‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’ ‘een nieuwe baan een nieuwe start’
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Colofon Stichting Peuterspeelzalen Arnhem Weerdjesstraat 70 6811 JE Arnhem Tel: 026 - 352 33 50 Fax: 026 - 352 33 59 E-mail: info@spa-arnhem.nl Inhoud: Corine Hennekes en Ton Biesta Interviews en eindredactie: Monique Bloeme Fotografie: Zefanja Hoogers
2
Vormgeving en productie: Stunnenberg Grafische Professionals Arnhem, januari 2009
Vooraf 3 De SPA heeft sinds 1995 ervaring met gesubsidieerde arbeid. Tot nu toe (november 2008) kwamen in totaal 64 vrouwen zonder startkwalificatie binnen en gingen aan de slag als assistent-peuterleidster om werkervaring op te doen. Vijftien van hen zitten nog in het traject. De overigen haalden allemaal hun diploma Sociaal Pedagogisch Werk 3, op twee na die stopten omdat ze vertrokken uit Arnhem.
Acht deelnemers hebben ondertussen een vaste aanstelling binnen de SPA gekregen, 24 vrouwen vonden elders een baan. Van de overigen zitten er twee in de WAO en zijn er acht naar een andere plaats verhuisd. Binnen de SPA werken verder nog zeven vrouwen in een gesubsidieerde baan uit een eerdere regeling. Ze zijn nog niet klaar voor de arbeidsmarkt. Het traject had een aantal, minstens zo belangrijke, neveneffecten. Te denken valt aan het vergroten van de eigenwaarde, het doorbreken van een isolement, ergens bijhoren, enzovoorts.
‘Voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt is het moeilijk om op eigen kracht een baan op de reguliere arbeidsmarkt te vinden. Het gaat lang niet vanzelf’ De trajecten worden individueel ingevuld, er is sprake van maatwerk. De vrouwen doen allemaal werkervaring op en volgen de opleiding. Afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden, wensen en behoeften, volgen ze daarnaast bijvoorbeeld een aanvullende taalcursus, een assertiviteitstraining, een cursus ‘verantwoord omgaan met je geld’ en een sollicitatietraining. Verder volgen ze een training in de methode Actief Leren. Het aantal allochtone deelneemsters is de laatste jaren drastisch toegenomen. Voor hen is er geen betere inburgering denkbaar. Tijdens de praktijk op de peuterspeelzalen en in de oplei-
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
ding komen ze in aanraking met de Nederlandse samenleving (de cultuur, de taal, gewoonten, opvoeding, onderwijs, waarden en normen). Door de mogelijkheid te bieden via gesubsidieerde arbeid in dienst te komen, neemt de SPA haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd wordt het dankzij de assistentleidsters mogelijk om, samen met iemand die gekwalificeerd is, twee leidsters op een groep van maximaal dertien peuters te zetten. De SPA heeft vanaf 2007 twintig plaatsen beschikbaar gesteld gekregen voor personen die vanuit een bijstandsuitkering zonder startkwalificatie instromen en (over het algemeen) na drie jaar met een startkwalificatie uitstromen. Het gaat hierbij om de regeling in het kader van de Individuele Plaatsingssubsidie (IP-regeling). Het met deze regeling gepaard gaande Arbeidsreïntegratietraject staat in deze brochure centraal. Vijf deelnemers vertellen hun persoonlijk verhaal. Twee van hen zijn inmiddels uitgestroomd naar een reguliere baan en drie vrouwen stroomden recent in en zitten midden in het traject. In deze brochure presenteert de SPA haar werkwijze en wordt het belang van dergelijke trajecten duidelijk. Ton Biesta directeur
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Overzicht van de ontwikkelingen gesubsidieerde arbeid Een overzicht van de (lokale) ontwikkelingen van de Melkert-regeling (1995) tot en met de wijze waarop er nu in Arnhem met gesubsidieerde arbeid wordt omgegaan.
4
5 In 1995 werden door de toenmalige minister van Sociale Zaken (drs. A.P.W. Melkert) de naar hem genoemde Melkertbanen geïntroduceerd (Melkert-regeling). Bij die regeling ging het om banen in de collectieve sector bedoeld als werkgelegenheidsmaatregel en om specifieke sociaal maatschappelijke problemen in de grote steden op te lossen. De banen waren bestemd voor langdurig moeilijk bemiddelbare werklozen. De banen werden vooral gecreëerd in de zorg, onderwijs en kinderopvang. Het ging om structurele banen met reguliere arbeidsvoorwaarden. De SPA introduceerde destijds een projectvoorstel voor de inzet van Melkertbanen. Een begeleidings- en opleidingsplan maakten hiervan deel uit. Tegelijkertijd ontstonden er, als gevolg van capaciteitsuitbreiding, interne doorstroommogelijkheden. Er werd een functie van assistent-peuterleidster geïntroduceerd. Zo kon er op de peuterspeelzalen gewerkt worden met een peuterleidster en een assistent-peuterleidster op een groep van twaalf tot veertien peuters. Dit betekende een kwaliteitsimpuls die werd versterkt door het integraal invoeren van de educatieve methode ‘Actief Leren’. In 1999 werd de Melkert-regeling vervangen door de regeling In- en Doorstoombanen (IDbanen). Er werd van werkgevers meer dan voorheen verwacht dat zij doorstroom naar regulier werk zouden bevorderen. In 2003 riep het Rijk de tijdelijke Stimuleringsre-
geling ‘Regulier maken ID-banen’ in het leven. Met de komst van de Wet Werk en Bijstand (WWB) in 2004 werd besloten de ID-regeling te integreren in het gemeentelijke beleidskader voor de WWB. De uitstroom uit de WWB moest worden gerealiseerd met het voor reïntegratie beschikbare budget. Het streven om meer vrije ruimte voor reïntegratiebeleid te verkrijgen kon worden gerealiseerd door beperking van de hoogte van ID-subsidies en of bevordering van uitstroom van ID-werknemers.
begeleiding en een assertiviteitstraining. Binnen de SPA werden 28 ID-banen naar 8 teruggebracht (een uitstroom van 72%). Enerzijds een groot succes. Maar anderzijds ontstond er voor de organisatie een groot probleem, omdat het werken zonder de assistent-peuterleidsters een verlies van capaciteit en kwaliteit betekende.
Zo kwam een beleid op gang met als doel dat de bestaande ID-werknemers zouden uitstromen naar een reguliere functie in of buiten de organisatie. De overheadcomponent werd afgeschaft wat een aantal problemen opleverde. Geld voor scholing en begeleiding verdween, terwijl opleiding meer dan voorheen noodzakelijk was.
In de notitie ‘Maatschappelijke ontwikkelingen en gesubsidieerde arbeid, Gemeente Arnhem’ (juni 2007) wordt geschetst hoe er binnen de werkvelden van Maatschappelijke Ontwikkeling voldoende mogelijkheden kunnen blijven bestaan om via gesubsidieerde arbeid de huidige infrastructuur te behouden, zodat er voor bepaalde groepen via gesubsidieerde werkplekken mogelijkheden voor werk blijven bestaan.
In 2004 werd met de gemeente Arnhem een convenant afgesloten, genaamd het ‘Doorstroom convenant’. Een reïntegratiebureau kreeg de opdracht alle ID-medewerkers te screenen op doorstroom- of eindfunctie. Er werd een onderscheid gemaakt tussen uitstroom op korte termijn (1 jaar), uitstroom op lange termijn (3 jaar) of eindfunctie. Dit betekende in de praktijk dat er nog meer dan voorheen werd gewerkt aan de persoonlijke ontwikkeling van de ID-medewerkers. Voor iedere medewerker werd een POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) opgesteld. Daarnaast werden trainingen op maat gegeven, zoals een sollicitatietraining, taalondersteuning, huiswerk-
Met ingang van juni 2007 werd in Arnhem formeel een andere invulling gegeven aan gesubsidieerde arbeid. De gemeente besloot dat bij SPA de acht nog overgebleven ID-banen mochten blijven bestaan. Daarnaast werden er twintig gesubsidieerde plaatsen beschikbaar gesteld op basis van Individuele Plaatsing Subsidie (IPsubsidie). Het gaat hierbij om tijdelijke trajecten (arbeidsreïntegratietrajecten) van één tot drie jaar met aanvullende financiering voor scholing en coaching. De SPA is, anticiperend op de definitieve besluitvorming, eind 2005 al gestart met het in dienst nemen van de eerste medewerkers in de IP-regeling.
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Het voordeel van SPA is dat ze een enorm netwerk heeft, waar werk in te vinden is.
6 De gemeente Arnhem aan het woord Karin van Onna
De gemeente Arnhem aan het woord
‘De SPA heeft een voorbeeldfunctie’ 7
De Stichting Peuterspeelzalen Arnhem heeft al sinds 1995 ervaring met het begeleiden van mensen uit de bijstand via werk, scholing en training naar een vaste baan. “En dat is goed te merken”, vindt Karin van Onna van het matchingsteam van de gemeente Arnhem.
Zij klopt regelmatig bij de SPA aan met kandidaten die in de bijstand zitten en een toekomst zien in het werken met kinderen. “Ze moeten 32 uur per week werken en daarnaast een opleiding volgen. Dat vraagt best veel van ze”, aldus Van Onna. Toch ziet ze vrijwel nooit mensen die eenmaal bij de SPA zijn begonnen aan het traject van werken, scholing, training en coaching terugvallen. “Als het een keer niet goed gaat, bijvoorbeeld omdat het niet klikt met de peuterleidster, dan proberen ze het op een andere plek.”
Van Onna ziet hoe de mensen doorstromen naar andere functies. “Het voordeel van SPA is dat ze een enorm netwerk heeft, waar werk in te vinden is.” De stichting heeft een voorbeeldfunctie, vindt ze. “En we willen hun ervaringen benutten.” Het plan is om binnenkort een groter samenwerkingsverband met andere organisaties op het gebied van werken met kinderen te starten. “We hopen op een kweekvijverproject. Er zijn zoveel vrouwen die dit werk graag willen doen en dit is succesvol.”
‘Zorgvuldig’ is het woord dat ze regelmatig laat vallen als ze vertelt over haar ervaringen met de stichting. “De samenwerking verloopt heel prettig en zorgvuldig. Ze zorgen voor maatwerk en bieden veel persoonlijke begeleiding aan geplaatste kandidaten. Ze denken actief mee: wat heeft die persoon nodig, hoe kunnen we bepaalde belemmeringen weghalen. Het zijn wel allemaal kandidaten met een geschiedenis.”
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Ze maken een gigantische groei door.
8 stichting peuterspeelzalen arnhem corine hennekes
stichting peuterspeelzalen arnhem
‘Ze ontdekken dat ze heel veel kunnen’ 9 Corine Hennekes, manager bij de Stichting Peuterspeelzalen Arnhem (SPA), ziet ze veranderen, de vrouwen die zonder opleiding binnenkomen om na een tot drie jaar met een diploma op zak door te stromen naar een reguliere baan.
Twintig mensen uit de bijstand hebben een plek gekregen op een van de 23 peuterspeelzalen in de stad. Ze werken daar vier dagen per week als assistent-peuterleidster en gaan een dag per week naar school. Aan het eind van het traject hebben ze een diploma op MBO 3 niveau en werkervaring. Hennekes ondersteunt ze vervolgens bij het zoeken naar een baan. “Sinds de start van de IP-regeling (eind 2005) zijn er al zeven uitgestroomd naar een vaste baan. Een van hen zit bij de SPA, een is onderwijsassistent geworden, de rest is aan het werk in de kinderopvang.” Het geheim van het succes? Hennekes: “De vrouwen zijn zeer gemotiveerd en gedreven. Ze voelen zich hier veilig, het is laagdrempelig. En we kijken per vrouw wat ze nodig heeft.” Dat is niet alleen die werkervaring en opleiding, maar ook coaching en trainingen sociale vaardigheden en taalcursussen. Die laatste worden gegeven op het kantoor van de SPA, in kleine groepjes. Die aanpak is ontstaan uit ervaring. Eerst waren er de Melkertbanen, vervolgens de ID-banen, nu de Individuele Plaatsing (IP). De SPA werkt al
heel lang met mensen die moeten integreren in het arbeidsproces. Het gaat veelal om vrouwen met jonge kinderen, vaak met een andere culturele achtergrond. “Ze ontdekken dat ze heel veel kunnen”, vertelt Hennekes. “Ze maken een gigantische groei door.” De vrouwen ervaren op de speelzaal hoe belangrijk het is dat ze de taal beheersen. Ze hebben te maken met ouders, regels en normen. Hun wereld wordt groter, ze breiden hun netwerk uit. “Je ziet ze zelfstandiger worden.” Het gaat om het doorstromen naar een reguliere baan, maar die inburgering in de Nederlandse samenleving bij veel kandidaten is een mooi neveneffect, aldus Hennekes. “Maar het gaat niet vanzelf. Soms verloopt het traject heel moeizaam. Vaak hebben ze al zoveel meegemaakt. Bijvoorbeeld een jeugd in pleeggezinnen. Of iemand is gevlucht uit haar eigen land.”
Van alle kandidaten is er niemand teruggevallen in de bijstand. Wel zijn er in het verleden enkele mensen verhuisd, geëmigreerd of anderszins vertrokken. Mogelijk was het traject te confronterend, denkt Hennekes. “Al die veranderingen kunnen bedreigend zijn. Maar meestal zie ik dat ze het als bevrijdend ervaren.” Het kost allemaal veel tijd. Per deelnemer krijgt de SPA een vast bedrag van de gemeente, waar de opleiding, coaching en training van wordt betaald. Daarnaast worden hun loonkosten vergoed. Hennekes is vier uur per week bezig met de begeleiding en de organisatie. Dat bestaat soms uit iets simpels als het helpen invullen van formulieren voor kinderopvang. “Als dat niet geregeld is, kunnen ze ook niet aan hun verplichtingen voldoen dagelijks op het werk te verschijnen.” De SPA krijgt er ook wat voor terug. “Het is ook kwaliteitsverhogend voor ons. Er staat wel een extra iemand op de groep”.
Niet zelden komen problemen aan de oppervlakte. “Dan verwijzen we door naar het maatschappelijk werk. Wij doen een beroep op wat goed gaat in hun leven.”
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Arbeidsreïntegratietraject vanaf 2005
‘Iets ‘willen’ zorgt voor de vonk om aan de gang te gaan; iets ‘kiezen van binnenuit’ zorgt voor de brandstof om het resultaat te realiseren’ (Ofman)
10
Hoe het arbeidsreïntegratietraject er uit ziet
Arbeidsreïntegratietraject vanaf 2005 11
Het arbeidsreïntegratietraject is de weg die deelnemers doorlopen van het moment dat ze binnenkomen in de organisatie tot ze klaar zijn voor een reguliere baan met een startkwalificatie.
Start zonder kwalificatie
Opleiden Trainen Coachen
Het gaat om een traject van één tot drie jaar, afhankelijk van de afstand van de deelnemers tot de arbeidsmarkt. Dat heeft te maken met aspecten als opleiding, werkervaring, vaardigheden en de mate van taalvaardigheid en integratie (als het gaat om de allochtone deelnemers). Er is sprake van weinig afstand tot de arbeidsmarkt als iemand bijvoorbeeld al een opleiding op niveau - 3 (Sociaal Pedagogisch Werk) heeft afgerond, maar geen of weinig werkervaring heeft. Er wordt dan een traject van één jaar uitgezet. Heeft iemand geen werkervaring en geen opleiding, dan wordt een traject van drie jaar uitgezet. Samen met de deelnemer stelt de SPA een plan op langs welke weg het traject gaat lopen. Er komen afspraken over de opleiding, de duur van de opleiding, aanvullende trainingen, begeleiding en coaching. Vervolgens krijgt de betrokken deelnemer een arbeidscontract van één, twee of drie jaar.
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
Werkervaring Niveau-3 Kwalificatie
Reguliere baan
Deelnemers moeten gemotiveerd zijn om uit de bijstand uit te stromen en door te stromen naar betaald regulier werk. Zij krijgen de kans om zich te ontplooien en een perspectief te creëren voor een nieuwe toekomst. Het gaat over het algemeen om vrouwen met jonge kinderen. Aan het traject gaat een voorselectie vooraf. Voor het welslagen van het traject is het van groot belang om er vooraf achter te komen of een kandidaat:
• • •
voldoende gemotiveerd is; in potentie geschikt is voor de functie van peuterleidster; een redelijk taalniveau heeft om de te stellen doelen te behalen.
