6 minute read

MARK BAANDERS

Zowel in Oud-Zuid als in de media is de goed gestemde Mark Baanders (25) alias ‘slijptol’ een bekend gezicht. Voor zijn reportages vangt hij de meest uiteenlopende mensen uit de samenleving voor zijn camera. Vaak met een knipoog. Iets wat niet door alle demonstranten, krakers en activisten in dank wordt afgenomen, maar zelf vindt hij dat je dat niet al te serieus moet nemen. “Ik neem iedereen op de hak, dat is voor mij een leuke manier van nieuws overbrengen aan de jeugd.”

We spreken af in de Cornelis Schuyt: de plek waar zijn wieg stond, maar ook waar hij per toeval de mediawereld inrolde. Inmiddels heeft hij in het presenteren en verslaggeven zijn roeping gevonden, maar wil hij tegelijkertijd zijn horizon verbreden door een eigen skinecare-lijn voor mannen op de markt te brengen. Dit allemaal met als voornaamste doel om zich op een dag weer in Oud-Zuid te kunnen vestigen, samen met zijn vriend en hondje Chupa.

Advertisement

Hoe was het voor jou om op te groeien in Oud-Zuid?

“Je woont in een heel klein dorpje waar iedereen elkaar kent en bij elkaar over de vloer komt. Het is een hele hechte gemeenschap, dus ik denk wel dat je hier opgroeit in een hele dikke bubbel. Tegelijkertijd woon je midden in de stad waardoor ik het stadse leven ook heb ontdekt, met armoede en diversiteit. Eigenlijk leef je in een klein reservaat waar je altijd de mogelijkheid hebt om met je fietsje buiten die bubbel te gaan. Het jammere is vaak als je kijkt naar kleinere gemeentes zoals Aerdenhout, Bloemendaal en Wassenaar waar jongeren ook heel veel welvaart zien, dat zij die andere kant niet zien. Als jij als kind op een plek opgroeit waar je niet in de fitting society past, dan zit je daar echt opgesloten. Daarom is Amsterdam voor mij echt vrijheid. Ik heb het gevoel dat je hier wel de full-picture krijgt en ik vind het heel erg fijn dat ik wereldwijs ben opgegroeid.”

Wanneer kwam je erachter dat je in een bubbel leefde?

“Ik heb wel doorgehad dat ik in een beschermd reservaat heb geleefd. Wat uiteindelijk als kind heel fijn is: je kan op straat spelen, je maakt niks vervelends mee en iedereen kent elkaar. Het is een hele fijne, veilige buurt. Achteraf heb ik wel gezien, toen ik volwassen werd, dat het een hele gecreëerde bubbel van veiligheid, rust en tevredenheid is. En dat het helemaal niet vanzelfsprekend is en ook niet voor iedereen is weggelegd. Op een heel geconcentreerd stukje wonen allemaal Bourgondiërs, die heel veel lol kunnen hebben en vaak niet eens weten welke dag het is, omdat het altijd een mooie dag is. Iedereen doet wat ze leuk vinden. Dat is ook direct het moeilijke van hier opgroeien. Je groeit op met een bepaalde standaard die heel hoog is. Soms denk ik wel dat het voor je eigen levensloop misschien prettiger is om aan de rand van Amsterdam te zijn opgegroeid, omdat je telkens een stapje vooruit wil gaan. Als je bent opgegroeid in Zuid, dan is er niet echt een plek waar het nog mooier is, dus dan moet je een bepaalde standaard zien hoog te houden wat niet zo prettig is. Dat geeft soms een angstig gevoel. Want aan de ene is het een enorme gift, dat je hier alles hebt gehad, maar aan de andere kant klamp je jezelf er ook aan vast, omdat je niets anders gewend bent. Maar om dit moois te behouden, moet je ook alle efforts doen die iedereen heeft gedaan. En daar ben ik nu mee bezig, want sinds een aantal jaar voel ik wel heel erg de druk om dit te behouden.”

Waar resulteert dat in?

“Ik ben bij AT5 begonnen als verslaggever. Ik was een toevallige passant in de Cornelis Schuytstraat die ergens wat over zei en toen werd mij op jonge leeftijd een enorm heerlijke baan voorgeschoteld.

Toch was het een kans die ik in eerste instantie niet wilde pakken. Waarom zou ik verslaggever willen worden? Het was niet per se een droom van mij om voor de televisie te werken. Desondanks heb ik gedacht: heel veel mensen zouden een moord doen voor deze baan, zoiets kan ik natuurlijk niet afslaan. Dus achteraf gezien heb ik daar heel veel geluk mee gehad. Het is letterlijk iets wat op mijn pad is gekomen, op de Cornelis Schuytstraat. Ik heb mijn kans gepakt en mocht vervolgens in mijn tussenjaar op gesprek komen bij PowNed. Toen moest ik voor mezelf de keuze maken: ga ik voor het studiepad of neem ik op jonge leeftijd een goede baan aan en probeer ik daarin succesvol te worden. Toen dacht ik: misschien is dit onbewust dan toch iets waar mijn hart ligt en heb ik ervoor gekozen om het risico te nemen, ware het niet dat heel veel mensen dit zouden willen doen. Ik ging er heel bleu in, maar heb er uiteindelijk mijn passie in gevonden.”

Voor PowNed moet je regelmatig de grenzen opzoeken. Wat vind je daarvan?

“Je moet de grenzen opzoeken, want je moet uiteindelijk de vinger op de zere plek leggen, maar ik heb mezelf nooit voor PowNed dingen laten doen waar ik niet achtersta. Ik hou er wel van om een grapje met mensen uit te halen. Met iedereen. De ene persoon kan het niet zo goed hebben en de ander reageert er heel leuk op. Ik vind het leuk om door middel van een grapje onderwerpen luchtig te houden. Ik zie steeds meer mensen die al het leed van de wereld op hun schouders dragen en die zich onrecht voelen aangedaan. Ze denken dat ze moeten vechten om hun hachje te redden in Nederland. Persoonlijk vind ik dat mensen zich tegenwoordig iets te druk maken. Uiteindelijk is PowNed een nieuwskanaal die de grens opzoekt tussen nieuws brengen en een beetje satire. Dat is voor mij een leuke manier van nieuws overbrengen aan de jeugd. Of dat nou is door neppe en echte kaviaar te laten proeven op Masters EXPO, neppe Bitcoins uit te delen op de P.C. Hooftstraat, of door klimaatdemonstranten te vragen naar de verschillen tussen CO2 en koolstofdioxide; ik probeer op een leuke manier het nieuws te geven.”

Het is ook weleens uit de hand gelopen. Wat doet dat met je?

“Tijdens mijn werk is het uit de hand gelopen op het moment dat het vuur het heetst was. Dat was natuurlijk tijdens de coronaperiode het heftigst. Mensen op Urk die naar de kerk gaan, daarmee de coronaregels overtreden en mij vervolgens aanrijden, krakers die mij de dood toewensen omdat ik niet in de buurt van het huis mag komen. Het zijn dingen die ik vaker in mijn leven heb meegemaakt, maar dat trek ik me niet persoonlijk aan. Wel is het heel naar wat er is gebeurd. Vanuit mijn perspectief, waar ik vandaan kom, is het ook heel interessant om zoveel diversiteit te zien. Ik ben opgegroeid in een bubbel en als je dan op zo’n demonstratie staat, waarbij mensen het gevoel hebben dat ze moeten vechten voor hun leven, dan heb ik daar ergens ook wel weer respect voor. Ze staan echt ergens voor. Wel zie ik dat er in de afgelopen jaren een trend is ontstaan in het buitensluiten van pers en het normaliseren van geweld tegen mensen die juist de oren en ogen van het volk zijn. Deze collectieve haat tegen de pers maakt het voor mij als verslaggever nóg onveiliger dan het al is. En die onveiligheid heb ik altijd voor lief genomen, omdat het er gewoon is en wij juist naar de plekken moeten waar soms gevaar dreigt, maar omdat iemand het niet eens is met wat jij maakt en je daarom een trap verkoopt, dan vind ik je gewoon een klootviool.”

Zie jij jezelf uiteindelijk weer in Oud-Zuid wonen? Is dat je doel en je droom?

“Ik heb nu een vriendje en ik ga geen concessies doen. Ik woon nu even in De Pijp, maar ik ga sowieso terug naar OudZuid. Dit is de plek waar mijn hart ligt en ik merk dat ik hier heel erg gelukkig ben. Dit is helemaal mijn buurt. Mijn moeders kant van de familie woont al drie generaties lang op de Verhulststraat. Toen zij hier voor het eerst kwamen wonen, konden ze uitkijken tot het Kleine Kalfje aan de Amstel. De Rivierenbuurt en Apollolaan bestonden nog niet. De andere kant van mijn familie is al drie generaties lang architectenbureau Baanders. Zij hebben duizenden panden gebouwd in Amsterdam. Van het ronde theehuis in het Vondelpark en het Amsterdams Lyceum tot De Nederlandse Cocaïnefabriek die inmiddels gesloopt is en het Astoria. Wat dat betreft heb ik een hele Amsterdamse familie en ik voel me ook enorm Amsterdammer.”

Wat ga je doen om dat te bewerkstelligen?

“Dan moet ik wel heel veel doen, haha! Mijn plannen op de korte termijn zijn om zelf meer programma’s te gaan ontwikkelen. Het afgelopen jaar heb ik veel werkzaamheden buiten PowNed verricht om mijn horizon te verbreden. Ik wil me nu vooral gaan inzetten als presentator en programmamaker. Dus ik wil met mijn baan meegroeien. Daarnaast, on the side, hou ik heel erg van het ondernemerschap. Zo ben ik nu bezig met de ontwikkeling van mijn eigen skincare merk voor mannen. Dat is echt mijn passie. Ik zou het leuk vinden om het als mijn taak te zien, vanuit een persoonlijke drang, om jongeren te inspireren om goede verzorging te gebruiken. Als je een keer slecht hebt geslapen en je bent donker rondom je ogen, dan kan je overwegen om tanning drops te gebruiken of een goede poeder waarmee je bepaalde vlekjes maskeert. Ik ben er door mijn Vitiligo achter gekomen hoe moeilijk het is om als man goede huidverzorgingsproducten te krijgen. Of je moet bij vrouwenafdeling kijken, maar ik vind niet dat het zo zou moeten zijn. Dit is iets waar ik nu mee bezig ben en waar ik heel veel energie uithaal. Natuurlijk hoop ik dat ik er de financiële vruchten van kan plukken om uiteindelijk weer hier in OudZuid te kunnen wonen.”

This article is from: