6 minute read
Tatum op de thee
Elke maand gaat Tatum Dagelet Op de Thee bij een interessante, beroemde of beruchte bewoner van Zuid.
Op de thee bij DOUWE, DIE MET GROTE MENSEN-BLOKKEN BOUWT
Advertisement
Op een kroegavond raakte ik pardoes aan de praat met de gezellige Fries Douwe Heeringa (36). Hij vertelde hoe hij als kind graag met Lego speelde en hoe hij nu – als planoloog – de ingewikkelde grote mensen versie daarvan uitoefent. Daar wilde ik meer over horen en dus bezoek ik hem in zijn woning aan de Van Eeghenstraat, waar we – al theedrinkend – op het gezamenlijk dakterras genieten van een weids uitzicht op Zuid.
Jij bent de eerste Amsterdamse Fries bij wie ik op de thee ga voor deze rubriek! Sinds wanneer woon je in Amsterdam?
“Bijna vijftien jaar. Ik ben opgegroeid in Holwerd: het dorp waar de boot naar Ameland vertrekt. Op mijn zesde scheidden mijn ouders, mijn vader verhuisde naar Dokkum en vanaf dat moment pendelde ik heen en weer. Veel mensen uit het Noorden van Friesland gaan op de eilanden werken en na de middelbare school ben ik naar Ameland gegaan, daar kreeg ik een bijbaantje als taxichauffeur. Vanaf mijn vijftiende reed ik namelijk al auto: mijn grootouders hebben een autogarage en op een bepaald moment – zoals dat op het platteland gaat – word je verzocht op vrijdagmiddag mee te werken in de zaak. Ik ging autowassen en dan is het wel handig als je de auto’s ook kunt verplaatsen, vandaar dat ik meteen op mijn achttiende m’n rijbewijs heb gehaald. Op mijn 22 ste ben ik vanaf Ameland naar Amsterdam verhuisd, om planologie te studeren. Al mijn vrienden gingen studeren in Groningen, ik wilde per se hiernaartoe.”
Waarom wilde jij – als doorgewinterde Fries – naar
Amsterdam verhuizen?
“Nou, sinds mijn zevende kom ik in Amsterdam. Ik heb een twaalf jaar oudere halfbroer, hij verhuisde in 1992 naar Amsterdam voor zijn studie. Zo’n drie keer per jaar ging ik bij hem op bezoek, dan nam hij me op sleeptouw door Amsterdam. Daardoor heb ik altijd een beetje het idee dat ik in Amsterdam opgegroeid ben. We gingen naar Circus Elleboog, de Stadsschouwburg... En ademloos luisterde ik naar zijn verhalen over het stappen in Amsterdam. Ik weet nog goed dat ik zeventien jaar was en we een keer langs de afgebrande Roxy liepen, hoeveel indruk dat op me maakte. Destijds was de stad veel rauwer, met veel junks in het straatbeeld. De stad, de trams... mágisch vond ik het allemaal. Ik denk dat – onbewust – mijn fascinatie voor steden toen is ontstaan, want van beroep ben ik planoloog. Dan hou je van stedenbouwen, ruimtelijke ordening, dat soort dingen. Het heeft voor mij ook nooit ter discussie gestaan dat ik naar Amsterdam wilde.”
En dan woon je ook nog in de Van Eeghenstraat: het meest chique stukje van Zuid!
“Ja, hiervoor woonde ik in een containerwoning in de Houthavens, waar ik als student voor in aanmerking kwam. Vervolgens ben ik drie jaar daarna via de woningbouw doorgestroomd naar deze halve woning. Ik woon hier heel fijn. En het is lekker rustig, alhoewel we hier twee keer te maken hebben gehad met een explosief: de eerste keer vond de portier bij het hotel in de Korte Van Eeghenstraat een handgranaat die niet ontplofte en in juli vorig jaar ontplofte er wel een bom, voor de deur van hetzelfde hotel. Het was vijf uur ’s ochtends, het was een enorm harde explosie, ik zat meteen rechtop in bed. Het was een redelijke ravage in de straat: met veel zwaar beschadigde auto’s en gesprongen ramen. Er zijn een aantal bewonersbijeen komsten georganiseerd door de Stadsdeelvoorzitter en ik weet niet precies wat de vorderingen zijn, maar ik heb gehoord dat er vermoedens waren van banden met de georganiseerde misdaad. Er zijn beelden vrijgegeven van de bewakingscamera, waarop je ziet dat een jonge kerel een bom neerlegt, een draad uitrolt en op een knop drukt. Dat zijn gebeurtenissen die ik niet snel associeer met dit stukje van Amsterdam...”
En woon je hier alleen?
“Ja, mijn vriendin – waar ik vier jaar mee samen ben – woont en werkt in Friesland. En ik sta er simpel in: zij moet doen wat ze leuk vindt en ik doe wat ik leuk vind, en ik wil hier voorlopig blijven werken en wonen.”
Zou je voor de liefde naar Leeuwarden verhuizen?
“Dat zou ik heel lastig vinden. En andersom zou zij het ook lastig vinden hiernaartoe te verhuizen.”
Voel je je hier in Amsterdam inmiddels meer thuis dan in Friesland?
“Ik ben bang van wel. In Friesland voel ik me ook thuis hoor, ik kom daar nog vaak en dan heb ik het altijd naar mijn zin. Maar als ik met een mes op de keel zou moeten kiezen tussen Friesland of Amsterdam, is het Amsterdam.”
Wat vind jij het grootste verschil tussen de Friese- en Amsterdamse mentaliteit?
“In de stad is het net allemaal iets harder, qua concurrentie op de arbeidsmarkt bijvoorbeeld. En hier is de profileringsdrang wat groter. Niet alleen de drang denk ik, maar ook de noodzaak. Dat is op het platteland natuurlijk wel minder het geval.”
Mis je wel íéts van Friesland?
“Het landschap, de zee... Maar ik ben niet zo’n diepFries, iemand die met de Friese vlag loopt te wapperen.”
Zijn Friezen ook diep-Friezen in de zin van ‘koeltjes’ en gereserveerd?
“Het is een cliché, maar als ik terugkijk op de feestjes van vroeger: na de eerste tien biertjes beginnen we voorzichtig te praten, na vijftien bier gaat het een beetje los en als de Berenburg op tafel wordt gezet, wordt het gezellig. Friezen moeten een beetje loskomen.”
Geldt dat ook voor jou?
“Nee, ik ben ook maar half Nederlands. Mijn vader is in Oost-Duitsland geboren en heeft een heel diverse achtergrond: een rare mengelmoes van iets Joegoslavisch, de Baltische Staten, Engels en Schots. Dus ik ben niet alleen maar een Fries. Sterker: ik voel me niet echt een Hollander.”
Van beroep ben je planoloog, waar hou je je dan zoal mee bezig?
“Ik ben adviseur opdrachtgeverschap bij Rijkswaterstaat in Noord-Holland, daar werken we aan de aanleg en het onderhoud van bruggen, sluizen en wegen. Wij verstrekken de overheidsopdracht om het uit te
voeren. Een van de projecten in Zuid waar we bijvoorbeeld aan werken is het Zuidasdok: de ondertunneling van de Ring A10.”
Wat zou jij als planoloog nog willen aanleggen in Zuid, als je het voor het zeggen had?
“Het lijkt het me leuk als er wat meer water in Zuid zou zijn. We hebben natuurlijk de Amstel en een aantal grachtjes, maar niet écht veel water... Een paar fonteinen vind ik in z’n algemeenheid wel een gemis. Ik ga regelmatig naar de Frietboutique in de Cornelis Schuytstraat. En dan denk ik: hoe leuk zou het zijn als dit pleintje een klein sympathiek fonteintje had...”
Já, wil ik ook! Kan jij dat regelen?
“Haha, dan moet je toch echt bij het Stadsdeel zijn.”
Ga je Zuid ooit uit?
“Ik zou graag in Zuid willen blijven wonen, maar op den duur wil ik wel wat groter wonen en het is niet eenvoudig om hier een redelijk betaalbare woning te krijgen. Een studievriend van me kocht onlangs een huis in de Rivierenbuurt en betaalde bijna zes ton voor een woning van 80 m 2 . Allemaal leuk en aardig, maar daar kan ik een villa van kopen in... ja, Friesland bijvoorbeeld.”
Dus misschien tòch terug naar Friesland?
“Het is ook afwachten wat mijn vervolgstappen gaan zijn: mijn werk wil ik altijd blijven doen, het liefst ook internationaal. Dus de kans dat ik naar het buitenland ga acht ik iets groter dan dat ik terugga naar Friesland. En iedere keer als ik weer terugkom in de stad – ik reis best veel – voel ik me toch altijd weer home sweet home.”