5 minute read

IN BEELD

Next Article
PODCAST

PODCAST

WERNER MANTZ FOTOGRAFEERDE OOK MENSEN

Advertisement

Gemeente Spaarbank Maastricht, 1951-1953

Het oeuvre van Werner Mantz behelst veel meer dan alleen architectuur-

fotografie. PAUL VAN DER STEEN haalt met Clément

Mantz herinneringen op aan de werkwijze van zijn vader. ‘Het is een mythe dat hij in zijn werk weinig aandacht had voor mensen.’

WERNER MANTZ FOTOGRAFEERDE OOK MENSEN

Fotograaf Werner Mantz schoot zijn bekendste werk in de jaren 1920-1960, de periode dat in de architectuur het Nieuwe Bouwen terrein won. Ook in de fotografie was sprake van een grote vernieuwingsdrift. Parallel aan de baanbrekende architectuur ontwikkelden jonge fotografen een nieuwe manier van kijken. Ze streefden naar heldere en precieze beelden, speelden met licht en lijnenspel. Bij Mantz leidde dat tot architectuurfoto’s waarin de anatomie van bouwwerken en de compositie van de foto perfect samenvielen.

Toch bleef de totale Mantz lange tijd onzichtbaar. In het retrospectief The Perfect Eye in het Bonnefanten in Maastricht komen andere aspecten van zijn oeuvre aan bod. ‘Mooi om het bij elkaar te zien’, zegt Clément Mantz terwijl hij een toelichting geeft op die andere kant van zijn vader, ‘hoewel het nog steeds een selectie is.’ De relatieve onbekendheid van fotograaf Werner Mantz (1901-1983) heeft vooral te maken met wonen en werken in een uithoek. De in Keulen geboren Mantz was van joodse komaf. Na de machtsovername door de nazi’s in 1933 werkte hij steeds meer vanuit Maastricht, om er in 1938 definitief neer te strijken. Zijn portretstudio aan het Vrijthof werd een begrip in de regio.

Rheinstein, Duitsland, 1919

‘Tijdens de Eerste Wereldoorlog veranderde mijn vader van een patriottistische puber in een kritische jongeman. In zijn manier van fotograferen zie je dat niet terug, die blijft nog traditioneel. Dit is een romantisch tafereel; mijn vader is hier nog een beginner, de fotografische opleiding kwam later. Op deze plek kwam hij heel graag. Niet alleen omdat het er mooi was, maar ook omdat er veel terrassen waren. Waarschijnlijk kon hij dan meteen een beetje netwerken.’

Interieur van kapsalon Pickenhahn, Keulen, 1926

‘Dit was een kleine opdracht, die achteraf van groot belang bleek. De kapper wilde zijn nieuwe salon gefotografeerd hebben. Architect Wilhelm Riphahn, die de salon had ontworpen, reageerde zo mogelijk nog enthousiaster op de foto dan de opdrachtgever. Hij zorgde voor contacten met collega-architecten waardoor mijn vader zijn specialiteit verder kon ontwikkelen. Artistiek gezien is dit een overgangswerk: dit interieur heeft nog het romantische van de Rheinstein-foto, maar je ziet ook al de moderne blik waarmee hij later de resultaten van het Nieuwe Bouwen vastlegde. De films van de Russische regisseur Sergej Eisenstein droegen sterk bij aan die nieuwe manier van kijken.’

Kindercrèche in woonwijk Neurath, Keulen, 1930

‘In tegenstelling tot zijn architectuurfoto’s zie je op zijn foto’s van scholen en crèches gebruikers opduiken, kinderen en docenten. Hun kleding en houding, maar ook de bankjes waarin de leerlingen zitten, maken duidelijk hoe modern veel van de

nieuwe onderwijsgebouwen toen waren. Het is een mythe dat hij in zijn werk weinig aandacht had voor mensen. Er bestaan foto’s van hem met wel 150 personen erop. Die staan allemaal goed op hun plek, en hij doet ook nog recht aan de geometrie van de ruimte.’

Anoniem portret, 1935

‘Mijn vader nam soms wel twee uur voor het maken van een portret. Mensen kwamen op afspraak. Hij praatte met ze, keek goed, liet ze poses aannemen en gebruikte soms attributen. In de portretten zie je de tijdgeest veranderen: van mannen met gesteven boorden die vooral hun maatschappelijke rol uitstraalden tot echte individuen die op een bijna Nouvelle Vagueachtige manier werden gefotografeerd. Ik vermoed dat de vrouw op dit portret van het Limburgs Symfonie Orkest is, al kan ik het niet bewijzen. Na zijn komst naar Maastricht had mijn vader al snel veel contacten in kunstenaarskringen.’

Provinciale weg bij Grubbenvorst, 1938-1939

‘Dit is echt onderdeel van een serie, vastgelegd tijdens vier verschillende seizoenen, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog heeft mijn vader voor Rijkswaterstaat nog de waterzuiveringsinstallatie bij Bosscherveld in Maastricht gefotografeerd. Daar bestaan alleen contactafdrukken van. Later, op de drempel van de jaren zeventig, mocht hij beelden schieten van de A79, de nieuwe snelweg tussen Heerlen en Maastricht. Toen was hij al vrij oud.’

Gemeente Spaarbank Maastricht, 1951-1953

‘Ik herinner me dit pand op de Markt in Maastricht. De privacy stond nog hoog in het vaandel met die kamertjes voor geldzaken rechts. Later had je toonbanken waar duizenden guldens van hand tot hand gingen. Mijn vader fotografeerde het bedrijf soms zonder mensen, maar ook met alle normale levendigheid. Die is hier, met de dame met de tas en de man bij de deur, duidelijk geregisseerd. Dat deed hij bij dit soort klussen. “Nog een halve meter die kant of die kant op”, zei hij dan. Zijn reclamewerk, prachtige foto’s van producten en productieprocessen, vind ik een beetje ondergewaardeerd.’

Onbekende communicant, Maastricht, 1957:

‘Ik vind de portretten van jongens nog leuker. Bij hen denk je vaak: dat devote is overdreven. De ondeugd schemert door de communicantjes heen. Mijn vader heeft heel veel van dit soort communiefoto’s gemaakt. Uit twintig contactafdrukken koos hij er vijf uit om aan de klanten te laten zien. Die werden geretoucheerd en gepatineerd, met een speciaal recept voorzag hij ze een van een fraaie glans. De aanschaf van drie afdrukken zat in de standaardprijs, maar dat waren niet per se de mooiste. Dat was mijn vaders trucje. Vrijwel iedereen ging met vijf afdrukken naar huis.’ Z

Werner Mantz, The Perfect Eye. Van 25.9 t/m 26.2 in het Bonnefanten in Maastricht. bonnefanten.nl

This article is from: