te zorgen dat kijkers niet vergeten na de zomer weer te gaan kijken, wordt het seizoen vaak afgesloten met een heftige verhaallijn, die op het spannendste moment ophoudt om pas in september weer te worden vervolgd: de cliffhanger. Nu houdt de bekendste Nederlandse soap Goede Tijden, Slechte Tijden het nog redelijk normaal, vooral in het buitenland kunnen ze er wat van als het aankomt op schokkerende soapcliffhangers. In de Verenigde Staten is één van de grootste soaps The Bold and The Beautiful, die om de familie De Forresters draait. Brooke is hierbij af- en aangetrouwde familie. Ze eindigt het ene jaar zo rond de cliffhanger met vader Eric, het jaar erna met zijn zoon Ridge, om terug naar Eric te gaan en vervolgens met een omweg via de andere zoon Thorne weer bij Ridge in bed te belanden. Liefde en intriges zijn daar toch wel het belangrijkst en het heeft de bijsmaak van een boeketreeksromannetje. Eastenders is al sinds mensheugenis de populairste soap in Engeland. Het staat erom bekend dat het schandalen en ziektes bespreekbaar maakt. HIV, schizofrenie en huiselijk geweld: het komt allemaal voorbij. Gek genoeg krijgen de Britten hun heftigste cliffhangers gewoon lekker al met Kerst in plaats van voor de zomerstop. De beste cliffhangers komen uit de jaren negentig, toen onder andere een hoofdpersonage haar man liet vermoorden. Ze keek raar op toen de ‘hitman’ had gemist en manlief alsnog aan het kerstdiner kon verschijnen.

Ook een romantische anticlimax voor Bianca overigens, die haar grote liefde probeerde te zoenen. Echter, hij wimpelde haar af met de mededeling haar vader te zijn. Ook erg realistisch was het toen Zoe haar zus Kat vertelde met een interessante man op vakantie te gaan, waarop haar ‘zus’ haar vertelde dat deze man Zoe’s vader is. Oh, en ‘zus’ Kat was haar moeder. Waar Britten wel houden van een hysterische verhaallijn hier en daar, gaat het er in Ierland iets degelijker aan toe. Glenroe is daar de populairste soap. Hier draait het vooral om relaties en affaires in het boerderijleven. Waar Eastenders zich afspeelt in metropool Londen, is Glenroe gesitueerd in een klein, conservatief dorpje in Ierland. Er komen daar wel zigeuners en een hoop religie voorbij, maar de belangrijkste cliffhangers in de jaren ‘80 en ‘90 waren de volgende: wie oh wie liet de plaatselijke rivier overstromen door er zijn overschot aan melk in te loodsen? En hoe het hele dorp op zijn kop stond omdat er twee konijnen van een boerderij waren verdwenen. Uiteindelijk ontdekte de politiechef dat twee oneerlijke toeristen ze hadden gebruikt om hun Ierse stew van te koken. De meest shockerende cliffhanger was toch wel toen de plaatselijke Katholieke priester ontslag nam om op een wereldcruise te gaan met een protestantse weduwe. Door de grote hoeveelheid kijkers stond Ierland hiervan toch wel even op zijn kop. Zo blijkt dat in ieder land soaps, door middel van cliffhanger, verschillende manieren vinden om hun kijkers te choqueren. 

XI JAARGANG 19 / NR 4

7


Televisie

Interview

Peter van Ingen ‘Als Zomergasten een instituut is, dan zijn we daar vaak niet eens zo blij mee’ Door Jeroen Slot

Z

omergasten werd voor het eerst uitgezonden in 1988, in een tijd dat de VPRO nog alleen op zondagavond zendtijd had. Het werd bedacht uit een behoefte om de STER-reclame uit te bannen, die tot kort daarvoor niet op zondag werd uitgezonden. Een programma in de geest van de Marathoninterviews, zoals de VPRO destijds uitzond op de radio. Deze zomer gaat het vierentwintigste seizoen van start, waarover tot op heden nog niks bekend is. Xi sprak met medebedenker, oud-presentator en huidig eindredacteur Peter van Ingen, over de gastenkeuze, de kwaliteiten van een presentator en over Zomergasten als instituut. Zomergasten was destijds geënt op de Marathon­ interviews, maar wat is het inmiddels voor programma? ‘Het is nooit een Marathoninterview geweest, het was altijd een manier om via fragmenten andere dingen met gasten naar voren te halen en dat is het nog steeds. Je geeft de gast de mogelijkheid om zijn eigen televisieavond samen te stellen aan de hand van fragmenten met verschillende onderwerpen: kunst, cultuur, politiek - noem het maar op. Het moet niet alleen over de fragmenten gaan die de gast leuk vindt, maar ook over het verhaal dat daarachter ligt.’ Wat gebeurt er in de voorgesprekken? ‘Het is een heel proces. Belangrijk is om te weten dat je niet alles kunt aanstippen van te voren. De gast moet ook verrast worden door hem- of haarzelf ‘goh daar kom ik toch maar op’. Vaak vallen later veel fragmenten af die in de eerste gesprekken werden aangedragen. Doordat je meerdere gesprekken voert, ontstaat er vertrouwen en daardoor wil de gast ook meer vertellen. Een vraag die we bijvoorbeeld vaak stellen, is de vraag door welk fragment een gast wordt ontroerd, maar waar hij zich tegelijkertijd ook voor schaamt. Schaamte is mooi en

8

XI JAARGANG 19 / NR 4

dat zit in alle gasten. Ze willen nooit hun hele ziel laten zien, maar naar schaamte vragen is een goede manier om de boel open te breken.’ Speelt actualiteit nog een grote rol bij de keuze voor de gasten? ‘We proberen vooral aan te voelen in wat voor tijd we zitten. Het is geen geheim als ik zeg dat we in een tijd leven van desoriëntatie en heroriëntatie. Je houdt daar rekening mee voor Zomergasten, door in de gaten te houden welke discussies er gaande zijn. Aan de hand hiervan probeer je gasten uit te nodigen die dat kunnen duiden, of vragen kunnen stellen. Daar heeft de kijker behoefte aan, dat merken we ook aan de reacties. Voor dit jaar hebben gasten waarvan ik denk dat ze meer beschouwen dan beleven. Het zijn gasten die heel oorspronkelijk denken over de essentie van bijvoorbeeld cultuur.’ Wat gebeurt er om drie uur televisie spannend te houden? ‘Je kunt je afvragen of het wel televisie is: er beweegt nauwelijks iets, er is een tafel met twee stoelen, een scherm en twee mensen die elkaar aankijken en de fragmenten zijn vaak nog gedateerd ook. Het is een formule die alle nieuwe mediawetten van snelheid tart. Wat wij proberen is in een langer tijdsbestek de gast een eigen werkelijkheid te laten creëren, om zo de kijker een indruk te geven van de manier waarop die gast voelt en denkt. Het is aan de presentator om de paradoxen en achterliggende werkelijkheid te achterhalen. Dat is heel belangrijk.’ Wat is de verdere rol van de presentator in dat geheel? Waarop is de keuze van de presentator van dit jaar bijvoorbeeld gebaseerd? ‘Met de presentator zijn we nog bezig, al zijn we een


Televisie

heel eind op weg. Het is in ieder geval iemand die de tijdsgeest aanvoelt, die heel nieuwsgierig is en die ook de originaliteit heeft om niet alleen de voor de hand liggende vragen te stellen, maar ook interesse in de persoon die tegenover hem zit kan tonen. Daarnaast moet de presentator tegen kritiek kunnen. Vroeger bleef die beperkt tot recensies in een krant, maar je ziet dat recensies er eigenlijk niet meer toe doen, omdat in de sociale media zoveel andere meningen naar boven komen, die vrij breed worden uitgemeten. Er is geen programma waar je zo sterk beoordeeld wordt als Zomergasten.’ Heeft u weleens spijt gehad van een presentator? ‘Nee. De ene keer is de uitzending beter dan de andere keer, maar het is altijd een wisselwerking tussen de gast en de presentator. Het is een dynamiek. Voor ons is het ook altijd heel bijzonder om te zien waarom het de ene keer beter lukt dan een andere keer. Bas Heijne noemde Zomergasten eens ‘een instituut’. Als dat zo is, dan zijn we daar niet eens zo blij mee. Mensen gaan zich dan gedragen naar dat instituut, dat wil je eigenlijk niet.’ Maar aan de andere kant wil Zomergasten diepgang bieden en de tijdgeest aanvoelen. Wordt het dan niet vanzelf een instituut? ‘Dat is precies het dilemma waar we mee zitten. Dat uit zich onder meer in het decor en in de voorbereiding. Aan de andere kant is het ook mooi dat het een instituut is, want op die manier heeft het ook een effect. Een goed voorbeeld hiervan is de opmerking die Alexander

Pechtold plaatste in Zomergasten. Hij vond dat de plenaire zaal van de Tweede Kamer anders ingericht moest worden, zodat er meer debat kan komen. Naar aanleiding van die opmerking heeft de TU Delft een tentoonstellingsproject gemaakt van ontwerpen hoe je die ruimte in de Tweede Kamer zou kunnen veranderen. Dat is interessant.’ Hoe belangrijk vindt u dat er nog geëxperimenteerd wordt met het programma? ‘Heel belangrijk. Vorig jaar heeft Jelle Brandt Corstius bijvoorbeeld via Twitter meegedeeld dat hij op een avond vlak voor de eerste uitzending in het Oosterpark zou zitten en gevraagd of de kijkers ook wilden komen. Daarop kwamen heel veel reacties en kwamen er zo’n tachtig mensen op af. Dat was een manier om community-gevoel te stimuleren dat bij Zomergasten hoort. Omdat Zomergasten vaak gezamenlijk gekeken wordt, hebben we vorig jaar mensen uitgenodigd om de laatste uitzending te bekijken in bioscoop De Uitkijk. Dat willen we dit jaar herhalen op verschillende plekken in Nederland met de laatste twee uitzendingen, om op die manier ook de fysieke community te stimuleren. Daarnaast willen we dit jaar met een tweede scherm werken. We gaan kijkers met een iPad of smartphone tijdens de uitzending meer informatie bieden over fragmenten. We zijn wat dat betreft echt een zender.’ Tot slot, zou u zelf weer Zomer­gasten willen presenteren? ‘Nee, die fase heb ik afgerond. Nu is het voor mij interessanter eindredacteur te zijn.’ 

XI JAARGANG 19 / NR 4

9


Film

De zomer van de sequels: een blik op de zomerblockbuster Door Stephen van den Hoek

O

p twee momenten in het jaar kun je er zeker van zijn dat er grote films uitkomen. Gigantische banners langs de snelweg, posters in alle bushokjes en in elk reclameblok een spotje van tien seconden. Rond kerst breekt er een ware strijd uit tussen de verschillende distributiemaatschappijen, vechtend om het perfecte plekje op de kalender. Ingepland met vakanties en rekening gehouden hebbend met de algehele family spirit en het koude weer buiten zijn bioscopen verzekerd van succes. Ditzelfde fenomeen keert terug rond de zomer. Ingecalculeerd met vakanties, vriendengroepen die op stap gaan en mensen die met het gezin iets leuks willen doen. Van halverwege mei tot aan halverwege augustus komt er elke twee a drie weken een film uit met een productiebudget waar je U tegen zegt. Het zijn de zogenaamde blockbusters. Hoewel de term oorspronkelijk werd gebruikt om het succes van een film te beschrijven, is de blockbuster nu haast een genre geworden. Het is een film met een groot budget, bekende acteurs en gigantische amusementswaarde, waarvan de release gepaard gaat met een enorme lading reclame. Het is een soort film welke mensen steeds weer in de bioscoop willen zien. Het fenomeen van zomerblockbusters begon op 20 juni 1975 met Jaws. Expres werd de release gepland net voor 4 juli, de dag van Amerikaanse onafhankelijkheid. Dan hebben veel mensen vrij en willen ze iets leuk ondernemen. Het is de start van de vakantie en doorbreekt de sleur van maandag tot vrijdag, negen tot vijf op het kantoor. Door het enorme succes van Jaws werd de blockbuster een fenomeen op zich en werden meer films op dezelfde manier uitgebracht. Tot nu toe zijn er elke zomer grote films geweest: denk aan Inception, verschillende Harry Potter-films, Shrek, Gladiator, The Bourne Identity en The Dark Knight, om slechts enkele recente voorbeelden te noemen. Ook voor deze zomer hebben de verschillende maatschappijen een goede line-up opgesteld.

Een kleine greep uit het aanbod:

10

XI JAARGANG 19 / NR 4


Film

Het startschot wordt op 19 mei gelost met de vierde Pirates of the Caribbean: On Stranger Tides. Johnny Depp keert terug als kapitein Jack Sparrow met Penelope Cruz en Geoffrey Rush aan zijn zijde. Gedrieën gaan ze op zoek naar de fontein van de jeugd en dit gaat natuurlijk niet zoals gepland. Dit keer zonder Orlando Bloom en Keira Knigthley, maar met alle vreemde wezens, exotische locaties en bizarre slechteriken die we van de serie gewend zijn. Met een goede vervanging voor Bloom en Knighley en een extreem populaire Johnny Depp moet het met de piraten wel goed komen.

zijn aartsrivaal Voldemort zal verslaan. Na een wat mild begin in november belooft dit allerlaatste deel een epische film vol actie te worden. Nog meer actie zien we deze zomer in Transformers: Dark of the Moon. Inmiddels het derde deel in de nog steeds populaire serie. Vele kritieken wezen op veel te veel ongeorganiseerde actie en het missen van een echt verhaal in de eerdere films. Bioscoopbezoekers leken zich hier niet veel van aan te trekken en het eerste en tweede deel haalden respectievelijk $709.709.780 en $836.297.228 binnen.

Een week later is het tijd voor komedie in The Hangover Part II. In het vervolg op het succesvolle The Hangover reist “the wolfpack” naar Thailand om daar wederom een goed feestje te bouwen met de nodige ongeplande gevolgen. De hele cast keert terug en ook regisseur Todd Phillips staat opnieuw aan het roer. Over hoge bezoekersaantallen hoeven ze in ieder geval niet in te zitten, al kunnen reacties natuurlijk teleurstellend zijn. De lat ligt erg hoog na het eerste deel en overtreffen is het enige wat voor een echt succes kan zorgen. “Teveel van hetzelfde” is niet goed en “het eerste deel was beter” wil men al helemaal niet horen.

Tussen al de sequels is er ook ruimte voor iets nieuws: Captain America: The First Avenger. Chris Evans leidt deze Amerikaans nationalistische film waarin Captain America de Amerikanen helpt in de Tweede Wereldoorlog. De film is bedoeld als warmmakertje voor The Avengers, een mega-superheldenspektakel met Iron Man, The Hulk, Captain America en Thor, die volgend jaar moet uitkomen.

Ook voor animatiefilms is er deze zomer plek. Cars 2 en Kung-Fu Panda 2 verschijnen een week na elkaar in de bioscoop. Cars 2 is nog een onzekere film aangezien het een vervolg is op één van Pixars minst succesvolle films, met “slechts” $461.938.149 aan opbrengsten in de Verenigde Staten. De verklaring voor het vervolg is echter simpel: Pixar verdient het meest aan de merchandise die voor ieder van hun films op de markt gebracht wordt. Up mag dan een groter bioscoopsucces geweest zijn (de film bracht $731.342.744 op), kinderen spelen nu eenmaal liever met speelgoedauto’s dan met poppetjes van nukkige oude mannen. Financieel gezien is een vervolg op Cars dus een begrijpelijke keuze. Ook Dreamworks’ Kung Fu Panda 2 zal op merchandisegebied veel geld in het laatje brengen. Gezien de populariteit van het eerste deel (die goed was voor $631.967.560) zal de film bovendien voor veel kinderen, en, laten we eerlijk zijn, ook volwassenen, een must-see zijn. Eén van ’s werelds grootste franchises wordt deze zomer afgesloten. Harry Potter and the Deathly Hallows: Part 2 verschijnt 14 juli in de bioscoop. Na 7 succesvolle films zal eindelijk duidelijk worden of Harry Potter

Tussen alle megaproducties zijn er ook kleinschaligere producties die ook een bezoekje waard kunnen zijn. Misschien zit je per ongeluk in de onverwachte hit van de zomer of is het een fijne romantische komedie zonder rondslaande robots of piraten. Wanneer het blockbusterseizoen half augustus eindigt hebben we twee maanden om bij te komen wanneer het winterblockbusterseizoen losbarst. 

Andere blockbusters deze zomer X-Men: First Class (2 juni) The Tree of Life (2 juni) Priest (7 juli) Green Lantern (4 augustus) The Smurfs (4 augustus) Cowboys & Aliens (11 augustus) Super 8 (18 augustus) Final Destination 5 (1 september)

XI JAARGANG 19 / NR 4

11


Nieuwe media

Is de Nintendo 3DS de moeite waard? Bij aankondiging van de Nintendo 3DS, werd gelijk gedacht aan de Virtual Boy, ook een apparaat met 3D-effect. Het was de eerste grote mislukking van het Japanse concern. Fans hielden hun hart vast, zou dit een soortgelijk fiasco worden? Het antwoord: nee! Door Freek Ronner

I

n 1995 lanceerde Nintendo de Virtual Boy. Beloofd werd er dat het apparaat een ware revolutie zou ver­ oorzaken met zijn 3D-effect. Van de gebruiker werd verwacht zijn hoofd in de verrekijker­achtige constructie te steken, waarna hij verwelkomd werd door een mono­ chromatisch scherm. Zwarte en rode pixels waren het enige wat de speler te zien kreeg. Al snel stroomden de klachten over hoofd­pijn binnen, het aantal beschikbare games bleef schrik­barend laag en Nintendo had voor het eerst met een heuse mislukking te maken. De Virtual Boy werd binnen een jaar uit productie genomen en wordt vandaag de dag ingezet als alter­n atief voor water­boarding. Toen Nintendo de Nintendo 3DS aan­ kondigde, was deze console dan ook het eerste waar het grote publiek aan dacht: zou het bedrijf eenzelfde fout maken, een soort­gelijk fiasco uitbrengen? Het is nu een ruime tijd geleden dat de 3DS uitkwam en na de nodige speeltijd kan deze vraag met een felle ‘Nee!’ beantwoord worden. Als je eerder een Nintendo DS in je handen hebt gehad, zal de 3DS niet als een te grote ver­andering aanvoelen. Het bekende oester­ontwerp is er nog steeds en het appa­ raat beschikt opnieuw over twee schermen waarvan het onderste een touchscreen is. Ook de aanwezige knoppen komen bijna één op één overeen met de vorige iteraties van Nintendo’s handheld. Dit alles maakt de 3DS dan ook backwards compatible; alle DS titels kunnen zonder problemen gespeeld worden. Interessanter is echter wat er nieuw is. Zo is het bovenste scherm deze keer breed­ beeld, beschikken beide schermen over een aanzienlijk hogere resolutie en bevindt er zich een zogenaamde ‘circle pad’ naast de klassieke vierpunts­druktoets. Deze

12

XI JAARGANG 19 / NR 4

handzame variant op een joystick ligt werkelijk fantas­ tisch in de hand en geeft de speler de nodige precisie bij het spelen van 3D-titels. Tenslotte zitten de Start- en Select-knoppen nu verzonken onder het touchscreen, samen met een nieuwe ‘Home’-knop. Deze is om op ieder moment terug te keren naar het hoofdmenu van het systeem. Het belangrijkste is echter de 3D-slider, een klein schuif­je naast het boven­s te scherm. Wanneer deze naar boven wordt bewogen, zie je hoe op het bovenste scherm het gewoonlijk twee­dimen­sionale beeld plot­ seling diepte lijkt te krijgen. Misschien dat je de eerste keer de zo­g enaamde ‘sweet spot’ moet vinden wat betreft afstand en hoek, maar al snel zul je zien dat het Nintendo gelukt is: met de 3DS ontstaat er voor je ogen, zonder enige behoefte aan een bril, een heus 3D-effect. Denk hierbij overigens niet aan wat je van de bioscoop­ ervaring gewend bent; het zal niet lijken of kogels recht door het scherm komen. Het heeft eerder wat weg van een diorama, waarbij er vooral extra diepte gecreëerd wordt en het bovenste scherm een raam naar een andere wereld lijkt. Indrukwekkend is het in ieder geval. Wel een probleem is hoe verschillend dit voor sommige mensen kan werken, of zelfs al per titel. Zo zijn er al enkele klachten binnengekomen over hoofdpijn en is het aan te raden bij bijvoorbeeld Pilotwings het 3D-effect uit te zetten. Perfect is het systeem in dat opzicht niet. De toevoeging van de circle pad en 3D-slider is echter niet het enige nieuwe aan deze handheld. Zo heeft de 3DS nu een hoofd­m enu dat veel weg heeft van Nintendo’s andere spelsyteem, de Wii. Hier kun je niet


Nieuwe media

alleen je ingevoerde game selecteren en rommelen met de settings, maar ook tal van andere snel­koppelingen plaatsen; in de loop van mei moet Nintendo’s ‘eShop’ online gaan waar Gameboy (Color) titels gedownload kunnen worden, net als specifiek voor de 3DS ontwor­ pen games en andere applicaties. Tot het zover is, zullen we het echter moeten doen met de inbegrepen software. Zo komt de 3DS voorgeladen met, net als op de Wii, Mii Maker waarin je je eigen avatars kunt maken, 3DS Sound om muziek mee te luisteren en bewerken, het ludieke Face Raiders en AR Games. Vooral deze laatste twee zijn interessant omdat ze veel van de andere functies van de Nintendo 3DS tonen. In Face Raiders is het bijvoorbeeld de bedoeling een foto van iemand in je omgeving te nemen, om het vervolgens tegen diens gezicht op te moeten nemen in een serie schietspelletjes. Hierbij wordt continu gebruik gemaakt van de camera’s aan de buitenkant van de 3DS, zodat je op het bovenste scherm ziet hoe bijvoorbeeld je woonkamer onder aanval van je opa’s gezicht ligt. Nog leuker is het bijgevoegde AR Games. AR staat voor Augmented Reality; op het bovenste scherm verschijnt, net als bij Face Raiders, simpelweg wat de camera’s waarnemen. Vervolgens kun je één van de zes bijgeleverde AR Cards in beeld schuiven en, afhankelijk van het kaartje, minigames spelen of Mii’s en Nintendo personages positioneren op bijvoorbeeld je tafel. Voor je het weet, heb je een tafelblad omgetoverd in een vijver om in te vissen, of een aantal schietschijven om met pijl en boog te lijf te gaan. Jammer is dat de lichtomstandigheden haast onnatuurlijk perfect moeten zijn om alles te laten functioneren, maar áls het dan

werkt, biedt deze functie veel toegevoegde waarde. Meer van deze minigames kun je aanschaffen met Nintendo Coins en dit is waar het sociale aspect van de 3DS in beeld komt. De ingebouwde stappenteller van de handheld houdt namelijk bij hoeveel je per dag loopt en voor iedere honderd stappen ontvang je één Coin (van de maximaal tien per dag). Dit rondlopen met je 3DS wordt ongelofelijk gepromoot door Nintendo, omdat je met behulp van de wireless functies allerlei infor­matie uitwisselt met andere 3DS eigenaren wiens pad je kruist. Denk hierbij aan recordtijden in racegames, Miipersonages, muzieknummers en in-game-items. Eén nadeel brengt deze veelvoud aan mogelijkheden wel met zich mee: de batterij van de Nintendo 3DS gaat zo’n 3 tot 5 uur mee, afhankelijk van de scherm­verlichting, wi-fi mogelijkheden en volume van het geluid. Als je het apparaat echter altijd na gebruik opbergt in de bijgeleverde ‘cradle’, zul je niet bijster veel last hebben van deze kortere batterijduur. De belangrijkste vraag echter is en blijft: Is het nú aantrekkelijk een 3DS aan te schaffen?. Het antwoord is jammer genoeg niet zo zwart-wit als je zou willen. Wanneer je een groot Nintendo­liefhebber bent en je wel denkt te vermaken met Pilotwings en Ridge Racer 3D tot grotere releases, is het zeker het overwegen waard. Als je echter een wat minder fervent gamer bent, is het aan te raden te wachten op de indrukwekkender releases van later dit jaar of, als je écht geduldig bent, een goedkopere, functionelere 3DS Lite. Nintendo heeft het vaker gedaan en zal het ook deze keer waarschijnlijk niet uitlatn. 

XI JAARGANG 19 / NR 4

13


Film

Xi’s Vakantiegids: Spraakmakende filmlocaties Film lijkt een venster op de wereld te bieden. Maar daar moet je secuur in zijn: het medium kan bedriegen, vervormen en cultiveren. Zoals wanneer blijkt dat je naar Marokko moet afreizen om het Perzische rijk van Alezander de Grote uit Alexander in het echt te zien. Xi bespreekt een serie filmlocaties die in werkelijkheid maar weinig relatie tot de filmrealiteit hebben, of juist een hele nieuwe werkelijkheid blootleggen. Bijdrages van Bas Bastiaans, Marloes den Hoed, Timo Koren, Jeroen Slot en Teije Terhorst.

Berlijn Als er een stad is in Europa die je zou kunnen aanmerken als een kameleon, dan is het zonder twijfel Berlijn. In het verleden is de stad er namelijk uitstekend in geslaagd om zich voor te doen als een andere stad. Films als The Bourne Identity, - Supremacy, en - Ultimatum, zijn hier een goed voorbeeld van. In deze films fungeert Berlijn als respectievelijk Napels, München en Amsterdam. In The Bourne Ultimatum werd Platz der Vereinten Nationen in de Oost-Berlijnse wijk Friederichshain zelfs omgetoverd tot een plein in Moskou. Maar het feit dat de stad blijkbaar zo goed in staat is om karakteristieken van andere steden aan te nemen, betekent niet dat ze geen eigen karakter heeft. Films als Der Himmel über Berlin, Christiane F. Wir Kinder von Bahnhof Zoo en Goodbye Lenin lieten zien dat Berlijn wel degelijk een stad is met een eigen karakter: grimmig, imposant, kil en unheimisch. Mede hierdoor slaagt Berlijn er uitstekend in om de beruchte geschiedenis te herroepen. In het eerdergenoemde Goodbye Lenin zorgen deze eigenschappen ervoor dat de stad nog altijd een Sovjetlook kan aannemen - iets waar maar weinig steden zo goed in slagen.

14

XI JAARGANG 19 / NR 4

Ouarzazate Als je ooit van plan bent om naar Marokko af te reizen, zorg dan dat je als filmliefhebber even langs de stad Ouarzazate wipt. Daar bevindt zich namelijk de grootste filmstudio ter wereld en zijn de sets te bewonderen van onder ander The Mummy, Gladiator, Kingdom of Heaven en Sex and the City 2. Ook de klassieke film Lawrence of Arabia werd er opgenomen. Het gebied strekt zich uit over 30.000 vierkante meter woestijn en wordt voor praktisch alle woestijnscènes in Hollywoodfilms gebruikt. De studio is voor toeristen onbeperkt toegankelijk en met een beetje mazzel maak je er zelfs nog een opname mee. Oudegracht – Utrecht Een scène die in het filmgeheugen van vele Nederlanders is gegrift, is de sleutelscène van Amsterdamned uit 1988. Het is een achtervolgingsscène met twee speedboten in de gracht, waarin op het moment suprême een van de boten over een terras schuift en de terrasbezoekers ternauwernood kunnen ontsnappen door in het water te springen. Het moge inmiddels geen geheim meer zijn dat deze scène niet in Amsterdam is opgenomen,


Film

maar aan de Oudegracht in Utrecht. Desalniettemin is het opmerkelijk dat Utrecht de bekendheid van deze plek voor een groot deel te danken heeft aan een film over Amsterdam. De reden is overigens eenvoudig: Amsterdam heeft simpelweg geen terrassen die zo laag aan het water liggen. Het is een illustratie van het feit dat de praktische mogelijkheden niet altijd vlotten met het oorspronkelijke idee van de filmmaker. Overigens is het niet de enige scène die niet even oorspronkelijk is, als de kijker wellicht vermoedt. De shots van het Red Light District werden in werkelijkheid geschoten aan de Amsterdamse Grimburgwal, die in twee dagen door de art-direction werd omgetoverd tot een heuse rosse buurt. Maaskantje Maaskantje ademt het typische, stereotype Brabantse dorpsgevoel. Op zich is het geen bijzondere plek. Tot de serie New Kids en later de speelfilm New Kids: Turbo, over een stel asociale hangjongeren in het desbetreffende dorp. Het werd één van de meest spraakmakende Nederlandse films uit 2010, met bovendien een

bezoekerscijfer van boven de miljoen. Het resultaat was dat Maaskantje plotseling een cultdorp werd, een toeristische plek en een symbool voor een ‘authentiek’ Brabant. Film is een perceptie op de werkelijkheid, New Kids laat zien hoe die perceptie kan veranderen. Noord-Korea Er zijn landen die nooit als filmlocatie dienen, simpelweg omdat ze een ondoordringbare dictatuur zijn. Tot die categorie behoort Noord-Korea. Toch lukte het de Deense documentairemaker Mad Brüger toestemming te krijgen om samen met de KoreaansDeense komieken Jacob en Simon in het kader van culturele uitwisseling een variéténummer op te voeren in het land. Het resultaat is een bizarre expeditie, die laat zien hoe vreemd de Noord-Koreaanse dictatuur in elkaar zit. Want ondanks dat Brüger vermoedt dat humor de achilleshiel van de dictatuur is, blijkt zijn film te worden gebruikt als propagandamiddel. De film biedt een inkijk in een land dat zelfs via Google Maps niet toegankelijk is.

XI JAARGANG 19 / NR 4

15


Crossmedia

Tijdschriften in het digitale tijdperk

16

XI JAARGANG 19 / NR 4


Crossmedia

Wat heeft het internet betekend voor bestaande tijdschriften en hoe run je een online tijdschrift zonder abonnees en inkomsten? Een gesprek met Katrien Otten, webredacteur van De Groene Amsterdammer, en Rutger Lemm en Melle van den Berg, oprichters van respectievelijk de succesvolle online tijdschriften hard//hoofd en De Speld. Door Tomer Gal

Was de reden om hard//hoofd en De Speld online te starten puur praktisch, omdat een site gewoon goedkoper is dan een blad, of is een online tijdschrift altijd het doel geweest? Rutger Lemm (hard//hoofd): ‘Ik dacht meer aan een beweging, een groepsgevoel. Bij mijn dagelijks rondje langs sites miste ik een tijdschrift met mooie artikelen en goede filmpjes die qua toon passen bij hoogopgeleide, zichzelf niet te serieus nemende jonge mensen. Voor mijn gevoel had je alleen GeenStijl en dat stond voor iets waar ik me helemaal niet bij thuis voelde en ik dacht: binnen mijn vriendengroep zijn zoveel mensen die dat ook kunnen en missen, dan doen wij dat gewoon zelf.’ Melle van den Berg (De Speld): ‘Wij zijn volledig ‘old school’ gestart: op tekst gebaseerd met een paar plaatjes erbij. Wij worden op allerlei plekken uitgenodigd als jongens die wat van internet weten, maar we wisten er eigenlijk niets van. Ons criterium was: is het goedkoop? Ja! Inmiddels verschijnen we wekelijks in De Pers, waardoor we veel extra aandacht hebben gekregen, en maken we ook filmpjes en podcasts, dat zijn radiouitzendingen die we nota bene voor Wakker Nederland maken op Radio 1. Dat wordt om 3:15 uitgezonden, daar luistert dus geen hond naar.’ Wat heeft het internet betekend voor tijdschriften? Katrien Otten (De Groene Amsterdammer): ‘In ons geval heeft het zeker positief gewerkt. Naast extra inhoud heeft de site ook een commercieel doel. Er sluiten nu veel mensen hun abonnement af via internet. En je ziet

ook dat 70 procent uit een recent uitgevoerde enquête zegt liever het blad te blijven lezen dan over te gaan op een digitale, goedkopere editie. Dat zegt wel veel.’ RL: ‘Het is natuurlijk een overgangsperiode. De ‘oude media’ houden de ‘nieuwe media’ in de gaten en hebben een beetje moeite om aan te haken. Wij zijn op het internet begonnen en begrijpen die dynamiek dus als geen ander. Maar wij kijken zelf ook nog steeds achterom. Het is ook geen toeval dat De Speld nu ook verschijnt in de krant, om zo weer bekendheid te krijgen. Wij hebben weer aandacht gekregen van De Volkskrant en Het Parool, waardoor we in een keer heel veel bekender zijn geworden. Qua vorm zijn wij nog redelijk ouderwets en kijken we nog steeds veel naar kranten en tijdschriften.’ KO: ‘Ik vind het wel knap dat jullie mensen bereid vinden om voor niets te schrijven. Ik heb ook een krap budget en voel me soms gegeneerd als ik aan iemand vraag om voor de site te schrijven, maar nog even moet kijken of er wel geld voor is. Toch krijgen we heel veel aanbiedingen van mensen die voor ons willen bloggen of andere bijdragen willen leveren. Geld speelt bij hen een ondergeschikte rol.’ RL: ‘Dat is het voordeel dat je met jonge mensen werkt, die hebben in principe nog een platform nodig als springplank. Wij hebben twee dingen waar we mensen in betalen: prestige – deel uitmaken van iets van naam, dat tof is en groeit – en het sociale aspect. We zijn een soort van vriendengroep waar je elke maand als we vergaderen wel een leuke avond hebt, en waar mensen ook kunnen leren samenwerken met andere disciplines.

XI JAARGANG 19 / NR 4

17


Crossmedia

Dat zijn twee dingen die je ze kunt bieden, totdat ze uitvliegen naar nrc.next, De Groene of Vrij Nederland. Dat gaat denk ik wel bij ons over een jaar gebeuren. Er zijn mensen nu al zo goed, dat ik denk: het slaat nergens op dat ik die niet betaal. Maar dat hebben ze zelf gelukkig nog niet door.’

onze manier om ook offline contact te hebben. Voor hard//hoofd is het creëren van een gemeenschap een belangrijk doel.’

MvdB: ‘Bij ons is dat minder aan de orde. Eigenlijk is iedereen prima op z’n plek en druk met zijn eigen carrière. Daarnaast vindt iedereen die bij ons schrijft datgene wat hij maakt en wat anderen maken oprecht heel grappig. Daar ontlenen zij een soort intrinsiek plezier aan. Dat merk ik ook heel erg aan mezelf. Ik lach me nog steeds ‘t schompes om dingen die we op onze site zetten en dat is eigenlijk wel genoeg beloning.’

RL: ‘Internetgoeroe en vriend Jaap Stronks heeft het altijd over ‘gradaties van betrokkenheid’: mensen bezoeken je site een keer, daarna vaker, vervolgens ‘liken’ ze je op Facebook en volgen je op Twitter, om uiteindelijk lid te worden van de nieuwsbrief. Die

Hoe maken jullie gebruik van sociale media? KO: ‘Voor De Groene zijn sociale media steeds belangrijker aan het worden, omdat we zien dat veel nieuwe mensen de site bezoeken via Facebook en Twitter. We proberen nieuwe lezers ook via die sites aan te trekken en te incorporeren in de groep liefhebbers van De Groene. Mensen zeggen ook nog steeds “ik ben lid van De Groene”, in plaats van abonnee. Dat lidmaatschapsgevoel heb je al en sociale media dragen daaraan bij, je bent bijvoorbeeld ook lid van een Facebookgroep.’

“Mensen zeggen nog steeds: ik ben lid van de Groene”

RL: ‘Facebook is voor ons al sinds het begin essentieel geweest. Het was de enige manier waarop we buiten onze eigen vriendenkring bekend konden worden. We hebben nu bijna zesduizend fans. Nog steeds komt 40 procent van de bezoekers van Facebook, een enorme hoeveelheid. Het is een manier om contact met bezoekers te krijgen, omdat we op de site zelf geen reacties toelaten. Daar hebben we ook andere manieren voor: we organiseren live events, zoals bijvoorbeeld een maandelijkse avond in Het Parool Theater. Dat is

18

XI JAARGANG 19 / NR 4

KO: ‘Die betrokkenheid om bij een groep te horen is ook heel leuk.’

“Een stuk verandert niet wezenlijk door de interactie” mensen bezoeken ook onze feesten en betrekken hun vrienden er weer bij. Die gradaties van betrokkenheid zijn erg belangrijk - wij denken nu over een betaald lidmaatschap van ‘hard//hoofddorp’. Hoe werkt dat bij jullie (De Speld)? Jullie hebben altijd veel likes. Klikken mensen dan ook op het artikel? De kop is vaak al grappig genoeg.’ MvdB: ‘Onze Facebook is nog verdomde non-interactief. We plaatsen een goede grap uit een artikel en de kop van het artikel. Het vergt van lezers inderdaad dat als ze doorhebben dat er een stukje tekst bij staat, er ook nog een artikel bijzit. We reageren op Twitter ook nooit als mensen ons direct aanspreken. Het is een beetje af zoals het is. Het is niet zo dat een stuk wezenlijk gaat veranderen door de interactie, hooguit krijg je er nieuwe inspiratie door.’ RL: ‘Het is natuurlijk zo dat mensen over het algemeen lui zijn, maar de internetgebruiker is nog tien keer zo lui, en blijkbaar de internetredacteur nóg luier.’ Is het voor jullie zaak om zo snel mogelijk mee te doen aan de nieuwste technische ontwikkelingen, of zijn jullie daar overwegend afwachtend in? KO: ‘Bij De Groene lopen wij absoluut niet als kip zonder kop achter alle ontwikkelingen aan. Twee à drie jaar geleden hadden kranten als De Volkskrant bijvoorbeeld


Crossmedia

eigen kanaalfilmpjes waar acht mensen aan meededen voor belichting en alles. Toen zei iedereen “moeten wij ook doen”, maar we hadden daar helemaal geen geld voor. Dat geeft aan dat je niet zomaar achter dingen moet aanlopen. Je kunt beter doorlinken naar anderen die het beter kunnen of gebruiken.’ MvdB: ‘Die filmpjes zijn er bij alle grote kranten­sites ook allemaal uitgelazerd.’ RL: ‘Gebrek aan geld is echt een zegen wat dat betreft. Je wordt gedwongen geduld te betrachten en je moet creatief zijn met de beperkte middelen. Als we nu een grote zak met geld zouden hebben, zouden we gaan forceren. Ik wil altijd alles zo snel mogelijk en vertraging is op dat moment enorm frustrerend, maar achteraf ben ik er blij mee. Wij kiezen de weg van de geleidelijkheid, dat past bij hard//hoofd.’ 

De Speld De Speld is een online magazine dat in 2007 is opgericht in Amsterdam en satirische artikelen over regionaal, nationaal en internationaal nieuws publiceert. Recente onthullingen van De Speld betreffen de bekentenis van Joran van der Sloot op de moord op JFK en de rol van de Rijdende Rechter in het Belgisch politieke conflict. www.speld.nl hard//hoofd hard//hoofd is een online tijdschrift voor kunst en journalistiek, opgericht op 20 december 2008 in café P96, Amsterdam. Artikelen variëren van tips voor muziek en hamburgers tot interviews met kunstenaars, musici en schrijvers. www.hardhoofd.com De Groene Amsterdammer De Groene Amsterdammer is het oudste Nederlandse opinie­weekblad en bestaat sinds 1877. Iedere week aandacht voor politiek in binnen- en buitenland, sociale en economische kwesties, kunst en cultuur, literatuur, filosofie en geschiedenis. www.groene.nl

XI JAARGANG 19 / NR 4

19


Nieuwe media

Facebook en het

privacyprobleem

‘Facebook schendt de privacy!’ Hoe vaak horen we dat niet in de publiciteit of rond de eettafel? Maar alle mensen die daar over klagen, huilen eigenlijk krokodillentranen. Want alles wat Facebook gebruikt, hebben we zelf aan Facebook verteld. Door Peter Augustinus Smet

20

XI JAARGANG 19 / NR 4


Nieuwe media

H

et afgelopen jaar is er veel ophef geweest omtrent de schijnbaar gebrekkige bescherming van privacy door Facebook. Alle media schonken aandacht aan de hoeveelheid persoonlijke informatie die Facebook gebruikt en doorsluist aan derde partijen. Het publiek was gechoqueerd en de site heeft, onder grote druk, in mei 2010 haar privacy-instellingen aangepast. Het werd simpeler om meer persoonlijke gegevens af te schermen, maar men was nog niet tevreden. Nog steeds waren er gegevens die door konden worden gespeeld en daarbij was het onduidelijk welke gegevens dit nou eigenlijk waren. Eén organisatie die de bescherming van privacy hoog in het vaandel heeft staan, is Bits of Freedom, waarmee een interview stond in de vorige Xi. Maar bij het lezen van hun standpunten en de kritiek van vele anderen op Facebook, zijn er een aantal vragen die zich opdringen. In hoeverre doet Facebook iets dat echt niet mag? Welke gegevens worden er eigenlijk doorgespeeld en aan wie? En tot slot, mogen wij hier eigenlijk wel over klagen? Een elektronisch contract Iedereen die lid wil worden van Facebook, moet een elektronisch contract tekenen, ook wel de Statement of Rights and Responsibilities genoemd. Dat er een wettelijke verbintenis wordt aangegaan met Facebook, wordt door de meeste gebruikers over het hoofd gezien. Uit gewoonte scrollt iedereen razendsnel naar beneden en drukt op ‘Akkoord’. Degenen die echter wel de moeite nemen om het contract te lezen, zullen zien dat Facebooks Privacy Policy duidelijk uiteenzet welke gegevens voor welke doeleinden gebruikt worden. Daarnaast staat er dat Facebook zich wel degelijk houdt aan de wetten omtrent privacy, zoals opgesteld door de Safe Harbor Framework van de Europese Unie. Dat Facebook dus ongevraagd gegevens doorspeelt, is ongegrond. Dat mensen niet weten wat er precies met gegevens gebeurt is zeker waar, maar dat is een probleem dat bij de gebruikers zelf ligt: de voorwaarden zijn er wel en iedere gebruiker is ermee akkoord gegaan. Over welke privacy hebben we het eigenlijk? We hebben vastgesteld dat Facebook gegevens doorspeelt

en hier toestemming voor heeft. Maar dat het wettelijk verantwoord is, betekent voor de meeste mensen nog niet dat het ook ethisch verantwoord is. Om vast te stellen hoe ethisch Facebooks privacy-beleid is, zijn er een aantal vragen die moeten worden beantwoord. Ten eerste is er de vraag wat er precies wordt doorgespeeld. De meeste informatie die wordt vergaard, is al publieke informatie. Wanneer een gebruiker iets ‘liked’ op Facebook, zoals een band, film of product, dan doet deze persoon dit om aan de buitenwereld te laten weten dat hij dit leuk vindt. Deze voorkeuren slaat Facebook op en ze worden gebruikt om de reclames op Facebook op de specifieke gebruiker af te stemmen. Daarnaast worden statusupdates en privéberichten gescand op kernwoorden, die voor hetzelfde doeleinde worden gebruikt. Maar het zijn geen mensen die deze informatie verzamelen of te zien krijgen. Het is software, gemaakt om deze persoonlijke informatie te verwerken in voorgeprogrammeerde objectieve algoritmes; deze algoritmes bepalen op hun beurt weer hoe er voor jou als gebruiker het effectiefst geadverteerd kan worden. Jij bent een nummertje, jouw voorkeuren zijn net als die van miljoenen anderen en de kernwoorden in jouw berichten worden compleet uit hun verband getrokken. Welke privacy wordt er dan geschonden? Wat komt Facebook van ons te weten, afgezien van wat wij naar buiten toe willen presenteren? Leven wij in een dystopische samenleving, waarin we als machteloze marionetten worden gemanipuleerd door de kwaadaardige adverteerders? Nee, wij zijn ook producenten, bewust van hoe wij onszelf neerzetten als product in het publieke domein. Dat reclames op de consument afgestemd zijn, betekent dat nog niet dat deze alles koopt wat aan hem gepresenteerd wordt. Identiteitsfraude en online diefstal Dan is er nog het argument van Bits of Freedom. Facebookgebruikers zouden vatbaar zijn voor identiteitsfraude en belangrijke gegevens zouden makkelijk te kraken zijn door hackers. Hoewel er niet te ontkennen valt dat dit reële risico’s zijn, moet men er zich wel bewust van zijn dat deze risico’s relatief zijn. Feit blijft dat bij Facebook, net als bij alle andere online instellingen, enkel een gebruikersnaam en wachtwoord

XI JAARGANG 19 / NR 4

21


Nieuwe media

genoeg zijn om toegang tot iemands profiel te krijgen. Dus het is niet meer dan logisch, dat een gebruiker niet al zijn persoonlijke en financiële gegevens op zijn profiel bewaart. Je bent hier ook geenszins toe verplicht,

Het antwoord ligt in een van de meest gebruikte leuzen van de afgelopen jaren: ‘Information is power’. We leven in het informatietijdperk en degene die het beste informatie kan leveren, verdient het meeste geld. Het sleutelwoord in het vergaren van informatie, is interactie. In plaats van producenten die consumenten een bepaald product verkopen, is er tweezijdige productie ontstaan. Producenten zoals Facebook leveren een dienst, waarmee de consument informatie produceert. Deze informatie wordt vervolgens gekocht door adverteerders, die vervolgens via diensten zoals Facebook hun reclames uitzenden. Deze cyclus blijft zich herhalen, waardoor Facebook uitgegroeid is tot een bedrijf met één van de hoogste marktwaardes ter wereld, zonder ooit maar een cent van haar gebruikers gevraagd te hebben. En zo gaat dat met bijna alle online diensten, van Google, Twitter en Amazon, tot de website van Albert Heijn. Orwelliaanse fantasieën

dus dat kan Facebook moeilijk verweten worden. Identiteitsfraude is een complexere kwestie, maar kan ook worden gerelativeerd. Hoewel het redelijk simpel is om je voor te doen als iemand anders op Facebook, is het maar de vraag welk voordeel hieruit te halen valt. Het financiële gewin uit identiteitsfraude op Facebook is te verwaarlozen; voor de fraudeur is het nog steeds onmogelijk om aankopen te doen zonder creditcardgegevens en geld binnenhalen uit naam van een organisatie of beroemdheid, is ook de moeite niet waard, gezien het aantal geloofwaardige vrienden dat hiervoor verzameld moet worden. Ook voor sociaal gewin kan identiteitsfraude gepleegd worden op Facebook, maar, zoals gezien in de film Catfish, vereist dit zoveel tijd en moeite van de fraudeur, dat dit onmogelijk is om vol te houden. Privacy en Web 2.0 Hoewel er al is gebleken dat het maar de vraag is of Facebook echt de privacy van haar gebruikers schendt, is er nog een veel belangrijkere vraag die hieruit voortkomt; heeft privacy nog wel bestaansrecht in de samenleving van Web 2.0?

22

XI JAARGANG 19 / NR 4

Voordat we onszelf verliezen in de gebruikelijke orwelliaanse toekomstvisioenen, is het belangrijk om deze ontwikkeling vanuit een positief perspectief te bekijken. Het merendeel van de economen gelooft namelijk in de Keynesiaanse theorie van de vrijemarkteconomie. Een van de fundamenten van deze theorie, is dat informatie een vereiste is voor een eerlijke en gebalanceerde economie. Is het dan niet hypocriet om, in een wereld waarin iedereen producent is en informatie het hoogste goed, te weigeren deze informatie af te staan? Wanneer Bits of Freedom voorstelt een open en vrij internet te creëren, waarom hoeft dit dan maar van één kant komen? Wat mensen daarbij vaak vergeten, is dat privacy ook slechts een uitvinding van de moderne tijd is, ontstaan uit afkeer van de onmenselijke leefomstandigheden tijdens de Industriële Revolutie, waar je slaapkamer ook je badkamer en je WC was, die je tevens deelde met je hele familie. Privacy is iets relatiefs en misschien is het leven in de schijnwerpers van het internet gewoon iets waar de samenleving aan moet wennen. Natuurlijk is het de taak van de samenleving om bij elke ontwikkeling vraagtekens te zetten, maar het is net zo belangrijk voor een goede beeldvorming is, om de ontwikkeling vanuit elke hoek te belichten. En dat gebeurt nog te weinig. 


Docentencolumn

Reis en twijfel Door Jeroen de Kloet Het heeft iets kokets, om te stellen dat ik deze column in Hong Kong schrijf, na een verblijf van drie maanden in Beijing. Het doet denken aan het voorwoord van veel boeken, waar de auteur dan de locatie onderzet van de plek waar het geschreven is – liefst een exotische locatie, ver weg van zijn of haar eigenlijke woonplaats. ‘Kijk mij nu toch eens, als echte kosmopoliet,’ lijkt de auteur dan te willen zeggen. Of is het de romantiek van het reizen, die de auteur over wil brengen? Of bloeit creativiteit werkelijk op, wanneer we op een vreemde plek zijn? Wellicht speelt dit alles samen een rol: een behoefte je te onderscheiden, het speuren naar inspiratie en het Slauerhoff-iaanse verlangen naar het vreemde. Jan Slauerhoff, altijd onderweg, nimmer thuis, die schreef, ‘In Nederland wil ik niet leven // Men moet er altijd naar iets streven. (…) In Nederland wil ik niet blijven // Ik zou dichtgroeien en verstijven. Het gaat mij daar te kalm, te deftig // Men spreekt er langzaam, wordt nooit heftig.’ Maar onderscheid, inspiratie en vervreemding, zijn deze niet evenzeer mogelijk binnen de muren van de studeerkamer? Niet helemaal, denk ik. Reizen laat zien dat de werkelijkheid vele vormen aan kan nemen, dat dingen echt heel anders georganiseerd kunnen worden, en dat de kennis die wij produceren dikwijls plaats- en tijdsgebonden is. Terwijl wij nog te vaak denken dat het hier om universele kennis gaat. Dit lijkt een banaal inzicht, maar het blijft zo belangrijk om bij elke tekst die we lezen ons niet alleen af te vragen welk argument gemaakt wordt, maar juist ook: welke context maakte dit argument mogelijk? Welke krachten sturen de woorden? Reizen wakkert deze gevoeligheid aan. Reizen als middel om de verwarring te doen toenemen, de twijfel en de onzekerheid. Toen ik in 1992 voor mijn afstudeerscriptie naar China vertrok had ik vaste beelden bij het land: het is een dictatuur, geleid door een sterke partij, waar mensen geen vrijheid hebben en de media volkomen gereguleerd zijn. Inmiddels ben ik veel minder zeker van de zaak: de partij is niet eenduidig, op veel vlakken is er

meer vrijheid in het dagelijkse leven dan in Nederland en niet alleen is de censuur niet totaal, iedereen is ook uiterst bekwaam in het lezen tussen de regels door en het zoeken naar andere bronnen. Met mijn verwarring is ook het spektakel van de media in China toegenomen, en dit spektakel maakt het duiden van media in China er niet makkelijker op. De staatsomroep die winstgevend moet zijn, en daarmee dus eigenlijk een commerciële omroep is, speelt met alternatieve formats. Een toegenomen concurrentie van andere zenders als Hunan zorgt voor een hausse aan reality-tv. Alle films zijn voor vijftig cent op de hoek te koop, als een titel niet voorradig is dan brengt de illegale verkoper hem een dag later mee. Bioscopen zijn dan ook bijna uit het straatbeeld verdwenen. De mobiele telefoon reguleert, veel meer dan in Nederland, het sociale leven, waardoor dit leven ook veel vloeibaarder wordt. De meest gehoorde uitspraken op straat zijn wellicht ‘waar ben jij?’ en ‘dan kom ik ook!’, publieke rituelen die agenda’s prettig overbodig maken. Een complex web van sociale media – douban, weibo, facebook, etcetera – stuwen de energie van de stad tot verdere hoogte, en doen de eenduidige verhalen over controle en censuur verder verbleken. Tot het nieuws ons bereikt van Ai Weiwei, de kunstenaar die is ‘verdwenen.’ Dan verdampt het gevoel van vrijheid en grenzeloosheid, om ons terug te werpen op de verwarring en het besef dat die werkelijkheid je altijd weer lijkt te ontglippen. Daarom een wat paternalistische afsluiting van deze column: reis! Studeer een deel van uw studie in het buitenland, in Barcelona, Boston of Beijing, om te beseffen dat noch Amsterdam noch Hilversum het centrum van de wereld zijn. Dat er geen centrum bestaat. Reis, als verzet tegen het oprukkende spruitjesnationalisme, om een woord van Dick Pels te gebruiken. Reis, om te verdwalen in de wereld, en nadien nooit meer terug te kunnen vallen op vaste zekerheden of eenduidige argumenten. Reis, om de kunst van het twijfelen verder onder de knie te krijgen.

XI JAARGANG 19 / NR 3

23


Televisie

Wie laat zich niet koeieneren? De terugkeer van Kindernet werd met gejuich ontvangen. Niet door kinderen, maar door de generatie twintigers en dertigers die met de zender opgroeiden. Het lijkt onschuldige nostalgie, maar het is een geavanceerde marketingstrategie. Door Teije Terhorst

J

e werd wakker, op zaterdagochtend om kwart voor zes. Iedereen in het huis sliep nog, bleef waarschijnlijk ook nog wel even liggen, maar jou lukte dat niet en je wilde eigenlijk nog maar één ding: lekker de tv aan en genieten van een goede serie op Kindernet. Soms was je te vroeg en moest je even tegen een klok met mascotte Kinno aankijken, maar dat had je er graag voor over, want je wist dat helden als Dommel, Wicky de Viking, Boes, Nils Holgersson, Maja de Bij en Bassie en Adriaan hun opwachting maakten. Een heuse kinderseriehemel, elke week opnieuw. Op een gegeven moment wist je KinderNet ook doordeweeks bij het ontbijt te vinden, en weer later ontdekte je dat je de zender ook na school nog wel even voorbij kon zappen. School was op den duur nog slechts bijzaak, een ongewenste onderbreking van een langdurige tv-ervaring. Een uit de klauwen gelopen reclameblok. Toen MTV Networks in november 2010 bekendmaakte dat TMF het veld zou moeten ruimen voor KinderNet, werd dat bericht met luid gejuich ontvangen. Niet zozeer door de kinderen die er naar zouden moeten kijken, maar vooral door de generatie twintigers en dertigers die ooit met de zender

24

XI JAARGANG 19 / NR 4

opgroeiden en voor wie series als Dommel, Boes en Nils Holgersson tot de meest dierbare jeugdherinneringen behoren. Met zoveel nostalgische gevoelens is KinderNet gedoemd te slagen, toch? De zender deed afgelopen maart een onderzoek onder ouders die zijn geboren tussen 1968 en 1984, en die nu kinderen hebben van tussen de drie en acht jaar oud, naar de behoefte aan een revival van de oude series. Niet alleen dachten de jonge ouders dat hun kinderen de klassiekers wel konden waarderen, bovenal keken ze ernaar uit om weer samen met hun kroost voor de buis te hangen. 75% van de moeders gaf aan vaker samen met hun kinderen tv te zullen kijken, nu hun eigen favorieten weer werden uitgezonden. Zogenaamd onder het motto ‘televisie is een goed leermoment’, maar wij weten wel beter. Want aan series als Dommel kleven dierbare herinneringen, die erom smachten opgehaald te worden. Dat lijkt onschuldige nostalgie, maar is onderdeel van een hele geavanceerde marketingstrategie die ook bij bijvoorbeeld de acties van supermarktketen Albert Heijn werken als een tierelier. Albert Heijn staat bekend als een wonder op het gebied van spaaracties, de grossier weet telkens weer het hele volk aan het kopen te


Televisie

krijgen. Het AH-geheim: je spaart geen Pokemon, Na’vi of andere hippe hebbedingetjes, maar altijd klassiekers die ook volwassenen aanspreken. Ouders hebben veel meer begrip voor de populariteit van de Smurfen of iets anders ‘bekends’, dan dat ze bijvoorbeeld Het huis Anubis kunnen waarderen. Het hebben van kinderen is bovendien een goed excuus om zelf ook weer eens een Smurf of op de koelkast te kunnen zetten. Judith Peters, directrice van Nickelodeon, is één van de breinen achter de wederopstanding en onderschrijft dat ook voor het succes van KinderNet melancholische ouders verantwoordelijk moeten worden: ‘De kracht van Kindernet is de nostalgie voor ouders. Velen van ons zijn immers opgegroeid met series als Nils Holgersson en Maja de Bij. KinderNet brengt families samen door ouders en kinderen gezamenlijke helden te bieden.’

overdag een kanaal delen met de vrouwenzender VTV, vervolgens kocht Net5 in 2000 het kinderkanaal op en kreeg het de naam KinderNet5. De zender kreeg toen concurrentie van Cartoon Network, Fox Kids en Z@ ppelin, maar behield een blinkend marktaandeel van 44%. Eind 2001 nam MTV Benelux KinderNet over, in 2002 kwam het tot een samenwerking met Veronica en kreeg KinderNet zendtijd tot 7 uur ’s avonds. Bij die zoveelste verhuizing gebeurde er iets geks, want toen haakten bijna alle vaste kijkers af. Kennelijk waren ook de kinderen de veranderingen beu en konden de ouders het niet zo waarderen dat Veronica op dezelfde zender ’s avonds seksprogramma’s uitzond. Als noodgreep gooide MTV het complete concept op de schop: KinderNet ging Nickelodeon heten, ging 24 uur per dag uitzenden en alle ouwe ‘meuk’ werd bij het grof vuil gezet. Daar gingen Boes en zijn vriendjes.

Waarom werkte die nostalgie acht jaar geleden dan niet en werd de zender in 2003, van de buis gehaald? Waarschijnlijk hangt dat samen met het respectloze gezeul van door de jaren heen. KinderNet werd in 1988 opgericht als de eerste commerciële Nederlandse tv-zender. Tussen 1995 en 1996 moest de zender

Dat KinderNet nu toch weer terugkwam, is niet zozeer uit liefde voor klassieke kinderseries, maar is vooral een samenloop van omstandigheden. TMF verloor kijkers en Comedy Central trok juist enorm aan. Om de enorme groei van laatstgenoemde zender ruimte te kunnen geven, werd besloten dat het voortaan eerder

XI JAARGANG 19 / NR 4

25


Televisie

zou moeten beginnen met uitzenden. Maar dat kon niet ten koste van Nickelodeon, want die zender had in de loop der jaren een enorm marktaandeel verworven dat bewaard moest blijven. Dan dus maar alles op de schop: het verlieslijdende TMF als interactieve digitale zender, Nickelodeon met een 24-uursprogrammering en Comedy Central al vanaf 15 uur op een gedeelde zender met KinderNet. KinderNet is bovendien lekker makkelijk en goedkoop om uit te zenden: de ene helft van de programma’s wordt toch al gemaakt door Nickelodeon, de andere helft is afkomstig van Studio 100, dat ook een aandeel in de zender heeft. Er zijn dus bijna geen kosten en de baten passen perfect in het plan van MTV Benelux om het aandeel in de kinderprogrammering nog verder uitbouwen. Met het terughalen van KinderNet heeft MTV zijn doelgroep een slag vergroot: we hebben KinderNet voor drie- tot achtjarigen, Nickelodeon voor kinderen van boven de acht en TeenNick voor tieners. Jongvolwassenen kijken naar MTV en Comedy Central, en bovenal: jonge ouders kijken voortaan met liefde

weer naar KinderNet. Een gouden greep die ook bij adverteerders goed in de smaak zal vallen. Marketingtactiek of niet, wij hebben onze jeugd weer terug. Boes is misschien niet meer zo stoer als vroeger en die vage jaren-’90-kleuren van Dommel gaan je op den duur ook wel een beetje tegenstaan, maar het is heel geruststellend om te weten dat het verleden gedeeltelijk gewoon op oproepbasis werkt. KinderNet is een verpakking voor een groot scala aan jeugdherinneringen. Het bestaat uit programma’s die in heel Nederland uitgezonden werden en door miljoenen mensen bekeken werden, maar tegelijkertijd tot je persoonlijkste herinneringen behoren. Niet eens zozeer door de dingen die worden getoond, maar vooral door de context waarin je ze keek. Al die ochtenden in je pyjamaatje voor de buis, of in je schoolpauze na de lunch; Bassie en Adriaan doen je onmiddellijk denken aan wat je voorafgaand aan een uitzending deed en hoe je de rest van de dag doorbracht. Als een kader voor je jeugd. Het is prachtig om anno 2011 af en toe weer even zo’n portie KinderNet toegediend te kunnen krijgen. 

Het hebben van kinderen is bovendien een goed excuus om zelf ook weer eens een Smurf of op de koelkast te kunnen zetten.

26

XI JAARGANG 19 / NR 4


Off-Screen

XI JAARGANG 19 / NR 4

27


Film

Waar is de Nederlandse horrorcinema? Door Yde van Opstal

Xi publiceert dit jaar een serie geschiedenisartikelen, geschreven door studenten Mediageschiedenis. Ditmaal over de absentie van de Nederlandse horrorcinema.

N

ederland kent nauwelijks een horrorcinema. Behalve De Lift (1983) en Sint (2010) vallen er geen echt succesvolle Nederlandse horrorfilms op te noemen. In landen als Engeland, Amerika en Japan leeft het genre wel binnen de nationale cinema. Om te onderzoeken waarom Nederland geen noemenswaardige horrorcinema kent, is het verstandig eerst te kijken naar de oorsprong van het genre. Vervolgens bestuderen we de horrorcinema van de drie zojuist genoemde landen. Uiteindelijk kunnen de bevindingen over Nederland heen gelegd worden. Hierbij worden eventuele economische en industriële oorzaken buiten beschouwing gelaten. Horror is een opmerkelijk genre: het is het bewust angst zaaien bij de toeschouwer. Een voorloper van het genre zoals het nu kennen is de gothic literatuur. Gothic ontstond als een literair genre ten tijde van grote sociale veranderingen. Dit begon al in de late Middeleeuwen. Ingrijpende veranderingen als de boekdrukkunst vonden plaats. Verder ontstond er een kloof tussen de elite en de gewone burger. Vooral boeren leden onder de dalende graanprijzen, terwijl de elite profiteerde van de toenemende welvaart. Veel boeren trokken naar de stad om daar in de opkomende industrie te gaan werken. Ook braken er pestepidemieën uit die vele levens eisten. In de achttiende eeuw kwam de Romantiek opzetten. Deze kunststroming legde de nadruk op emotie en intuïtie, en is zeer belangrijk geweest voor

28

XI JAARGANG 19 / NR 4

de ontwikkeling van het gothic-genre. Rond deze tijd bestond er geen vast religieus raamwerk meer. Er werd gefantaseerd over bovennatuurlijke krachten die de mensheid in hun greep hielden. In gothic-verhalen werd het lot van de hoofdpersoon dan ook bepaald door zo’n bovennatuurlijke kracht. Andere belangrijke aspecten voor het ontstaan van het genre waren de toenemende industrialisatie en wetenschap. Er ontstond een gevoel van vervreemding door de plotselinge kapitalistische overgang. De mens werd een soort machine en verloor zijn vrijheid. Ook het wetenschappelijk denken zorgde voor angstbeelden. Mary Shelleys Frankenstein (1818) is een goed voorbeeld van een gothic-verhaal uit deze tijd. Het verhaal toont de mens als machine en de angst voor het gevaar van de wetenschap. In Engeland ontstond de gothic-literatuur al vroeg. Een verklaring hiervoor is het onrustige verloop van de geschiedenis. Engeland groeide in de achttiende eeuw uit tot een van de machtigste landen en kende als eerste een industriële revolutie. Er ontstonden metropolen en de boeren trokken massaal naar de steden om werk te vinden in de industrie. Het land veranderde dus in korte tijd van een agrarische samenleving naar een industriële samenleving. Er vormden zich arbeiderswijken in de steden waar veel armoede heerste. Het was er donker en vies. Door vervuiling en ongedierte heersten veel. Deze wijken zijn een belangrijk decor geworden voor de Engelse horrorcinema. Verder hebben de


Film

seriemoorden van Jack the Ripper grote invloed gehad op horrorverhalen. Jack the Ripper vermoordde in korte tijd, op gruwelijke wijze, verschillende prostituees. Hij is nooit gepakt en het is onduidelijk of de naam werkelijk afkomstig is van de dader of verzonnen door journalisten. Hoe dan ook ontstonden er allerlei verhalen rondom deze mysterieuze moorden. In Amerika is het horrorgenre pas later groot geworden. Het kwam pas echt tot leven toen de filmwereld het genre overnam. Het sociale klimaat in Amerika was dan ook perfect voor dit genre. Het land werd beheerst door sociale spanningen en angsten. Zo zien we dat in de jaren vijftig een angst voor homogeniteit ontstond. Vooral de mannen konden zich tijdens de Tweede Wereldoorlog onderscheiden van anderen. Hun mannelijkheid werd gekoppeld aan moed en heldendom. Na de oorlog dienden de mannen zich aan te passen tot huisvader. De man moest voor de kost zorgen. Men was hiervoor juist gewend om zich te kunnen onderscheiden van anderen en boven zichzelf uit te groeien. Nu ontstond de angst dat men zich moest aanpassen aan de rest en een onderdeel moest worden van een groter geheel. Dit idee wordt gekoppeld aan het verlies van identiteit en dus menselijkheid. De vele monsters die in Amerikaanse horrorfilms voorkomen zijn voorbeelden van dit ‘onmenselijk’ worden. De monsters staan ook voor het in opstand komen tegen de onderdrukking. De onderdrukking is in dit geval de unieke identiteit die wordt afgenomen. Vaak worden monsters uit Amerikaanse horrorfilms ook in verband gebracht met het wantrouwen in het Amerikaanse systeem. Het monster staat voor de oude garde die nog gelooft in het oude Amerikaanse systeem. Het monster jaagt vaak op jongeren. De jongeren staan symbool voor de nieuwe garde die niet meer gelooft in het oude systeem. Het monster is de persoon die doorgedraaid raakt, doordat zijn systeem omgevallen is. Denk bij een dergelijk monster aan Leatherface uit The Texas Chainsaw Massacre (1974). Japan kent een veel oudere horrortraditie.Spookverhalen zijn er altijd populair geweest. In de westerse wereld is het Japanse horrorgenre pas bekend geworden na de Tweede Wereldoorlog. De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki zijn van grote invloed geweest op de horrorcinema van Japan. We zien in Japanse horrorfilms vaak wraakzuchtige geesten opduiken. Dit kan in verband gebracht worden met het wrokgevoel

dat nog altijd heerst in Japan. Verder zien we letterlijke verwijzingen naar de atoombommen. Zo is Godzilla ontstaan; een monster dat letterlijk atoomstralen kan afschieten. De Geallieerde bezetting van Japan heeft ervoor gezorgd dat Japan zijn eigen identiteit heeft verloren. De westerse democratie werd een grote bedreiging voor het land. Ook de Amerikaanse consumptiemaatschappij werd als bedreiging gezien. Zo staan de vrouwen in Japanse horrorfilms vaak voor de aantrekkelijke, maar verraderlijke consumptiedrang. Opvallend is dat Japan in de slachtofferrol kruipt. Dit zien we dan ook terug in de Japanse horrorcinema. Hier staat de vrouw als onschuldig slachtoffer vaak symboolvoor een Japan dat lijdt onder een nucleaire aanval. Een heel ander concept dat vaak terugkeert in Japanse horrorfilms is het wraakzuchtige kind. In Japan is het pesten op school een groot probleem. Het komt veel voor dat een kind gepest wordt door een grote groep en zo in een isolement raakt. Het aantal zelfmoorden bij kinderen ligt in Japan erg hoog. In Japanse horrorfilms zien we vaak een connectie met een pestslachtoffer dat wraak neemt op zijn pestkoppen. Het is duidelijk dat de populariteit van het horrorgenre toeneemt in tijden van onrust, opmerkelijke ver­ anderingen en sociale spanningen. Op zulke momenten ontstaat vaak een horrortraditie. Als we kijken naar Nederland, dan valt het op dat dat hier nooit is gebeurd. We hebben nooit een horrortraditie gekend in de mondelinge cultuur, in de literatuur of in de Nederlandse cinema. Een mogelijke oorzaak is dat, vergeleken met de drie genoemde landen, de geschiedenis in Nederland vrij rustig is verlopen. We zien dat andere landen veel te maken hebben gehad met plotselinge ingrijpende veranderingen. Vaak leidde dit tot sociale en maatschap­ pelijke onrustigheden. Ook kent Nederland veel minder verdeeldheid. Als we kijken naar een land als Amerika dan zien we dat er veel meer verdeeldheid heerst en dat dit ook veel grotere problemen heeft gegeven; arm/rijk, blank/zwart, enzovoorts. In Nederland kennen we deze problemen op veel kleinere schaal. Als laatst valt op dat Nederland in veel mindere mate te maken heeft gehad met traumatische en ingrijpende gebeurtenissen. De traumatische gebeurtenissen die we kennen hebben ook niet geleid tot een vernederingsgevoel, identiteits­ verlies of wrok binnen de samenleving. We kunnen dus concluderen dat Nederland al deze essentiële factoren in grote mate mist, waardoor een nationale horrorcinema uitgesloten is. 

XI JAARGANG 19 / NR 4

29


Nieuwe media

Toekomst. De hegemonie van de Smartphone Men is zich nog maar lichtelijk bewust van de dominantie van de smartphone. Als Julius Ceasar walst de telefoon over alle andere functiespecifieke apparaten heen en maakt hij de markt een heel stuk kleiner. De smartphone is waarschijnlijk het enige apparaat dat in potentie op lange termijn alle andere elektronische apparaten zou kunnen vervangen. Een zeer utopische gedachte, maar daarom niet minder realiseerbaar. Door Bas Bastiaans

I

n een tijdsbestek van niet eens tien jaar heeft de smartphone de mp3-speler, navigatiesystemen, casual fotocamera’s, E-readers, handhelds, wekkers en kalenders in ieder geval vervangbaar en in sommige opzichten zelfs nutteloos gemaakt. Het is heerlijk om te fantaseren hoe de smartphone er over nog eens tien jaar uitziet. Naar alle waarschijnlijkheid zijn alle handelingen dan verwerkt in één apparaat, of in ieder geval, dat zou ideaal zijn. Van een je-auto-openen-app tot totale vervanging van de laptop; gezien de absurd snelle ontwikkeling van de technologie achter de telefoon zou in theorie alles mogelijk moeten zijn. Echter, doordat bedrijven zoveel verschillende takken hebben binnen hun bedrijf is het nog maar de vraag of zij dat streven überhaupt hebben. In 2011 zijn we inmiddels al verwend met de Sony Experia Play en de LG optimus 2X speed. Twee telefoons die een scala aan vernieuwingen met zich meebrachten, vooral op gebied van gaming. Dat de Experia Play fysieke toetsen heeft en daarmee het spelen met emulatoren optimaliseert, betekent dat letterlijk duizenden games perfect speelbaar worden op je mobieltje. In combinatie met playstation suite wordt gamen op de telefoon meer en meer een serieuze zaak. Playstation suite is namelijk een platform voor de Playstation 3, androidtoestellen met android 2.3 of hoger en de toekomstige NGP met een winkel waar Playstation 1-games gekocht kunnen worden. Ongeveer gelijktijdig kwam LG met de 2X Speed. Deze telefoon is de eerste in een nieuwe trend. Hij bevat namelijk een dual core processor. Om een technisch verhaal te vermijden: daar wordt je telefoon een stuk krachtiger en sneller van. Vrijwel alle toekomstige telefoons zullen zo’n processor bevatten, waardoor ze in feite net zo krachtig zijn als een simpele desktop-pc. En nog krachtigere processors zullen snel volgen. De Sony NGP, de nieuwe handheld van Sony die aan het einde van het jaar uitkomt, heeft bijvoorbeeld een Quad core processor. Texas Instruments en Nvidia zijn ook al bezig om deze techniek naar smartphones en tablets te brengen. Sinds Philips in 1997 kwam met de Synergy waren de ontwikkelingen van de smartphone vooral interessant voor zakelijke lieden en was de gebruikerservaring

30

XI JAARGANG 19 / NR 4


Nieuwe media

alles behalve mainstream. Sinds 2007, toen de iPhone uitkwam en 3G vrijwel overal beschikbaar werd, ging de techniek steeds sneller vooruit en hebben we nu te maken met een standaard gebruikerservaring voor de gemiddelde consument. De tijd is nu aangebroken voor verdere verrijking van die ervaring en dat brengt ook ontwikkelingen met zich mee die vooralsnog wat experimenteel of gimmicky aandoen, maar desalniettemin zeer interessant zijn. Zo komt LG met de Optimus 3D, de eerste dual core telefoon die 3D-beelden produceert. Maar ook Motorola brengt iets nieuws met de Atrix 4G, een telefoon die docking-mogelijkheden kent. Dat betekent dat je je telefoon kunt aansluiten op een laptopmodel via HDMI of een dockingstation om een tweede besturingssysteem te verkrijgen op dat scherm en aldus een laptopervaring krijgt. Dat zit op het eerste gezicht nog ongelooflijk in de kinderschoenen, maar de potentie ervan is groots. Denk je maar eens in dat je alleen maar je telefoon in een ander station hoeft te steken om vervolgens te computeren, gamen of tv en films te kunnen kijken. Een andere jonge ontwikkeling die gaande is en de hegemonie van de smartphone zou kunnen versterken zijn opvouwbare of uitrekbare schermen, waardoor de grens tussen een Tablet en een smartphone meteen teniet wordt gedaan. Als we al deze ontwikkelingen zo bekijken lijkt het ineens een stuk minder utopische gedachte dat we in de toekomst alleen een smartphone nodig hebben. Het concept van verschillende docks per scherm of variabele schermgroottes is daarvoor perfect realiseerbaar. De gemiddelde consument wrijft zich waarschijnlijk al in de handen en denkt aan de vollere portemonnee die daaraan wordt overgehouden. Echter, dan vergeten we plots dat technische industrieën draaien om omzet. Het is logisch dat juist een bedrijf zoals Motorola zichzelf bezighoudt met docks. Zij produceren immers zelf geen laptops. Om diezelfde reden is het logisch dat de fotokwaliteit van telefoons van Samsung nooit beter zal zijn dan die van hun fotocamera´s. Waarom zou een bedrijf een hele bedrijfstak overbodig maken als daar op zichzelf nog steeds rek in zit? Aan de andere kant; op dezelfde wijze hebben vrijwel alle bedrijven hun eigen mp3spelers overbodig gemaakt. En omdat de processors voor telefoons in sneltreinvaart steeds sterker worden, lijken handhelds ook te zullen bezwijken. Uiteindelijk komt het erop neer dat de druk zo groot dient te worden dat een bepaalde bedrijfstak simpelweg geen rendement meer oplevert, doordat bedrijven zonder die specifieke tak verschillende media met succes met elkaar hebben gecombineerd. Met andere woorden; een bedrijf zoals Motorola dient dusdanig succesvol te zijn met hun dockingsystem, dat andere bedrijven geen rendement meer halen uit de laptops. Al met al lijkt de utopie tegelijkertijd heel dichtbij, maar toch heel ver weg. Los van het industriële verhaal zullen Google en Apple ook hun software met dezelfde snelheid moeten updaten om de krachtige telefoons überhaupt nuttig te maken. En daarnaast is het ook belangrijk om in de gaten te houden hoe het 4g-netwerk zich zal manifesteren in Nederland. Terwijl we fantaseren over wat de toekomst zal gaan brengen zul je elke maand een telefoon voorbij zien komen, die beter is dan de telefoon die je vorige week hebt aangeschaft. Omdat half Nederland echter een tweejaarabonnement of, verstandiger, een jaarabonnement afsluit, is het verantwoord voor bedrijven om de technologie zo snel te laten verlopen. Het is echter wachten tot de hegemonie plaatsmaakt voor daadwerkelijk dictatorschap. 

XI JAARGANG 19 / NR 4

31


Fenomeen

Fenomeen:

Karl Pilkington Hij is de ster van de meest gedownloade podcast aller tijden en de erop gebaseerde animatieserie op HBO. Hij reisde de wereld rond om de zeven wereldwonderen te bezoeken voor een succesvol televisieprogramma. Hij schreef in vier jaar vier goed verkopende autobiografische boeken. Hij werd door Ricky Gervais omschreven als de grappigste man ter wereld. Hij is Karl Pilkington, een man met als voornaamste talent dat hij een complete idioot is Door Julius Koetsier

G

oogle zijn naam en al snel wordt duidelijk hoe serieus Pilkingtons fans zijn in de verering van hun idool: op pilkipedia.co.uk vind je een verbazingwekkend grote hoeveelheid citaten en zelfs complete transscripties van afleveringen van The Ricky Gervais Show, het radioprogramma waarmee Pilkington doorbrak. Hoe krijgt een eenvoudige arbeider uit Manchester, die nooit als doel had beroemd te worden, zo'n groot en fanatiek publiek? Zoals gezegd begon het bij The Ricky Gervais Show, waarvan Pilkington producent was. Naar eigen zeggen hield dit niet veel meer in dan dat hij ‘op de knoppen drukte’, terwijl komieken Ricky Gervais en Stephen Merchant (toen zelf net doorgebroken met de sitcom The Office) de luisteraar vermaakten met anekdotes en onzinnige gesprekken. Zo af en toe vroegen ze iets aan Pilkington, wat tot de ontdekking leidde dat als hij zijn mond opentrok, de stupide en soms ronduit bizarre opmerkingen die hij maakte leuker waren dan alles wat Gervais en Merchant konden verzinnen. Neem zijn reactie op de theorie dat een oneindige hoeveelheid chimpansees achter een oneindige hoeveelheid typemachines, uiteindelijk het complete werk van Shakespeare zullen schrijven: ‘Have they read Shakespeare?’ Of het klassieke citaat: ‘What were the things in Gremlins called?’ Gervais en Merchant degradeerden zich al snel tot aangevers van Pilkington, wiens onbedoelde humor het middelpunt van het programma werd. Toen The Ricky Gervais Show in 2005 van de radio

32

XI JAARGANG 19 / NR 4

verdween, ging het programma met praktisch dezelfde opzet verder als podcast. In de eerste maand werd het per aflevering gemiddeld 261.670 keer gedownload, wat leidde tot een notering in het Guiness Book of World Records. Inmiddels staat de teller in totaal op ruim 300 miljoen downloads, waarvan negen miljoen alleen al voor de laatste aflevering. HBO voorzag The Ricky Gervais Show van visuele ondersteuning met een gelijk­ namige animatieserie. Het laatste Pilkingtonproject is het reisprogramma An Idiot Abroad, waar hij de zeven wereldwonderen bezoekt en voorziet van commentaar. Over de piramides in Egypte: “The design is a bit odd, because the floor size is massive, but the upstairs bit is tiny.” Toch is Pilkington meer dan een Britse versie van Barbie uit Oh Oh Cherso; het is niet alleen domheid waarmee hij zijn sterrenstatus bereikte. Dat zou nooit voldoende zijn om zo’n grote fanbasis mee te verwerven. De leukste momenten in zijn werk getuigen niet zozeer van lage intelligentie, als wel van een alternatieve manier van kijken. Zoals Ricky Gervais zegt: ‘He sees something you don’t.’ Niemand anders zou naar de Chinese muur kijken en, niet onder de indruk, opmerken: ‘It goes on for miles. Like, it goes over the hills and stuff... but so does the M16.’ Niemand anders zou een piramide beschrijven als ‘a massive game of Jenga that got out of hand’. De meeste domme mensen zijn fantasieloos en irritant. Karl Pilkington denkt creatief en alternatief; zijn reactie op iedere situatie is verrassend en hilarisch. Hij denkt als een komiek, zonder het te weten.


Fenomeen

Opmerkingen die een cabaretier of stand-upcomedian op het podium zou maken, maakt hij zonder erbij na te denken. Wat hij in essentie doet, is wat iedere observationele komiek doet: dingen bekijken op een ongebruikelijke manier. Bij zaken die iedereen volkomen normaal vindt, stelt hij telkens de vraag: waarom doen we dit eigenlijk? Hij deconstrueert alles wat hij tegenkomt tot in het absurde. Het is het soort humor waar Jerry Seinfeld en George Carlin bekend mee werden. Zij namen vaak de rol aan van de alien: de persoon die onze conventies niet begrijpt, en ze vanwege zijn positie als outsider van gees­ tig commentaar kan voorzien. Maar zij moesten hun best doen om hun grappen te verzinnen. Pilkington denkt er niet eens bij na. ‘You never see an old man eating a Twix.’, merkt hij op, en waar deze observatie uit de mond van de gemiddelde komiek misschien flauw zou klinken, wordt hij hilarisch door de volledige ernst waarmee Pilkington hem brengt. Hij is de persoon waarin een komiek zich moet verplaatsen om zijn materiaal te schrijven. Nog een kenmerk van Pilkingtons komische stijl, is dat hij iedere situatie vanuit zichzelf bekijkt. Het lijkt voor hem onmogelijk een ander perspectief te kiezen. Zijn opmerkingen over piramides zijn niet zozeer grappig omdat ze dom zijn, maar vooral omdat hij naar duizenden jaren oude constructies kijkt met het referentiekader van onze tijd. In een andere klassieke anekdote vertelt hij over groep mieren in zijn achtertuin,

die door zijn vriendin gedood werd met een ketel kokend water. Na afloop was er een overlevende. Pilkington stelde zich voor dat deze mier, geconfronteerd met de massamoord, getraumatiseerd zal zijn. Zelfs als hij zich probeert te verplaatsen in een andere diersoort, kan hij niet anders dan vanuit zichzelf redeneren: ik zou geschokt zijn als ik honderden mensen gedood zou zien worden, dus die mier is dat ook. Opnieuw gaat het om een denkwijze die door veel komieken gebruikt wordt (welke stand-upcomedian heeft nooit een stukje gedaan waarin hij dieren personifieerde en liet praten als mensen?), maar die voor Pilkington volkomen natuurlijk is. De snelheid en komische timing waarmee Pilkington met zijn observaties komt, deed sommige mensen vermoeden dat hij een personage is, geschreven door Gervais en Merchant. Maar daarvoor is hij veel te oprecht. Nooit wekt hij de indruk zijn humor als gimmick te gebruiken. Aan promotie doet hij nauwelijks: als hij een interview geeft, is het omdat Gervais en Merchant hem meeslepen, en merkt hij regelmatig op dat hij zelf niet onder de indruk is van hetgeen waarvoor hij reclame moet maken. Hij zegt dat de krantenwijk die hij had als kind nog steeds de beste baan is die hij ooit gehad heeft. Zijn eerlijkheid en directheid zijn verfrissend in een wereld waarin zoveel beroemdheden obsessief bezig zijn met hun imago. Karl Pilkington heeft geen imago: hij is oprecht, zegt altijd wat hij denkt, en is daarmee inderdaad de grappigste man ter wereld. Onbedoeld is hij ‘s werelds puurste komiek. 

XI JAARGANG 19 / NR 4

33


Recensie: film

Filmrecensie

Rabat

Door Madina Gireeva

R

abat is geregisseerd door Jim Taihuttu en Victor Ponten, oprichters van het productiebedrijf Habbekrats. Het duo maakte een aantal succesvolle en bekroonde videoclips (o.a. voor Dio & Sef, Pete Philly & Perquisite, Flinke Namen en The Partysquad), korte films (waaronder drie bijdragen aan NPS Kort!), documentaires en campagnes. Habbekrats is duidelijk getalenteerd en besloot met Rabat de overstap te maken naar het witte doek. Een gewaagde stap, en het zelfvertrouwen is dan ook ontzagwekkend. Het is alleen jammer dat de film niets bijzonders voorstelt, gezien het feit dat Habbekrats tot nu toe zo veelbelovend werk heeft geleverd. De Nederlandse filmwereld is niet bepaald om over naar huis te schrijven, en net wanneer je met hoopvol denkt dat Habbekrats daar verandering in zal brengen, word je toch weer teleurgesteld. Rabat is niet meer dan een slechte roadmovie, waarvan het verhaal schort aan alle kanten. Rabat gaat over volwassen worden, vrienden en dilemma’s. De drie vrienden in de hoofdrol zijn Nadir (Nasrdin Dchar), Abdel (Achmed Akkabi) en Zakaria (Chico Kenzari). Nadir moet van zijn vader zijn oude taxi naar Rabat rijden, en hoewel hij van plan is alleen te gaan, nodigen zijn vrienden zichzelf uit om hem gezelschap te houden tijdens de reis, en dit is het begin van de road trip. Tijdens de reis ontmoeten de vrienden een meisje genaamd Julie, ironisch genoeg, en tussen haar en Nadir ontstaat een onmogelijke liefde. Naarmate de reis vordert lopen de spanningen op tussen Nadir en zijn vrienden, want Nadir houdt duidelijk iets achter over het werkelijke doel van de reis.

