Week
3
9
Wereldoriëntatie
Begrijpend lezen
99 9
Mediawijsheid
Strategie 4
Welke vragen heb ik?
Welke vragen heb ik over het onderwerp? Welke antwoorden op mijn vragen vind ik in de tekst? Zijn er nog vragen onbeantwoord? Hoe kan ik de antwoorden op deze vragen vinden?
-2-
Stap 1
Wat is het onderwerp van de tekst?
Stap 2
Welke vragen heb ik over dit onderwerp? Schrijf een paar vragen op. Laat ruimte vrij onder de vragen om de antwoorden op te schrijven.
Stap 3
Lees de tekst. Welke antwoorden op mijn vragen vind ik in de tekst? Schrijf die antwoorden onder de vragen.
Stap 4
Zijn er nog vragen onbeantwoord? Hoe kan ik verder zoeken? Bijvoorbeeld door de antwoorden op te zoeken in een encyclopedie, een informatief boek of op internet. Of is het slim om het aan iemand te vragen?
Stap 5
Zoek de antwoorden op en schrijf ze onder de vragen.
vraag: … antwoord: …
Onderwerp: …
vraag: … antwoord: …
vraag: … antwoord: …
vraag: … antwoord: …
-3-
1 Welke vragen heb ik? Lees het artikel ‘Toby (14) vangt vluchtelingen op’ op pagina 4 van Kidsweek. a
Wat is het onderwerp van het artikel? …………………………………………………………………………………….........................…..……….
b
Beantwoord de drie vragen hieronder:
Vraag 1: Waarom won Toby een prijs? ……..…………………………………………………………………….….................................……….…
Vraag 2: Waar vangen Toby en zijn vader vluchtelingen op? ………………………………………………………..………………..…….…....
Vraag 3: Wat krijgen vluchtelingenkinderen als ze uit de trein komen? ………………………………………………………………………………………………………………………………….…....
c
Vul de tabel hieronder in:
Bedenk een vraag over het onderwerp van het artikel, waarop jij het antwoord al weet.
Bedenk een vraag over het onderwerp van het artikel, waarop jij het antwoord nog niet weet. d
Bedenk een moeilijke vraag over het onderwerp van het artikel. …………………………………………….………………………………………………………………………………….…….….…….... …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………
e
Stel deze vraag (1d) aan een klasgenootje. Wist hij of zij het antwoord?……………………………………………………………………..…….…….………………………………………………….....
f
Waar zou jij het antwoord zoeken op jouw vraag (1d)? …………………………………………………………………………………………………..……………………………………………….…..
-4-
2 Welke vragen heb ik over het onderwerp? Lees het artikel ‘Blij blij met Bei Bei’ op pagina 9 van Kidsweek. a
…………………………………………..……………………….……………………………………………………………………………..………………..
b
c
d
Wat is de betekenis van de naam van de panda? ………………………………………………………………………….……………. …………………………………………..……………………….……………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………..……………..
Lees: ‘Afgelopen weekend was het eindelijk zover.’ Wat was eindelijk zover? ………………….…..……..….…………….… …………………………………………..……………………….……………………………………………………………………………..………………..
Wat is het onderwerp van het artikel? …………………………………………..……………………….……………………………………
Hieronder staan verschillende vragen. Op sommige vragen kun je het antwoord WEL in het artikel vinden. Kleur deze vragen GROEN. Op andere vragen kun je het antwoord NIET in het artikel vinden. Kleur deze vragen ROOD. In welke maand werd de babypanda geboren?
Waarom moesten bezoekers zo lang wachten om babypanda Bei Bei te zien?
Hebben babypanda’s bij de geboorte al een zwart-witte vacht?
Wat is de betekenis van het woord beduusd?
3 Vragenspel 1 2 3 4
Kies een klasgenootje, dat klaar is met vraag 1 en 2. Samen gaan jullie het vragenspel spelen. Laat jouw klasgenootje een artikel kiezen in Kidsweek. Jij gaat nu drie vragen bedenken over dit artikel en schrijft deze vragen op een oefenblaadje. Weten jullie de antwoorden op deze vragen? Zo JA, schrijf ze op. Zo NEE, zoek ze op. Draai nu de rollen om.
-5-
1 Welke vragen heb ik? a
Lees het artikel ‘Blij met oude jassen’ op pagina 7 van Kidsweek. Wat is het onderwerp? ………………………….…………………………………..… ……………………………………….……………………..……..…………………………………………………………………….…….……………………………………………….……..
b
Beantwoord de drie vragen hieronder:
Vraag 1: Hoe haalt Makenna de jassen voor daklozen op? ……………………………………………………………..……………………………………………....
Vraag 2: Wat betekent ‘Coats for a Couse? …………………………….…………………………………………………….…………………………………………………… Vraag 3: Waarom is het goed geweest dat de actie van Makenna in het nieuws was? ………………………………………………………………..……………………..……………………….
………………………………………………………………..……………………..……..………………………………………………………………..…………………….…….……………………………………………….……..
c
Vul de tabel hieronder in: Bedenk een vraag over het onderwerp van het artikel, waarop jij het antwoord al weet. Bedenk een vraag over het onderwerp van het artikel, waarop jij het antwoord nog niet weet. Bedenk een vraag over het onderwerp van het artikel, waarop jij graag het antwoord zou willen weten. Bedenk een vraag over het onderwerp van het artikel, waarop iedereen uit jouw klas het antwoord weet. Bedenk een vraag over het onderwerp van het artikel, waarop niemand uit jouw klas het antwoord weet.
-6-
2 Waar gaat het artikel over? Lees het artikel ‘Toby (14) vangt vluchtelingen op’ op pagina 4 van Kidsweek. a
……………………………………..…………………………………………………………….…….………………………………………………….…...
……………………………………..…………………………………………………………….…….………………………………………………….…...
b
Het antwoord op de vraag hierboven (2a) staat NIET in de tekst. Het is een mening-vraag. Mag je een mening-vraag fout rekenen? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……
Wat vind jij ervan dat Toby vluchtelingen opvangt op het Centraal Station in Amsterdam? Leg uit waarom.
c
Hieronder staan verschillende vragen. Op sommige vragen kun je het antwoord WEL in het artikel vinden. Kleur deze vragen GROEN. Op andere vragen kun je het antwoord NIET in het artikel vinden. Kleur deze vragen ROOD. Hoe komen Toby en zijn vader aan koffie en thee voor de vluchtelingen? Wat is de betekenis van het woord vrijwilliger?
Waar krijgen de vluchtelingen avondeten?
Komen vluchtelingen alleen in Amsterdam aan of ook in andere steden?
3 Vragenspel Kies een klasgenootje, dat klaar is met vraag 1 en 2. Samen gaan jullie het vragenspel spelen. 1 2 3 4
Laat jouw klasgenootje een artikel kiezen in Kidsweek. Jij gaat nu drie vragen bedenken over dit artikel en schrijft deze vragen op een oefenblaadje. Weten jullie de antwoorden op deze vragen? Zo JA, schrijf ze op. Zo NEE, zoek ze op. Draai nu de rollen om.
-7-
1 Welke vragen heb ik? Lees het artikel ‘Open dagen? Zó doe je dat!’ op pagina 5 van Kidsweek. a
Wat is het onderwerp van het artikel? ……………………………………….……………..……………………………………….………………….…..
b
Wat wist jij al over open dagen op middelbare scholen, voordat jij Kidsweek las? ……………..………….…………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………
c
Welke informatie in het artikel is nieuw voor jou? Onderstreep deze informatie in de krant met potlood.
d
Bedenk twee vragen over het onderwerp van het artikel, waarop het antwoord WEL in de tekst staat.
1 - ……………………………..………………………….……..……………………………...….………..… e
Bedenk twee vragen over het onderwerp van het artikel, waarop het antwoord NIET in de tekst staat. 1 - ………………………………………………………………………………….………..……..…......……
f
2 - ……………………………..…………………………..………..…………………………...………..….……
2 - ……………………………………………………..….……………..…………..……….………………..……
Zoek de antwoorden op jouw vier vragen op. ………………………….………..……..…......…………………………………………………………..….……………..…………..……….………………..…… ………………………………………………………………………………………………….………..……..…......…………………………………………………………..….……………..…………..……….………………..……
g
Heb jij al open dagen voor middelbare scholen bezocht? Leg uit waarom wel of niet. .………..……..…......…………………………………………………………..….……………..……..…… ………………………………………………………………………………………………….………..……..…......…………………………………………………………..….……………..…………..……….………………..……
h
Wat vind jij belangrijk op een middelbare school? ………………………………………………...………..……..…......………..…………………………………………………...……………..…….….…… ………………………………………………………………………………………………….………..……..…......…………………………………………………………..….……………..………….………………..……
-8-
2 Waar gaat het artikel over? Lees het artikel ‘Toby (14) vangt vluchtelingen op’ op pagina 4 van Kidsweek.
a
Zou jij, net als Toby, jouw vrije avonden willen opofferen om vluchtelingen te helpen. Leg uit waarom wel of niet.
3 Welke vragen heb ik? Lees het artikel op pagina 10 van dit lesboekje. a
Onderstreep de moeilijke woorden in het artikel en zoek de betekenis van deze woorden op. Schrijf ze op een oefenblaadje.
b
Het artikel bestaat uit 4 alinea’s. Bedenk per alinea een vraag, waarop het antwoord in de tekst staat en schrijf het antwoord op. Schrijf de vragen en antwoorden in de tabel hieronder.
……………………………………………………………………………………
Vraag
……………………………………………………………………………………
alinea 1
c
……………………………………………………………………………………
alinea 2
……………………………………………………………………………………
alinea 3
Ga op zoek naar de antwoorden op de vragen hieronder. Schrijf de antwoorden op een oefenblaadje. Niet alle antwoorden staan in het artikel.
alinea 4
c
Wie won ‘Amsterdammertje van het Jaar 2014’?
c
Waarom helpt Toby vluchtelingen?
Waarom willen sommige mensen niet dat er vluchtelingen naar Nederland komen?
Wat is de betekenis van het woord vrijwilliger?
Antwoord
Bedenk nu per alinea een vraag, waarop het antwoord NIET in de tekst staat en ga op zoek naar de antwoorden. Schrijf de vragen en antwoorden in de tabel hieronder. Vraag
Antwoord
alinea 1 alinea 2 alinea 3 alinea 4
-9-
Jitse Akse: held of moordenaar?
De Friese Jitse Akse (47) trok vorig jaar op eigen houtje naar Syrië om daar met de Koerden tegen IS te vechten. In november kwam hij terug naar Nederland om even op adem te komen. Woensdag werd hij in Arnhem opgepakt. Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt hem van moord. Op IS-strijders. Wat is er aan de hand? Door Carolien Plasschaert Jitse Akse is een oud-militair. Hij was er vroeg bij: al op zijn zeventiende ging hij het leger in, direct na de middelbare school. Met een vader en twee ooms die hetzelfde deden, kwam dit voor zijn familie niet als een grote verrassing. Eerst werkte Akse als technisch specialist. Later ging hij bij de Luchtmobiele Brigade en werd hij onder andere uitgezonden naar voormalig Joegoslavië. Twaalf jaar geleden werd zijn contract opgezegd vanwege bezuinigingen. Akse besloot wat anders te proberen en volgde een opleiding tot beveiliger, maar dat werd verder niets. Als ex-beroepsmilitair kon hij zijn draai in de burgermaatschappij niet vinden, vertelde hij aan de Leeuwardse Courant. ‘Ik ben niet iemand voor in de fabriek of op kantoor. Ik denk dat ik op kantoor binnen een week met Tipp-Ex begin te gooien!' Paspoort ingeleverd Akse volgde het nieuws over de opmars van IS in Syrië de afgelopen tijd op de voet. Het frustreerde hem, zegt hij in hetzelfde gesprek met de Friese krant. De strijd om de stad Kobani liep begin vorig jaar hoog op en Akse zag dat Koerdische troepen via internet om vrijwilligers vroegen. Hij meldde zich aan via Facebook, zegde zijn huurhuis in het Friese Stiens op en trok op eigen houtje naar Syrië om mee te vechten met de Koerden. Op Facebook deed hij hier verslag van. In de tien maanden dat hij meestreed, heeft hij zeker wat IS-leden gedood. Dat geeft Akse in verschillende interviews met Nederlandse media gewoon toe. Hoeveel precies, dat houdt hij liever voor zichzelf. In deze artikelen zegt hij dat hij na zijn rustpauze de Koerden opnieuw wil helpen. Maar dat zit er voorlopig niet in. Woensdag werd hij gearresteerd. Het OM wil onderzoeken of hij schuldig is aan moord. Want Nederlanders die zonder toestemming van de regering tegen IS vechten, vallen gewoon onder het Nederlandse strafrecht. En kunnen dus vervolgd worden als zij misdrijven plegen. Vrijdag moest Akse voor de onderzoeksrechter komen. Die heeft zijn voorarrest opgeheven, op één voorwaarde: dat-ie zijn paspoort inlevert. Zo kan Akse niet weer zomaar vertrekken. Er is met veel verontwaardiging gereageerd op zijn arrestatie. Zijn vrienden zijn een online petitie gestart om hem niet te laten vervolgen. Maandag was deze al ruim 52 duizend keer getekend.
Wist je dat … … Amnesty International volgens het OM geen hoge pet op heeft van strijdgroep YPG, waarbij Akse zich aangesloten heeft? Deze groep Koerden zou betrokken zijn geweest bij het verdrijven van burgers uit hun woningen, die vervolgens werden vernietigd. … Akse geen partner of kinderen heeft? … Akse door zijn medestrijders ‘The Dutch Falcon of Rojava’ of ‘The Flying Dutchman of Berxwedan Shingal’ werd genoemd?
-10-
de dakloze
is iemand die geen huis heeft om in te wonen. ‘Drie jaar geleden zag Makenna nieuws op tv over daklozen.’ (pag.7)
het record
is de beste prestatie op een bepaald gebied. ‘Het record van 89 natte dagen (uit 1923) wordt dus waarschijnlijk niet gebroken.’ (pag.6)
de vrijwilliger
is iemand die uit vrije wil werk doet waar hij of zij niet voor betaald krijgt. ‘Dus sloot hij zich aan bij een groep vrijwilligers.’ (pag.4)
de Heely
is een sneaker met een ingebouwd wieltje in de hak. Hiermee kun je skaten en lopen. ‘Misschien heb je ze zelf ook. Wheelies of Heelys.’ (pag.2)
de brugklasser
de gadgetbeurs
is een leerling die in de eerste klas van de middelbare school zit. ‘Een vrolijke kermissfeer, glanzende informatiefolders, coole workshops: middelbare scholen doen deze weken hun uiterste best om brugklassers te lokken.’ (pag.5) is een beurs voor populaire, bijzondere of spectaculaire voorwerpen. ‘De nieuwe, supersonische halsband werd vorige week gepresenteerd op een gadgetbeurs in Japan.’ (pag.1)
1. Leiden
is een stad en gemeente in de provincie Zuid-Holland. ‘Dat kan alsnog: het dier wordt namelijk opgezet en naar museum Naturalis in Leiden gebracht.’ (pag.9)
2. Overijssel
is een provincie in het oosten van Nederland. ‘Dit jaar ging de eer naar Haaksbergen in Overijssel.’ (pag.11)
2 1
3. Duitsland
4. Bulgarije
is een land in het midden van Europa. ‘Kort na zijn wandeltocht door Nederland, kwam de wilde wolf in Duitsland onder een auto.’ (pag.9) is een land in het zuidoosten van Europa. ‘In Bulgarije lag een veel dikker pak.’ (pag.6)
5 5
6
3 4
5. ZuidAfrika
is een land in het zuiden van Afrika. ‘In Zuid-Afrika worden iedere dag neushoorns gedood voor hun hoorn.’ (pag. 12/13)
6. NieuwZeeland
is een (ei)land in de grote oceaan. ‘In Nieuw-Zeeland is het zelfs zó populair dat zwembaden de pakken gaan verbieden.‘ (pag.6)
-11-
Wereldoriëntatie
A
Lees ‘Wit Oost-Europa’ op pagina 6 van Kidsweek.
1) ‘Wit Oost-Europa’ a) In welke landen lag er een dik pak sneeuw? b) Hoe hoog was de sneeuw op sommige plekken? c) Wat zou jij doen als er bij jou een halve meter sneeuw lag? Leg uit waarom. 2) a) b) c) d)
Lees tekst 1 op pagina 13 hiernaast. Waar ontstaat sneeuw? Wat verandert er in fijne ijsnaaldjes? Hoeveel punten heeft een sneeuwvlok? Wanneer valt er natte sneeuw?
3) Lees tekst 3 op pagina 13 hiernaast a) Noem vier verschillende soorten sneeuw. b) Welke sneeuw vind jij het leukst? Leg uit waarom. 4) ‘Skivakantie’ Job gaat in de voorjaarsvakantie skiën in Valfréjus in Frankrijk. Hij wil weten of er al sneeuw ligt. Zoek op internet of er al sneeuw ligt in het gebied waar Job gaat skiën. Hoe koud is het er? Schrijf de temperatuur op.
B
Lees ‘Wit Oost-Europa’ op pagina 6 van Kidsweek.
1) ‘Wit Oost-Europa’ a) Wanneer is het voor jou pas echt winter? Leg uit. b) Wat zou jij doen als er bij jou een halve meter sneeuw lag? Leg uit waarom. 2) a) b) c)
Lees tekst 1 op pagina 13 hiernaast. Waaruit bestaat een wolk? Waaruit bestaat een sneeuwvlok? Zet de volgende woorden in de juiste volgorde: ijsnaaldjes – waterdruppels – wolken – sneeuw
3) Lees tekst 2 op pagina 13 hiernaast a) Waarom is sneeuw wit? b) Hoe zou je zelf sneeuw kunnen maken? 4) Lees tekst 3 op pagina 13 hiernaast a) Welke sneeuw valt er vaak in Nederland, denk jij? b) Waar kun je plaksneeuw goed voor gebruiken? 5) ‘Skivakantie’ Job gaat in de voorjaarsvakantie skiën in Valfréjus in Frankrijk. Hij wil weten of er al sneeuw ligt. Zoek op internet of er al sneeuw ligt in het gebied waar Job gaat skiën. Hoe koud is het er? Schrijf de temperatuur op.
C
Lees ‘ Wit Oost-Europa’ op pagina 6 van Kidsweek.
1) ‘Wit Oost-Europa’ a) Bedenk een nieuwe titel voor het artikel. b) Wat is een nadeel van veel sneeuwval? c) Wat zou jij doen als er bij jou een halve meter sneeuw lag? Leg uit waarom. 2) Lees tekst 1 op pagina 13 hiernaast. a) Leg uit hoe sneeuw ontstaat. b) Waarom sneeuwt het niet in de zomer? 3) Lees tekst 2 + 3 op pagina 13 hiernaast. a) Waarom is sneeuw wit en een sneeuwvlok niet? b) Met welke sneeuw kun je het best een iglo maken? Leg uit. 4) ‘Skivakantie’ a) Job gaat in de voorjaarsvakantie skiën in Valfréjus in Frankrijk. Hij wil weten of er al sneeuw ligt. Zoek op internet of er al sneeuw ligt in het gebied waar Job gaat skiën. Hoe koud is het er? Schrijf de temperatuur op. b) Zoek nu op wat de hoogst gemeten sneeuwval ooit was in Nederland.
-12-
Hoe ontstaat sneeuw?
Tekst 1
Brrr winter: koude tenen en vingers! Maar winter is ook heel leuk als er sneeuw ligt. Sneeuw is eigenlijk bevroren regen en ontstaat in de wolken. Een wolk bestaat uit waterdruppels. Uiteindelijk wordt de wolk zo zwaar, dat het gaat regenen. Wanneer de temperatuur onder het vriespunt daalt, veranderen de piepkleine waterdruppels van de wolken in hele fijne ijsnaaldjes. Op weg naar beneden blijven deze naaldjes kleven aan stofdeeltjes (zandkorrels, rook- of asdeeltjes) die in de lucht zweven. Hierdoor vormen zich kristallen, sneeuwsterren. Deze sterren kunnen allerlei vormen hebben, maar ze zijn altijd zespuntig. Sneeuwvlok Een sneeuwvlok bestaat uit wat ijs en heel veel lucht tussen de ijsnaaldjes. Sneeuwvlokken zijn allemaal verschillend: sommige zijn klein, andere zijn groot. Wanneer het windstil is, dwarrelen ze één voor één naar beneden. Maar wanneer het niet koud genoeg is, valt er natte sneeuw uit de lucht. Bron: www.willemwever.nl
Zo wit als sneeuw
Tekst 2
Je kunt allerlei leuke dingen doen met sneeuw. Zoals sneeuwballen-gevechten, sneeuwpoppen maken en sleeën! Sneeuw is niet alleen leuk, het ziet er ook altijd mooi uit. Als het net gesneeuwd heeft, ligt er een mooie witte deken over de wereld. Maar waarom is sneeuw zo mooi wit? Sneeuw is bevroren water. Als je een sneeuwvlok goed bekijkt, zie je een soort witte wolk. Dat komt omdat een sneeuwvlok bestaat uit hele kleine flinterdunne naaldjes ijs. De sneeuwvlok zelf heeft dus geen kleur. Maar alle sneeuwvlokjes tegen elkaar geven de witte kleur. Ze weerkaatsen bij elkaar bijna geen licht en daarom wordt het wit. Een normaal ijsklontje is doorschijnend, omdat er niet zo veel kanten zijn die het licht weerkaatsen. Als je een ijsklontje in kleine stukjes slaat zijn ze dus wel weer wit. Dit geeft hetzelfde effect als bij sneeuw.
Verschillende soorten sneeuw
Tekst 3
Hieronder lees je de vier meest voorkomende soorten sneeuw. Gewone/droge sneeuw: die bestaat uit takjes ijskristallen die samengeklonterd zijn tot sneeuwvlokken. Natte sneeuw: bestaat grotendeels uit water. De vlokken zijn dan groter dan bij temperaturen onder het vriespunt. Deze sneeuw bestaat uit grotere sneeuwvlokken dan droge sneeuw. Plaksneeuw: is nattige sneeuw die ideaal is voor sneeuwballen en sneeuwpoppen. Poedersneeuw of motsneeuw: bij strenge vorst kunnen sneeuwvlokjes zeer klein worden.
-13-
Mediawijsheid
A 1) a) b) c)
Lees ‘Barby redt puppy’s’ op pagina 23 van Kidsweek.
‘Barby redt puppy’s’ Waar gaat de game over? Welk cijfer krijgt de game? Zou jij deze game willen spelen? Leg uit waarom wel of niet.
2) Lees tekst 1 op pagina 13 hiernaast. a) In een recensie geeft iemand zijn mening over iets dat hij iets gezien of gehoord heeft. Waarover kun je recensies schrijven? Noem drie dingen. b) Wat is jouw laatst gespeelde game? c) Vertel waar deze game over ging. d) Vertel nu wat jij van de game vond en leg uit waarom. e) Hoeveel sterren zou jij de game geven? Kleur het aantal sterren hieronder.
3) ‘Baby redt puppy’s’ is een gamerecensie. Streep de foute woorden in de zinnen door: ‐ In een recensie staan meningen / feiten van een schrijver. ‐ Iedereen beoordeelt een recensie op zijn eigen manier / dezelfde manier.
B
Lees ‘Barby redt puppy’s’ op pagina 23 van Kidsweek.
C
Lees ‘Barby redt puppy’s’ op pagina 23 van Kidsweek.
1) ‘Barby redt puppy’s’
1) ‘Barby redt puppy’s’ a) Vind jij een recensie belangrijk bij het maken van een keuze of je iets wilt hebben of niet? Leg uit waarom. b) Zou een andere redacteur deze game anders kunnen beoordelen? Leg uit waarom.
2) Lees tekst 1 op pagina 13 hiernaast. a) Leg in je eigen woorden uit wat een recensie is. b) Schrijf nu zelf een gamerecensie aan de hand van de drie stappen in tekst 1. Je mag zelf weten over welke game jij een recensie schrijft. c) Hoeveel sterren krijgt jouw game?
2) Lees tekst 1 en tekst 2 op pagina 13 hiernaast. a) Mensen kunnen het oneens zijn met een recensie. Heb jij wel eens een recensie gelezen, waar je het totaal niet mee eens was? b) Wat is het verschil tussen een mening en een feit? Kies een artikel uit Kidsweek van deze week en onderstreep de meningen en feiten. c) Hoeveel recensies staan er deze week in Kidsweek? d) Jij gaat nu een recensie schrijven over de Kidsweek van deze week. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de rubrieken, de foto’s en de onderwerpen. Gebruik de drie stappen uit tekst 1 en vertel hoeveel sterren je geeft.
game? a) Wat vindt de redacteur van de b) Zou jij deze game willen spelen? Leg uit waarom wel of niet. c) Zou een andere redacteur deze game anders kunnen beoordelen? Leg uit waarom.
3) ‘Recensies in Kidsweek’ a) Hoeveel recensies staan er deze week in Kidsweek? b) Welke recensie spreekt jou het meest aan? Leg uit waarom. 4) Lees tekst 2 op pagina 13 hiernaast. In Kidsweek vind je zowel meningen als feiten. Ga op zoek naar een feit en een mening in Kidsweek (Je mag niet de feiten en meningen noemen die in tekst 2 staan geschreven).
-14-
Wat is een recensie?
Tekst 1
Een recensie is een artikel, waarin iemand zijn of haar mening geeft over iets wat hij/zij gezien of gehoord heeft, bijvoorbeeld een game, boek of film. Je kunt ook een mening geven over iets waar je bent geweest, bijvoorbeeld in een restaurant of pretpark. Op pagina 23 van Kidsweek vind je elke week een recensie over een game. Je kunt recensies schrijven over bijvoorbeeld: boeken, games, films, cd’s, concerten, televisieprogramma’s, voorstellingen, musea of restaurants. Gamerecensie Een gamerecensie is vaak opgebouwd uit drie delen: 1 In het eerste deel van de recensie wordt verteld waar de game over gaat. 2 In het tweede deel vertelt de redacteur wat zijn of haar mening is over de game. Wat vond de redacteur goed en minder goed aan de game? 3 Het laatste deel is een eindconclusie, waarin alle positieve en negatieve dingen uit de game nog even op een rijtje worden gezet.
Mening of feit?
Tekst 2
Een mening is wat je vindt of denkt. Een feit is informatie die je kunt controleren. In de nieuwsartikelen van Kidsweek staan vaak veel feiten. Hieronder twee feiten uit de Kidsweek van deze week: Pagina 6: Ook in Polen, Roemenië en Rusland ligt er op sommige plekken wel een halve meter sneeuw. Pagina 9: Japanse onderzoekers hebben een paar beestjes, die meer dan dertig jaar ingevroren waren, ontdooid. In een stelling of recensie lees je vaak een mening van iemand. Hieronder twee meningen uit de Kidsweek van deze week: Pagina 2: Marijn uit de stelling vindt een verbod wel erg overdreven. Pagina 16: Redacteur Maartje vindt het knap hoe de acteurs dubbelrollen spelen én ook als poppenspeler op het toneel verschijnen.
-15-
Nieuwspuzzel
Horizontaal
1.
5. 9. 11. 13.
Het spuitbusje waarmee je in iemands gezicht kunt spuiten als je wordt aangevallen, wordt ook wel … genoemd. (pag. 5) Wat heeft een Japans bedrijf ontwikkeld voor honden? (pag. 1) Hoe heet de kat die van zwemmen en surfen houdt? (pag. 9) Zwemmen met een … wordt in Nieuw-Zeeland verboden. (pag. 6) Waar regent het al sinds 26 oktober elke dag? (pag. 6)
Verticaal 2. 3. 4. 6. 7. 8. 10. 11. 12. 14.
Welke dieren worden in Zuid-Afrika gedood voor hun hoorn? (pag. 12/13) Zeker zestien spelers hebben zich schuldig gemaakt aan… bij tenniswedstrijden. (pag. 11) Op steile hellingen is veel meer kans op … (pag. 11) Koning Arthur vertelt het verhaal van een jongen die is … om de nieuwe koning van Engeland te worden, maar dat eigenlijk niet wil. (pag. 17) Wie deelt winterjassen uit aan daklozen? (pag. 7) Welke vogel werd dit jaar het meest geteld bij de nationale tuinvogeltelling? (pag. 6) ‘Wheelies’ of ‘Heelys’ zijn een regelrechte … (pag. 2) Rover is de … van Marieke Voorsluijs. (pag. 10) Wie werd ‘Amsterdammertje van het Jaar 2015?’ (pag. 4) Welk dier komt naar het museum Naturalis in Leiden? (pag. 9)
Jaargang 7, week 3, 21 januari 2016 Kidsweek in de Klas is een uitgave van Uitgeverij Young & Connected BV. Directeur Y&C Mark Termeer Eindredactie Jolien Huis in ’t Veld Redactie Marieke Rikken, Femke Ruiter Operations Martine Karsten Contact mail naar lezersservice@kidsweek.nl of bel 020-6304707 van ma t/m vrij tussen 9.00 -17.00 uur. Druk Dijkman Print, Diemen Bezorging PostNL Copyright 2016, Kidsweek in de Klas. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van enige methode of vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de directeur. De inhoud van Kidsweek in de Klas is auteursrechtelijk beschermd. Eventuele rechthebbenden die wij niet hebben kunnen achterhalen, verzoeken wij contact op te nemen met de directeur.
-16-