2 minute read
Jules
We zijn het zat
Jules woont met man en drie kinderen in Oud-Zuid. Ze leidt het perfecte leven. Tenminste, zo líjkt het.
Advertisement
Sinds elke persoon op straat een potentiële walking dead kan zijn, laat ik het boodschappen doen liever over aan onze au pair. Helaas lukt dat niet altijd. “Uw beurtbalkje, mevrouw”, zegt een vrouw die – keurig op 1,5 meter afstand – achter me staat bij de kassarij in de Albert Heijn. Geen idee tegen wie ze praat, dus ik ga gehaast door met het inpakken van mijn boodschappen terwijl de caissière intussen mijn aankopen scant. Lekker efficiënt, want ik wil zo snel mogelijk weg uit het bacteriënparadijs.
“Uw beurtbalkje." Wéér die vrouw, nu met een meer dwingende toon. Ik kijk achterom. Blijkbaar had ze het tegen mij, ze kijkt me streng aan. Het is een grijsharige vrouw van in de zestig, ze draagt een paarse jas. Zo’n overjarig dierenactivist-typetje. “Beurt wát?”, vraag ik. “Uw beurtbálkje, wel handig als de kassadame de boodschappen van klanten kan scheiden op de kassaband, toch? Of wilt u mijn boodschappen ook afrekenen?” Ze steekt nog net geen belerend wijsvingertje op. Tjonge, wat een ongezellig type. Zij had dat ding toch evengoed kunnen neerleggen? Heks.
Terwijl ik een pak Venz hagelslag in mijn boodschappentas prop, reikt mijn andere arm uit naar hetgeen dus blijkbaar een ‘beurtbalkje’ heet. “Heeft u een bonuskaart?”, vraagt de caissière. Wacht even. Boodschappen inpakken, beurtbalkje, bonuskaart. Iets te veel prikkels... En net als ik dat verdomde beurtbalkje op de kassaband wil neerleggen, hoor ik iemand door de zaak roepen. “Winkelmandje!!!” Het is de servicebaliemedewerker, ze probeert de aandacht te trekken van een man die door het ingangspoortje loopt, zonder winkelmandje dus. De man lijkt het niet te horen. ”Meneeheer, winkelmandje!”, roept ze nogmaals. Bij het derde “Winkelmandje!” heeft hij eindelijk door dat het geschreeuw voor hem bedoeld is. “I’m sorry?”, hoor ik hem verschrikt vragen met een buitenlands accent. “Basket!”, gilt de medewerker. De man begrijpt de boodschap, wil teruglopen, maar het poortje gaat niet open vanaf zijn kant. Geïrriteerd pakt de medewerker een bezem en loopt naar de poortjes toe, wappert de bezem voor de sensoren, zodat het poortje opengaat. De man loopt terug, richting de winkelmandjes. Die er blijkbaar niet staan. Hij zucht en wordt verzocht te wachten.
Goed, waar was ik gebleven? “Uw beurtbalkje." Ah, gelukkig weet de mislukte kleuterjuf achter me het nog wel. Nu zal ze het krijgen ook. Demonstratief pak ik het beurtbalkje, loop ik doelgericht twee passen naar het eind van de boodschappenband en plof ik het beurtbalkje – net iets té hard – op de kassaband, achter de scharreleieren. “Afstand houden, alstublieft!”, berispt de caissière mij. Die heks achter me schenkt haar een irritante begripvolle blik.
Met twee zware boodschappentassen en rode vlekken in mijn nek loop ik de Albert Heijn uit. Er vliegt een politiehelikopter boven Zuid. Het is de derde deze week.