637 - ZNA137 - versie 1001
10 jaar Joint Care in ZNA Jan PalďŹ jn
ZNA137_Brochure_297x210.indd 2
26/01/10 14:48
Joint Care dr. Karel Verellen, diensthoofd Orthopedie ZNA Jan Palfijn
Het plaatsen van een prothese voor arthrosis van gewrichten, maakt een belangrijk deel uit van de orthopedische praktijk. Jaarlijks worden er voor heup- en knieaandoeningen alleen al, meer dan 40 000 prothesen geplaatst. Dit aantal zal in de toekomst nog stijgen, en om verschillende redenen. Niet enkel de toenemende vergrijzing is hiervoor verantwoordelijk. Operatieve technieken en materialen zijn verbeterd, waardoor de prothese langer meegaat. Hierdoor verlaagt de drempel om ook bij jongere patiënten met arthrosis over te gaan tot prothese-chirurgie. De geneeskunde moet mee evolueren in de geïnformatiseerde maatschappij. Patiënten wensen goed ingelicht te worden over hun aandoening en de behandeling die zal aangeboden worden. In de ziekenhuizen werkt men in toenemende mate met klinische paden en zorgtrajecten om gestandaardiseerde zorg met hoge kwaliteit aan te bieden. Hieruit is het project Joint Care voor totale heup- en knieprothese ontstaan.
ZNA137_Brochure_297x210.indd 3
26/01/10 14:48
Enkele centrale punten zijn essentieel: ›
Patiënten maximaal informeren over aandoening en behandeling. Dit beperkt zich niet enkel tot de ingreep, maar wordt uitgebreid tot een goede pre-operatieve oppuntstelling. Het post-operatieve verloop en revalidatie wordt op voorhand doorgenomen met de patiënt.
›
Patiënten worden in kleine groepen geïnformeerd en revalideren samen na de ingreep. Dit gevoel van samenhorigheid stimuleert de patiënt in zijn revalidatie.
›
Multidisciplinaire aanpak, met overleg tussen huisarts, chirurg, anesthesist, verpleegkundige, (thuis-)kinesist en sociale verpleegkundige laat een vlot herstel toe.
Het Joint Care project heeft zijn meerwaarde door de jaren heen bewezen. We registreren meer dan 90% tevreden patiënten. De opnameduur en het aantal complicaties is verminderd. Eens thuis revalideren Joint Care patiënten sneller. Binnen het professionele Joint Care team bestaat er een grote (beroeps-)voldoening. Dat we in 2010, 10 jaar Joint Care vieren, bewijst de degelijkheid van het zorgtraject. Het moedigt ons aan om binnen de dienst Orthopedie nieuwe, gelijkaardige initiatieven uit te werken voor andere aandoeningen van het loco-motorisch apparaat. Mijn beste gelukwensen voor het Joint Care team en een vlot herstel voor onze patiënten!
ZNA137_Brochure_297x210.indd 4
26/01/10 14:48
Joint Care voor prothese-chirurgie in ZNA Jan Palfijn dr. Peter Van Wellen, Joint Care chirurg, verantwoordelijke klinisch pad
Het alomvattende klinisch pad voor heup-en knieprothese chirurgie Joint Care, binnen de dienst Orthopedie van ZNA Jan Palfijn gaat haar tiende jaargang anno 2010 in, met stijgend succes. Het ‘samen zorg dragen voor het gewricht’ is het adagio van dr. Peter van Wellen en dr. Anton Borms. Beide Joint Care chirurgen slagen erin om de gemiddelde ligduur voor totale prothesen tot onder het Belgische nationale gemiddelde te krijgen, sinds de implementatie van het concept. De multidisciplinaire aanpak, met samenwerking tussen de zorgverleners, waarbij het patiëntenwelzijn centraal staat, laat toe om de verblijfsduur tot gemiddeld zeven dagen in te korten. Dankzij het groepsgebeuren, vormen patiënten een hechte groep, zodat ervaringen onderling worden uitgewisseld, en ook vriendschapsbanden ontstaan. Een optimale voorbereiding, via huisarts, anesthesist, kinesitherapeut, sociale dienst en verpleegkundigen geeft een ideale psychologische stimulans naar de patiënt toe, die zich thuis voelt in deze gestructureerde omgeving. Registratie van prothesen, waarbij patiënten een protheseidentificatiekaart kunnen bekomen, maar ook permanente kwaliteitsbewaking, maken integraal deel uit van het Joint Care programma.
ZNA137_Brochure_297x210.indd 5
26/01/10 14:48
De huisarts, mede verantwoordelijk voor het pre-operatieve nazicht en de onmiddellijke opvang eens zijn patiënt thuis is, vormt een onmisbare schakel in het gebeuren. Hij wordt dan ook permanent elektronisch en telefonisch op de hoogte gehouden van opname en ontslag. De ‘thuis’-kinesist krijgt ook een volledige briefing over de uitgevoerde ingreep en de gebruikte technieken, zodat bij ontslag duidelijke instructies inzake revalidatie meegegeven worden. Naar de toekomst toe voorzien dr. Peter Van Wellen en dr. Anton Borms uitbreiding van het zorgprogramma Joint Care naar revisiechirurgie voor heup- en knieprothesen toe met de ontwikkeling van een klinisch pad in deze problematiek binnen de dienst Orthopedie (diensthoofd dr. Karel Verellen) ZNA Jan Palfijn.
Contactpunt Joint Care ZNA Jan Palfijn dr. Peter Van Wellen dr. Anton Borms 03 640 20 20
ZNA137_Brochure_297x210.indd 6
26/01/10 14:48
Joint Care - Totale knieprothese dr. Anton Borms, Joint Care chirurg
Slijtage van het kraakbeen ter hoogte van de knie is een zeer frequente aandoening. Er zijn meerdere oorzaken mogelijk om verlies aan kraakbeen in het kniegewricht op te lopen. › Overgewicht › Uitgebreide meniscusverwijdering › Verlies van voorste/achterste kruisband › Asafwijking onderste lidmaat › Rheumatoide arthritis/arthritis algemeen › Na een trauma Kraakbeen is een structuur zonder pijnreceptoren en heeft een hoge waterinhoud. Indien de bufferende functie van het kraakbeen wegvalt, dan krijg je een pijnlijk gewricht en een verminderde beweeglijkheid. Patiënten met knie-arthrose hebben naast aanzienlijke pijn, ook verlies van functie en een verkorte wandelafstand. De totale knieprothese bestaat als ingreep ruim dertig jaar, en miljoenen prothesen werden wereldwijd al geplaatst. De term ‘totale knieprothese’ slaat op het vervangen van alle kraakbenige elementen van het kniegewricht (mediaal, lateraal en achter de knieschijf). Meestal denkt men dat de gehele knie wordt verwijderd: niets is minder waar! Slechts het beschadigde kraakbeen zal verwijderd worden. Op het bovenbeen plaatsen we een metalen component, die qua volume en vorm identiek is aan het laagje dat we hebben weggenomen. Dit deel zal meestal met botcement gefixeerd
ZNA137_Brochure_297x210.indd 7
26/01/10 14:48
worden. Ook het kraakbeen van de knieschijf kan vervangen worden door een poly-ethyleen knopje. De menisci en de voorste kruisband moeten weggenomen worden; de achterste kruisband kan ter plaatse blijven, maar kan ook vervangen worden indien ontoereikend. Een metalen plaatje met een poly-ethyleen bedekking vervangt het slechte kraakbeen op het onderbeen. We beogen een optimale spanning te bekomen in het kniegewricht, zowel in flexie als extensie. Het zorgvuldig wegnemen van de correcte hoeveelheid bot, en het gewricht opvullen door de juiste prothese is een uitdaging voor de orthopedisch chirurg. Technische hulpmiddelen zijn beschikbaar om aan positiebepaling te doen en hoekmetingen te verrichten. De juiste maatbepaling van de knieprothese is belangrijk om druk tegen pezen en ligamenten te vermijden. Om postoperatieve pijnklachten te verminderen, plaatst de anesthesist een epidurale pijnpomp en infiltreren we de weefsels rondom de knie met analgetica (pijnstillers). Maximale hemostase of bloedstelping tijdens de ingreep zal littekenvorming vermijden en een voorspoedig herstel bevorderen. Op dit ogenblik trachten we tijdens de operatieve benadering van de knie, een minimale spierschade te veroorzaken. Een correct geplaatste knieprothese, goed in balans, is onmiddellijk belastbaar en volledige steunname is toegelaten. Het Joint Care programma zorgt in 2010 al tien jaar voor de begeleiding van de patiënt bij een totale knieprothese. Een goede pre-operatieve voorbereiding en informatie laat toe het operatieve risico te verlagen en een vlot herstel te verkrijgen. Het contact arts-patiënt is duidelijk minder stressvol, waarbij een band ontstaat tussen patiënten onderling en met de Joint Care teamleden in het bijzonder. Als u het mij vraagt: Joint Care = de gouden standaard!
ZNA137_Brochure_297x210.indd 8
26/01/10 14:48
Joint Care - Totale heupprothese dr. Peter Van Wellen, Joint Care chirurg
Heupvervangende operaties zijn een gemeenplaats geworden de laatste 50 jaar. Sinds 1960 tracht men de pijn te verlichten en de mobiliteit te verbeteren van een heupgewricht dat door degeneratieve veranderingen of slijtage is aangetast. Deze ingrepen waren toen zeer risicovol en gingen gepaard met een lange immobilisatie periode, hetgeen nu niet meer door de patiënt zou aanvaard worden. Chirurgisch-orthopedische technieken verbeterden, waarbij we door een minimaal invasieve operatie de schade aan de eigen weefsels beperken. Immers, een maximum aan eigen spierweefsel dient behouden te blijven, om de krachten rondom de heupprothese zo fysiologisch en optimaal mogelijk te houden en een voorspoedige revalidatie bekomen. De samenwerking tussen artsen, orthopedisch chirurgen en bioingenieurs, zorgde voor de ontwikkeling van meer betrouwbare prothesen, die een langere levensduur garanderen. Zo zien we patiënten terug die meer dan 15 jaar optimaal functioneren met een goed geplaatste heup-implantaat. De evolutie van ‘met cement’ gefixeerde prothesen, naar ‘cementloze’ prothesen heeft hier mogelijk toe bijgedragen. Ook de verdere research naar ‘lichaamseigen’ metalen in de fabricatie van prothesen is nog steeds aan de orde. Veel patiënten vrezen de afstoting van het implantaat – een fenomeen uit de beginjaren van de prothesechirurgie. Het gebruik van titanium in de plaats van chroom-cobalt-nikkellegeringen, maakte de prothesen niet enkel lichter en steviger, maar liet ook toe om op de prothese
ZNA137_Brochure_297x210.indd 9
26/01/10 14:48
een poreuze laag aan te brengen, waarbij het eigen bot op de prothese kon groeien en het metaal te fixeren in het lichaam. Een vergelijking tussen een tand in het kaaksbeen en een heupprothese in het bekken dringt zich op. Ook keramiek heeft zijn intrede gedaan in de heupchirurgie. Niet enkel worden heupkogels hieruit vervaardigd, maar ook de heupkom krijgt dikwijls dergelijke bedekking. Een meer recente evolutie betreft het gebruik van prothesen met maximale heupkop-diameters. Het poly-ethyleen (‘plastiek’) dat in de eerste generatie prothesen de kom bedekte, kon worden weggelaten, en werd vervangen door metaal op metaal contactprothesen, keramiek op keramiek en zelfs keramiek op metaal raakvlakken zijn in een studiefase. In de wandelgangen spreekt men zelfs al van diamantprothesen (de hardheid is evident, de slijtvastheid idem dito). De stabiliteit van de actuele componenten is er merkelijk op vooruitgegaan, zodat sporthervatting kan overwogen worden. Resurfacing-prothesen bij jongere patiënten zijn een optie. Naast deze hoogtechnologische evolutie wint de patiëntenbegeleiding, met een gedegen preoperatieve informatie en nazicht, in een klinisch pad Joint Care gegoten, aan belang. De tijd dat patiënten in het ongewisse de kliniek betraden is voorbij. Huisartsen worden intensief bij de verzorging en opvolging betrokken. De vaste kinesist wordt bij ontslag uit het ziekenhuis ingelicht over de voorbije ingreep, zodat gepaste oefentherapie volgt. Het zorgtraject Joint Care sinds 2000 toegepast in ZNA Jan Palfijn, kent nog steeds een toenemend succes bij patiënten en zorgverstrekkers, en is een unieke aantrekkingspool geworden in Groot-Antwerpen voor heup- en knieprothesechirurgie. Het Joint Care-team ZNA Jan Palfijn staat graag tot uw dienst voor adviezen en het beantwoorden van vragen over heup- en knieprothese chirurgie. Joint Care patiënten: een stapje voor!
