13 minute read

Overgewicht bij jonge kinderen

Coverstory

Toptalent Collin Veijer; over focus, fysiek en familie

Advertisement

De zestienjarige Staphorster Collin Veijer kreeg het motorracevirus met de paplepel ingegoten. Zowel zijn vader als drie ooms deden aan motorsport. Een interview met Nederlands toptalent Collin en vader Jurjen.

Tijdens het telefonisch interview laat vader Jurjen weten dat Collin ondertussen ook voor het vak Nederlands huiswerk aan het maken is. Hij doet dit jaar examen. Daarna hoopt hij het motorracen nog professioneler op te kunnen pakken. Collin staat binnen de Nederlandse Motorbond officieel als ‘bijzonder Nederlands talent onder de 21 jaar’ te boek, met een trofee als bewijs. Dat heeft z’n impact op het hele gezin, vertelt vader Jurjen Veijer. In huize Veijer is het eigenlijk allemaal motorracen wat de klok slaat. “We zijn er inmiddels mee vergroeid want Collin rijdt vanaf z’n vierde.”

‘Als je racen wilt, moet je er voor werken’

De knul reed als kleuter al op een mini-bike. Dat is geen toeval want zowel zijn vader als vrijwel al zijn ooms deden aan motorracen. “Wij waren thuis met vijf broers. Eentje hield het bij voetballen, de rest deed aan racen. Mijn broer Joan begon met zo’n Kreidler. Arno, Reinold en ik volgden al snel. Je moet je voorstellen wat daarbij kwam kijken, dat waren enorme investeringen, maar mijn vader zei gewoon: als je dat wilt, moet je er maar voor werken. En dat deden we.”

Met zijn eigen zoon Collin pakt hij het anders aan. “Ik ga helemaal voor die jongen, mits hij dat zelf ook doet. Als Collin niet zeker van zijn zaak zou zijn, hadden we dit interview niet gehad. Dan was het bij een hobby gebleven.”

Maar een hobby is het zeker niet. De pas zestienjarige Staphorster heeft al heel wat races gereden, met name in Italië en Spanje en niet zonder succes. Op zijn achtste was hij al Nederlands Kampioen Minibike en nam deel aan het CIV wegrace Kampioenschap in Italië. Hij werd Europees Kampioen in de MiniGP klasse en sleepte een flink aantal prijzen in de wacht in de pre-Moto3 klasse en later in de Moto3 klasse. Vorig jaar reed hij zich in de kijker zodat hij dit jaar weer kan deelnemen, als enige Nederlander, aan de Red Bull MotoGP Rookies Cup, de topklasse voor jonge talenten in de wegrace. Een vergelijking met een zekere Nederlandse autocoureur in zijn jonge jaren dringt zich op.

Met zo’n talent heeft het gezin het enorm druk, en Collin zelf moet ook flink aan de bak. “Ik moet komend jaar mijn vmbo-examen doen,” vertelt Collin. “Ik zit op een gewone school, dus geen topsportopleiding of iets dergelijks. Voor dit jaar betekent dat een halve week stagelopen en een halve week lessen volgen. Ik ga ervan uit dat alles goed gaat, zodat ik na dit jaar me volledig op mijn sport kan focussen. Ik wil professioneel motorracer worden.”

‘Je moet er helemaal voor gaan, ook voor de sponsoren’

Die professionaliteit ontbreekt er overigens nu ook al niet aan. Naast vader Jurjen gaat het hele gezin er in mee. Inclusief opa en oma die regelmatig de tien- en veertienjarige zussen van Collin onder hun hoede nemen. “Ik ben zelf in 2003 met het racen gestopt en nam de industriële houtbewerkingszaak van mijn vader over,” vertelt vader Jurjen. “Ik heb bewust die keuze voor het ondernemen gemaakt, en ondertussen zag ik Collin doorgroeien in de motorsport. Na verschillende successen vonden we een sponsor. Dat is nodig want de sport kost een heleboel geld. Als je door wilt, heb je die sponsoren hard nodig. Dat blijft ook nu constant een uitdaging. Je moet je meten aan de internationale rijders. Dat lukt in Nederland niet, daarvoor moet je naar Spanje of Italië. Dat doen we dan ook regelmatig. Soms gewoon een weekend heen en weer. Doe je dat niet, dan neem je het niet serieus genoeg. Daarom is het zo belangrijk dat niet alleen Collin zelf, maar ook de familie om hem heen hiervoor gaan. Je doet het goed of niet. Dat is ook voor de sponsoren van belang.”

Vorig jaar heeft Collin nog een redelijk aantal internationale wedstrijden kunnen rijden, vlak voor de lockdown. “Het werd een hectisch seizoen omdat al die wedstrijden tussen de lockdowns gepropt werden. Uiteraard werden de jongens steeds weer getest. Het moest wel veilig verlopen.”

‘Als topsporter moet hij met die spanning om kunnen gaan’

Momenteel is Collin naast zijn schoolwerk, bijna dagelijks aan het trainen. “Ik ben aan het fietsen, hardlopen en doe aan krachttraining. Je moet een enorm sterk lijf hebben om die motor onder controle te houden en zo goed mogelijk te besturen. Ik moet spiermassa kweken, maar mag ook weer niet te zwaar worden. Ik heb ook wel eens gereden met twintig kilo extra aan de motor omdat ik nog te licht was. Het moet allemaal kloppen. Ook mentaal. Je moet de kop erbij houden en je goed kunnen focussen. Ik moet me niet af laten leiden, niet in paniek raken of boos worden. Emoties onder controle houden.” “De boog is constant gespannen,” voegt vader Jurjen eraan toe. “Als topsporter moet hij daarmee leren omgaan.” Op de vraag of Collin zich anders voelt dan zijn klasgenoten of vrienden antwoordt hij: “Ik heb vrienden in de motorsport die met hetzelfde bezig zijn, maar ook op school heb ik wel vrienden. Die maken zich overigens regelmatig veel drukker dan ik. Ik ben misschien mentaal een stukje verder. Ik ben in bepaalde situaties rustiger dan de rest. Stressen heeft geen zin. Ook dat is een training voor mij. Blijven focussen en opletten en mijn eigen koers blijven varen.”

‘Ik heb wel eens de 230 kilometer per uur aangetikt’

In februari werd Collin zestien jaar. Dat biedt nieuwe mogelijkheden. Als hij het dit voorjaar goed doet in de Red Bull Rookies wordt de kans groter door te stomen naar de Moto3 GPklasse. “Dat gaat hard ja,” vertelt vader Jurjen trots. “Gemiddeld rijden die jongens al wel 180 kilometer per uur.” Collin: “Harder hoor. Wel 200 kilometer per uur. Het is per baan verschillend. Met de Moto3 heb ik eens op een lang recht stuk op topspeed de 230 aangetikt.”

Het gaat hard. Zowel op de motor als met zijn ontwikkeling als topsporter. “We maken met het gezin heldere keuzes, daar praten we over. Als die jongen topsporter wil worden dan zetten we ons daarvoor in. Die steun van de ouders is belangrijk, anders wil het gewoon niet. Maar het blijft zijn eigen keuze. Hij heeft eerder ook op een goed niveau gevoetbald bij PEC Zwolle. Twee sporten op hoog niveau doen, is echter ondoenlijk. Hij koos zelf voor het motorracen.”

Dat de weg naar de top ook offers brengt, weet Collin inmiddels al wel. “Ik heb wel vrienden, maar moet soms ook ‘nee’ zeggen tegen bepaalde dingen. Ik ga niet uit en kies in alle gevallen voor de sport. Dat geeft niet. Ik weet waar ik het voor doe.” “Als hij ervoor gaat, gaan wij er ook voor,” voegt vader Jurjen toe.

Echtscheiding? Met een gezamenljk notaris-mediator kom je tot goede afspraken

“De kernvraag is: ben je bereid het belang van je kinderen boven dat van jezelf te stellen? Iedereen wil het beste voor zijn of haar kinderen. Die kunnen er tenslotte niets aan doen dat hun ouders gaan scheiden, maar dragen wel de gevolgen. Als dat besef er is, komen de ouders vaak wel tot redelijke afspraken.”

Dat is de ervaring van Jenny Meijerink, kandidaat-notaris en gecertificeerd echtscheidingsmediator bij Notariaat Ritsma in Staphorst. Voor alle duidelijkheid: mediation is niet aan de orde als ouders willen proberen hun huwelijk te redden. “In dat geval verwijs ik hen door naar een relatietherapeut of bemiddelaar. Mediation bieden we aan wanneer de scheiding definitief is en er goede afspraken moeten worden gemaakt over bijvoorbeeld de boedelscheiding en een omgangsregeling voor de kinderen.” Want als er kinderen voortkomen uit een huwelijk, blijven de ex-echtelieden met elkaar verbonden. “Centraal staat dan de vraag: wat vind je belangrijker? Je eigen recht om je kind te mogen blijven zien of het recht van je kind om beide ouders te mogen blijven zien? Het kind heeft recht op dat laatste. Het is tenslotte grootgebracht door beide ouders.”

Mediation draait om vertrouwen en transparantie, weet Jenny Meijerink. “Meestal neemt één van de twee het initiatief, maar ik maak uitsluitend afspraken met beide ouders. Brieven en e-mails stuur ik altijd door naar beide partners. Openheid is een eerste vereiste om er in redelijkheid uit te komen.”

Het inschakelen van een erkend notarismediator – Jenny is aangesloten bij de VMSN (Vereniging van Mediators in het Notariaat) – is de laatste jaren in zwang gekomen en heeft vele voordelen. Partners hoeven niet meer, zoals voorheen, te scheiden via een vaak langdurige en kostbare procedure bij de rechter, met elk een advocaat. Steeds vaker kiezen mensen voor scheiden in onderling overleg, met de notaris als onpartijdige deskundige. “Het scheelt in de kosten. Maar minstens zo belangrijk is dat het beter is voor de kinderen. Als partners proberen om er zonder ruzie uit te komen, bent u niet langer bezig met het conflict, maar met de oplossing ervan. Als ze de belangrijkste zaken zelf regelen, voorkomen ze dat de rechter hen iets oplegt dat hen niet aanstaat. Daarnaast blijven de ouders ‘on speaking terms’, wat ook positief doorwerkt in de relatie met andere familieleden. Kinderen kunnen bijvoorbeeld ook hun grootouders blijven zien.”

De vervolggesprekken leiden tot een scheidingsconvenant. Naast de verdeling van geld, goederen en polissen en de kosten van alimentatie worden er afspraken vastgelegd over een ouderschapsplan en een omgangsregeling. “Dat is vaak wel een momentopname en niet helemaal statisch”, aldus Jenny Meijerink. “Omstandigheden kunnen veranderen, daarom bouwen we meestal een evaluatiemoment in.”

Daarnaast kan mediation bij de notaris dienen als een ‘one-stop’ voor meerdere diensten die elkaar aanvullen. Zo kun je ook de verdeling van het bezit (zoals bijvoorbeeld de eigendom van de woning) notarieel laten vastleggen.

Notariaat Ritsma

Achthoevenweg 12, Staphorst Tel. 0522 - 46 21 11 info@notariaatritsma.nl www.notariaatritsma.nl

Hangen ze weer op de bank! Overgewicht bij jonge kinderen

Het is geen leuk onderwerp, maar wel actueel: steeds meer kinderen hebben te kampen met overgewicht. Zeker in een tijd als deze waarbij ze minder de gelegenheid hebben om te sporten en veel online les krijgen. Wanneer is er eigenlijk sprake van overgewicht en hoe pak je dat dan aan?

Niet op de fiets naar school, geen judoles, zwembad dicht en geen spelletjes op het schoolplein. De afgelopen tijd hebben ook kinderen veel stil gezeten. Het ene kind is het andere niet, maar een groot aantal kinderen heeft al te kampen met overgewicht en dat wordt er door zulke factoren niet beter op. ruim dertien procent van de kinderen van vier tot en met zeven jaar overgewicht. De groep van twaalf tot zeventien bleek vaker overgewicht te hebben dan kinderen van vier tot elf jaar. Elf procent van de groep tussen de vier en zeventien had matig overgewicht. Iets meer dan twee procent kampte met ernstig overgewicht ofwel obesitas. Deze gegevens zijn vastgelegd in de database Jeugd in Beeld van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.

De BMI voor kinderen in de groei werkt anders

Leidend voor het overgewicht is het getal dat de BMI (Body Mass Index) weergeeft, het gewicht van iemand (in kilogram) gedeeld door het kwadraat van zijn of haar lengte

in meters. Weegt een kind 45 kilo en is het 1,50 meter dan is de berekening: 45 : (1,50 x 1,50). Hieruit volgt het getal 20. Het getal dat aangeeft of er sprake is van ondergewicht, gezond gewicht of overgewicht. Die laatste wordt dan weer onderverdeeld in matig overgewicht of ernstig overgewicht, obesitas.

Bij volwassenen betekent een getal hoger dan 25 dat er sprake is van overgewicht en van obesitas is er sprake bij een getal boven de 30. Bij kinderen is dat net even anders. Die BMIgrenzen veranderen namelijk met de leeftijd vanwege de groei en verandering in spier- en vetmassa. Er is ook een verschil tussen jongens en meisjes. Onderstaande schema’s van het Voedingscentrum geven dat duidelijk aan.

Nu is het niet de bedoeling dat de kinderen dagelijks op de weegschaal moeten, maar een beetje oplettendheid is wel geboden, zeker in een tijd dat sporten aan banden is gelegd en kinderen veel online-onderwijs krijgen. Ze zitten vaker dan ooit aan tafel of op de bank en zijn veel minder in beweging. Het ene kind is gevoeliger voor overgewicht dan het andere, maar geen enkel kind vindt het leuk als het ‘op dieet’ moet.

Zorg er juist voor dat een kind voldoende eet

Kinderen sowieso op rantsoen zetten is natuurlijk niet de bedoeling. Dan gaat het alleen maar snaaien, want kinderen hebben vaak honger. Iedere ouder kent dat wel. Het is dan ook belangrijk dat het kind voldoende en vooral gezond eet en daardoor zo min mogelijk snoept. Een open deur, maar staat wel als een huis. Hoeveel een kind nodig heeft, is lastiger te antwoorden. Dat verschilt per kind en als een kind in een groeispurt zit, weten ouders maar al te goed dat de boterhammen niet aan te slepen zijn.

Tussendoortjes? Max vier

Het gaat erom dat ouders goed aanvoelen hoeveel een kind (tussen de 4 en 13 jaar) nodig heeft, en vaste eetmomenten inplant. Constant de koelkastdeur open en dicht, is geen goed idee. Een paar tussendoortjes is helemaal niet erg, maar regelmatig eten is beter. Vier tussendoortjes in de vorm van fruit, noten, boterhammen of een broodje kunnen prima. Kies liever niet voor energierepen, zoete yoghurtdrankjes en chips. Een enkele keer een koekje of een snoepje kan wel.

Ontbijt en lunch: lekker veel boterhammen

Over de dag kunnen kinderen heel wat weg-eten. Voor een basisschoolkind zijn ontbijt en lunch met volkorenbrood, crackers, havermout of muesli prima. Het Voedingscentrum adviseert twee tot vier sneetjes voor een kind tussen de vier en de acht jaar en daarboven vier tot zes sneetjes. Iedere ouder weet wel dat het advies tussen de boterhammen humus of vis te stoppen niet altijd een succes is. Gelukkig kunnen notenpasta en pindakaas ook prima, evenals niet al te vette kaas. Smeer daaronder halvarine of margarine. Af en toe smeerworst of een plakje ham of appelstroop kunnen ook.

Avondmaaltijd: vermijd suikertoetjes

’s Avonds vormen groenten en aardappelen en volkorenproducten zoals rijst en pasta een goede maaltijd. Vis, vlees, ei en noten geven een extra een portie vitaminen en bak vooral in onverzadigd vet of olie. De porties verschillen per kind, maar zoals het vroeger was: eet je bord leeg, is het niet meer. Deskundigen menen dat een kind zelf wel aangeeft als het geen trek meer heeft. Kies vervolgens voor gezonde fruit- en zuiveltoetjes met zo min mogelijk of liever helemaal geen suiker. Vooral kindertoetjes uit de super zitten er vol mee. Makkelijk, maar niet echt gezond.

Genoeg drinken maar niet te zoet

Een kind moet gedurende de dag voldoende drinken. Zeker een tot anderhalve liter. Ook hier is suiker weer een boosdoener en daarom is frisdrank niet gezond. Een keertje kan, maar kies liever voor water of thee. In light dranken zitten zoetstoffen en het zuur is enorm slecht voor het tandglazuur. Bovendien wennen kinderen dan aan die zoete smaak, dat kan maar beter niet. In pakjes sap en zuivel zitten vaak maar liefst tussen de drie en vijf suikerklontjes. Verdunde diksap is nog een mogelijkheid, maar niet te vaak. Halvolle of magere melk of karnemelk passen ook prima in een voedingspatroon van opgroeiende kinderen. Mag een kind geen zuivel, dan is sojamelk een goed alternatief. Het is dan wel belangrijk dat het kind calcium en B12 binnenkrijgt. Sommige sojadranken hebben dat extra toegevoegd.

This article is from: