Historisch Perspectief
PERSPEC TIEF
Snippers uit een medisch onderzoeksverleden Waard om te bewaren? Ton van Helvoort en Jan P. Vandenbroucke
Medische onderzoekers en artsen zijn niet opgeleid in het zorgen voor hun schriftelijke of digitale verleden. In dit artikel belichten een wetenschapshistoricus en een klinisch epidemioloog de mogelijkheden voor het archiveren van de verslagen van medisch onderzoek om zo wetenschappelijk erfgoed te beschermen. Naast het gebruik van zogenoemde getuigenseminars, die kunnen lijden aan ‘achteraf’-interpretatie, is archiefmateriaal nodig om het verleden te kunnen begrijpen en interpreteren. Een bijzonder probleem is hoe we archieven kunnen aanleggen van dagelijkse wetenschappelijke verrichtingen die vrijwel geheel afhankelijk zijn van digitale media voor metingen, communicatie en publicatie. De onlangs gegroeide overtuiging dat goede wetenschapsbeoefening de verplichting met zich meebrengt alle relevante informatie over medische onderzoeksprojecten op het moment van publicatie op te slaan – voor latere herhaling of verificatie – kan aansluiten bij de doelstellingen van medische historici, en dus mogelijk een rijke bron vormen van historische gegevens in de toekomst.
S
inds de Tweede Wereldoorlog heeft het medisch onderzoek 2 grote veranderingen ondergaan die van cruciaal belang zijn voor het beschrijven van de geschiedenis ervan. Ten eerste is het aantal wetenschappers enorm toegenomen en ten tweede is er een nieuwe vorm van ‘output’ van onderzoeksresultaten. De computer- en informatietechnologie van de laatste 25 jaar heeft namelijk niet alleen onvermoede virtuele organisatiestructuren mogelijk gemaakt maar ook ongekende gegevensvisualisatie, -distributie en publicatiekanalen. Met dit artikel willen we de lezer enerzijds bewust maken van het feit dat het bewaren van ‘het medisch verleden’ alertheid vereist, omdat het anders verdwijnt in de vluchtigheid van de nieuwe media. Anderzijds willen we ook wijzen op opmerkelijke initiatieven die het werk van wetenschappers vastleggen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de bewaarplicht voor medisch-wetenschappelijke onderzoeksgegevens. Noodzaak tot bezinning
Acta Biomedica, Elsloo. Dr. T. van Helvoort, wetenschapshistoricus. LUMC, afd. Klinische Epidemiologie, Leiden. Em.prof.dr. J.P. Vandenbroucke, klinisch epidemioloog. Contactpersoon: dr. T. van Helvoort (tvanhelvoort@actabiomedica.nl).
‘While the records, archives, and personal papers of twentieth century literary and political figures are treasured, those of scientists, medical or otherwise, are undervalued and often neglected. If the history of twentieth century medical science is to be studied effectively its source materials must be preserved.’1 Met deze stelling werd in 1990 een nieuw initiatief in het Verenigd Koninkrijk aangekondigd om de recente geschiedenis van de medische wetenschappen te borgen. Dit initiatief werd betaald door de charitatieve Wellcome Trust en was het beginpunt van een serie van getuigenseminars (‘witness seminars’) over onderwerpen uit de medische geschiedenis. Een witness-seminar is een bijeenkomst waarin betrokkenen vrijelijk spreken over medische gebeurtenissen uit het recente verleden. Daarnaast wilde het initiatief ook het besef bevorderen dat het bewaren van oorspronkelijke bronnen, zoals correspondentie, laboratoriumjournaals of eigen notities van wetenschappers, van groot belang is voor het begrijpen van het verleden. Het versterken en behouden van archivering in de medische sector was daarom een van de doelstellingen. Binnen de alfawetenschappen en de humaniora behoren archiefvorming en het werken met archiefbescheiden tot
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2016;160: D116
1