6 minute read

Tatum op de thee

Next Article
Co van der Horst

Co van der Horst

Elke maand gaat Tatum Dagelet Op de Thee bij een interessante, beroemde of beruchte bewoner van Zuid.

Op de thee bij KLUSVROUW JET

Advertisement

Ze was directrice van Stichting SAIL Amsterdam, directrice van het Nederlands Congresbureau en ze vloog heen en weer naar Angola om congressen te organiseren over olieboren. Maar na járen banen op topniveau te hebben gehad, gooide Zuidbewoonster Jet Key (68) negen jaar geleden het roer om: ze werd klusvrouw. Het begon met klusjes bij oudere buurtgenoten, maar inmiddels heeft Jet haar twee rechterhanden vol als klusvrouw en verplaatst ze zich – op fiets met aanhangkar – door de hele stad. We drinken thee in haar zonnige woning in de Rubensstraat, waar ze met haar vrouw Saskia woont.

Ben jij een authentieke Zuidbewoner?

“Eigenlijk wel, ik ben geboren en getogen in de Gerrit van der Veenstraat. Vervolgens heb ik zes jaar rechten gestudeerd in Leiden en na mijn studie ben ik weer teruggekomen en woonde ik 25 jaar in de Van Eeghenstraat. Dit huis in de Rubensstraat was van mijn ouders, ze zijn hier gaan wonen toen ze eenmaal met z’n tweeën waren. Eerst overleed mijn vader, daarna mijn moeder. Toen was dit huis van mijn broers, mijn zusje en mij. Mijn zusje woont al heel lang in België, mijn broers hadden geen interesse, dus ik dacht: waarom stel ik niet voor om ze uit te kopen? Misschien wil ik op een dag wel weg uit de Van Eeghenstraat, met al die trappen? En dit was een eenmalige kans. Mijn vrouw Saskia en ik wonen hier sinds 2008. We hebben een aantal dingen aangepast – waaronder een andere keuken – zodat het ook echt ‘ons’ huis werd. Het is dus meer zo gelopen, dat ik nog in Zuid woon, maar het is ideaal wonen hier.”

Wat is jouw leukste jeugdherinnering aan de buurt?

“Als kind vond ik het fantastisch toen de Gerrit van der Veenstraat – waar klinkers lagen – geasfalteerd werd; ineens konden we met z’n allen rolschaatsen in de straat! Ook heb ik hele goede herinneringen aan de AIJC: ofwel de Amsterdamsche IJsclub, gelegen achter het Olympisch Stadion. In de zomer was dat een camping en in de winter werd het terrein onder water gezet, zodat je er kon schaatsen bij vriesweer. Als het koud genoeg was om te kunnen schaatsen, verschenen er bordjes ‘AIJC’ voorop de trams. Dan wist je dat de ijsbaan open was.”

En waar in Zuid kom je tegenwoordig graag?

“Het café, dat nu dicht is! Vooral Gruter vinden wij heel leuk, het enige échte bruine café in Zuid.”

Je studeerde rechten, had tal van betrekkingen als directrice en negen jaar geleden werd je klusvrouw. Hoe is dat ontstaan?

“Daar is 35 jaar – in een net pak naar kantoor – aan vooraf gegaan. Op een gegeven moment was ik directrice van het Nederlands Congresbureau en toen daar een fusie plaatsvond met het Nederlands Bureau voor Toerisme, moest ik vertrekken. Daarna heb ik nog een tijdje interim gewerkt als congresorganisator en vloog ik heen en weer naar Angola om congressen over olieboren te organiseren. Maar door de crisis in 2008 ging het bedrijf waar ik voor werkte failliet. Terug in Nederland lukte het maar niet om weer een baan te vinden. 'U past niet in het profiel', kreeg ik als 58jarige steeds te horen; dé manier om te zeggen dat ze je te oud vinden. Na een jaar solliciteren kreeg ik echt een slecht humeur van al die afwijzingen. Ik móét iets anders verzinnen, dacht ik. En zo kwam ik uit op klussen: ik ben met twee rechterhanden geboren en had al veel gereedschap, want ik zeil vaak op zee en daar komt niet zomaar een monteur voorbij. Mijn ouders hadden op late leeftijd zo’n handig mannetje die bij hen thuiskwam voor de kleine klusjes – op je tachtigste ga je niet snel op een ladder staan om een lampje te vervangen – dus ik dacht: er zijn vast ook mensen in de buurt die zulke hulp kunnen gebruiken. Bij een aantal ouderen in de straat heb ik aangebeld en gevraagd of ze weleens een klusjesman nodig hebben. En of dat ook een klusvrouw zou kunnen zijn. Men reageerde enthousiast, vervolgens heb ik een folder gemaakt en die bij buurtgenoten door de bus gedaan. Na vier dagen belde de eerste... En Tatum, sindsdien staat de telefoon roodgloeiend.”

