2 minute read
32 problemen van eenoudergezinnen
Samengevat: 32 problemen waar eenoudergezinnen op stoten
Algemeen 1. Eenoudergezinnen zijn vaker kortgeschoolde vrouwen die vaker voltijds werken dan andere vrouwen met kinderen. 2. Eenoudergezinnen lopen een groter risico op sociaal isolement. 3. Het aantal alleenstaande ouders onder de armoededrempel is sinds 2000 alleen maar gestegen. 20% van de alleenstaande ouders moet rondkomen met een inkomen onder de armoedegrens vs 5% bij koppels. 4. Eenoudergezinnen hebben gemiddeld 30% minder inkomen dan tweeverdieners. 5. Werkgelegenheid: 66,5% van de alleenstaande moeders werkt, 78,9% van de alleenstaande vaders vs 94,4% van de koppels. 6. Eenoudergezinnen zijn gevoeliger voor de werkloosheidsval. 7. 44% van eenoudergezinnen heeft depressieve neigingen vs 25% bij koppels.
Kinderen 8. Uit cijfers van Kind&Gezin (2017) blijkt dat 35% van de kinderen in een eenoudergezin in Vlaanderen een verhoogd armoederisico kennen.
9. Van de meer dan 540.000 kinderen die vandaag in een eenoudergezin opgroeien, ontvangt 60% een sociale toeslag (huidige kinderbijslag).
10. De nieuwe kinderbijslag bevoordeelt eenoudergezinnen met 1 of 2 kinderen.
Vanaf 3 kinderen gaat het gezin er op achteruit. 11. Schoolvakanties zijn moeilijker overbrugbaar voor een eenoudergezin. 12. Ouderschapsverlof en tijdkrediet worden weinig opgenomen door eenoudergezinnen. 13. Kinderen van eenoudergezinnen verdienen later tot 30% minder, zijn vaker zelf single en hebben minder vrienden.
14. Kinderen van eenoudergezinnen gaan minder vaak naar een crèche of onthaalouder. De opvang in crèches is vaak te duur in verhouding tot het eengezinsinkomen.
15. Kinderen van eenoudergezinnen gaan daarentegen meer naar de (betaalbaardere) buitenschoolse kinderopvang.
16. Schoolresultaten van kinderen uit eenoudergezinnen zijn 8% slechter dan die van hun lotgenoten. 17. Familiaal verlof is beperkt tot 10 werkdagen per jaar. Als koppel is dat x2.
Financieel 18. Echtscheiding is de belangrijkste oorzaak van alleenstaand ouderschap. De uitbetaling van alimentatie is dan erg belangrijk en vandaag niet gegarandeerd. 19. Huishoudelijke taken uitbesteden is voor de meeste eenoudergezinnen financieel niet haalbaar. Slechts 8% van de dienstenchequegebruikers is alleenstaande ouder. Bovendien wordt het hen moeilijker gemaakt dienstencheques te gebruiken door de prefinanciering.
20. De fiscale aftrek van dienstencheques is kleiner voor eenoudergezinnen dan voor koppels.
21. Ook de crèche is vaak te duur voor eenoudergezinnen. 40% van de alleenstaande moeders vs 60% van de anderen maakt er gebruik van. 22. 44% van eenoudergezinnen stelt noodzakelijke zorg uit. 23. Energiearmoede treft vooral eenoudergezinnen: 18,6% vs 4,7% koppels.
Werkvloer 24. Eenoudergezinnen worden 2,4 keer per week geconfronteerd met een conflict tussen arbeid en gezin. Tweeverdieners 1,5 keer. 25. De flexibilisering van de arbeidsmarkt is een nog grotere uitdaging voor eenoudergezinnen.
26. Alleenstaande ouders die ouderschapsverlof, palliatief verlof of verlof voor een zwaar ziek kind opnemen krijgen sinds juni 2017 een hogere premie, maar enkel als ze in de privé werken.
27. Alleenstaande ouders hebben de laagste score werkbaar werk van alle gezinsvormen.
28. Het verplicht aanvaarden van werk binnen een bepaalde straal (60km) vormt een extra uitdaging voor alleenstaande ouders.
Wonen 29. 56% van de eenoudergezinnen bezit een eigen huis vs 83% van de andere gezinnen. 30. Eenoudergezinnen worden vaker gediscrimineerd op de huurmarkt. 31. 41% van de woningen bij eenoudergezinnen is kwalitatief ontoereikend. Bij koppels is dat 32%. Eenoudergezinnen lopen 21% risico op CO-vergiftiging vs 12% bij koppels.
32. Woonbonus: (d.i. het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening). Als je als koppel een lening van een huis afbetaalt, kan je de eerste 10 jaar elk 2280 euro fiscaal inbrengen. Dit geeft dan een belastingvoordeel van 1824 euro. Een eenoudergezin betaalt de lening alleen af (wat sowieso al moeilijker is) en krijgt dus maar 912 euro terug van de belastingen.