2 minute read

Voorwoord en inleiding

Voorwoord

“In dit dossier kan u lezen dat het beleid nog zeer ver achterop hinkt als het over eenoudergezinnen gaat”

14,2% van de Vlaamse gezinnen is een eenoudergezin. Zo’n 180.000 kinderen tussen 0 en 18 jaar wonen bij een alleenstaande mama of papa. Daar kijken we niet meer van op. Of het nu het gevolg is van een bewuste keuze – als bom-moeder bijvoorbeeld – een echtscheiding, uit elkaar gaan of een overlijden maakt daarbij nauwelijks uit. Alleenstaand met kind/kinderen is vandaag normaal. Althans, dat denken we.

De realiteit is helaas iets minder meegaand. In dit dossier kan u lezen dat het beleid nog zeer ver achterop hinkt als het over eenoudergezinnen gaat. De beleidsrealiteit, zo ontdekken we thema na thema, vertrekt nog steeds sterk van het standaard gezin: vader, moeder en kinderen gezellig rond de eettafel. Of het nu over wonen, kinderopvang, energie of werken gaat, het beleid blijft geven en nemen alsof we allemaal nog steeds samen zijn.

Eenoudergezinnen, zo ontdekten we, worden op deze manier bijna standaard achtergesteld. Ze krijgen minder en betalen verhoudingsgewijs meer.

Om dat probleem bij beleidsmakers aan te kaarten stelden we dit overzicht op. Om aan te tonen dat we de spreidstand tussen realiteit en beleid voor eenoudergezinnen ernstig moeten nemen. Om te wijzen op verschillen die we niet meer zouden mogen aanvaarden. Maar ook om het bewustzijn te doen groeien bij beleidsmakers dat een eenoudertoets net als een armoedetoets een essentieel onderdeel van nieuwe, maar ook bestaande wetgeving moet zijn. Of het nu om lokale, Vlaamse en federale wetten of Europese richtlijnen gaat.

Natuurlijk zullen niet alle eenoudergezinnen dat altijd blijven. En natuurlijk zal hun aantal over de jaren heen fluctueren. Maar het eenoudergezin is here to stay. Dat zien we het liefst in zo goed mogelijke omstandigheden gebeuren: met een goede woon-werk-balans, in degelijke huisvesting, met ondersteuning waar zinvol en nodig. Want het mag niet de bedoeling zijn dat alleenstaande ouders en hun kinderen door onachtzaamheid van de wetgever al van bij de start met een achterstand beginnen.

Op ons congres in mei 2018 vroegen we de invoering van een eenoudertoets. Met dit dossier zetten we de eerste stap daarnaartoe.

Caroline Copers algemeen secretaris Vlaams ABVV

Dossier eenoudergezinnen 3

Inleiding

“Veel sociale maatregelen zijn niet afgestemd op eenoudergezinnen”

Het gezin als instituut is fel geëvolueerd. We spreken niet meer over ‘alternatieve gezinsvormen’ wanneer we spreken over samengestelde gezinnen of eenoudergezinnen bijvoorbeeld, maar over een grote diversiteit aan vormen van samenleven in gezinsverband.

Alleenstaande ouders of eenoudergezinnen zijn een vorm van samenleven in gezinsverband. Meestal is men jarenlang alleenstaande ouder. Er is een structurele weerstand om rekening te houden met de feitelijke situatie van eenoudergezinnen, omwille van werkloosheid maar ook omwille van een mogelijke nieuwe samenstelling van het gezin.

Eenoudergezinnen worden niet als volwaardige, maar veeleer als gebrekkige, tijdelijke gezinsvormen gezien. Nochtans leeft 14,2% van de kinderen (0-18 jaar) in een eenoudergezin (K&G, 2017), in gans België gaat het over 19% van de kinderen. Een maatschappelijke realiteit die de komende decennia alleen maar zal toenemen.

In 2016 was iets meer dan één op de tien huishoudens een eenoudergezin, oftewel 478.603 huishoudens. Daar komen over 45 jaar zo’n 130.000 eenoudergezinnen bij. Het aantal eenoudergezinnen komt overeen met het aantal ouders bij wie de kinderen gedomicilieerd staan, vaak gaat het dus om de moeder. Maar deze kinderen kunnen natuurlijk ook deeltijds opgevangen worden door de andere ouder. Het werkelijke aantal alleenstaande ouders is dus in de praktijk nog veel hoger dan het aantal eenoudergezinnen.

Het valt op dat veel sociale maatregelen niet of onvoldoende zijn afgestemd op deze maatschappelijke realiteit van eenoudergezinnen (bv. prefinanciering dienstencheques, kinderopvang, tijdskrediet…).

Daarom eist het Vlaams ABVV een eenoudertoets. Dit dossier geeft een overzicht van de problemen waarmee eenoudergezinnen geconfronteerd worden, over de verschillende beleidsdomeinen heen. We formuleren ook een aantal concrete beleidsvoorstellen.

Dossier eenoudergezinnen 5

This article is from: