4
Met Kris Verdonck EXHIBITION #1 nodigt Z33 theatermaker en beeldend kunstenaar Kris Verdonck (°1974) uit voor een grote solotentoonstelling. Voor het eerst wordt zijn werk samengebracht in een huis voor actuele kunst. De creaties van Kris Verdonck situeren zich in het grensgebied tussen beeldende kunst en theater, tussen installatie en performance, tussen dans en architectuur. Precies dit grensonderzoek, in combinatie met de actuele, kritische blik van Kris Verdonck op onze maatschappij en wereld plaatsen hem binnen het interesseveld van Z33. De installaties en performances van Kris Verdonck vormen een reflectie op de ‘huidige staat van de wereld’, met zijn milieuproblematiek, ecologische rampen en oorlogen. Facetten van een herkenbare wereld worden vertaald, uitvergroot of naar de oppervlakte gehaald. Het spanningsveld tussen mens en machine, mens en maatschappij en mens en natuur creëert een sfeer van ‘Unheimlichkeit’ of bevreemding in zijn werk. In Z33 focust Kris Verdonck enerzijds op de verwarring en vervreemding van de mens in zijn omgeving. Anderzijds richt hij zich op de verwarring van de wereld zelf waarin de Apocalyps eigenlijk al heeft plaatsgevonden.
5
Dat laatste beeld krijgt in Z33 gestalte in een nieuw werk: EXOTE. Deze ‘tuininstallatie’ bestaat uit een selectie van de meest invasieve niet-inheemse plant- en diersoorten in België, die een reëel gevaar voor de biodiversiteit, economie en volksgezondheid in zich dragen. EXOTE maakt deel uit van een groter parcours met verschillende reeds bestaande projecties en installaties van Kris Verdonck. Enkele daarvan werden al getoond in de parcoursvoorstelling K, a Society (2010), waarin Verdonck beelden toont uit een Kafkaiaanse maatschappij: overgeperfectioneerd en bevreemdend. In Z33 verhuizen de werken voor het eerst van de theaterruimte naar een context voor beeldende kunst, wat zorgt voor een andere tijds- en ruimtebeleving voor de tentoonstellingsbezoeker. Naast de installaties en projecties in Z33 onderzoekt Kris Verdonck ook de stad als toonplek. In de Hasseltse stedelijke ruimte integreert hij een nachtelijke projectie als een ‘schilderij voor de stad’. Meer info over de randprogrammatie bij EXHIBITION #1 vind je achteraan in deze minicatalogus.
With Kris Verdonck – EXHIBITION #1 Z33 is showing the works of theatre maker and visual artist Kris Verdonck (1974) in a major solo exhibition. For the first time his work has been gathered under a single roof in a house for contemporary art. Verdonck’s creations are situated in the transit zone between visual arts and theatre, installation and performance, and dance and architecture. This, combined with Verdonck’s topical, critical view of our society and world, is what brought him to the attention of Z33. Verdonck’s installations and performances are designed to reflect on the ‘current state of the world’, with its environmental problems, ecological disasters and wars. He takes different facets of a world that we recognise, and translates, magnifies or brings them to the surface. The field of tension between man and machine, man and society, and man and nature creates an atmosphere of ‘Unheimlichkeit’ or alienation in his work. In Z33, Verdonck focuses on the confusion and alienation of man in his environment, but also on the confusion of the world itself in which the Apocalypse is already upon us.
Verdonck gives shape to this latter image in Z33 in a new work: EXOTE. This ‘garden installation’ houses a selection of the most invasive alien species (plants and animals) in Belgium, which constitute a genuine threat to biodiversity, the economy and public health. EXOTE is part of a larger route of projections and installations that Verdonck has already created. Some of these were already shown in his work K, a Society (2010), which revolved around images of a Kafka-esque society: over-perfected and unsettling. In Z33, Verdonck’s work will be seen for the first time not in a theatre but in a visual arts context, thus creating a different perception of time and space for the viewer. Along with the installations and projections in Z33, Verdonck also explores the city as an exhibition space, integrating a night projection into the Hasselt urban area as a ‘painting for the city’. More information about the extended programme for EXHIBITION #1 can be found at the back of this mini-catalogue.
6
7
een interview met
An interview with
Kris Verdonck
Kris Verdonck
Jouw werk bevindt zich op de grens tussen beeldende kunst en theater. Tot nog toe werd het vooral in theaterzalen getoond. Dit is je eerste grote tentoonstelling. Denk je dat je beelden in deze andere context een verschuiving in betekenis zullen ondergaan? Dat is het grote experiment van deze tentoonstelling. Ik hoop dat er niet veel verandert, maar weten doen we dat niet. In het theater heeft tijd een grote impact op het werk: het gaat daar meestal om een theatrale tijd die het publiek ervaart of doormaakt. Of er nu een object, een video of een toneelstuk getoond wordt, in een theaterzaal wordt aan het publiek gevraagd om daar gedurende een afgebakende tijd naar te kijken. Die dynamiek beïnvloedt de perceptie. Een theaterbezoeker kijkt anders dan iemand die zelf kan beslissen om weg te gaan. In de half opgesloten verduisterde ruimte van het theater is de sociale druk om niet weg te gaan veel groter: ook dat beïnvloedt de perceptie. De figuren die ik creëer – of ze nu gefilmd of live aanwezig zijn – doen meestal een zeer beperkt aantal handelingen. Ook op hen heeft tijd en duur een grote impact. In een context van beeldende kunst zal de kwaliteit van het beeld wellicht aan belang winnen. Maar eigenlijk weet ik het niet. Je wordt hier wel geconfronteerd met toeschouwers die tot een ander ‘circuit’ behoren dan de theaterbezoekers. Daar ben ik heel benieuwd naar. Je kan mijn ‘theaterstukken’ zoals I/II/ III/IIII of END – en ook vele van mijn performances – beschouwen als één grote installatie die binnen een theatrale context getoond wordt. Voor mij zijn het alleszins ‘installaties’. Mensen die vertrouwd zijn met beeldende kunst hebben daar minder moeite mee, terwijl een theater- of danspubliek toch graag een evolutie of zelfs een verhaal in de figuren wil zien. De ‘beeldendekunst-manier-van-kijken’ werkt dus zeer goed bij mijn theaterprojecten of performances. Ik ben dan ook benieuwd hoe die relatie met het publiek in een huis voor actuele kunst gaat werken. Het gaat mij echt om wat er op het ervaringsmoment binnen in de toeschouwer gebeurt. Bijvoorbeeld bij het rondlopen in de installatie EXOTE, in die tuin vol invasieve exoten, kan je moeilijk beweren dat er ‘een klassieke theatrale spanning’ in de lucht hangt.
Your work is situated in the transit zone between visual arts and theatre. So far, it has mainly been shown in theatres. This is your first major exhibition. Do you expect your images to see a shift in meaning in this new context? That’s the great experiment of this exhibition. I hope that not much will change, but we just don’t know. In the theatre, time has a big impact on the work: this usually has to do with a theatrical time that the audience experiences. Whether it’s an object, a video or a play that’s being shown, in a theatre the audience is asked to view it for a clearly delimited time. This dynamic influences their perception of it. A theatre-goer sees things differently than someone who can just decide to leave. In the semi-enclosed, darkened theatre, there’s much more social pressure not to leave, and this too influences the perception. The figures that I create – whether they’re filmed or live – usually do a very limited number of actions or movements. Time and duration has a big impact on them as well. In a visual arts context, the quality of the image may gain in importance. But actually I don’t know for sure. foto: Kris Verdonck Maya Wilsens
You’re certainly being confronted here with viewers who belong to a different ‘circuit’ than theatre-goers. I’m very curious about that. You can see my ‘plays’ like I/II/III/IIII or END – and also many of my performances – as big installations that are displayed in a theatrical context. For me they’re installations in every sense. People who are familiar with visual arts have less difficulty with this, while a theatre or dance audience still likes to see an evolution or even a story in the figures. So the ‘visual arts way’ of viewing the piece works very well in my theatre projects or performances. I’m also curious as to what this relationship with the audience in a house for contemporary art will be like. For me it’s really about what’s happening inside the viewer at the moment of the experience. For example, when walking around in the EXOTE installation – in this garden full of invasive alien species – you can hardly claim that there’s ‘a classic theatrical tension’ in the air.
8
een interview met Kris Verdonck
In het theater ben je vooral met je ogen en je oren bezig; in die tuin worden al je zintuigen aangesproken.
an interview with Kris Verdonck
9
In the theatre we mainly use our eyes and ears, whereas the garden seems to address all senses.
De laatste dertig jaar hebben kunstenaars die installaties maken wel de bedoeling het publiek iets met meerdere zintuigen te laten beleven. Alsof je zou binnenstappen in een schilderij. EXOTE is een installatie waarin je rondwandelt en waarvan je zelf deel gaat uitmaken.
Over the last thirty years, installation artists have indeed aimed to get audiences to experience things with multiple senses; as if you’re actually stepping into a painting. EXOTE is an installation that you walk around in and that you yourself become part of.
Het is niet alleen een totaalervaring voor de toeschouwer, maar EXOTE gaat ook zijn grenzen als kunstwerk te buiten.
It’s not only a ‘total experience’ for the viewer; EXOTE is also pushing the boundaries of art itself.
Het hele productieproces, zowel voor als na de tentoonstelling, maakt deel uit van het werk. Het zoeken naar de planten en de dieren, het in acht nemen van veiligheidsvoorschriften, het beschermen van medewerkers, toeschouwers en omgeving, het vernietigen van de planten, het opruimen achteraf… Het is allemaal deel van de installatie. We moeten ons ervan bewust zijn dat de hele omgeving – niet alleen Z33, maar ook Hasselt en omstreken – potentieel beïnvloed kan worden door dit werk. De invasieve exoten moeten binnen de muren van de zaal gehouden worden. Als we ze loslaten, kunnen ze op een heel directe manier schade berokkenen aan de omgeving. Bij een ‘performance’ gaat het telkens om iets ‘echts’, iets dat niet ‘gespeeld’ wordt, maar reëel is. De tuin is een reëel en gevaarlijk ‘object’; een situatie waar je niet licht mee kan omgaan; een omgeving waarbinnen entiteiten aanwezig zijn die bij de bezoekers directe fysieke letsels kunnen veroorzaken. Wie bijvoorbeeld de reuzenberenklauw aanraakt, kan brandwonden oplopen.
The entire production process, both before and after the exhibition, is part of the work. Looking for the plants and animals, dealing with safety provisions, protecting staff, viewers and the environment, destroying the plants, cleaning up afterwards… It’s all part of the installation. We have to be aware that the whole environment – not only Z33, but also Hasselt and the surrounding areas – could potentially be impacted by this work. The invasive alien species have to be kept within the walls of the exhibition space. Otherwise, they could damage the environment in a very direct way. In a ‘performance’ it’s always about something ‘real’, something that’s not being played but is actually real. The garden is a real and dangerous ‘object’: a situation that you can’t take lightly; an environment with entities that could cause visitors direct physical injuries. For example, if you touch the giant hogweed you might get burnt.
Kunst maken die gevaarlijk is: is dat één van de taken die een kunstenaar zich vandaag bij het creëren moet stellen? We leven in een compleet geïnfantiliseerde, ‘gevaselineerde’ maatschappij, een maatschappij waarin we voor alles dubbel verzekerd zijn, want ‘er zou zo eens iets moeten gebeuren!’ Het is een maatschappij die aan overbescherming kapot gaat, die tot stilstand komt door de verlammende angst voor wat zou kunnen gebeuren. Om een dialoog aan te gaan met die realiteit, om terug te keren naar een verloren redelijkheid, lijkt kunst mij een goed instrument. De wetenschappers met wie we gepraat hebben bij de voorbereiding van EXOTE kunnen (of mogen?) blijkbaar niet zo extreem denken als kunstenaars in de communicatie over gevaarlijke invasieve exoten aan een breed publiek. Wetenschappers zullen nooit een zo extreme tuin als deze aanleggen om een publiek debat op gang te krijgen en de vinger op de wonde te leggen.
Making ‘dangerous’ art: is that one of the tasks of an artist today? We live in a completely infantilised, ‘vaseline-ised’ society, a society in which we’re double-insured for everything, because ‘something’s bound to happen at some point!’ It’s a society that’s cracking under the weight of overprotection, that’s coming to a standstill due to the crippling fear of what might happen. To me, art seems to be a good tool that we can use to enter into a dialogue with this reality, in order to return to a lost sense of reasonableness. Obviously, the scientists we spoke to in preparing EXOTE cannot (or may not?) think in such extremes as artists when it comes to communicating about dangerous, invasive alien species to a wide audience. They would never create such an extreme garden as this in order to set a public debate in motion and touch a raw nerve.
10
een interview met Kris Verdonck
In jouw vroegere werk heb je vooral de nadruk gelegd op de relatie tussen mens en machine, mens en object. In K, a Society uit 2010 toon je die mens in zijn maatschappelijke relaties, in zijn verhouding tot andere mensen. In EXOTE breng je dieren en planten samen. Verdwijnen machines en objecten dan meer naar de achtergrond?
an interview with Kris Verdonck
11
In your earlier work, you particularly emphasised the relationship between man and machine, and man and object. In your 2010 work K, a Society, you show man in his societal relationships, in relation to other people. In EXOTE you bring animals and plants together. Are machines and objects fading into the background?
Het kernthema van mijn werk is de ‘Unheimlichkeit’ of bevreemding. Deze ontstaat door een omgeving te creëren die een directe fysieke invloed op de spelers heeft. Het is een situatie of toestand die vreemd en onaangenaam is. In EXOTE is dat een tuin. De planten en dieren op zich vormen geen probleem en hen treft geen schuld. Ze komen oorspronkelijk uit een ander biotoop met natuurlijke vijanden, waardoor het ecosysteem daar perfect in evenwicht blijft. Ze zijn hier terecht gekomen door de globalisering, door onze reizen, de wereldhandel... En een groot deel van de invasieve exoten die we hier neerzetten zijn ook gewoon in tuincentra verkrijgbaar. We beseffen daarmee niet wat we in onze tuin zetten.
The core theme of my work is ‘Unheimlichkeit’ or alienation. This arises by creating an environment which has a direct influence on the players. It is a situation or state that is strange and unpleasant. In EXOTE, this is a garden. The plants and animals are not a problem as such, and they are not to blame. They originally come from a different biotope with natural enemies, which keeps the ecosystem there in perfect balance. They ended up here due to globalisation, our travels, international trade... And many of the invasive alien species that you’ll see here are also easily available in garden centres. So we don’t even realise what we’re putting in our own gardens.
In EXOTE trek ik dus de rode draad van mijn vroeger werk door. De fysieke invloed van de gecreëerde omgeving treft nu echter niet de performers, maar wel de toeschouwers. In mijn eerdere installatie BOX was dat ook al het geval. De getoonde lichtbron Beeld opbouw EXOTE was daar zo fel dat de kijfoto: Maya Wilsens (A Two Dogs Company) kers zonnebrillen moesten opzetten om hun ogen te beschermen. In EXOTE zijn de planten en dieren ‘vreemden’. Wij hebben ze hier gebracht en daardoor een omgeving gecreëerd waarin we zelf vreemden geworden zijn: we moeten onszelf beschermen om erin rond te kunnen lopen. Er wordt dus een gelijkaardig proces in gang gezet als bij eerder werk. Als je je bij de mensen uit de maatschappij die ik in K, a Society toon, zou afvragen hoe de natuur die bij hun wereld past eruit zou zien, dan kom je bij EXOTE. Al die figuren zijn de bewoners van deze tuin; zij wandelen erin rond.
In EXOTE, I’m continuing on with the common thread of my earlier work. But the physical influence of the created environment now concerns not the performers, but the viewers instead. This was also the case in my earlier installation, BOX. The light source Image construction EXOTE in that work was so bright foto: Maya Wilsens (A Two Dogs Company) that the viewers had to wear sunglasses to protect their eyes. In EXOTE, the plants and animals are ‘foreign’. We brought them here and, by doing so, created an environment in which we ourselves become foreign: we have to protect ourselves in order to be able to walk around in it. So a similar process is set in motion as in my earlier work. If you were to wonder what sort of nature would fit into the world of the people I showed in K, a Society, then you’d arrive at EXOTE. All those figures are the inhabitants of this garden; they walk around in it.
12
een interview met Kris Verdonck
Eén van de criteria die je keuze bepaalde van de werken die je in deze tentoonstelling presenteert, was de mogelijkheid om hen in Z33 ‘constant aanwezig te laten zijn’. Dus bijvoorbeeld niet een installatie als DANCER #1 waarvan het ‘verloop’ slechts enkele minuten duurt en die dan opnieuw technisch voorbereid moet worden. Gezien de context van beeldende kunst heb ik uiteraard gekozen voor die werken die in ‘loop’ konden staan. De laatste twee jaar heb ik mij eerder op objecten dan op performers geconcentreerd. Het resultaat daarvan is wat er nu hier staat. De bezoeker zal echter wel de tentoonstelling kunnen bezoeken met een ‘audiogids’ die een ‘begeleide’ en ‘getimede’ route uitstippelt. In het weekend voorzien we rondleidingen met een ‘gegidste gids’ die de bezoeker van het ene werk naar het andere leidt en waarvoor je als toeschouwer een uur of een uur en een kwartier nodig hebt. Dat is zowat een goeie ‘theatertijd’. Men zegt vaak dat mijn werk te plastisch is voor het theater. Eigenlijk hoop ik nu dat men zal zeggen dat het te theatraal is voor een huis voor actuele kunst.
an interview with Kris Verdonck
One of the criteria for which works you’d present in this exhibition was whether they could be ‘constantly present’ in Z33. So you couldn’t use an installation like DANCER #1, for example, which lasts only a few minutes before having to be reset for technical reasons. Given the context of visual arts I naturally chose for the works that could run ‘on loop’, so to say. Over the last two years I’ve concentrated more on objects than on performers, the result being what you see here. Visitors will be able to explore the exhibition using an audio guide that maps out a ‘guided’ and ‘timed’ route. On weekends we give tours with a ‘guided guide’ that leads the visitor from one work to the next and takes about an hour and a quarter. That’s about a good ‘theatre time’. People often say that my work is too plastic for the theatre. So actually I’m now hoping that people will say it’s too theatrical for a house for contemporary art.
Marianne Van Kerkhoven
Marianne Van Kerkhoven
13
14
2010
15
FRIEZE FRIEZE zijn twee projecties van uitvergrote rechtopstaande figuren. Ze zitten geprangd in een smalle doos en ze wachten. Hoewel ze zich proberen recht te houden, zakken ze langzaam in elkaar. Toch trachten ze de hele tijd hun waardigheid te bewaren. Wanneer ze helemaal ondersteboven hangen, krabbelen ze weer recht, strijken hun kleren glad en kijken voor zich uit alsof er niets is gebeurd. De figuren in FRIEZE zijn klassieke ’Verdonck-personages’: een soort zakenmensen, netjes gekleed, beschaafd en westers, maar vastzittend in een systeem, in een onhoudbare situatie. Toch stellen zij zich hier geen vragen bij. Gelaten ondergaan ze hun lot; volhouden is de boodschap. De figuren kunnen beschouwd worden als een moderne versie van de kariatiden: de menselijke figuren die in de klassieke bouwkunst vaak zuilen vervingen. In tegenstelling tot deze klassieke kariatiden, die kracht uitstraalden, tonen de kariatiden van FRIEZE volop hun kwetsbaarheid.
FRIEZE consists of two projections of enlarged figures standing up straight. They are cramped inside a small, tall box and they wait. They try to keep straight, but their bodies insist on contorting in the confined space. Nevertheless they persevere in maintaining their dignity. Keeping up appearances. When the man and the woman are completely upside down, they slowly pull themselves upright again, straighten their clothes and look ahead as if nothing happened. The figures in FRIEZE are typical ‘Verdonck-characters’: business types, neatly dressed, civilised and modern, but all stuck in a system, in an untenable situation. But they don’t ask questions. They maintain their faith; persistence is the message. The characters in FRIEZE could be considered to be a modern version of the caryatids: the human figures that often replaced pillars in classical architecture. They were functional as well as ornamental and emanated power. The caryatids in FRIEZE on the other hand, display their vulnerability in the extreme.
foto: Luc Schaltin
Voor de wet staat een wachter. Bij deze wachter komt een man van buiten en verzoekt toegang tot de wet. Maar de wachter zegt dat hij hem nu geen toegang kan verlenen. De man denkt na en vraagt dan of hij dan later naar binnen zou mogen. “Het is mogelijk”, zegt de wachter, “maar nu niet.” (…) Daar zit de man dagen en jaren. Hij probeert telkens toegelaten te worden. (…) Gedurende de vele jaren kijkt de man bijna ononderbroken naar de wachter. (...) Nu zal de man niet lang meer leven…” Uit: ‘Voor de wet’ van Franz Kafka
Before the Law stands a doorkeeper. To this doorkeeper there comes a man from the country and prays for admittance to the Law. But the doorkeeper says that he cannot grant admittance at the moment. The man thinks it over and then asks if he will be allowed in later. “It is possible”, says the doorkeeper, “but not at the moment.” (…) There he sits for days and years. He makes many attempts to be admitted. (…) During these many years the man fixes his attention almost continuously on the doorkeeper. (…) Now he has not very long to live…” From: ‘Before the Law’ by Franz Kafka
16
17
2010
DANCER #3 DANCER #3 toont een robot die probeert om recht te staan. Hij valt telkens, maar geeft niet op. Vrolijk en onvermoeibaar doorstaat hij het proces van trial and error, van vallen en opstaan. De energie van de machine werkt aanstekelijk. Zijn onhandigheid en zijn voortdurend falen stralen het optimisme uit van de steeds weer struikelende clown. DANCER #3 is één van Kris Verdoncks variaties op de metamorfose van chaos naar orde.
DANCER #3 shows a robot trying to stand up straight. He always falls down again, but never gives up. He endures this process of trial and error cheerfully and indefatigably. The energy of this automaton is infectious. His clumsiness and constant failure display the optimism of a clown who’s always tripping over. DANCER #3 is one of Kris Verdoncks’ variations on the metamorphosis from chaos to order.
foto: A Two Dogs Company
De hoogste mens is in ruste alsof hij dood is, in zijn beweging is hij als een machine.” – Lieh-Tzu, 5de eeuw v.C.
The highest of beings is at rest as if he were dead, and in his movements he is like a machine.” – Lieh-Tzu, 5th century BC
18
2010
19
MOUSE MOUSE is een videoprojectie die – enorm uitvergroot en in een extreme slow motion – toont hoe een muis in een muizenval loopt. De val klapt dicht, het ijzer breekt het lichaampje, de muis sterft. We eten alle dagen vlees en we weten hoe dieren door ons toedoen aan hun einde komen, maar tegelijkertijd willen we dat eigenlijk niet weten en er zeker niet visueel mee geconfronteerd worden. MOUSE is een beeld uit onze doordeweekse werkelijkheid, een beeld van onze dagelijkse hypocrisie. Door de uitvergroting van klank en beweging wordt het een mini-opera. Bij de opname werd een camera met super slow motion (10 000 beelden per sec) gebruikt, waardoor de mechaniek van de beweging ontrafeld wordt, zoals de fotograaf Eadweard Muybridge dat eerder deed. Daardoor zien we een andere, subjectieve werkelijkheid. In MOUSE beleven we een noodsituatie helderder en langzamer. De subjectieve ervaring wordt een nachtmerrie. Er werden geen dieren verwond tijdens de creatie van deze videoprojectie.
MOUSE shows – enormously magnified and in extreme slow-motion – a mouse walking into a trap. The trap closes, the iron breaks the small body, the mouse dies. We eat meat every day and we know that therefore animals are killed. But at the same time, we don’t want to know this, and we definitely don’t want to be confronted with it visually. MOUSE is an image from everyday reality, an image of our daily hypocrisy. Because of the magnification of sound and movement it becomes a mini-opera. For this recording, a camera with super slow motion (10,000 images/sec) was used. These cameras unravel the mechanics of a movement, just like photographer Eadweard Muybridge did. By using this technique we are shown a different, ‘subjective’ reality. In MOUSE we experience an emergency situation in a very clear and slow way. The ‘subjective’ experience becomes a nightmare. No animals were harmed shooting this video.
foto: Hendrik De Smedt
“Ach”, zei de muis, “de wereld wordt iedere dag kleiner. Eerst was hij zo groot dat ik bang was. Ik liep verder en ik was blij dat ik eindelijk links en rechts in de verte muren zag, maar die lange muren lopen zo vlug naar elkaar toe, dat ik al in de laatste kamer ben en daar in de hoek staat de val, waar ik in loop.” – “Je moet alleen je koers veranderen”, zei de kat en at haar op.” Uit: ‘Kleine Fabel’ van Franz Kafka
“Alas”, said the mouse, ”the world is growing smaller every day. At the beginning it was so big that I was afraid. I kept running, and I was glad when at last I saw walls far away to the right and left, but these long walls have narrowed so quickly that I am in the last chamber already, and there in the corner stands the trap that I must run into.” – “You only need to change your direction”, said the cat, and ate him up.” From: A Little Fabel by Franz Kafka
20
2010
21
GOSSIP Een uitgebreid gezelschap uit ‘de betere kringen’ staart de toeschouwer vanaf een muur aan. De mannen en de vrouwen staan op een rij naast elkaar, dicht tegen elkaar aangeplakt, allemaal even groot. Ze fluisteren elkaar bijna onophoudelijk woorden in de oren en kijken onbeschaamd naar de toeschouwer. GOSSIP is als een glurend schilderij dat zich vrolijk maakt over de toeschouwer en op hem neerkijkt. GOSSIP toont een ‘gemeenschap’, eenvormig, beschaafd en leeg, maar vastberaden. Mannen en vrouwen, jong en oud, allemaal volwassen. Misvormd, maar gelijk aan elkaar en uitermate tevreden. Hun angst, hun verwarring en hun gevoel van ‘Unheimlichkeit’ hebben zij heel diep weg gedrukt, ze tonen hun pseudo-vrolijke buitenkant. Het zijn vertegenwoordigers van een maatschappij aan de rand van de afgrond. Kinderen zijn in deze maatschappij afwezig.
A large company of people belonging to ‘higher society’ gazes at the audience. The men and women stand in a line next to each other, very close to each other, all equally tall. They incessantly whisper words in each others’ ears and they look the spectator impudently in the eye. GOSSIP is like a peeking painting that is amused by the spectator and looks down on him. GOSSIP shows a ‘community’, uniform, civilised, empty but determined. Men and women, young and old, all grown-ups. Deformed but equal to each other and extremely satisfied. They have suppressed their fear, confusion and sense of ‘Unheimlichkeit’ and they display their pseudo-happy exterior. They are representatives of a society that stands at the edge of an abyss. Children are absent in this society.
foto: Luc Schaltin
Wij zijn vijf vrienden, wij zijn eens een keer achter elkaar uit een huis gekomen, eerst kwam de ene en ging naast de deur staan. (…) Ten slotte stonden wij allemaal op een rij. (…) Sindsdien leven wij samen, het zou een vreedzaam leven zijn, als zich niet voortdurend een zesde wilde aansluiten. Hij doet ons niets, maar wij vinden hem lastig. (…) Wij stoten hem met de ellebogen weg, maar al stoten wij hem nog zo hard weg, hij komt terug.” Uit: ‘Gemeenschap’ van Franz Kafka
We are five friends, one day we came out of a house one after the other, first one came and placed himself beside the gate. (…) Finally we all stood in a row. (…) Since then we have been living together, it would be a peaceful life if it weren’t for a sixth one continually trying to interfere. He doesn’t do us any harm, but he annoys us. (…) We push him away with our elbows, but however much we push him away, back he comes.” From: ‘Fellowship’ by Franz Kafka
22
23
2010
PELLET Pellet: braakbal Braakbal (de (m.)), de door sommige vogels uitgebraakte onverteerbare resten van voedsel, syn. uilenbal. In een duistere ruimte hangt een grote donkere bal. De ronde massa is zo groot dat hij een groot deel van de ruimte in beslag neemt. Wie onder de grote bal plaatsneemt, lijkt elk moment verpletterd te kunnen worden. Op de achtergrond horen we Kafka’s verhaal over het ‘unheimliche’ wezen Odradek (Uit: De zorgen van een huisvader).
Pellet: the mass of undigested parts of a bird’s food that some bird species occasionally regurgitate, syn. a casting. (Wikipedia) A big dark ball is hanging in a very dark space. The round mass is so big it almost fills up the whole area. Whoever positions himself beneath the ball seems about to be crushed at any moment. We hear Kafka’s story of the ‘unheimliche’ creature Odradek (from ‘The Cares of a Family Man’).
“Er bestaat een wezen dat Odradek heet. Het ziet er ongeveer uit als een platte stervormige garenklos, en inderdaad schijnt het ook met garen omwoeld te zijn. (…) Je zou graag willen geloven dat dit wezen vroeger een of andere doelmatige vorm heeft gehad en nu alleen gebroken is. (…) Tevergeefs vraag ik mij af wat er met hem zal gebeuren. Kan hij doodgaan? Alles wat dood gaat heeft eerst een soort van doel, een soort van werk gehad en daardoor is het versleten; maar dat gaat bij Odradek niet op. (…) Klaarblijkelijk doet hij niemand kwaad; maar het idee dat hij mij nog overleven zal, vind ik bijna pijnlijk.” Uit: ‘De zorgen van een huisvader’ van Franz Kafka
“There is a creature called Odradek. At first glance it looks like a flat star-shaped spool for thread, and indeed it does seem to have thread wound upon it. (...) One is tempted to believe that the creature one had some sort of intelligible shape and is now only a broken-down remnant. (…) I ask myself, to no purpose, what is likely to happen to him? Can he possibly die? Anything that dies has had some kind of aim in life, some kind of activity, which has worn out; but that does not apply to Odradek. (…) He does no harm to anyone that one can see; but the idea that he is likely to survive me I find almost painful.” From: ‘The Cares of a Family Man’ by Franz Kafka
24
2010
25
HUMINID HUMINID is geïnspireerd op de geschiedenis van de creatie van de ‘homunculus’. Dit is een artificieel miniatuurmensje waar filosofen, alchemisten en wetenschappers sinds de Griekse Oudheid naar op zoek gingen. In HUMINID wordt de toeschouwer rechtstreeks aangesproken door een wezen dat deels mens en deels pop is. Tussen mens en ding, tussen leven en dood. In ‘Faust II’ (1832) beschrijft Goethe hoe Mephistopheles en zijn helper Wagner in een fiool (kolf) een klein artificieel wezentje tot leven wekken. De hier getoonde huminid is kolf én wezen, baarmoeder én embryo tegelijkertijd. Hij bestaat uit dode materie en behoort tot het niet-iets, maar zijn hart klopt en hij ademt. Hij is nog onaf, hij groeit binnen het omhulsel en hij wil ‘worden’, maar tegelijkertijd bestaat de wetenschap dat hij buiten de kolf niet levensvatbaar is. Hij praat onophoudelijk en hij bestaat slechts in de taal. HUMINID is één van Kris Verdoncks variaties op de metamorfose van chaos naar orde. Met stem en beeltenis van acteur Johan Leysen. Tekst geïnspireerd op ‘Lessness’ van Samuel Beckett.
HUMINID is inspired by the history of the creation of the ‘homunculus’. This is an artificial miniature human that philosophers, alchemists and scientists have sought over the centuries since Greek Antiquity. In HUMINID, the spectator is addressed directly by a creature that can be called part human and part doll. Halfway between human and thing, halfway between life and death. In Faust II (1832) Goethe describes how Mephistopheles and his helper Wagner bring a small artificial being to life in a phial (a flask). The huminid shown here is simultaneously both flask and being, womb and embryo. He is made of dead matter, is a not-anything, but his heart beats and he breathes. He is still unfinished, he grows inside his pod and he wants to ‘be’, but at the same time there is the knowledge that he is not viable outside the flask. He talks ceaselessly, he exists only in language. HUMINID is one of the variations on the metamorphosis from chaos to order. With the voice and image of actor Johan Leysen. Script inspired by Samuel Beckett’s ‘Lessness’.
foto: Reinout Hiel
26
27
2003 — heden / present
Opslagplaats van machinerie, gebruikt in performances / installaties Warehouse of machinery, used in performances / installations De ‘machinerie’, toestellen en objecten die zich achter de schermen van een performance / voorstelling bevinden, worden in deze ruimte zichtbaar gemaakt. De machines zien er vaak uit als middeleeuwse (martel-)tuigen. Tegelijk zijn het dikwijls hoogtechnologische objecten, die complexe functies vervullen. Ze vormen een groot contrast met de extreem esthetische beelden die ze produceren. Het overzicht van machinerie en performances / installaties speelt in op het spanningsveld tussen mens en machine in onze huidige samenleving. Welke relatie kan/wil/moet de mens met de technologie aangaan? Hoe moeilijk is de evenwichtsoefening tussen menselijke controle en machinale overgave? Het zich overleveren aan de machine kent heel wat gradaties: van het niet-meer-zonderGSM-kunnen tot de afhankelijkheid op leven en dood van iemand aan een beademingsmachine.
The ‘machinery’, appliances and objects that are situated behind the scenes of a performance / show, are visualized in this space. The machines often look like medieval instruments (of torture). At the same time, they are often high-technological objects, that fulfil complex functions. They form a large contrast with the extreme esthetical images that they produce. The overview of machines and earlier performances / installations by Kris Verdonck addresses the field of tension between man and machine in today’s society. What relationship can/must/do people want to enter into with technology? How difficult is the balancing act between human control and submission to machines? There are differing degrees in the extent to which we put ourselves at the mercy of machines: from not being able to function without our mobile phones to depending on life and death on a breathing machine.
foto: Giannina Urmeneta Ottiker
Een sfeer van ‘Unheimlichkeit’ kenmerkt het werk van Kris Verdonck. Het woord ‘unheimlich’ – het was Freud die dit gevoel onder onze aandacht bracht – laat zich moeilijk vertalen: vreemd, onbegrijpelijk, geheimzinnig, angstwekkend, verbonden met bovennatuurlijke krachten. Letterlijk betekent un-heim-lich: wie geen huis meer heeft, wie nergens thuishoort. Wie losgeslagen is van het vertrouwde.” – Marianne Van Kerkhoven
Kris Verdonck’s work is characterised by an atmosphere of ‘Unheimlichkeit’. The word ‘unheimlich’ – it was Freud who brought this feeling to our attention – is not easy to translate: strange, incomprehensible, mysterious, frightening, associated with supernatural powers. Literally, un-heim-lich means he who has no home, who belongs nowhere. He who is adrift from the familiar.” – Marianne Van Kerkhoven
28
2009
29
SYNCOPE De medische term syncope (collaps of informeel flauwvallen) beschrijft een kortdurende en vanzelf overgaande bewusteloosheid veroorzaakt door een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen. Het bewustzijnsverlies leidt tot verlies van lichaamshouding door het wegvallen van de spiertonus. (Wikipedia)
Syncope is the medical term for fainting, a sudden, usually temporary, loss of consciousness generally caused by insufficient oxygen in the brain. Typical symptoms progress through dizziness, clamminess of the skin, a dimming of vision or greyout, possibly tinnitus, complete loss of vision, weakness of limbs to physical collapse. (Wikipedia) foto: A Two Dogs Company
In het midden van de ruimte staat een grote bak met hoge wanden die aan de bovenzijde geopend is. Over de rand heen ziet de toeschouwer een beeld van een man drijvend op het wateroppervlak. De man is veel groter dan mensenmaat, draagt een deftig pak en houdt zijn aktetas in de armen gekneld. De aktetas houdt hem drijvende. Hij wacht. Gelaten en nauwelijks verwonderd over zijn toestand dobbert hij wat rond, rookt een sigaret en draait hij zich om in het water.
In the middle of a room stands a big container with high sides. On the surface of the water, the spectator sees a man floating. He is much bigger than an average man, he wears a smart suit and holds his briefcase tightly in his arms. The briefcase keeps him floating. He waits. Submissive and hardly surprised about the situation in which he finds himself, he floats calmly, smokes a cigarette and turns in the water.
Daarom blijft toch de beste raad alles te accepteren, zich als een zware massa te gedragen zelfs al voel je dat je wordt weggeblazen, je tot geen onnodige stap te laten verlokken, de ander met de blik van een dier aan te kijken, geen berouw te voelen, kortom alles wat nog als spookachtig leven is overgebleven met eigen hand omlaag te drukken, dat wil zeggen de laatste doodse stilte nog te verhogen en buiten haar niets meer te laten bestaan. Een karakteristieke beweging in een dergelijke toestand is het met de pink langs de wenkbrauwen strijken.” Uit: ‘Besluiten’ van Franz Kafka
So perhaps the best resource is to meet everything passively, to make yourself an inert mass, and, if you feel that you are being carried away, not to let yourself be lured into taking a single unnecessary step, to stare at others with the eyes of an animal, to feel no compunction, in short, with your own hand to throttle down whatever ghostly life remains in you, that is, to enlarge the final peace of the graveyard and let nothing survive save that. A characteristic movement in such a condition is to run your little finger along your eyebrows.” From: ‘Resolutions’ by Franz Kafka
30
31
2010
PRESYNCOPE Presyncope is een toestand bestaande uit lichthoofdigheid, spierverslapping en het gevoel van flauwvallen (in tegenstelling tot de syncope, wat werkelijk flauwvallen is). Bij veel patiënten is de lichthoofdigheid een symptoom van orthostatische bloeddrukverlaging. Orthostatische bloeddrukverlaging komt voor wanneer de bloeddruk daalt als de patiënt opstaat van een rugliggende of een zittende houding. Als het verlies van bewustzijn in deze situatie voorkomt, wordt het syncope genoemd. (Wikipedia) In PRESYNCOPE glijdt de camera langzaam en gelijkmatig naar beneden langs de gevel van een hoog kantoorgebouw. De grond komt heel traag dichterbij. Ondertussen horen we iemand zijn gedachten en indrukken beschrijven tijdens de val. Deze innerlijke monoloog bevat flarden herinneringen uit het leven dat aan de val vooraf ging, triviale details van de voorbije werkdag, vreemde bespiegelingen over het vallen en over de wereld… Het beeld stopt als de camera aan de voet van het gebouw bijna het water raakt.
Pre-syncope is a state consisting of lightheadedness, muscular weakness, and feeling faint (as opposed to a syncope, which is actually fainting). In many patients, lightheadedness is a symptom of orthostatic hypotension. Orthostatic hypotension occurs when blood pressure drops significantly when the patient stands from a supine or sitting position. If loss of consciousness occurs in this situation, it is termed syncope. (Wikipedia) foto: Luc Schaltin
In PRESYNCOPE the camera slowly and steadily slides down the façade of a very tall office block. The ground approaches slowly. We hear the calm voice of someone describing his thoughts and impressions during the fall. This inner monologue contains scraps of memories from the lifetime that preceded the fall, trivial details of the previous workday, strange reflections on falling and on the world… The image stops as the camera reaches the foot of the building, almost touching the water.
Kijk naar de schaduwen / Een abstract schilderij / En die zon / Wat een prachtige dag / Hoe wonderlijk kort is het leven / Het is zo samengebald dat ik alles helder kan zien / Alles wat dood gaat had ooit een doel / Een beetje duizelig / Ik bevind mij niet op de juiste plaats / Ik kan de gedachte niet van me afzetten dat ik me niet op de juiste plaats bevind / De tijd is uit zijn voegen / Veel ruimte / Die leegte / Belachelijk / Ik kan mezelf zien / Kijk naar mij / En dan weer die eenzaamheid (…)” Uit: PRESYNCOPE
Look at the shadows / An abstract painting / And that sun / What a beautiful day / How wonderfully short life is / It is so dense that I can see everything clearly now / Anything that dies has had some kind of aim / A bit dizzy / I’m not in the right place / I cannot rid myself of the feeling that I’m not in the right place / Time is out of scale / A lot of space / That void / Ridiculous / I can see myself / Look at me / And again that solitude (...)” From: PRESYNCOPE
32
33
2011 — productieopdracht / commission
EXOTE In EXOTE bewonderen we de pracht van water- en andere planten, van amfibieën, vissen en vogels. We ervaren de paradoxale schoonheid van deze negatieve Hof van Eden. Over dit geluksgevoel valt echter al snel de donkere schaduw van de wetenschap dat niet deze heerlijke tuin ziek is, maar wel de mens die hem tot stand heeft gebracht... De steeds verdergaande ingrepen van de mens in de natuur, leiden tot een grondige verstoring van het biologisch evenwicht. Totaal vervreemd van de natuur, vergiftigen we als consumptiemachines onze eigen omgeving tot die onleefbaar is. De beelden van mensen in witte pakken, met mondmaskers en handschoenen, in de oliesmurrie in de Golf van Mexico, in het bruinrode slib van de Hongaarse aluminiumfabriek en in de ongezonde lucht van onze grootsteden doen futuristisch aan, maar zijn zeer actueel en reëel. Ze vormen het vertrekpunt voor EXOTE, de ‘tuininstallatie’ die Kris Verdonck voor Z33 realiseerde. De binnentuin staat als metafoor voor een wereld waarin de mens zich steeds meer moet beschermen tegen een omgeving die hij zelf gecreëerd heeft.
In EXOTE we admire the beauty of water and other plants, of amphibians, fish and birds. We experience the paradoxical beauty of this negative Garden of Eden. But this sense of happiness is quickly overshadowed by the knowledge that it is not this glorious garden that is ill, but rather the people who created it... Man’s ever-increasing interference in nature leads to a profound disturbance of the biological balance. Totally estranged from nature, as machines of consumption we poison our own environment to the point that we can no longer live in it. The images of people in white suits, masks and gloves in the oil gunk in the Gulf of Mexico, the red-brown sludge of the Hungarian aluminium factory and the unhealthy air of our big cities might seem futuristic, but are in fact all too current and real. They form the point of departure for EXOTE, the ‘garden installation’ that Kris Verdonck has made for Z33. The enclosed garden stands as a metaphor for a world in which man is increasingly forced to protect himself from an environment that he himself has created.
De tuin, aangeplant op de eerste verdieping van Z33, bestaat uit een selectie van de meest invasieve exoten (dieren en planten) in België, gaande van de Japanse duizendknoop tot de stierkikker. De bezoeker wandelt in een beschermend pak rond in dit einde-van-de-wereld landschap of deze mono-wereld begroeid met slechts enkele soorten. Gezien de installatie potentieel gevaar voor de biodiversiteit in Hasselt en omgeving in zich draagt (bepaalde soorten, zijn hier nog niet aanwezig), moet de bezoeker zich ervan bewust zijn dat zelfs het kleinste zaadje of diertje niet uit de tuin mag ontsnappen. Zowel de evolutie van de tuin, de beschermende kledij als de veiligheidsregels bij onder meer de installatie én bij de vernietiging van de tuin maken essentieel en noodzakelijk deel uit van het kunstwerk. EXOTE wil zich niet positioneren binnen het wetenschappelijk debat over biologische invasies, maar wil als metafoor wel doen nadenken over onze omgang met de omgeving waarin we leven.
The garden, ‘planted’ on the first floor of Z33, houses a selection of the most invasive alien species (animals and plants) in Belgium, from the Japanese knotweed to the bullfrog. The visitor walks around in a protective suit in this end-of-the-world landscape, a sort of mono-world overgrown with just a few species. As certain non-native species in the installation present a potential threat to biodiversity in Hasselt and the surrounding areas (some species ar not yet present here), visitors need to be aware that even the smallest seed or animal cannot be allowed to escape. The evolution of the garden, the protective clothing and the safety provisions involved in the installation as well as the destruction of the garden form an essential and necessary part of the artwork. EXOTE’s aim is not to position itself within the scientific debate on biological invasions, but to be a metaphor to reflect on our interaction with the environment in which we live.
34
35
2011 — productieopdracht / commission
EXOTE Invasieve exoten of nietinheemse invasieve soorten (invasive alien species) zijn planten diersoorten die door menselijk handelen buiten hun natuurlijk verspreidingsgebied gebracht zijn, en zich hier goed thuis voelen. Dat fenomeen is niet nieuw, maar de frequentie en omvang zijn als gevolg van de globalisering en de exponentiële groei van de transport- en reissector wel spectaculair toegenomen. Zo worden ze bijvoorbeeld binnengebracht via ballastwater van schepen of via fruittransporten. In de praktijk wordt echter slechts een klein aantal van alle exotische organismen invasief in een nieuwe omgeving. Door de explosieve uitbreiding van hun populaties hebben de invasieve soorten de neiging om andere, inheemse soorten te verdringen. Ze vormen een probleem voor biodiversiteit, economie en volksgezondheid. Biologische invasies door exotische soorten worden internationaal als één van de belangrijkste bedreigingen voor de biodiversiteit beschouwd.
Invasive alien species are types of plants and animals that are spread by human hands outside their natural area, and come to flourish in the new environment. This phenomenon is not new, but its frequency and scope have seen a spectacular increase due to globalisation and the exponential growth of the transport and travel sectors. Alien species can be brought in via ballast water from ships, for example, or via fruit transports. However, only a small number of them actually become invasive in the new environment. Due to their explosive growth, these species tend to displace other, native species, and as such they constitute a problem for biodiversity, the economy and public health. Biological invasions by invasive alien species are considered one of the most important threats to biodiversity worldwide.
Dwergkroos (Lemna minuta), Parelvederkruid (Myriophyllum aquaticum), Waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora), Watercrassula (Crassula helmsii), Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides), Canadese waterpest (Elodea canadensis), Hemelboom (Ailanthus altissima); Japanse duizendknoop (Fallopia Japonica), Aardpeer (Helianthus tuberosus), Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum), Reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera), Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina), Rimpelroos (Rosa rugosa), Bezemkruiskruid (Senecio inaequidens), Pontische rododendron (Rhododendron ponticum), Late guldenroede (Solidago gigantea), foto: Reuzenberenklauw - A Two Dogs Company
Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridis), Stierkikker (Lithobates catesbeianus), Halsbandparkiet (Psittacula krameri)…
36
37
EducatiEF AANBOD bij
Educational program
kris verdonck – exhibition #1
kris verdonck – exhibition #1
Met de kijkwijzer kunnen kinderen van 10 tot 14 jaar de tentoonstelling bekijken, verbanden leggen, nadenken, creatief verwerken… Speurneuzen kunnen tussen 3 juli en 21 augustus 2011 de tips volgen die leiden naar de Schat van Vlieg. Voor de jongsten is er een zoek-en-kleur-plaat. In het Z-lab, de educatieve ruimte, word je zelf aan het werk gezet en kan je bijdragen aan het verhaal bij de tentoonstelling.
The viewing guide leads children and teenagers (10–14 years) on their own route through the exhibition with information and insight, connections, observation and creativity tasks. Between 3 July and 21 August follow the clues, search for the Treasure of Fly (‘Schat van Vlieg’) in EXHIBITION #1 and take a fun surprise home with you. At the Z-lab, the educative space at the exhibition, you are put to work yourself. Everyone can contribute to the story of the exhibition.
Neem met je gezin deel aan een familienamiddag waarin groot en klein aan het denken en creëren worden gezet. Enkel na reservering via info@z33.be of 011 29 59 60. Enkel op zaterdagen, zondagen en tijdens schoolvakanties, 14u-16u. Min. 8, max. 14 deelnemers. Prijs: € 40.
Enjoy an artistic afternoon with the whole family. Children and parents reflecting, playing, searching and allowing the artist in them to come to the fore. By reservation only; info@z33.be or 011 29 59 60. Only on Saturdays, Sundays and during the school holidays, 2pm – 4pm. Min. 8, max. 14 participants. Price: € 40.
rondleidingen
guided tours
Stap echt in de wereld van Kris Verdonck en volg een begeleide rondgang doorheen het parcours. Dit kan steeds met een audiogids of in het weekend met een ‘gegidste’ gids. Zo bepaalt de kunstenaar zelf de tijd die je doorbrengt bij elk werk in de tentoonstelling, net als bij een theaterstuk. Een belevenis om niet snel te vergeten.
To really step into the world of Kris Verdonck, you can follow a guided tour through the route. This is possible with an audio guide or in the weekend with a ‘guided’ guide. That way, Kris Verdonck determines as an artist the amount of time you spend with each work at the exhibition, just like a stage play. An unforgettable experience.
praktisch Rondleiding met audiogids: steeds tijdens de openingsuren – gratis – duur: ca. 1u15.
Tour with audio guide: during the opening hours – free – duration: approx. 1h15.
Groepsrondleiding met ‘gegidste’ gids: steeds tijdens de openingsuren – na reservatie via publiekswerking@z33.be – € 30 – max. 20 personen – duur: ca. 1u15.
Group tour with ‘guided’ guide: during the opening hours – after reservation via publiekswerking@z33.be € 30 – Max. 20 persons – duration: approx. 1h15.
Weekendrondleiding met ‘gegidste’ gids: zaterdag en zondag om 15u – gratis – duur: ca. 1u15.
Weekend tours with ‘guided’ guide: Saturday and Sunday at 3pm – free – duration: approx. 1h15.
practical
38
AGENDA di 17.05.2011 – 20u A-Z lezing door Kris Verdonck
tue
za 02.07.2011 – 19u Performance event met live performances / installaties van Kris Verdonck en nocturne
sat
(aansluitend op de uitreiking van de Wanatoe-prijzen en de opening van de installatie van Numen / For Use NET in de Hoge Ruimtes in Z33)
(shortly after the distribution of the Wanatoe-prices and the opening of the artistic installation of Numen / For Use - NET at the Hoge Ruimtes at Z33)
Z33 - huis voor actuele kunst Zuivelmarkt 33, Hasselt (BE) www.z33.be
17 may 2011 – 8 pm A-Z lecture by Kris Verdonck Deze mini-catalogus werd gemaakt voor de tentoonstelling Kris Verdonck –
2 july 2011 – 7 pm Performance event with live performances / installations of Kris Verdonck and nocturne
EXHIBITION #1 van 1 mei tot 21 augustus 2011 in Z33 – huis voor actuele kunst. This mini-catalogue was made for the exhibition Kris Verdonck - EXHIBITION #1 from the 1st of May till the 21st of August 2011 at Z33 - house for contemporary art. Z33 is een initiatief van de Provincie Limburg Z33 is partner van Design Platform Limburg en Kunstinlimburg.be Z33 is an initiative of the province of Limburg Z33 is a partner of Design Platform Limburg and Kunstinlimburg.be Tekst / Text: Evelien Bracke (Z33), Marianne Van Kerkhoven (Kaaitheater) Vertaling / Translation: Campana Translations
vr 29.07.2011 – vanaf 18u Zebra Bar Buiten Gratis openluchtfilm (22u), gekozen door Kris Verdonck. Bar open om 18u.
29 july 2011 – from 6 pm Zebra Bar Outside Free open air film (10pm), chosen by Kris Verdonck. Bar open at 6pm. fri
Ontwerp / Design: Niek Kosten V.U. / Publisher: Jan Boelen (Z33) Wettelijk depot / Legal Deposit: D/2011/5857/29
Kris Verdonck – EXHIBITION #1 kwam tot stand met de medewerking van / was established with the cooperation of:
9-12.08.2011 Kunstenaar voor 1 Dag (9-12j)
9-12 aug 2011 Artist for a Day (9–12 years)
A Two Dogs Company, AlienImpact (UA), AlterIAS (Alternatieven voor Invasieve Planten), ANB (Agentschap voor Natuur en Bos), Arboretum Bokrijk, Dienst Water en Domeinen Provincie Limburg, ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek), INVEXO (Minder invasieve planten en dieren), Kaaitheater, LIKONA (Limburgse koepel
16-17.08.2011 ZorrillaZ (15+)
16-17 aug 2011 ZorrillaZ (15+)
voor Natuurstudie), LPW (Limburgse Plantenwerkgroep), Michel & Christoph Van Belle, Nationale Plantentuin van België, Natuurpunt, Patrick T’Hooft, PCS (Proefcentrum voor Sierteelt), PIBO Tongeren, Plantentuin Universiteit Gent, ULB, Universiteit Hasselt (Centrum voor Milieukunde), Universiteit Antwerpen & VUB.
22-25.08.2011 Kunztlab (13-15j)
22-25 aug 2011 Kunztlab (13–15 years)
Foto cover: Bunias orientalis – Grote hardvrucht / Turkish wartycabbage — Bjørn Rørslett-NN/Nærfoto