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Start zonder kwalificatie De intake
Start zonder kwalificatie
Opleiden Trainen Coachen
In het begin van het traject wordt een plan opWerkervaring gesteld, dat in detail wordt Reguliere uitgewerkt. Zonodig Niveau-3wordt het tijdens het traject bijgesteld. Aspecten als motivatie, geschiktheid baan en het hebben van Kwalificatie een redelijk taalniveau worden in het intakegesprek verder uitgediept en leiden tot aanvullende afspraken over bijvoorbeeld het verbeteren van de taal door het volgen van een taalcursus. Er worden tips en suggesties gegeven, bijvoorbeeld om te luisteren en te kijken naar kinderprogramma’s op radio en televisie. Wanneer een deelnemer zich nog niet kan uiten in het Nederlands, kan ze dat bijvoorbeeld ondervangen door gebruik te maken van muziek of door samen met de kinderen een tekening te maken.
‘Onze plannen pakken verkeerd uit, omdat ze geen doel hebben. Wanneer een mens niet weet op welke haven hij aankoerst, is geen wind de juiste wind’ (Seneca)
12
Er wordt verder gesproken over mogelijkheden voor het opbouwen van een netwerk in de buurt, zodat kinderen ook door iemand anders naar school of naar de kinderopvang gebracht kunnen worden of bij ziekte ergens terechtkunnen.
Hoe het arbeidsreïntegratietraject er uit ziet
Opleiden, Trainen, Coachen 13 Trainen
Start zonder kwalificatie
Opleiden Trainen Coachen
Ter ondersteuning en als aanvulling op de opCoachen op competentieontwikkeling Werkervaring leiding krijgen de deelnemers passende traininCompetenties bieden bij het coachen een meetReguliere Niveau-3 gen zoals ‘action learning’, ‘training on the job’, lat, die voor een ieder binnen de organisatie baan ‘sociale vaardigheids- en assertiviteitstraining’ en geldt en die waarneembaar en bespreekbaar is. Kwalificatie ‘praktische taaltrainingen‘ aangeboden. Coachen op competentieontwikkeling past goed Sociale vaardigheids- en assertiviteitstraining
Opleiden Opleiding: MBO niveau-3 Sociaal Pedagogisch Werk
De deelnemers volgen een beroepsbegeleidende leerweg op MBO niveau te weten: Sociaal Pedagogisch Werk niveau 3. De driejarige opleiding leidt op tot pedagogisch medewerker. De deelnemers gaan één dag in de week naar school (ROC/ RijnIJssel College). Daarnaast doen ze ervaring op in de dagelijkse praktijk op een peuterspeelzaal, onder begeleiding van een peuterleidster. Na de opleiding, begeleiding en coaching, stromen ze uit of door naar de functie van pedagogisch medewerker. Het arbeidsreïntegratietraject vraagt een extra inspanning van de peuterleidsters en het management. Het is van belang te zorgen voor voldoende ondersteuning en begeleiding van de peuterleidsters, door zonodig (extra) werkbegeleiding in te kopen en in te zetten. Daarnaast krijgen de leidsters, die voor de begeleiding zorgen, supervisie en is er de mogelijkheid voor individuele consultatie.
Coachen
Hierbij gaat het om zaken als voor jezelf op leren komen, een mening durven en kunnen geven, om hulp durven vragen, leren initiatieven te nemen, tijdens vergaderingen mee te praten en mee te denken. Taaltraining
Doel van deze training is dat de deelnemers hun individuele doelen op het gebied van NT2 bereiken. Er wordt op maat gewerkt aan de taalvaardigheid van de deelnemers, op een manier die relevant is voor het werk. Het gaat daarbij om mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid, presentatie, het voeren van overleg, werkstukken maken, brieven schrijven en het invullen van een overdrachtsformulier. Ontwikkeling van kinderen
Deze scholing heeft betrekking op alle aspecten die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen, zoals de taalontwikkeling, de sociaalemotionele ontwikkeling, de ontwikkeling van de motoriek, ouderbetrokkenheid , de overgang naar de basisschool en de methode ‘Actief leren’.
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
bij het uit te voeren reïntegratietraject. Het sluit aan bij de organisatieomgeving, het is passend in de structuur en de cultuur van de organisatie en bij de competenties van het management en de peuterleidsters. Aan het arbeidsreïntegratietraject nemen twintig deelnemers deel, die allen in beperkte tijd (één tot drie jaar) veel moeten leren. Het traject vraagt om systematische en methodische begeleiding. Daarnaast moet er ruimte zijn voor individuele begeleiding. Daarom sluit coachen op competenties goed aan bij het traject en bij de deelnemers. Coachingscompetentieformulier.
Om coachen op competentieontwikkeling voor het management en de begeleidende peuterleidsters hanteerbaar en laagdrempelig te maken heeft de SPA een zogenaamd coachingscompetentieformulier ontwikkeld, waarin de competenties zijn beschreven die nodig zijn voor een deelnemer om succesvol in de SPA-organisatie te functioneren. Dit formulier wordt voor het voeren van een coachingsgesprek door zowel de leidinggevende als de peuterleidsters gebruikt.
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Werkervaring opdoen Werkervaring Niveau-3 Kwalificatie
De deelnemers volgen allen de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL). Zoals gezegd betekent dit dat de deelnemers gedurende gemiddeld twee jaar één dag per week naar school gaan. De deelnemers werken de overige vier dagen in de functie van assistent-peuterleidster op een peuterspeelzaal, doen daar werkervaring op en ontwikkelen zich van assistent-peuterleidster naar peuterleidster.
Reguliere baan
De begeleidende peuterleidsters betrekken de deelnemers zoveel mogelijk bij de peuterspeelzaal en de groep. Tijdens de opleidingsperiode krijgen de deelnemers de kans en de ruimte om dingen uit te proberen. De deelnemers bieden peuters activiteiten aan. Enerzijds volgens de opdrachten vanuit de opleiding en anderzijds vanuit de methode Kaleidoscoop. Het betreft hier activiteiten die de cognitieve, sociale, motorische en emotionele ontwikkeling van de peuters stimuleren. Naast de activiteiten die in het kader van de opleiding worden aangeboden moet de deelnemer ook kennis hebben van de werkwijze op de peuterspeelzaal.
14
Voor een aantal deelnemers is Nederlands de tweede taal en dat heeft zo zijn beperkingen. Een ander aspect is dat de deelnemers vaak geen of een klein netwerk hebben. Dit kan problemen opleveren voor bijvoorbeeld het regelen van aanvullende kinderopvang als het kind ziek is, of als de kinderen vrij van school zijn, terwijl de deelnemer moet werken. Het komt ook voor dat deelnemers, bijvoorbeeld als ze kostwinnaar zijn,
zich door het deelnemen aan het traject in een snel tempo ontwikkelen, terwijl de echtgenoot thuis zit en de ontwikkeling van zijn vrouw moeilijk kan bijbenen. De ervaring is dat de deelnemers over het algemeen niet voldoende voor zichzelf opkomen, het ontbreekt hen nogal eens aan voldoende assertiviteit. Tijdens het traject worden dergelijke (cultuur)aspecten benoemd en besproken. De deelnemers zijn over het algemeen zeer betrokken en gemotiveerd. Om hun kansen te vergroten zijn de deelnemers bereid om veel inspanning te leveren. Zo is er bijvoorbeeld één deelnemer, die de taal helemaal niet zo slecht spreekt, maar zelf vindt dat het nog lang niet goed genoeg is en zelf aandringt op het mogen volgen van een taaltraining. Om haar kansen te vergroten kijkt ze vervolgens naar alle verantwoorde kinderprogramma’s en leest ze haar kinderen voor. De deelnemers krijgen ook allerlei tips om hun netwerk te versterken.
Hoe het arbeidsreïntegratietraject er uit ziet
Reguliere baan 15
Werkervaring Niveau-3 Kwalificatie
Reguliere baan
Enkele maanden voordat het arbeidscontract eindigt, betrokkenen zijn dan inmiddels in het bezit van het MBO diploma, volgt het traject ‘op zoek naar een reguliere baan’. Samen met de betrokken leidinggevende gaan de deelnemers onderzoeken waar hun interesses en mogelijkheden liggen tot uitstroom naar een reguliere baan. Dit wordt gedaan door middel van individuele coachingsgesprekken, of bijvoorbeeld door het spelen van het competentiespel. Vervolgens gaan de deelnemers samen met de betrokken manager een sollicitatiebrief opstellen. De betrokken manager beschikt over een uitgebreid en goed netwerk en maakt bijvoorbeeld voor de deelnemers afspraken met collega-instellingen om daar mee te kunnen draaien. Zo kan de deelnemer in de praktijk ontdekken, wat haar in een bepaalde functie, afdeling of organisatie aanspreekt. Vervolgens gaat de deelnemer officieel solliciteren naar de reguliere baan ‘naar keuze’. De kinderopvang is een groeisector en er zijn momenteel veel banen. Er is veel vraag naar gemotiveerde en opgeleide pedagogisch medewerkers. Over het algemeen stromen de deelnemers na de diplomering vrij snel uit naar een geschikte reguliere baan.
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Taaltrainingen, cursussen sociale vaardigheden, ze doen hier van alles om ons te kunnen helpen, om te zorgen dat het lukt.
16 interview shorehs mustafa
interview shorehs mustafa
‘Het is druk, maar ik red het wel’ 17 “Vierenhalf jaar lang was ik thuis met de kinderen. Ik had nauwelijks contact met Nederlanders, sprak alleen Irakezen. Ik vergat de taal weer. Nu is het anders, nu ben ik driekwart van de dag in het Nederlands bezig.”
Shorehs Mustafa (33 jaar) ontvluchtte de oorlog in Irak met haar moeder, broers en zussen toen ze veertien was. Sindsdien woont ze in Nederland. Toen haar ook uit Irak afkomstige man besloot terug te keren, bleef ze achter met de zorg voor drie kinderen. De jongste nog een baby. Ze werkte als caissière bij een supermarkt, maar nam ontslag om voor de kinderen te kunnen zorgen. Op een gegeven moment zat de jongste ook op school en in februari dit jaar begon ze als assistent-peuterleidster op de Calluna. Na de zomervakantie startte haar opleiding Pedagogisch Werk 3. “Hoe dat gaat? Werken, een opleiding en de zorg voor de kinderen? Het is druk. Erg druk. Maar ik red het wel.”
Het werk bevalt haar erg goed, maar met de taal heeft ze soms wat moeite. “Spreken gaat wel, maar schriftelijk maak ik veel fouten.” Ze ging dan ook graag in op het aanbod bij de SPA een taalcursus te volgen. Die taalbarrière maakt dat Shorehs zich wel eens wat onzeker voelt. “Soms durf ik dingen niet te vragen, bang dat ik met de taal fouten maak.” Ze volgt ook een training sociale vaardigheden bij de SPA. Ze hoopt zo iets aan die onzekerheid te kunnen doen.
Maar mede door de opleiding merkt ze dat ze beter leert te zien waar de peuters behoefte aan hebben en wordt ze geduldiger. “Ik heb meer begrip voor kinderen gekregen, ook die van mijzelf. Ik luister beter naar ze, respecteer hun mening en speel gerichter met iets wat bij hun leeftijd past.” Waar ze zit over vijf jaar? “Ik hoop hier bij de SPA. Met peuters werken is zo leuk, het is zo’n leuke leeftijd. En hier bij de SPA is het gezellig.
“Taaltrainingen, cursussen sociale vaardigheden, ze doen hier van alles om ons te kunnen helpen, om te zorgen dat het lukt”, vertelt ze. “Als ik een probleem heb, bijvoorbeeld zoals laatst bij de belastingdienst over het invullen van de papieren voor de kinderopvang, ga ik naar de SPA. Daar helpen ze me.” Na vierenhalf jaar in haar eigen wereldje thuis, werkt Shorehs nu op een peuterspeelzaal in een overwegend witte wijk. Ze merkt het cultuurverschil. In het begin voelde ze zich ongeduldig, ze vond het moeilijk met de peuters om te gaan. “Nederlandse kinderen hebben minder ontzag voor volwassenen”, zegt ze.
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Het was belangrijk voor mij assertiever te worden. Om te zorgen dat ik er meer ben op de peuterspeelzaal, dat ik meer meetel.. 18 interview lidia krijnen
interview lidia krijnen
‘Ik heb geleerd nee te zeggen’ 19 “Je ziet hoe die kinderen zich ontwikkelen. Als ze binnenkomen spreken ze soms de taal niet eens en als ze weggaan kunnen ze zinnen van drie woorden maken. Je bereikt heel veel met ze en dat geeft een goed gevoel.”
Lidia Krijnen (31 jaar) werkt sinds maart 2007 als assistent-peuterleidster op De Vrolijke Ark in Malburgen. Voor die tijd zat ze in de bijstand. Daar kwam ze terecht omdat het met haar werk in de bejaardenzorg niet meer ging. “Ik raakte zwanger en toen ik weer moest beginnen werd het me teveel. Er waren veel zieken en als ze me iets vroegen te doen zei ik altijd ja. Ik kon moeilijk nee zeggen.” Het lukte de alleenstaande moeder niet iets anders in de zorg te vinden. Op een gegeven moment kwam het matchingsteam van de gemeente met het voorstel op een peuterspeelzaal te gaan werken. “Dat zag ik wel zitten.” Het was wel even wennen voor haar op een VVE-peuterspeelzaal. “Er zitten veel kinderen met een achterstand, we hanteren strakke regels.” De overgang van thuis zitten naar vier dagen werken en een dag naar school, vond ze niet moeilijk. “Ik wou het heel graag. Mijn dochter ging naar school, daar zat ik maar thuis. Ik wilde ook wat doen.” Ze kon de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk bij het ROC verkort doen. Ze was die na de Mavo ook al begonnen maar had het niet afgemaakt. Ondertussen is het theoretische
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
gedeelte klaar, ze moet alleen nog een praktijkboek doorwerken. De SPA bood haar op een gegeven moment een cursus sociale vaardigheden aan, waar ze graag gebruik van maakte. “Het was belangrijk voor mij assertiever te worden. Om te zorgen dat ik er meer ben op de peuterspeelzaal, dat ik meer meetel.” Het werpt vruchten af, merkt ze. “Ik ben tegen de kinderen consequenter: tot hier en niet verder. Daardoor weten ze beter waar ze aan toe zijn en het is voor mij ook fijner dat ze me niet blijven uitproberen.” Ook in haar vrije tijd merkt ze dat ze wat aan de cursussen heeft. “Eerst vond ik het altijd goed als iemand iets wilde. Ik heb geleerd nee te zeggen als het niet uitkomt.” Het traject bij de SPA is voor haar dus meer dan alleen werkervaring opdoen en een opleiding. “Heel veel meer”, reageert Lidia. “Ik kan aan mezelf werken.” Tot maart 2010 blijft ze op De Vrolijke Ark. En dan? “Ik ben er nog niet zo mee bezig, we zien wel hoe het loopt.”
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Bij de SPA heb ik mezelf teruggevonden.
20 interview emine รถzkan
interview emine özkan
‘Ik voel dat ik meetel’ 21 “Ik heb van de SPA zoveel gekregen. Door de opleiding kreeg ik een ander beeld over de ontwikkeling van kinderen en van de collega’s andere gedachten over mezelf. Ik was nooit trots op mezelf, nu ben ik het wel. De SPA heeft me geholpen te worden wie ik wil zijn.”
‘Zo gaat het niet langer’, zei Emine Özkan (36 jaar) tegen haar consulent van de gemeente toen haar jongste eenmaal op school zat. Ze wilde Nederlands leren. De cursus die haar werd geboden was niet genoeg. Ze bedacht dat het sneller ging in de praktijk en stapte naar peuterspeelzaal Pinokkio met de vraag of ze daar vrijwilligerswerk mocht doen. Nu is haar dochter alweer elf jaar oud en Emine is erg veranderd, vertelt ze zelf. “Bij de SPA heb ik mezelf teruggevonden.”
De van oorsprong Turkse kwam als vijftienjarige naar Nederland. Ze sprak geen woord Nederlands en dat bleef voorlopig zo. Ze had weinig contact met Nederlandse mensen. “Alles was beperkt.” Na haar scheiding gooide ze het roer om. En toen er op peuterspeelzaal Pinokkio waar ze vrijwilligerswerk deed een vacature vrijkwam, vroeg de peuterleidster haar: waarom solliciteer jij niet? “En zo kwam ik in het traject terecht.” Al gauw begon haar zelfvertrouwen te groeien. “Ze behandelden me met respect. Mijn collega’s vroegen me naar mijn mening. Dat kende ik niet: wie vroeg mij nou ooit naar mijn mening.” Emine stond er alleen voor in de opvoeding van haar kinderen. Ook als ze haar verhaal kwijt moest, kon ze bij de SPA terecht, vertelt ze.
brutaal van ze vinden een mening te hebben. Nu zie ik dat het een mening is en dat het goed is dat ze die vormen.” Afgelopen zomer liep haar contract af. Er was geen vacature bij de SPA. Ze keek bij kinderdagverblijven rond, maar vond niet wat ze zocht. Ze besloot verder te studeren. Emine loopt nu stage bij de Dr. Willem Dreesschool als onderwijsassistent en ze volgt de opleiding SPW-4 in de hoop volgende zomer volwaardig daar aan de slag te kunnen. Haar zoon, ondertussen negentien jaar, is trots op haar. “Hij wil nu net zulke hoge cijfers halen als ik. Als ik huiswerk maak, pakt hij zijn boeken ook.” Hij is doorgestroomd van het VMBO naar de Havo. “Jarenlang zat ik in de bijstand, ik voelde me niemand”, besluit Emine. “Nu draag ik mijn steentje bij aan deze maatschappij. Dankzij de SPA voel ik dat ik meetel.”
Door de opleiding veranderde haar beeld van kinderen, van opvoeding. “Ik verplaats me makkelijker in mijn kinderen. Daardoor hebben we minder conflicten. En ik respecteer hun mening nu. Eerder zou ik het alleen maar
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Mijn moeder zei altijd al: jij gaat iets met dieren of kinderen doen. En ze bleek gelijk te hebben.
22 interview angela van wijngaarden
interview angela van wijngaarden
‘Ze lieten mij voelen dat ik het kon’ 23 “Er zijn zoveel moeders die moeilijk die stap naar betaald werk kunnen maken. Het is haast niet te regelen. Dit traject gaf me de kans om aan een reguliere baan te komen. De kinderopvang werd geregeld, de opleiding vergoed én ik deed ervaring op.”
Angela van Wijngaarden (36 jaar) is alleenstaande moeder van twee kinderen van 10 en 5 jaar. Ze werkt alweer meer dan vijf jaar als peuterleidster, momenteel op Het Speelrijk in Malburgen.
Jaijai, haar oudste, was twee jaar toen Angela besloot mee te willen doen aan een ID-traject. Ze zat al enige tijd in de bijstand. Ze werkte deels in haar eigen atelier, ze heeft een modeopleiding gedaan, maar het was niet genoeg om van te leven. Ook de secretaresseopleiding die ze volgde, bracht haar niet wat ze zocht. En ze wilde die eerste twee jaar er ook zijn voor haar zoon. “Mijn moeder zei altijd al: jij gaat iets met dieren of kinderen doen. En ze bleek gelijk te hebben.” Ze begon bij de SPA met een stageperiode van een paar maanden, een soort proeftijd. Vervolgens werkte ze een jaar lang als assistent-peuterleidster bij het AZC. “Daar heb ik zo leuk gewerkt. Milja, de vaste peuterleidster, inspireerde me heel erg. Ze ging zo natuurlijk met de kinderen om. En ze liet mij heel erg voelen dat ik het kon.”
paste bij me en gaf me een goed gevoel. Als je ruimte krijgt, ga je meer geven.” Zo gauw ze haar diploma op zak had, legde ze een open sollicitatie bij de SPA neer. Het resulteerde in een vaste aanstelling. Naast haar opleiding, volgde ze veel cursussen bij de stichting. Over het werk inhoudelijk, maar ook bijvoorbeeld over ergonomie, om een goede werkhouding te krijgen en een EHBOcursus. “Bij de SPA kijken ze als mens naar je, naar waar je behoefte aan hebt en proberen daar invulling aan te geven”, vertelt ze. “Ik wilde bijvoorbeeld op een gegeven moment graag meer weten over hoe meisjes anders spelen dan jongens. Daar hebben ze toen een workshop voor geregeld.” “Ik heb kunnen groeien”, besluit ze. “Ze hebben in me geloofd. Dat waardeer ik heel erg.”
Na dat eerste jaar startte ze de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk 3. Het betekende vier dagen werken en een dag school. “Het struggelen om werk te vinden toen ik in de bijstand zat, dat was geen boost voor mijn zelfvertrouwen. Dit ging van nature goed. Het
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Ik wilde werk waar ik vrolijk van kan worden. En dat is gelukt. Ik kan daar lachen, ontspannen en vergeten.
24 interview Aida Krakovic
interview Aida Krakovic
‘Ik kan daar lachen, ontspannen en vergeten’ 25 In juli volgend jaar loopt haar contract af. “Ik wil met kinderen blijven werken. Ach, er is zoveel werk, daar maak ik me geen zorgen over. En de SPA wil me ook daar wel mee helpen.”
Aida Krakovic (47 jaar) is sinds juli 2006 assistent-peuterleidster op het Paasheuveltje. Vorig jaar begon ze de opleiding pedagogisch werk. “Het is pittig, maar ik wil doorzetten”, zegt ze.
Naast de opleiding volgt ze binnenkort ook weer een taalcursus. Daar heeft ze behoefte aan. Ze merkt in het contact met ouders op de peuterspeelzaal dat ze de Nederlandse taal nog niet voldoende beheerst om echt goed dingen te kunnen bespreken. Bijvoorbeeld als het gaat om kinderen die het moeilijk hebben. “De SPA zorgt voor mensen die me bij kunnen scholen. Op het gebied van taal, maar ook sociale vaardigheden en assertiviteit.” De van oorsprong Bosnische kwam in 1996 naar Nederland. Toen ze begin 2000 een Nederlands paspoort en een eigen woning kreeg, begon ze zo snel mogelijk taalcursussen te volgen. Om het Nederlands nog beter onder de knie te krijgen en om mensen te leren kennen, ging ze vrijwilligerswerk doen. Op een gegeven moment kwam ze als vrijwilliger op peuterspeelzaal Jacobijntje terecht. En ze besloot: dit wil ik blijven doen, maar dan wel betaald.
wordt. Ik voel me meer geïntegreerd, word uitgenodigd door collega’s, ga mee met uitjes. Ik word op deze manier meer deel van de gemeenschap.” Een dag in de week volgt ze de opleiding. “De andere dagen kan ik toepassen wat ik daar leer, maar ook wat ik bij de SPA opsteek: hoe ga je om met kinderen en ouders, hoe communiceer je beter, hoe kun je feedback geven en ontvangen. En door de taal beter te beheersen, kan ik spontaner met ouders praten.” Ze is blij met haar collega-peuterleidster. “Het is zo inspirerend te zien hoe ze na twintig jaar nog altijd zo enthousiast werkt.” Nadat ze de oorlog in Bosnië ontvluchtte, kampte Aida met gezondheidsproblemen. ‘Psychosomatisch’, oordeelden de artsen. In het begin was ze dan ook niet in staat te werken. “Ik neem kleine stapjes en kan daardoor toch lopen”, beschrijft ze het zelf.
In overleg met haar contactpersoon bij de gemeente, van wie ze een bijstandsuitkering ontving, kwam ze bij de SPA. En het bevalt haar goed. “Ik ben tevreden. Het is leuk als vrijwilliger, maar nog beter als het betaald
Nu gaat het goed, in zoverre dat haar gezondheid haar werk niet belemmert. “Ik wilde werk waar ik vrolijk van kan worden. En dat is gelukt. Ik kan daar lachen, ontspannen en vergeten.”
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
‘een nieuwe baan een nieuwe start’
Overzicht behaalde resultaten Algemeen overzicht verloop gesubsidieerde arbeidsplaatsen van 1995 – november 2008
Overzicht verloop Melkert / ID banen van 1995 – november 2008 Instroom
Doorstroom Uitstroom In dienst
Algemeen overzicht Door-/uitgestroomd............................................... 42 Blijver (eindfunctie)................................................. 7 In traject..................................................................15 Ingestroomd sinds 1995
64
Op 1 november 2008 zijn er vijftien deelnemers in traject en zijn er vijf vacatures.
1995....................... 3.................................................................................3 1996..........................................................................................................3 1997....................... 4.................................................................................7 1998....................... 8..................................................... 2........................13 1999....................... 5..................................................... 1........................17 2000..................... 12..........................1......................... 2........................26 2001....................... 4..........................1......................... 2........................27 2002....................... 6..................................................... 2........................31 2003...................................................2........................... ......................29 2004.............................................................................. 1........................28 2005.............................................................................. 2........................26 2006...................................................3....................... 13........................10 2007.............................................................................. 2..........................8 2008.............................................................................. 1..........................7 Totaal
42
7
28
Van de totaal 42 gesubsidieerde arbeidsplaatsen in het kader van de Melkert-/ID-regeling zijn er in de loop van de tijd 35 door- en uitgestroomd en zijn er nog 7 in dienst op een eindfunctie (als assistent-leidster).
Deelnemers met een startkwalificatie (een afgeronde opleiding op MBO 3 niveau)
Overzicht verloop IP banen (sinds 2005) Instroom Doorstroom Uitstroom In traject In dienst
26
Van de in totaal 64 deelnemers hebben er tot 1 november 2008 49 de MBO opleiding afgerond. Van hen hebben er 47 hun diploma gehaald (96%). De overige twee zijn voortijdig afgehaakt, in verband met een verhuizing. Het is niet bekend wat zij verder zijn gaan doen.
2005....................... 2............................................................. 2..................2 2006....................... 4............................................................. 6..................6 2007..................... 11.......................................... 2............... 15................15 2008....................... 5...................... 1.................. 4............... 15................15 Vacatures (per 1/11/2008): 5
27 Totaal door- en uitstroom Totaal door- en uitstroom sinds 1995 Peuterleidster (extern)......................2.........4,76% Peuterleidster (intern).......................8....... 19,05% Kinderopvang...................................14.......33,33% Onderwijsassistent.............................2.........4,76% Thuiszorg.............................................4.........9,52% Ontslag (geëmigreerd)......................2.........4,76% Ontslag (verhuisd).............................4.........9,52% Ontslag (reizen)..................................2.........4,76% WAO.....................................................2.........4,76% Gehandicaptenzorg............................2.........4,76% Totaal ............................................. 42......... 100%
Ontwikkeling autochtone en allochtone deelnemers 1995 – 1 november 2008
Het aantal allochtone deelnemers lag in 1995 op 0% en in 2007/2008 op 57%.
‘Van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid’
‘een nieuwe baan een nieuwe start’