ZNA137_Brochure_297x210.indd 10
26/01/10 14:48
Joint Care - Mijmeringen van een anesthesist dr. Lan Kartawiadi, anesthesist
U vraagt zich misschien af, waarom de dienst Anesthesie in 2010 deel neemt aan de viering van 10 jaar Joint Care in ZNA Jan Palfijn. Wel, om de eenvoudige reden dat de anesthesist niet kan ontbreken bij het zorgtraject Joint Care voor totale heup- en knieprothese chirurgie. Bij andere ingrepen werken we onzichtbaar achter de schermen… in het operatiekwartier, maar voor Joint Care, doen we als anesthesist een extraatje! De patiënt zal ons herhaaldelijk, en wakker(!), ontmoeten in het ziekenhuis. Voor de operatie, tijdens de operatie en na de operatie… Voor de operatie, om de pre-operatieve onderzoeken grondig te bekijken, de voorgeschiedenis van de patiënt te bestuderen, en eventueel bijkomende onderzoeken te vragen, mocht dit vereist zijn. Het is de taak van de anesthesist om problemen die zich tijdens de ingreep kunnen voordoen, vroegtijdig op te sporen bij de infosessie Joint Care, en deze te behandelen in samenspraak met huisarts en/of specialist. Occulte infecties, cardiale of respiratoire problemen komen soms aan het licht, bij de preoperatieve studie van de vooronderzoeken. Daar nemen we onze tijd voor, 14 dagen voor de geplande ingreep. Als je goed aan de start vertrekt, dan kan het operatief ingrijpen in de best mogelijke omstandigheden gebeuren. Complicaties kunnen we missen als kiespijn. Tijdens de operatie, waakt de anesthesist over optimale vitale functies (ademhaling-hartfunctie) en zorgt ervoor dat de patiënt in comfortabele omstandigheden de ingreep doormaakt.
ZNA137_Brochure_297x210.indd 11
26/01/10 14:48
Als de operatie achter de rug is, en de patiënt in de ontwaakzaal verblijft, zal de anesthesist een behoorlijke pijnstilling voorzien, zodat de genezing en revalidatie spoedig kan aanvatten. Na 10 jaar Joint Care merken we een duidelijk kwalitatief verschil, tussen de generatie Joint Care patiënten en de niet-Joint Care patiënten. De operatieprogramma’s voor Joint Care heup- en knieprothesen zijn keurig opgesteld, patiënten zijn op voorhand geïnformeerd, en grondig onderzocht op eventuele bijkomende aandoeningen. Indien er medische problemen bijgestuurd moeten worden, dan beschikken we over voldoende tijd, voor de ingreep, om anomaliën te verzorgen. De patiënt ergert er zich niet meer aan, als hij/zij op het laatste nippertje, uit het operatie-programma word geschrapt. We vermijden stresssituaties. Ook de arts vindt het niet fijn als patiënten de avond voordien noodgedwongen uit het operatieprogramma wegvallen. Zo gaat geen kostbare operatietijd verloren en worden de wachtlijsten niet langer. In de 10 jaar dat we het klinisch pad Joint Care aanbieden is onze filosofie onveranderd gebleven: de patiënt staat centraal, dat wil zeggen, de zorg en aandacht voor het welzijn van de patiënt primeert. Dit betekent niet, dat we als organisatie stilstaan. We groeien mee met de veranderingen en modernisering van de technieken en geneeskunde disciplines. De dienst Anesthesie werkt nauw samen met de orthopedische chirurg en het Joint Care team in het bijzonder, zodat we een prima resultaat voorstaan. De dienst Anesthesie ZNA Jan Palfijn wenst de Joint Care patiënten een ‘tweede adem’ toe !
ZNA137_Brochure_297x210.indd 12
26/01/10 14:48
Joint Care Tom Lambrechts, hoofdkinesist ZNA Jan Palfijn Jo Bastiaessens, kinesist
De kinesitherapie en revalidatie binnen het Joint Care-programma is een essentieel gegeven na prothesechirurgie. De nauwe samenwerking en dagelijkse communicatie tussen de arts, kinesist, verpleegkundige en de ergotherapeut, heeft tot doel de patiënt zo snel mogelijk weer mobiel te krijgen na de ingreep. De voorspoedige terugkeer naar huis, met het hernemen van de dagelijkse activiteiten (ADL), staat voorop in dit zorgtraject. De dienst fysiotherapie-ergotherapie zal de patient hierop voorbereiden Tijdens de gekende preoperatieve infosessie (14 dagen voor de ingreep) wordt de opnameweek met de patient, stap voor stap, overlopen. Doelstellingen fysiotherapie: › mobiliteit van het gewricht : 90° buigen, na een week te bereiken › gangrevalidatie: stappen, met één kruk of twee krukken › nemen van hindernissen en trappen › zelfstandig functioneren Dit kan de patient bereiken, dankzij dagelijks en frequent oefenen
ZNA137_Brochure_297x210.indd 13
26/01/10 14:48
›
›
›
›
›
› ›
Dag 0: operatiedag; aanleren en uitvoeren van oefeningen, ter verbetering van bloedsomloop en isometrische contracties van dijspier en abductoren Dag 1: mobilisatie op toestel continuous passive motion (cpm), zowel voor heup- als kniespierversterkende oefeningen in bed, start ergotherapie Dag 2: start gangrevalidatie met looprekje, mobilisatie op toestel cpm spierversterkende oefeningen, staande en in zithouding, ADL training door ergotherapeut Dag 3: gangrevalidatie met twee krukken, mobilisatie op toestel cpm, herhaling oefentherapie ( zonder gewichten), dagelijkse activiteiten en verplaatsingsoefeningen door ergotherapeut Dag 4: gangreva met één kruk indien toegelaten/mogelijk aanleren van trappen lopen en het nemen van hindernissen verplaatsingsoefeningen door ergotherapeut Dag 5: herhaling Dag 6 tot ontslag: progressief aanpassen van de therapie belangrijk: niet te snel met gewichten oefenen. Het been kan als ‘gewicht’ gebruikt worden. Op deze manier wordt er niet te snel ‘overbelast’
Het is van belang om de patiënten preoperatief te waarschuwen over de eventuele complicaties, zoals luxaties (ontwrichtingen) en flexiecontracturen. Voor de heupprothese is het belangrijk volgende bewegingen te vermijden, zeker gedurende zes weken: › Kruisen van de benen. (geen adductie) › Endo of exorotatie van de heup afhankelijk van de chirurgische benadering. › Flexie > 90°. Dus verbod bv. om op een lage stoel te gaan zitten, maw. stoelen, bed, zetel en toilet dienen te worden verhoogd tot 6 weken postoperatief
ZNA137_Brochure_297x210.indd 14
26/01/10 14:48
›
Gecombineerde bewegingen. Meestal luxeert – ontwricht – de heup tijdens een combinatie van de bovenstaande, extreme bewegingen. Het is dus belangrijk aan te leren hoe mensen moeten gaan zitten, veilig opstaan of iets oprapen.
Voor de knieprothese is het uitermate belangrijk te melden dat patienten niets onder hun knie (lees knieholte) mogen leggen. Dit om flexiecontracturen tegen te gaan. Wij adviseren de patiënten om enkele keren per dag het been in volledige extensie (strekking) te leggen met een ijszak op de knie. De hospitalisatie verloopt dankzij deze preoperatieve instructie erg vlot en patiënten weten wat er van hen verwacht wordt. Ook wordt het ontslag en de nabehandeling kinesitherapie reeds voor de opname besproken: › ›
Of de patiënt kan naar huis: revalidatie door de ‘thuiskinesist’ of ambulant in het ziekenhuis. Of de patiënt kan niet naar huis: revalidatiecentrum vereist
De meeste patiënten hebben een revalidatie van ongeveer 4 weken voor de boeg, wat overeenkomt met 20 - 30 beurten kinesitherapie. Uiteraard is het de behandelende chirurg die bepaalt of verdere therapie noodzakelijk is. De dienst Fysiotherapie ZNA Jan Palfijn wenst de Joint Care patiënten ‘een beentje vooruit’!
ZNA137_Brochure_297x210.indd 15
26/01/10 14:48
Joint Care - Verpleegkundige aspecten Nicolle Vandermeer, afdelingshoofd verpleegeenheid
Het verpleegkundig team van ZNA Jan Palfijn is trots op de afdeling waar het Joint Care gebeuren zich afspeelt. Ondertussen hebben wij al tien jaar ervaring met dit zorgtraject. Om duidelijk te maken waarom het klinisch pad Joint Care enkel maar voordelen biedt, zetten we even de oude en de nieuwe werkwijze naast elkaar. De periode vóór Joint Care: Dikwijls was de patiënt onvoldoende geïnformeerd. Hij had op de consultatie slechts de helft onthouden van wat door de arts gezegd werd. Hij bleef met vragen zitten. Bij opname zag de verpleegkundige dan een gespannen patiënt die voortdurend vragen stelde. Regelmatig was de patiënt niet in orde met de preoperatieve onderzoeken. Na de ingreep besefte de patiënt dat hij het gebeuren onderschat had waardoor een vlotte terugkeer pas mogelijk was na een langdurige ziekenhuisopname. Voor de verpleging was het zorgplan ook niet altijd even makkelijk omdat er geen duidelijke richtlijnen waren.
ZNA137_Brochure_297x210.indd 16
26/01/10 14:48
De periode na de invoering van joint care: Als patiënten zich aanbieden op de consultatie met heup- of knieklachten en er wordt een gewrichtsvervangende ingreep voorgesteld krijgen ze een Joint Care map met informatie over de geplande ingreep. De verpleegkundige van de consultatie neemt met hen de map door en legt uit waar zij terecht kunnen voor de preoperatieve onderzoeken. De verpleegkundige geeft de datum en plaats mee van de informatiedag, die 14 dagen voor de ingreep gepland is. De patiënt komt hier naar toe, liefst samen met een coach-begeleider. Dit kan de partner, een dochter of zoon of een kennis zijn. Het voordeel hiervan is: met twee hoor, begrijp, onthou en zie je meer dan alleen. Het sterk punt van Joint Care is de informatiedag. Op deze dag maakt de patiënt kennis met het multidisciplinair team en krijgt een overzicht van het volledig verloop van de opname. De informatiedag start om 8.30 u. en eindigt rond 14.30 u. De behandelende arts geeft uitleg over de ingreep, kosten, mogelijke verwikkelingen, revalidatieperiode en de te verwachten resultaten. De anesthesist verduidelijkt het nut van pijnbestrijding en de narcose. De verantwoordelijke van de patiëntenbegeleiding bekijkt de thuissituatie en legt het nut van revalidatiecentra uit. Hij geeft adressen mee voor mogelijke thuishulp, uitleendiensten, bezorgers van warme maaltijden en dergelijke meer. De kinesitherapeut informeert hen over het gebruik van krukken en schetst de revalidatiemogelijkheden binnen de periode van hospitalisatie. De verpleegkundige van de verpleegafdeling gaat tijdens de sessie na of de vereiste onderzoeken uitgevoerd zijn en stelt het verpleegdossier samen. Zij gaat na of er revalidatie dient aangevraagd te worden en geeft uitleg hoe de hospitalisatieweek er zal uitzien.
ZNA137_Brochure_297x210.indd 17
26/01/10 14:48
Bijkomend voordeel is het groepsgebeuren: een vijftal patiënten komen gelijktijdig voor een gewrichtsvervangende ingreep. Samen volgen zij de informatiedag. Zij leren elkaar al kennen vóór de opname. Tijdens de opname krijgen ze samen oefeningen van de kinesist in de living van de verpleegeenheid. Het groepsgebeuren bevordert het revalidatieproces. Door de informatiedag weet de patiënt op voorhand wat er zal gebeuren vanaf de opname tot bij ontslag. Hij kan regelingen treffen voor de herstelperiode thuis. Hierdoor gaat de patiënt de hospitalisatieperiode rustiger tegemoet. Er ontstaat een vertrouwensband omdat je als verpleegkundige voor de hospitalisatie reeds een goed contact hebt opgebouwd met de patiënt. Joint Care: wij zorgen voor u!
ZNA137_Brochure_297x210.indd 18
26/01/10 14:48
ZNA137_Brochure_297x210.indd 19
26/01/10 14:48
Nicolle Vandermeer, hoofdverpleegkundige
Ingrid Hanjoul, ergotherapeute
Hilde Latte, verpleegkundige Joint Care
Wendy Van de Perre, verpleegkundige gipskamer
Ilde Van Trimpont, verpleegkundig bedrijfsleider heelkunde
Herman D’Ardenne, patiÍntenbegeleiding
Tanja Braem, verpleegkundige Joint Care Steven Boeckx, verpleegkundige operatiekwartier
Jo Bastiaenssens, kinesist
dr. Anton Borms, chirurg Joint Care
dr. Peter Van Wellen, chirurg Joint Care
Nancy Van de Leest, verpleegkundige Joint Care
dr. Lan Kartawiadi, anesthesiste
ZNA137_Brochure_297x210.indd 20
26/01/10 14:48
ZNA Jan Palfijn Lange Bremstraat 70 2170 Merksem 03 640 21 11
dr. Peter Van Wellen dr. Anton Borms 03 640 20 20
637 - ZNA137 - versie 1001
Contactpunt Joint Care ZNA Jan Palfijn
www.zna.be
ZNA137_Brochure_297x210.indd 1
26/01/10 14:48