2 minute read

Slijtage voorspellen van frezen en bitjes

Een voorspellend model ontwikkelen waarmee tijdig op slijtage en vervanging van gereedschappen kan worden geanticipeerd. Dat is het doel van een nieuw project van het Fraunhofer Innovation Platform at University of Twente (FIP-AM@UT).

Het vervangen van versleten gereedschappen zoals frezen en bitjes is voor metaalbewerkingsbedrijven één van de grootste terugkerende kostenposten. Slijtage kan kwaliteitsproblemen veroorzaken bij de eindproducten, doordat deze niet meer voldoen aan de gewenste toleranties. Voor het nieuwe project is FIP-AM@UT op zoek naar consortiumpartners die dit probleem herkennen en gezamenlijk willen werken aan de ontwikkeling van een voorspellend model waarmee tijdig op slijtage en vervanging geanticipeerd kan worden. Bedrijven die interesse hebben om hier aan deel te nemen, kunnen contact opnemen met Elias Rouchou (Elias Rouchou, e.rouchou@utwente.nl/053 489 4763).

FIP-AM@UT is een innovatiecentrum dat zich inzet voor de vooruitgang van de maakindustrie. Het helpt bedrijven door middel van toegepast onderzoek, technisch advies en projectontwikkeling de technische capaciteiten en competenties te ontwikkelen die nodig zijn om vorm te geven aan de toekomst van de branche. Andere projecten die reeds zijn opgepakt, zijn bijvoorbeeld Ambition en KORT. Ambition laat bedrijven kennismaken met de tastbare voordelen van additive manufacturing, afgestemd op hun specifieke behoeften. Binnen KORT wordt een oplossing ontwikkeld, die op betrouwbare wijze doorlooptijden kan voorspellen bij de productie van stalen producten, uiteraard met als doel deze doorlooptijden te verkorten.

Opening testfabriek

Binnenkort krijgen de activiteiten van FIP-AM@UT een stevige impuls door de opening van een moderne test-beforeinvest-faciliteit tegenover de Universiteit Twente in Enschede. In de zogeheten ‘shopfloor’, een soort testfabriek (ook wel Advanced Manufacturing Center genoemd), zullen verschillende machines en demonstrators beschikbaar zijn voor bedrijven. Hier kunnen zij

DAF start assemblagefabriek voor elektrische trucks

DAF breidt zijn productiefaciliteiten uit met een Electric Truck Assembly in Eindhoven.

In deze nieuwe assemblagefabriek start dit voorjaar de productie van de nieuwe generatie DAF XD en XF Electric. Dit zijn volledig elektrische voertuigen met een rijbereik van meer dan 500 ‘emissieloze’ kilometers. DAF gaat ervan uit dat de productie de komende jaren zal stijgen naar enkele duizenden voertuigen per jaar, in lijn met een toenemende marktvraag naar volledig elektrische trucks. De nieuwe fabriek telt feitelijk twee assemblagelijnen. Terwijl op de subassemblagelijn de batterij-pakketten worden samengesteld, worden op de hoofdlijn alle hoogspanningscomponenten aan het chassis gemonteerd, inclusief batterijen en aandrijflijn. Op de laatste stations vinden uitgebreide controles plaats om zeker te zijn dat de truck perfect functioneert. kennismaken met de voordelen van digitalisering en hun innovatie- en digitaliseringsconcepten testen in een realistische testomgeving, voordat deze toegepast worden op hun eigen werkvloer. De opening van deze nieuwe faciliteit is binnenkort en zal gepaard gaan met open dagen.

Vindingrijke vondst

De draaicirkel waarin het product, de mal en manipulator veilig rond kunnen draaien, is dankzij het afsluitbare gat maar liefst 2,5 meter, terwijl de inleghoogte gewoon 95 cm is. Grote producten met een doorsnede van 2,5 bij 3,5 meter lassen met een robot en hierbij de inleghoogte voor de operators ergonomisch houden. Hoe? Door een gat in de vloer te maken. Dit bedacht lasrobotspecialist RobWelding samen met Hoopman Machines in Aalten.

“De draaicirkel waarin het product, de mal en manipulator veilig rond kunnen draaien, is bij de robot voor Hoopman dankzij dit gat maar liefst 2,5 meter, terwijl de inleghoogte gewoon 95 cm is. Er zijn meer robotinstallaties met zo’n grote draaicirkel, maar meestal worden de mallen dan machinaal geladen en gelost, omdat de inleghoogte onbereikbaar is voor de operators”, licht RobWelding-projectleider Willem Jan van de Haar toe. “Het betreft overigens een afsluitbaar gat.”

Wessel Westerveld, Supervisor Metaalbewerking bij Hoopman Machines (producent van Holaras machines voor de voederwinning, veehouderij, uienverwerking, biogasindustrie en infratechniek), waardeert de vindingrijkheid en no-nonsense aanpak van RobWelding. Hoopman investeerde voor de vierde keer in een robot. “Maar nu kunnen we nóg sneller producten maken, want deze nieuwe lasrobot is beduidend sneller. Bovendien kunnen we hem ’s avonds onbemand laten doorlopen.” Daarnaast wagen Westerveld en zijn collega’s zich voor het eerst aan het offline programmeren, waardoor de robot theoretisch gezien helemaal nooit meer stil hoeft te staan. Zover is het nog niet, biecht de supervisor eerlijk op: “Het offline programmeren is nog wel een uitdaging voor ons.”

This article is from: