2 minute read
VAN ‘SJEIGELKE’ TOT VISITEKAARTJE VAN MAASTRICHT
Het Preuvenemint beleeft dit jaar zijn veertigste editie. Een terugblik met drie getrouwen van het eerste uur.
Een jaarlijks evenement moest het worden, daarover waren alle betrokken het in september 1981 het wel eens. Een evenement dat nóg mooier en nóg grootser zou worden dan de zojuist afgesloten ‘schuttersmaaltijd’ op het Vrijthof. De ruim zeshonderd deelnemers hadden een fantastische dag gehad. De honderden mensen die verlekkerd toekeken hoe zich onder hun neuzen iets bijzonders afspeelde eveneens.
Ben de Bruijn, als lid van het Struyskomitee tientallen jaren verantwoordelijk voor de PR, kan het verhaal wel dromen. ,,Na afloop van de schuttersmaaltijd nam eigenaar Bèr Schiffeleers van café In den ouden Vogelstruys een aantal sjeigelkes (bierviltjes) ter hand en begon te tekenen. Na een paar schetsjes, was hij eruit. Hij liet ze zien aan zijn geestverwanten, onder wie Willy Massot en bekende Maastrichtenaar Louis van den Bongaert. Dit moest het ongeveer gaan worden.” de restaurateurs met het verzoek de muntjes zo snel mogelijk in te leveren, zodat ze konden worden gewassen om vervolgens weer in omloop te brengen.”
Een jaar later deed de Preuvenelap zijn intrede. Het papiertje had al snel de naam het ‘enige wettige betaalmiddel’ op het Preuvenemint te zijn. “Om niet te worden beticht van valsemunterij hebben wij de Nederlandsche Bank officieel om toestemming gevraagd”, zegt Willy Cohen. Hij volgde in 1986 zijn overleden vader Miel op als penningmeester, om die functie vervolgens dertig jaar lang te bekleden. Feestvieren was er voor hem niet bij. “Al die jaren heb ik in een bovenkamer in de Hoofdwacht de geldstromen zitten te verwerken.”
De Preuvenelap werd binnen de kortste keren een ingeburgerd begrip. De prijs voor zo’n lap vormde in Maastricht in de weken naar aanloop van het Preuvenemint een belangrijk onderdeel van het discours. “Wist je trouwens dat die lappen populaire verzamelobjecten zijn?”, zegt Ben de Bruijn. “Honderden mensen houden er een uitgebreide verzameling op na.” Voor sommige lappentraditiegetrouw getooid met duidelijk herkenbare Maastrichtse taferelen – wordt flink betaald.
Nauwelijks incidenten
Als hij ergens trots op is, dan is het wel dat er nooit een incident van enige omvang is geweest, aldus Hans Hollanders. “Veel vrijwilligers weten precies wat ze moeten doen als het ergens uit de hand dreigt te lopen. De sociale controle is enorm.”
Een geschikte naam liet dankzij Van den Bongaert niet lang op zich wachten: het werd Preuvenemint, een samenstelling van de Maastrichtse woorden preuve en evenemint.” Aan het eerste Preuvenemint in 1982 deden veertig Maastrichtse restaurateurs mee. Ze ventten hun waar uit in kraampjes, waar liefhebbers een klein of een groter gerechtje konden bestellen om daar vervolgens van te genieten op plastic meubilair.
Muntjes en lappen
Er werd betaald met plastic muntjes. “Ze hadden er twintigduizend laten maken, maar dat waren er natuurlijk veel te weinig”, lacht vrijwilliger van het eerste uur Hans Hollanders. “Dus gingen we langs
Mooie verhalen te over. Zoals over de honderden mensen – we schrijven eind jaren ’90 – die zich zondagmorgen zes uur voor de hekken verdringen om een plaatsje te bemachtigen voor het concert van André Rieu, die op dat moment midden in zijn internationale doorbraak zat. “We gingen pas om 10.30 uur open”, vertelt Willy Cohen. “Zoiets is tegenwoordig onvoorstelbaar.”
Hans, Ben en Willy. Met weemoed kijken ze terug op alle mooie ogenblikken. Maar toch. “Het is goed geweest”, oordelen ze gedrieën. “Als je dit soort evenementen voor de toekomst wilt behouden, moet je ze overlaten aan een nieuwe generatie.” De meeste leden van het allereerste Struyskomitee zijn er niet meer. Maar hun werk leeft voort. Net als de ontelbare mooie verhalen.
Ze ontvangt wereldsterren in haar chalet in Sankt Moritz