Welke klus vind je het leukst?

“Eigenlijk alles, want het is heel dankbaar werk: iedereen is blij als je komt én nog blijer als je weggaat, omdat de klus geklaard is. Naast klusjes als het maken van een lamp, het vastzetten van een drempel, of het ophangen van een gordijnrails, help ik oudere mensen ook met hun computer of tablet. Laatst belde een vrouw: 'Jet, ik moet een diegit hebben.' Als oudere

mensen een DigiD nodig hebben om bijvoorbeeld hun rijbewijs te verlengen, maar geen idee hebben hoe dat moet, kan ik ze daarbij helpen. En qua tijdsplanning houd ik er rekening mee dat er ook mensen zijn – zeker nu zijn er veel eenzame ouderen – die graag een praatje maken of het leuk vinden als je een kopje koffie met ze drinkt. Ik besef me steeds meer dat ik ook – en vooral in deze coronatijd – een sociale functie heb.”

Wat is jouw meest bijzondere klus ooit geweest?

“Bij een ouder echtpaar in de buurt had ik een dvdspeler aangesloten. Zes weken later belde die mevrouw me voor een andere klus: het stopcontact van haar telefoon lag eraf. Het was urgent, want ze vertelde dat haar man net was overleden en ze moest dus wel kunnen bellen. Die dag was ik elders aan het werk, in de avond ging ik naar haar toe. Ik kwam binnen en die mevrouw pakte me bij de hand. ‘Wil je mijn man even zien?’, vroeg ze. Natuurlijk zat ik er niet op te wachten om haar overleden man te zien, maar voordat ik het wist stond ik aan het voeteneind van het bed, waarin hij lag. Nadat ik haar stopcontact had gemaakt, vroeg ze of ik een foto van haar man wilde maken. Hij lag in een pikdonkere kamer, zonder lichtje of kaarsje, dus ik vroeg of ze iets van verlichting had. Ze kwam aan met een zaklantaarn en scheen met dat witte LED licht op zijn gezicht. Dat zag er natuurlijk niet uit, dus uiteindelijk heb ik een lampje uit de woonkamer gehaald. Op dat moment dacht ik wel even: nou Jet de klusvrouw, wat sta ik hier te doen, haha!”

Hoe lang ben je nog van plan op die ladder te staan? “Fysiek ben ik in orde, dus ik hou dit nog wel even vol. Het is wel zo dat ik tegenwoordig in de zomer drie à vier maanden vrij neem, dan ga ik zeilen. Ik ben

“Ik ben geboren met twee rechterhanden.”

tenslotte AOW’er en daar wil ik ook van genieten. Maar ik vind dit werk nog altijd heel leuk en heb een grote schare trouwe klanten.”

Daarnaast ben je ook voorzitter van het comité 4 mei herdenking Apollolaan...

“Ja, dat is heel mooi werk om te doen. Het was erg jammer dat het vorig jaar niet kon doorgaan, we wilden de plaquette gaan onthullen waar de namen opstaan van de 29 mannen die daar gefusilleerd werden. Ook dit jaar kan het door corona niet doorgaan, maar we hebben iets anders bedacht: een wandelkaart met zo’n tweehonderd monumenten. Wandelend kunnen Amsterdammers deze prachtige herdenkingsplekken bezoeken op 4 mei, en tijdens de wandeling kunnen podcasts beluisterd worden. Informatie hierover is te vinden op onze sites: 4en5meiamsterdam.nl en 4mei-apollolaan.nl”

Zuid ooit uit?

“Ik ben een échte Amsterdammer, ik ga de stad niet uit. Bovendien zie ik geen reden om hier weg te gaan: een huis op de begane grond, een grote tuin, in een leuke straat met jong en oud, het is hier heerlijk.”

This article is from: