Chemotherapie
630 - ZNA313 - versie 1006
Informatie voor patiĂŤnten
ZNA313_Brochure_297x210.indd 2
9/06/10 16:53
Wat is de bedoeling van deze informatie? Je hebt pas van je specialist gehoord dat je met chemotherapie behandeld gaat worden. Deze informatie is bedoeld om je hierbij te helpen. Je specialist en verpleegkundige hebben je al heel veel verteld over chemotherapie. Maar misschien was het erg veel informatie om alles in een keer te onthouden. In dit boekje worden nog eens de gevolgen en bijwerkingen van chemotherapie uitgelegd. Ook worden enkele speciale aandachtspunten genoemd waarop je moet letten en wat je zelf kunt doen om beter met bepaalde bijwerkingen om te gaan. Als je vragen hebt, kun je deze het beste opschrijven en meenemen bij je volgende bezoek aan het ziekenhuis.
Wat is chemotherapie? Chemotherapie is een behandeling met medicijnen die kankercellen doden of de groei ervan remmen. Chemotherapie verspreidt zich via de bloedsomloop door het hele lichaam, met als doel zoveel mogelijk kankercellen te treffen. De keus van de chemotherapie is afhankelijk van verschillende factoren, zoals het soort tumor en of je al eerder chemotherapie heeft gehad.
Hoe wordt chemotherapie toegediend? Meestal wordt de chemotherapie toegediend via een bloedvat. In dat geval wordt de chemotherapie in een infuus opgelost. Enkele antikankermedicijnen bestaan ook als tablet of capsule. Bij blaaskanker worden ook wel blaasspoelingen met chemotherapie gebruikt. Als de chemotherapie via een bloedvat wordt toegediend, wordt er dikwijls een intraveneus poortsysteem (port-a-cath) geplaatst. Dit is een klein doosje met een slangetje eraan. Het doosje wordt onder de huid ingebracht en het slangetje zit in een bloedvat. De geneesmiddelen worden toegediend via een naald die door de huid in
ZNA313_Brochure_297x210.indd 3
9/06/10 16:53
het doosje wordt gebracht. Na aoop van de chemotherapie kan de port-a-cath eventueel worden verwijderd. Soms kan ook bloedafname via de port-a-cath plaatsvinden. Vooral als de bloedafnames moeilijk verlopen, kan dit een voordeel zijn. Meer informatie vind je in de brochure over intraveneus poortsysteem.
Waar wordt de chemotherapie gegeven? De chemotherapie wordt in ZNA Sint-Erasmus gegeven in het dagziekenhuis, 7de verdieping. In ZNA Stuivenberg vindt de behandeling plaats in het dagziekenhuis C4. De meeste chemotherapie kan poliklinisch worden gegeven, dat wil zeggen dat je daarna weer naar huis kunt gaan. Voor sommige kuren is het beter om je kort te hospitaliseren. In dat geval word je in het ZNA Sint-Erasmus meestal opgenomen op de 4de verdieping en in ZNA Stuivenberg op D4.