34

XI JAARGANG 19 / NR 4

Slechts over de acteerprestaties van het drietal kan lovend gesproken worden, want de heren vertolken hun rollen uitstekend. Het verhaal is voorspelbaar en bevat de nodige clichés over Marokkanen, zoals stelen of vechten met een portier. Van de drie vrienden is Nadir de enige die gestudeerd heeft en van plan iets van zijn leven te maken. Hierdoor is hij ook het buitenbeetje van de groep. Daarnaast is hij iemand die altijd braaf deed wat zijn ouders van hem verwachtten. Totdat hij een mooi meisje, Julie, ontmoet en er Romeo en Julia-achtige situaties ontstaan. Het kijken naar Rabat is door het clichématige verhaal een constante déjà vu. Een hoofdpersoon die op zoek is naar een uitweg uit het huidige leven, naar een toekomst waar zijn sociale omgeving niet achter staat, maar die hem wel gelukkig maakt; dat kennen we nu wel., Rabat was een leuke poging, maar geen film van hoog niveau. Het is daarom ook goed te merken dat dit de eerste speelfilm van Habbekrats is, en dat de overstap van videoclips naar films misschien nog iets te groot is. Anderzijds mag er ook opgemerkt worden dat film een leerproces is, en dat het mogelijk is dat Habbekrats de volgende keer met een veel sterkere film komt. 


Recensie: film

Filmrecensie

Source Code

Door Stephen van den Hoek

C

olter Stevens (Jake Gyllenhaal) wordt wakker in een trein. Zijn medepassagiers zien hem als bekende, maar zelf heeft hij geen idee waar hij is. Acht minuten later ontploft de trein en wordt hij wakker in een donkere cabine. Na een korte briefing wordt hij teruggestuurd naar de trein met een opdracht: erachter komen wie ervoor heeft gezorgd dat de trein ontplofte. Telkens herhalen zich dezelfde acht minuten, en telkens komt hij dichter bij het antwoord. Colter begeeft zich in twee werelden. In de ene wereld is het aan hem om erachter te komen wie de bom heeft geplaatst, in de andere wereld doet hij zijn best te achterhalen wat er met hem is gebeurd en hoe hij iedere keer weer in de trein belandt. In beide werelden is er een vrouw om hem hierbij te helpen. In de trein wordt hij bijgestaan door Christina Warren (Michelle Monaghan). Samen reizen ze elke dag hetzelfde traject, wat tot een vriendschap heeft geleid. De chemie tussen Gyllenhaal en Monaghan werkt en is aanstekelijk, waardoor het vaak zonde is als Colter weer wegstormt om op zoek te gaan naar de bom. Momenten die de twee dan samen hebben blijven hierdoor wat oppervlakkig en voorspelbaar.

Aan de andere kant is Colter in een cabine te vinden waar hij telefonisch contact heeft met Colleen Goodwin (Vera Farmiga). Zij probeert hem uit te leggen hoe hij het beste kan handelen in de trein. Helaas wordt ook haar charisma niet ten volle benut. Het personage biedt ruimte voor ontwikkeling, maar is saai en oppervlakkig. Zonde, want een talent als Farmiga had van haar een interessante, sterke vrouw kunnen maken. Naast het zoeken naar de bom en contact met Christina en Colleen bevindt Colter zich ook in andere plotlijnen waarmee slordig wordt omgegaan. Er worden te veel pogingen gedaan het verhaal een diepere laag mee te geven. Regisseur Duncan Jones speelt duidelijk met het idee van de zich telkens herhalende acht minuten, maar wil zich op te veel elementen focussen. De verschillende passagiers, spelen met de regels van de tijd en de mysterieuze cabine. Niet elk element wordt met zorg uitgewerkt waardoor sommige vragen geen antwoord krijgen en plotlijnen niet netjes worden afgesloten. Hierdoor wordt het een wat incompleet verhaal met teleurstellende antwoorden op wellicht onnodige vragen. Iets teveel pogingen het verhaal uit te diepen resulteren in een slordige film. Een focus óf op de actie óf op de diepere laag had van de film een beter geheel gemaakt. Gelukkig blijft Source Code overeind door mooie special effects en de chemie tussen Gyllenhaal en Monaghan. Een balans tussen actie en drama wordt echter niet gevonden. Jones had zich beter kunnen toespitsen op één van de twee. 

XI JAARGANG 19 / NR 4

35


Recensie: televisie

PLUS

Boekenprogramma’s Door Jeroen Slot

A

ls het om boekenprogramma’s gaat, spant Adriaan van Dis de kroon. Tussen 1983 en 1992 maakte hij voor de VPRO de serie Hier is...Adriaan van Dis. Heel bekend literair Nederland kwam bij Van Dis aan tafel om te praten over literatuur, hun persoonlijk leven en in een aantal gevallen over de toenmalige toestand in Zuid-Afrika. Beroemd is het gesprek dat Van Dis had met Willem Frederik Hermans over zijn bezoek aan dat land, wat de spanningen hoog deed oplopen tot Hermans in een van zijn uitbarstingen uitriep het geen praatprogramma was, maar een vertel­gesprek van zijn kant. Maar naast aandacht nationale auteurs, was er ook aandacht voor buitenlandse schrijvers in Hier is...Adriaan van Dis. Iets dat een de huidige twee boeken­programma’s op de Nederlandse televisie, nog maar weinig voorkomt. Aan de ene kant is er Boeken (VPRO) dat wordt uitgezonden op zondagochtend. In een kleine veertig minuten ontvangt Wim Brands een schrijver of dichter om te spreken over respec­ tievelijk zijn laatste roman of dichtbundel. Het zijn veertig minuten die om lijken te vliegen. Wim Brands slaagt erin om boeken te bespreken op een toegankelijke wijze, zonder de diepgang te verliezen. Dat is knap. Zeker wanneer je bedenkt dat er lange tijd

36

XI JAARGANG 19 / NR 4

geen programma’s waren over boeken, omdat werd gedacht dat er maar weinig kijkers in geïnteresseerd zouden zijn. Het andere programma over boeken op de Nederlandse televisie is Benali Boekt (NTR), gepresenteerd door Abdelkader Benali, dat werd uitgezonden op de zondag­avond. Dit programma is min of meer een voortzetting op de serie Benali in Boeken, die hij vorig jaar maakte voor de NPS. In deze serie ging hij opzoek naar het literaire hart van zes steden in Nederland en België en sprak daar met lokale auteurs over de invloed van de stad in hun werk. Het was een programma dat zowel ging over boeken als over steden. In zijn nieuw­ste programma Benali Boekt, ontmoet hij een aantal Nederlandse auteurs en gaat met ze op zoek naar een plek die voor hen belangrijk is. Het programma boeit, maar Benali’s pathetische opstelling wekt soms wat kleine ergernis. Tegelijkertijd lijkt deze houding de auteurs toch aan het praten te krijgen. Uiteindelijk zijn zowel Boeken als Benali Boekt twee programma’s die weliswaar in de schaduw staan van Adriaan van Dis, maar er toch in slagen om op aantrek­kelijke wijze de literatuur te behandelen. Een taak die voorlopig alleen nog weggelegd lijkt te zijn voor de Publieke Omroep. 


Recensie: televisie

MIN

Zaterdagavond-tv op de Publieke Omroep Door Timo Koren

D

e zaterdagavond is al sinds oudsher het belang­r ijkste televisietijdstip. Het is dan ook niet raar dat grote kijk­­s uccessen als Idols en Kopspijkers juist op deze avond geprogram­m eerd werden. Eveneens is het de reden waarom RTL4 in het huidige seizoen zo succes­vol is: ze trekken op het be­langrijkste moment de meeste kijkers; met het trio Iedereen is gek op Jack, Ik Hou van Holland en Echt Waar. Het is dan ook op dit terrein dat de Publieke Omroep, het moet afleggen tegen RTL4. Wanneer we een blik werpen op de kijkcijfers van 23 april (een willekeurige zaterdagavond), zien we dat in de top 5, naast het eerder genoemde RTL4-trio, het NOS Journaal en Studio Sport Eredivisie staan. Het is opvallend dat het juist deze twee programma’s zijn, omdat het een bepaalde veiligheid laat zien: sport en nieuws scoren altijd hoge kijkcijfers. Het laat zien dat een echte zaterdagavondhit, zoals Kopspijkers dat vijf jaar was, wordt gemist. RTL4 weet met een serie gevarieerde amusements­p rogramma’s het zaterdag­ avondgevoel het best te vangen, terwijl er op de drie publieke zenders eigenlijk geen echte concurrent te zien is. Dat heeft voor­ namelijk te maken met de focus die er nu

ligt op consumentenprogramma’s als Kassa! en onderzoeks­journalistieke programma’s als Zembla. Het enorme verschil in kijkcijfers laat echter zien dat het grootste deel van zater­ dagavondkijkers vooral behoefte heeft aan lichtvoetig amusement. Het is dus de taak van de publieke zenders, om juist op die behoefte in te spelen, op een manier die in de eigen filosofie past. De eerste poging daarvan is Comedy Live, de Nederlandse variant op het Amerikaanse Saturday Night Live. Een grootst aangekondigde show, die het op 23 april moest doen met slechts een half miljoen kijkers. Dat is vrij weinig, voor primetime op zaterdagavond. En dat terwijl het programma toch hetzelfde publiek zou moeten aanspreken als Kopspijkers voorheen. Het is niet zo dat kijkcijfers ook maar iets zeggen over de kwaliteit van het programma. Maar tegelijkertijd is er bij de publieke omroep wel de noodzaak om voldoende kijkers te vinden, omdat ze anders haar bestaansrecht verliest. De publieke omroep moet naast een gevarieerd aanbod bieden, ook een groot deel van de Nederlandse bevolking aanspreken. Het is duidelijk dat dit op de zaterdagavond niet lukt. Het is dus zaak dat er op dit belangrijke tijdstip in het komende seizoen ingrijpende wijzigingen plaatsvinden. 

XI JAARGANG 19 / NR 4

37


Recensie: nieuwe media

Gamerecensies

Nintendo 3DS Door Freek Ronner

Pilotwings Bij de lancering van zowel de SNES als de Nintendo 64 was een Pilotwings-game beschikbaar. Beide keren werd met deze titels getoond waar de consoles toe in staat waren; grafisch waren het werkelijk pareltjes. Het mag echter niet vergeten worden dat er naast de nodige eye candy ook uiterst vermakelijke titels mee werden afgeleverd. Voor het eerst in 15 jaar is er nu bij de launch van een Nintendo-platform weer een Pilotwings-game aanwezig, Pilotwings Resort. Weet deze nieuwe telg zijn grote broers trots te maken of is uit de familie zetten niet te vergezocht? First things first: Pilotwings Resort is geen grote game. Als je begint heb je één eiland tot je beschikking en veranderen zal dit niet. In deze omgeving kan je rond vliegen met je vliegtuig, een jetpack en hangglider. Er zijn verscheidene missies te spelen met deze voertuigen, van specifieke routes afleggen tot het maken van foto’s, maar meer dan enkele uren plezier haal je hier niet uit. De replay value van een spel als Pilotwings Resort wordt bepaald door in hoeverre je je over wil geven aan de verzamelaspecten: ballonnen, stuntringen, Mii-beeldjes en verborgen locaties zijn slechts enkele van de vele items die te verzamelen zijn. Als het er op aan komt is weinig rustgevender dan over Wuhu Island vliegen, met het 3D-effect ingeschakeld om perfect in te schatten wanneer je die ene bocht moet maken. Belangrijk is echter wel dat je deze zen-praktijken kan waarderen, al helemaal voor de vraagprijs van 45 euro. Uiteindelijk is Resort een uiterst vermakelijke game, maar wel heel magertjes voor het bedrag dat je neer moet leggen.

38

XI JAARGANG 19 / NR 4


Recensie: nieuwe media

Ghost Recon: Shadow Wars

Ridge Racer 3D

In de maanden voor de release van de Nintendo 3DS werden vooral Pilotwings Resort en Super Street Fighter IV 3D besproken. Deze twee titels beloofden de indrukwekkendste graphics, meeste speelmogelijkheden en afgewerkte presentatie te gaan bieden. Nu de 3DS alweer enkele weken in de schappen ligt, is duidelijk welke titel zich het beste heeft gehouden sindsdien: Ghost Recon: Shadow Wars is hét juweeltje van de launch line-up en laat perfect zien dat een game geen onovertroffen graphics of bizarre innovaties nodig heeft om zich te bewijzen. In Shadow Wars neem je het leiderschap van een speciale eenheid op je, bestaande uit zes man. Doel is om in een gigantische hoeveelheid missies al je soldaten naar de eindstreep te halen. Dit gebeurt met turn-based gameplay; denk aan games als Nintendo’s eigen Advance Wars en Fire Emblem. Ieder van je zes personages beschikt over zijn of haar specialiteiten; zo heb je bijvoorbeeld een sniper, een medicus en een scout in je team. Waar het op neer komt is dat je goed in moet schatten welke zetten de tegenstander zal maken en hoe je hier, zij het een flink aantal beurten later, op in kan spelen. De singleplayer campaign neemt al snel enkele tientallen uren in beslag en daarbovenop beschikt de game over skirmish missies waarin je de meest bizarre scenario’s moet doorstaan; zelfs zombies maken een korte verschijning. Al met al biedt Shadow Wars een ongelofelijk uitgebreide speelervaring: tientallen uren aan campaign, skirmish en multiplayermissies weten met gemak meer indruk te maken dan het vliegen in Pilotwings of het vechten in Street Fighter IV. Zonder twijfel een aanrader.

De laatste jaren heeft de Ridge Racer serie zich meerdere malen vertoond bij de lancering van nieuwe hardware. Niet al te gek als je bedenkt dat de games weinig verandering hebben doorgemaakt; juist in die beginperiode van een handheld als de 3DS zullen veel gamers het spel oppakken, in tegenstelling tot enkele maanden of jaren later. Lui van uitgever Capcom? Geen twijfel over mogelijk. Maakt dit veel uit? Allesbehalve, want hoe archaïsch de serie ook is, Ridge Racer 3D steekt met kop en schouders boven de alternatieven op de 3DS uit. Laten we met het pijnlijke nieuws beginnen: ondanks de indrukwekkende hardware van de 3DS komt Ridge Racer 3D op grafisch gebied niet in de buurt van diens voorgangers op Sony’s PSP. Het is erg gemakkelijk dit te wijten aan, opnieuw, Capcoms luiheid, maar het is ook goed mogelijk dat de 3DS moeilijker is om voor te programmeren; hier is nog weinig over bekend. Desalniettemin, als je eenmaal met racen begonnen bent en de bekende drift-techniek wat onder de knie hebt, is er weinig dat zo lekker wegspeelt op Nintendo’s nieuwe handheld. Het 3D-effect voegt niet bijster veel toe: rozenblaadjes en confetti lijken op je af te vliegen tijdens het racen. Dit maakt echter weinig uit, want zodra je over de zonnige circuits rijdt, pompende muziek op de achtergrond, zijn gimmicks en uitgebreide mogelijkheden het laatste waar je aan denkt. Ridge Racer 3D doet niets nieuws, maar wat het doet, doet het uitstekend. Aan te raden voor alle 3DS-bezitters met een passie voor racen. 

XI JAARGANG 19 / NR 4

39


Recensie: nieuwe media Smaakmaker Xi interviewt elke editie een Media & Cultuurstudent over diens mediavoorkeuren. Wie zijn de studenten die de collegezalen vullen? Welke persoon schuilt zich achter de zevencijferige studentennummer? Amina Ozdo (20) is eerstejaars, en volgend jaar is zij van plan om de richting film te kiezen.

Smaakmaker: Amina Door Madina Gireeva

Film ‘Ik vind film erg leuk omdat het voor zoveel verschillende doeleinden kan worden gebruikt. Van propaganda en documentaire tot aan entertainment, al deze verschillende doelen komen terug in dezelfde vorm. Naast de eindeloze vormen vind ik de manier hoe een verhaal wordt verwerkt in een film interessant. Ik kijk vaak buitenlandse films die verfilmd worden door Hollywood, op deze manier kan ik hetzelfde verhaal zien op twee verschillende manieren, en dat vind ik erg bijzonder. Een voorbeeld van zo’n film is The Departed, die een remake is van de Chinese film Infernal Affairs. Hetzelfde verhaal kan op verschillende manieren worden verfilmd, en dat is het mooie aan film vind ik: het is heel veelzijdig.’

Televisie ‘Vroeger keek ik naar de standaardsoaps en -series waar elk meisje weg van was zoals Desperate Housewives of Gilmore Girls, maar de afgelopen jaren kijk ik daar niet meer naar. Ik kijk nu vaker naar programma’s die entertainend en leerzaam zijn. Een voorbeeld van een programma dat ik nu heel enthousiast volg is How tv

40

XI JAARGANG 19 / NR 4

ruined your life. Behalve de briljante ironische titel, is het programma niet alleen vermakelijk maar ook leerzaam. How tv ruined your life brengt serieuze onderwerpen, over de invloed van televisie op het dagelijkse leven van de hele maatschappij, in een nonchalante documentaire vorm en veel Britse humor. Mooie combinatie vind ik zelf.’

Games ‘Ik moet eerlijk bekennen dat ik tot sinds kort helemaal niets met games had. Ik vond het een nutteloze en luie manier van tijdverbruik, maar dit veranderde toen een vriendin van mij een Xbox kocht. Hoewel ik nog steeds weinig voel voor first-person shooters, ben ik wel helemaal gek van Dance Revolution omdat je actief bezig bent en het een gezellige manier van gamen is.’

Internet ‘Ik besteed niet veel tijd op het internet, maar ik vind het wel altijd handig om tutorials te kijken als ik snel wil opzoeken hoe iets werkt.’ 


Column

Denkend aan Holland Door Jordi Wijnalda

Kun je Amerikanen verwijten niks van ons land te weten? Ik denk het niet. Kunnen wij alle vijftig Amerikaanse staten opnoemen? Toegegeven, die kans is nog altijd groter dan dat een Amerikaan Amsterdam op de kaart kan aanwijzen. Nederland is meestal slechts deel van die ‘general area’ waar klaarblijkelijk ook Noorwegen, Finland, Oostenrijk en IJsland deel van uitmaken. De oogjes lichten louter op wanneer je niet ‘Holland’ maar ‘Amsterdam’ (èèm-stuhr-dèèm) zegt – de eeuwig puberale geest van de gemiddelde Amerikaan slaat op tilt door de gedachten aan poedertjes, pillen, en prostitutie. Vanuit hier bekeken is ons land ook wel net zo’n zelfde soort dierentuin als de Amerikaanse cultuur vanuit Nederland gezien. Na mijn migratie naar New York ben ik een gretig gebruiker van UitzendingGemist.nl geworden voor het nieuwe seizoen van Wie is... de Mol?, en ongemerkt doorgerold in de rest van de Nederlandse televisiecultuur. Mijn migratie had een ernstige aanslag geleverd op mijn smaak – ineens bleek Dames en Heren in de Dop het stukje Neerlandismen waar ik behoefte aan had. Maar eenzelfde entertainmentwaarde bleek de Nederlandse politiek te hebben. Luid knisperende popcorn ging vergezeld met Tweede Kamerdebatten, en met name het roemruchte YouTube-filmpje ‘PVV-miep snapt het allemaal niet’ heeft mij blauwe plekken van het lachen bezorgd. Afgelopen week kwam Nederland ineens letterlijk naar New York. Via het Tribeca Filmfestival kreeg ik de kans om Paula van der Oests Black Butterflies en Dick Maas’ Sint (jawel!)

te zien. Toegegeven, het was leuk om midden in deze New Yorkse stroomversnelling ineens op Nederlandse cinema getrakteerd te worden. Tegelijkertijd realiseerde ik me opnieuw waarom ik niet in eigen land tot filmregisseur opgeleid wilde worden. Laat ik het zo zeggen: something’s missing. Door spelingen van het lot werden ook ineens ontmoetingen met die twee filmmakers mij in de schoot geworpen. Zo onbereikbaar toen ik nog ‘gewoon’ een Nederlander was, maar ineens vrijelijk toegankelijk voor een ‘Dutchman in New York’. Mijn gesprekken met zowel Maas als Van der Oest kwamen opmerkelijk genoeg wel allebei op dezelfde conclusie uit: in Nederland weten we gewoon niet zo goed hoe we met film om moeten gaan. Het is een vreemde eend in de bijt, het is het ondergeschoven cultuurkindje, het wordt geregeerd door mensen die nooit iets durven maar het liefste altijd maar hetzelfde doen. Het aloude adagium waar ik zo van walg kwam weer omhoog: ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. De gedachte schoot door mijn hoofd toen ik in een luxe appartement downtown ineens Carice van Houten ontmoette. ‘Doe maar gewoon,’ dacht ik. Toen ik die avond naar huis liep, besefte ik me hoe onzinnig die gedachte was. Ik ben hier immers niet in Nederland.

XI JAARGANG 19 / NR 4

41


Waarheen/Waartoe

Thor  Special effects en 3D ervaring zijn onovertroffen. Beetje jammer van het conventionele superhelden-plot.

Never Let Me Go  Beroert meer intellectuele dan emotionele snaren, maar twee uur met Carey Mulligan is nooit een verspilling van je tijd.

— Lory Meesters

— Jordi Wijnalda

Neds  Typische “UK Film Council-cinema”. Zo is Groot-Brittannië gewoon niet.

Time Traveller  Ondanks de nodige plotgaten is deze tijdreisfilm op momenten toch zeer grappig en ontroerend.

— Jordi Wijnalda

— Bart Delwig

Monsters Why re-invent the wheel? Fijne indiecinema met het hart op de juiste plek. En natuurlijk Jon Hopkins.  — Jordi Wijnalda

Low-budget Sci-fi die visueel toch erg solide is. Veel sfeershots (lees: bokeh), weinig verhaal, maar het acteerwerk is prima en Mexico is een interessante setting.  — Bas Wijers

Amer  Mooie ode aan Italiaanse horrorcinema uit de jaren ‘70, die toch een heel eigen kant opgaat en meer drama dan horrorfilm blijkt.

Bitter Feast  Alles behalve een feestmaal. — Bart Delwig

— Julius Koetsier

La Vida de Los Peces  De mozaïekvertelling die op een feestje bij je buurjongen had kunnen plaatsvinden is een groot succes.

Primal  Wat begint als een creepy creeper, eindigt in een belachelijke B-film. — Bart Delwig

— Stephen van den Hoek

Wake Wood  Moeilijk om wakker bij te blijven. — Bart Delwig

42

XI JAARGANG 19 / NR4

Arthur  Een iets wat excentrieke Britse biljardairszoon die opeens moet gaan werken voor zijn geld. — Anouk Brouwer


Waarheen/Waartoe

Mine Vaganti  Fijn Italiaans dramedie vanuit zonnig Toscane met een mooie en goede cast. Vergeet de Nederlandse vertaling van de titel. — Stephen van den Hoek

The Perfect Host  Winnaar van de Silver Scream Award maakt duidelijk wat de kwaliteitseisen van dit Imagine waren. Minimaal budget, voorspelbaar en niet de moeite waard. — Bart Delwig

The Hangover Part II  Was je net bijgekomen van je vorige kater, krijg je nu een tweede. Buttoms up!

Unknown  “Wees geen dinges, blijf smsen” als de hoofdrolspeler dat maar had geweten.

— Madina Gireeva

— Madina Gireeva

Stake Land  Deze post-apocalyptische zombie/vampierfilm is wellicht een nieuwe klassieker in het genre. — Bart Delwig

The Troll Hunter Trollen van 10 meter hoog zijn staatsgeheim in Noorwegen; vermakelijk, maar niet erg geloofwaardig. 

Somewhere  Cinematografisch hoogstandje met zomerse traagheid. — Jeroen Slot

— Lory Meesters

Deze Scandinavische parel is één van de meest hilarische en spannende horrorfilms van het decennium. Verdient alle lof die Let The Right One In ook kreeg. 

Red Hill  No Country For Amateurs. — Bart Delwig

— Bart Delwig

Unter dir die Stadt  Steriel en kil Duits drama — Jeroen Slot

Rubber  Het oppompen van een fietsband is nog interessanter dan deze ode aan de zinloosheid. — Bart Delwig

XI JAARGANG 19 / NR 4

43


Dit is een test (10/9pt)

Dit is een test (14/10pt)

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Duis non ipsum purus, hendrerit tempor justo. Donec eget magna elit. Quisque ornare aliquet consectetur. Phasellus a quam sed metus euismod blandit. Curabitur sit amet risus augue. Sed eget magna eget eros tincidunt dapibus. In hac habitasse platea dictumst. In vestibulum odio sed arcu dictum consectetur. Aliquam in quam sed augue bibendum dapibus at non dui. Vestibulum malesuada tincidunt nulla eget feugiat. Aenean id orci libero, ut pellentesque odio. Morbi sed risus semper mi ornare tempus non nec dui. Praesent enim metus, pretium a sagittis sed, semper rutrum odio. Cum sociis natoque penatibus et magnis dis parturient montes, nascetur ridiculus mus. Nulla consectetur est id purus tincidunt vehicula. In nulla risus, facilisis vitae molestie in, molestie eu nisi. Vestibulum ante ipsum primis in faucibus orci luctus et ultrices posuere cubilia Curae; Maecenas lacus enim, placerat quis faucibus at, sagittis ac nibh. Phasellus ac justo metus, ac porta purus.

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Duis non ipsum purus, hendrerit tempor justo. Donec eget magna elit. Quisque ornare aliquet consectetur. Phasellus a quam sed metus euismod blandit. Curabitur sit amet risus augue. Sed eget magna eget eros tincidunt dapibus. In hac habitasse platea dictumst. In vestibulum odio sed arcu dictum consectetur. Aliquam in quam sed augue bibendum dapibus at non dui. Vestibulum malesuada tincidunt nulla eget feugiat. Aenean id orci libero, ut pellentesque odio. Morbi sed risus semper mi ornare tempus non nec dui. Praesent enim metus, pretium a sagittis sed, semper rutrum odio. Cum sociis natoque penatibus et magnis dis parturient montes, nascetur ridiculus mus. Nulla consectetur est id purus tincidunt vehicula. In nulla risus, facilisis vitae molestie in, molestie eu nisi. Vestibulum ante ipsum primis in faucibus orci luctus et ultrices posuere cubilia Curae; Maecenas lacus enim, placerat quis faucibus at, sagittis ac nibh. Phasellus ac justo metus, ac porta purus.

Vivamus dignissim, est non mattis auctor, lacus dui consequat velit, a euismod velit ligula vitae elit. Quisque diam felis, auctor eu scelerisque ac, tempor eget erat. Aliquam pharetra sapien sed neque accumsan eget hendrerit magna fermentum. Proin eget libero eu quam hendrerit auctor. Ut tincidunt pretium magna, quis facilisis risus bibendum sit amet. Nunc ac bibendum orci. Nam vitae mauris ante, lacinia auctor justo. Sed nec nunc metus, a molestie mi. Quisque cursus dictum mi, at semper lacus facilisis quis. Phasellus sit amet sodales ligula. Fusce vel lacus purus, vel laoreet est. Nunc interdum tempor sagittis. Donec adipiscing gravida augue sollicitudin iaculis. Sed augue ante, dapibus quis fringilla condimentum, bibendum sed arcu. Aliquam sollicitudin vulputate dui facilisis porttitor. Mauris est justo, bibendum dictum pulvinar vel, vestibulum id velit. Nam ac massa a sem accumsan placerat vel at lorem. Aliquam arcu arcu, mollis eget cursus vel, consequat faucibus ante.

Vivamus dignissim, est non mattis auctor, lacus dui consequat velit, a euismod velit ligula vitae elit. Quisque diam felis, auctor eu scelerisque ac, tempor eget erat. Aliquam pharetra sapien sed neque accumsan eget hendrerit magna fermentum. Proin eget libero eu quam hendrerit auctor. Ut tincidunt pretium magna, quis facilisis risus bibendum sit amet. Nunc ac bibendum orci. Nam vitae mauris ante, lacinia auctor justo. Sed nec nunc metus, a molestie mi. Quisque cursus dictum mi, at semper lacus facilisis quis. Phasellus sit amet sodales ligula. Fusce vel lacus purus, vel laoreet est. Nunc interdum tempor sagittis. Donec adipiscing gravida augue sollicitudin iaculis. Sed augue ante, dapibus quis fringilla condimentum, bibendum sed arcu. Aliquam sollicitudin vulputate dui facilisis porttitor. Mauris est justo, bibendum dictum pulvinar vel, vestibulum id velit. Nam ac massa a sem accumsan placerat vel at lorem. Aliquam arcu arcu, mollis eget cursus vel, consequat faucibus ante.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.