Welke bijwerkingen kunnen optreden en wat kun je ertegen doen? Of en in welke mate je bijwerkingen zult ervaren, hangt af van het soort chemotherapie. Niet iedereen is hier even gevoelig voor. Chemotherapie bestaat uit medicijnen die de kwaadaardige cellen moeten doden. Maar de gezonde lichaamscellen kunnen er ook door worden getroffen. Gezonde lichaamscellen hebben wel een beter vermogen om zich te herstellen van chemotherapie. Met name in het beenmerg en de slijmvliezen komen veel delende cellen voor en deze weefsels zijn daarom gevoeliger voor de effecten van chemotherapie dan weefsels die weinig delende cellen hebben, zoals bijvoorbeeld bot- en spierweefsel. Moeheid Moeheid komt vaak voor na chemotherapie. Gewoonlijk neemt de moeheid de eerste week na de chemotherapie af. De ernst van de moeheid is niet voor iedereen gelijk. Het is meestal het beste om te accepteren dat het uithoudingsvermogen beperkt is, en er ten dele
ZNA313_Brochure_297x210.indd 4
9/06/10 16:53
aan toe te geven. Het is geen schande om ’s middags even te gaan rusten. Maar de hele dag niets doen is geen goede oplossing. Probeer jezelf realistische doelen te geven, bijvoorbeeld iedere dag een eindje te wandelen, te fietsen enzovoort, of andere dingen te doen die je prettig vindt. Als je dingen gaat doen die veel energie vereisen, probeer dan van tevoren voldoende rust te nemen. Als het aankleden veel energie kost, pauzeer dan halverwege en drink een kopje thee. Als je aan het werk gaat, moet je je realiseren dat dit meer inspanning kost dan je wat gewend bent. Meestal wordt de moeheid in het begin van de behandeling niet veroorzaakt door bloedarmoede, maar als de chemotherapie langer duurt, kan zich ook bloedarmoede openbaren. Bij de bloedcontroles voor het begin van iedere kuur wordt ook nagegaan of je bloedarmoede hebt. Zo nodig kan je specialist een bloedtransfusie adviseren, of je injecties laten geven met erythropoëtine om de eigen bloedaanmaak te stimuleren. Concentratiestoornissen en een verminderde werking van het kortetermijngeheugen kunnen tijdens chemotherapie optreden. Het is niet duidelijk of dit een gevolg is van de chemotherapie, of van alle andere spanningen rond de ziekte en de behandeling. Ook kan het voorkomen dat je snel prikkelbaar of somber bent, of snel emotioneel. Probeer daarom voldoende rust te nemen en afleiding te zoeken. Geen zin in eten Chemotherapie kan vooral de eerste dagen tot een week na de behandeling de eetlust verminderen. Ook kan het eten anders smaken. Sommige patiënten gaan heel andere dingen lekker vinden dan vroeger. Warm eten kan meer tegenstaan dan een broodmaaltijd. Zure spijzen zoals salades of haring worden vaak beter gewaardeerd. Probeer wat vaker op een dag kleine beetjes te eten. Vermijd het om helemaal niets te eten, een lege maag kan ook misselijkheid veroorzaken. Schep je bord niet te vol, het is vervelend om telkens een halfvol bord terug te moeten geven. Probeer in ieder geval
ZNA313_Brochure_297x210.indd 5
9/06/10 16:53
goed te drinken. Meestal is het gebrek aan eetlust tijdelijk en haal je later wel de ‘schade’ in, en is het lichaamsgewicht bij de start van de volgende chemotherapiekuur weer normaal. Noteer je lichaamsgewicht eenmaal per week. Als je blijft afvallen, kun je advies vragen aan een diëtiste. In het ziekenhuis werken diëtisten die ervaring hebben met de specifieke problemen van patiënten met kanker en zij willen je graag helpen bij het vinden van een oplossing. Misselijkheid Misselijkheid die wordt veroorzaakt door de chemotherapie is meestal de eerste dagen na de chemotherapie het ergst. Of je last van misselijkheid zult hebben, hangt samen met de soort chemotherapie. Maar ook is de een er meer gevoelig voor dan de ander. Bij chemotherapie met een grote kans op misselijkheid wordt automatisch medicatie toegediend welke de misselijkheid en het overgeven tegengaat. Middelen tegen de misselijkheid zijn bijvoorbeeld granisetron (Kytril), ondansetron (Zofran), metoclopramide (Primpéran) en dexamethason. Er zijn middelen waarbij de misselijkheid optreedt aansluitend aan de chemotherapie en die daarna snel voorbij gaat. Maar soms verergert de misselijkheid als je al een dag of meerdere dagen thuis bent, of wil de misselijkheid niet verminderen. Deze vertraagd optredende misselijkheid wordt anders behandeld als de misselijkheid die direct na de chemotherapie optreedt. Met name Kytril en Zofran lijken wat minder effectief hiertegen dan metoclopramide (Primperan®) en prednisonachtige medicijnen zoals Dexamethason of Solumedrol. Deze laatste twee medicijnen versterken het antimisselijkheidseffect van Primpéran en van Kytril of Zofran. Het helpt als je aan je arts vertelt wanneer je het meeste last had van de misselijkheid. In sommige gevallen kan ook Apripetant (Emend®) worden toegepast, een middel dat speciaal is bedoeld voor laat optredende misselijkheid.
ZNA313_Brochure_297x210.indd 6
9/06/10 16:53
Overgeven Overgeven kan erg vervelend zijn, maar sommige patiĂŤnten geven een enkele keer over en zijn het dan kwijt. Net als bij misselijkheid, kan overgeven aansluitend aan de kuur optreden, maar ook pas enkele dagen na de kuur zijn maximum bereiken. Als je heel erg misselijk bent en niet goed of voldoende kunt drinken, moet je met je behandelende arts of met het dagziekenhuis contact opnemen. In dat geval helpt een infuus met extra vocht en medicijnen tegen de misselijkheid dikwijls goed om de klachten te verminderen. Het is beter dat je een keer teveel belt, dan om te weinig te bellen, met het risico dat je vocht tekort komt en de nieren schade oplopen. Pijnlijke mond Chemotherapie grijpt niet alleen aan op kwaadaardige cellen, maar remt ook het delingsvermogen van andere weefsels die snel delen, zoals bijvoorbeeld de slijmvliezen van de mond en de darm. Hierdoor kan het mondslijmvlies pijnlijk aanvoelen, soms is het rood, en bij een ernstige reactie kunnen zweertjes in de mond ontstaan. Ook wordt het mondslijmvlies dan gevoeliger voor infecties, zoals koortslip of een schimmelinfectie. Gewoonlijk treden deze verschijnselen in de tweede week na de chemotherapie op en het herstel duurt ongeveer een week. Als het mondslijmvlies pijnlijk is, kun je het best de mond spoelen met koud fysiologisch zout. Kamille-oplossing kan de pijn verzachten, maar heeft geen invloed op de snelheid waarmee het mondslijmvlies herstelt. Er is geen enkel bezwaar tegen het gebruik van een pijnstiller zoals paracetamol. Wanneer het eten en drinken problemen oplevert, is het aan te raden om je huisarts te raadplegen of met het ziekenhuis contact op te nemen. Soms is het nodig dat je arts een antivirusmiddel als ZoviraxÂŽ, een antischimmelmiddel, of een speciale mondspoeling voor moet schrijven om het herstel te versnellen.
ZNA313_Brochure_297x210.indd 7
9/06/10 16:53
Algemene raadgevingen ingeval van ontstoken mond: › Drink veel vloeistof › Zuig op ijsblokjes › Gebruik zachte of gemixte voeding zoals pudding, babyvoeding, roomijs › Maak droge voedingsstoffen vochtig (thee, saus) › Vermijd zure voedingsmiddelen (citrusvruchten) en prikkelende dranken (vruchtensap, gashoudende dranken) › Gebruik eventueel abrikozennectar, bosbessensap › Houd mond en tandvlees proper Mondhygiëne Een goede mondverzorging is erg belangrijk wanneer je met chemotherapie wordt behandeld. Door de chemotherapie kun je een droge mond krijgen, of kunnen de slijmvliezen beschadigd raken, waardoor het gebit gevoeliger wordt voor cariës (tandbederf). Poets daarom het gebit na elke maaltijd en voor het slapen met een zachte tandenborstel. Als de mond pijnlijk is, kun je veilig de mond spoelen met een zoutoplossing (een theelepel zout op een liter water). In de regel irriteren zure dranken en vruchtensappen als de mond pijnlijk is; thee en appelsap en niet-koolzuurhoudend water geven dikwijls de minste problemen. Overleg met je arts en tandarts wanneer je het beste controles en behandeling door de tandarts kunt laten plaatsvinden. Meestal is dit enkele dagen voor de volgende kuur staat ingepland. Gebruik een lippenbalsem als je last hebt van droge lippen. Als zweertjes of witte plekken van het mondslijmvlies ontstaan, is het aan te raden je (huis)arts te consulteren. Diarree Als je enkele malen per dag dunne ontlasting hebt, hoef je je hier geen zorgen om te maken. Maar als je meer dan vijf keer per dag ernstige waterdunne ontlasting hebt, is er reden om extra maatregelen te nemen. Bij diarree verlies je veel water en zout, en het is belangrijk dit aan te vullen. Je moet veel drinken en je mag de zoutpot royaal gebruiken. Als het met deze maatregelen niet snel beter gaat, is het beter contact op te nemen met je (huis)arts. Sommige chemotherapie heeft een hoog risico op ernstige diarree en in dat geval zul je aparte instructies meekrijgen.
ZNA313_Brochure_297x210.indd 8
9/06/10 16:53
Verstopping Verstopping kan op elk moment tijdens de chemotherapie optreden, maar het komt vooral vlak na de kuur voor. In dat geval hangt het vaak samen met de middelen die bij de chemotherapie tegen de misselijkheid worden gegeven. Met name de groep medicijnen waartoe Kytril en Zofran behoren, kunnen verstopping veroorzaken. Meestal lost zich dit na enkele dagen op, maar het kan erg vervelend zijn. Als je merkt dat je verstopt raakt, kun je het best beginnen met een laxerend dieet, eventueel aangevuld door een mild laxeermiddel zoals Lactulose, Forlax of Movicol. In hardnekkige gevallen komt een lavement in aanmerking. Probeer ook zoveel mogelijk te blijven drinken om verstopping tegen te gaan. Koorts Met name de aanmaak van witte bloedcellen kan door veel chemotherapie geremd worden. Hierdoor daalt het aantal witte bloedcellen in het bloed. Als er een zeer sterke daling optreedt, word je gevoeliger voor infecties met bacteriën. Meestal zijn dit je eigen bacteriën die vanuit de darm of het mondslijmvlies het lichaam binnendringen. Als dit het geval is, is een behandeling met antibiotica nodig. Soms is een kuur antibiotica thuis voldoende, maar bij erg lage aantallen witte bloedcellen zullen de antibiotica via een infuus worden gegeven en is een ziekenhuisopname noodzakelijk. Ook in dat geval is de infectie meestal goed te behandelen, als de behandeling niet wordt uitgesteld. Daarom is het dringend advies om bij koorts (temperatuur van 38,5 °C of hoger) contact met het ziekenhuis op te nemen voor het nemen van een bloedstaal. Infecties kunnen niet alleen door bacteriën, maar ook door een virus worden veroorzaakt. Daarom is het verstandig om ruimten waarin veel mensen dichtbij elkaar staan, te vermijden.
ZNA313_Brochure_297x210.indd 9
9/06/10 16:53
Bloedneus en blauwe plekken Behalve de witte bloedcellen kan chemotherapie ook de aanmaak van de bloedplaatjes remmen. Een laag aantal bloedplaatjes remt de bloedstolling, waardoor wondjes langer blijven bloeden. Ook kunnen dan gemakkelijk blauwe plekken, een bloedneus of puntbloedinkjes van de huid ontstaan. Wanneer je last hebt van een langdurige neusbloeding, onverwachte blauwe plekken of puntbloedingen van de huid moet je naar het ziekenhuis komen voor een bloedstaal. Haaruitval Veel chemotherapie kan haaruitval veroorzaken, niet alleen van de hoofdhuid, maar ook van de wimpers, wenkbrauwen, okselhaar en schaamharen. Je arts zal je zeker vertellen of dit het geval is bij de chemotherapie die je krijgt, en of het nodig is om van tevoren eventueel een pruik te bestellen. Als de chemotherapie ernstige haaruitval veroorzaakt, begint de haaruitval meestal ruim twee weken na de eerste toediening van de kuur. Omdat de haaruitval dan snel kan verlopen, is het aan te bevelen om voor die tijd een pruik in huis te hebben. Soms is het niet met zekerheid te voorspellen of je een pruik nodig zult hebben en kun je afwachten hoe het gaat. In dat geval zal het haarverlies waarschijnlijk niet plotseling en volledig zijn. Voor advies over een pruik kun je terecht bij je kapper, of kun je op de afdeling waar je de chemotherapie gaat krijgen een adressenlijst vragen waar je een pruik kunt aanschaffen. Voor een tegemoetkoming in de kosten van een pruik heb je een attest van je arts nodig. De haaruitval door chemotherapie is vrijwel altijd tijdelijk en wanneer de chemotherapie is afgelopen (en soms al eerder), begint het haar opnieuw te groeien. Prikkelingen en tintelingen Sommige chemotherapie kan prikkelingen en tintelingen in de voeten en de vingers veroorzaken. Ook komen spier- en gewrichtsklachten soms voor. Je arts zal je hierover zeker informeren. Tot de middelen waarbij dikwijls prikkelingen en tintelingen optreden behoren cisplatine, paclitaxel (Taxol速) en vinorelbine (Navelbine速). De eerste verschijnselen beginnen meestal aan de voeten. Bij voortzetten van de behandeling kunnen behalve tintelingen ook dove gevoelens in handen en voeten optreden. Bij geringe klachten zal de behandeling
ZNA313_Brochure_297x210.indd 10
9/06/10 16:53
meestal volgens plan worden voortgezet, maar bij ernstige klachten zal soms de dosering van de chemotherapie worden verminderd of wordt de kuur uitgesteld totdat de klachten afnemen. Het is belangrijk om je arts in te lichten als je deze verschijnselen bemerkt, zodat je samen met je arts kunt beslissen of de mogelijke voordelen van de behandeling opwegen tegen de klachten die je ervan ondervindt. Een behandeling die de prikkelingen en tintelingen kan voorkomen, is er niet. Wel kunnen de klachten soms verlicht worden door bepaalde medicijnen. Ook helpt het om te slapen in een koele omgeving (geen dik dekbed). Typisch voor paclitaxel zijn spier- en gewrichtsklachten die meestal optreden kort na de kuur en na enkele dagen meestal weer vanzelf verdwijnen. Invloed op de nagels Bepaalde chemotherapeutica hebben een invloed op de nagels. Dit kan gaan van lijntjes in de nagel en verkleuring tot het loslaten van de nagels. Een verstevigende nagellak kan de nagel versterken.
Invloed op de huid Chemotherapie kan een droge schilferende huid veroorzaken. Dit kan aanleiding geven tot jeuk. In bepaalde gevallen treedt er een pijnlijke roodheid aan de handen en voeten op. Vochtinbrengende (hydraterende) oliĂŤn en pH neutrale zeep kunnen gebruikt worden bij het wassen. Hydraterende zalven (uiercreme) kunnen gebruikt worden bij een droge huid. Wanneer de chemotherapie via een bloedvat in de arm wordt toegediend, kan dit een bruinverkleuring van de huid langs dit bloedvat geven. De streepvormige verkleuring verdwijnt meestal enkele weken na het stoppen van de chemotherapie. Als je chemotherapie krijgt, is de huid gevoeliger voor het zonlicht of de zonnebank. Het is af te raden tijdens chemotherapie de zonnebank te gebruiken en bij blootstelling aan felle zon dient een beschermende
ZNA313_Brochure_297x210.indd 11
9/06/10 16:53
zonnecrème (ten minst factor 12) gebruikt te worden. Als de chemotherapie naast het bloedvat terecht komt, kan dit zweren ter hoogte van de huid geven. Waarschuw onmiddellijk je arts of verpleegkundige als er tijdens de toediening van de chemotherapie pijn, roodheid, een branderig gevoel of een zwelling op de plaats van de naald optreedt. De toediening van de meeste chemotherapie is pijnloos. Raadpleeg je arts als een van de volgende problemen optreedt: › › › › › › › › ›
Aanhoudend en hevig braken gedurende meer dan 24 uren Diarree gedurende meer dan 48 uren Plots optredende en frequente bloedingen en blauwe vlekken Koorts van meer dan 38°C of koude rillingen Ongewone hoofdpijn Extreme vermoeidheid of kortademigheid Bloed in de urine Pijnlijke mond of keel Branderig gevoel bij het urineren
ZNA313_Brochure_297x210.indd 12
9/06/10 16:53
Invloed op sexualiteit Invloed op het libido Sommige personen zullen tijdens de chemotherapie geen verschil ondervinden terwijl anderen een verandering in de behoefte of in het niveau van seksuele activiteit vaststellen. Indien je problemen ondervindt met je seksualiteit spreek er dan over met je arts. Indien hij je vragen niet kan beantwoorden, zal hij je doorverwijzen naar een andere hulpverlener. Invloed op de vruchtbaarheid van de vrouw Bepaalde vormen van chemotherapie veroorzaken een verandering van de menstruele cyclus. De menstruatie kan onregelmatig worden of wegblijven tijdens de behandeling. Je kan dan last krijgen van warmteopwellingen, jeuk, een uitdroging van de vaginale streek of een branderig gevoel aan de vagina. Bij vaginale problemen zal je arts je een crème voorschrijven. Chemotherapie kan tijdelijke of permanente onvruchtbaarheid veroorzaken. Of dit zal gebeuren, is afhankelijk van de soort chemotherapie en van je leeftijd (hoe ouder je bent, hoe groter de kans is op een vervroegd intreden van de menopauze). Het is wel mogelijk dat je tijdens de behandeling zwanger wordt. Dit is af te raden omdat de chemotherapie een invloed heeft op de foetus of de groei van de tumor kan versnellen. Gebruik steeds een voorbehoedsmiddel bij geslachtsgemeenschap. Indien je de pil gebruikt, bespreek dit met je arts.
ZNA313_Brochure_297x210.indd 13
9/06/10 16:53
Psychosociale hulp Je ziekte optimaal behandelen is belangrijk, maar we mogen ook je gemoedstoestand niet uit het oog verliezen. Wanneer men met kanker geconfronteerd wordt, komt dit meestal hard aan bij de patiënt en zijn of haar familie. Vandaar dat wij een zogenaamd ‘support team’ hebben opgericht bestaande uit mensen die fulltime bezig zijn met het begeleiden van deze mensen. Dit team bestaat uit volgende mensen: Voor ZNA Sint-Erasmus: › Tanja de Bruyn, vepleegkundige van het Mobiel Support Team › Katina Daems, psychologe › Pastorale dienst Voor ZNA Stuivenberg: › Els Timmermans en Els van Loon, verpleegkundigen van het Mobiel Support Team › Ann Leunckens, psychologe › Lien Pelckmans, psychologe › Ine van Agtmaal, sociale dienst › Nicole Everaerts, vrijzinnig moreel consulente › Liesbeth Philips, pastorale dienst
› ›
VLK inloophuis, Carnotstraat 136, 2060 Antwerpen 03 213 13 44
›
Vlaamse Liga tegen Kanker, Jan Van Rijswijcklaan 230, 2020 Antwerpen 03 226 40 00
›
Belgische Federatie tegen Kanker, Leuvense steenweg 479, 1030 Brussel 02 733 68 68
ZNA313_Brochure_297x210.indd 14
9/06/10 16:53
Wie kun je bellen als je vragen hebt? ZNA Sint-Erasmus 03 270 80 11 Algemeen nummer 03 270 80 15 Spoed Dagziekenhuis Oncologie 7de verdieping 03 270 89 09 Werner Jorens, hoofdverpleegkundige 03 270 87 33 Verpleegkundigen Patiëntenbegeleiding 03 270 89 12 Tanja De Bruyn, Mobiel Support Team 03 270 89 34 Katina Daems, psychologe 03 270 80 59 Daniëlle Verhoeven, diëtiste Hospitalisatie 03 270 84 33 Afdeling 4de verdieping
ZNA313_Brochure_297x210.indd 15
9/06/10 16:53
ZNA Stuivenberg 03 217 71 11 Algemeen nummer 03 217 75 08 Spoed Dagziekenhuis C4 03 217 71 40 Monique Swinnen, hoofdverpleegkundige 03 217 72 25 Dagziekenhuis C4 PatiĂŤntenbegeleiding 03 03 03 03 03 03 03
217 217 217 217 217 217 217
79 79 72 74 89 79 79
86 86 07 79 77 22 24
Els Timmermans, Mobiel Support Team Els van Loon, Mobiel Support Team Ann Leunckens, psychologe Vicky Maus, diĂŤtiste Pastorale dienst Liesbeth Philips Nicole Everaerts, vrijzinnig moreel consulente
Hospitalisatie 03 217 79 45 Afdeling D4 03 217 70 17 Joppe Wils, hoofdverpleegkundige
In het weekend kun je je bij problemen het beste wenden tot de dienst Spoed.
ZNA313_Brochure_297x210.indd 16
9/06/10 16:53
Lange Beeldekensstraat 267 2060 Antwerpen 03 217 71 11
630 - ZNA313 - versie 1006
ZNA Stuivenberg
www.zna.be
ZNA313_Brochure_297x210.indd 1
9/06/10 16:53