Trots op onze coöperatie
Na acht jaar neem ik afscheid bij Agrifirm, een moment om terug te kijken maar ook om de blik vooruit te richten.
Het waren acht mooie, bijzondere en soms zware jaren. Er kwam veel verandering op Agrifirm af, en ook als bedrijf moesten we intern belangrijke stappen zetten. Onze processen en structuren moesten beter, maar ook de manier waarop wij naar onze klanten kijken en ze ondersteunen. Door ingrepen van de overheid en veranderende verwachtingen van de maatschappij, veranderde het speelveld voor onze leden en onze medewerkers. We zijn niet klaar met dit proces en ik ben blij dat ik het stokje mag doorgeven aan een ervaren CEO die veel in veranderende omgevingen gewerkt heeft.
Ik ben er trots op dat we de coöperatieve waarden van Agrifirm samen vorm hebben gegeven in deze jaren. Met een sterke en springlevende Ledenraad en Jongerenraad. Zo kunnen we samen de dialoog blijven voeren hoe wij de coöperatieve kracht van Agrifirm inzetten en onze leden ondersteunen in het veranderingsproces.
De storm is nog niet voorbij en we zullen samen nog stappen moeten blijven zetten. We zullen nog meer veranderingen zien op onze akkers en weilanden en in onze stallen. Om zo meer toekomstbestendig te worden – altijd vanuit de coöperatieve gedachte dat het verdienmodel van de boer en teler hierbij voorop staat.
Ik kijk terug met dankbaarheid dat ik deze mooie rol acht jaar heb mogen vervullen. Ik dank de RvC en de Ledenraad voor de steun die ik al die jaren heb gevoeld. Voor nu wens ik iedereen hele goede feestdagen toe, en een mooi nieuw jaar waarin we opnieuw stappen mogen zetten naar een toekomst waarin boeren en telers alle waardering en respect krijgen voor de cruciale rol die ze spelen in de verantwoorde voedselvoorziening van deze en toekomstige generaties.
Interview
Ondernemers Johan en Alida Laarman
Bestuurswissel RvC
Arian Kamp draagt het stokje over aan Gerben Smeenk
Agrifirm over de grens
Spanje
Interview
Nieuwe CEO Piet Hilarides
Nieuw RvC-lid
Carin van Huët
Innovatie
Doelsturing
De visie van Agrifirm
Over Agrifirm
Jonge boeren
Diana Eendhuizen-Toren uit Garsthuizen (GR)
Trendwatching
Hans Steenbergen en Arjan Swinkels
Vraag Agrifirm Exlan om advies
Akkerbouw- en loonbedrijf
Stevens
Alric Stevens uit Veendam (GR)
Het bedrijf van Alric Stevens heeft acht vaste medewerkers en kent twee takken: akkerbouw en loonwerk. De opa van Alric begon het bedrijf in 1960, daarna kwam het in handen van zoon Eric. In 2019 is Alric in de maatschap gekomen. In 2023 is het bedrijf overgezet naar bv’s. De akkerbouwtak teelt op 300 hectare aardappelen, bieten, uien, mais, vezelhennep en granen. De loonwerktak houdt zich vooral bezig met vezelhennepoogst voor Hempflax, mest injecteren, bieten rooien, mais hakselen en aardappelen verladen. Verder voeren ze op contractbasis loonwerk uit voor akkerbouwers.
“Op dit moment woon ik in deze stacaravan. Op de plek links op de foto waar de graafmachine staat, bouw ik mijn nieuwe huis. De bouw start in de tweede week van 2025.”
”Vezelhennep is één van onze teelten. Op dit deel van het erf slaan we vezelhennep stro op. Naast de opslag hebben we in 2017 een mestsilo gebouwd. De capaciteit van de silo is 2500 m3.”
“Dit is onze nieuwe werkplaats. We hebben deze vorig jaar in gebruik genomen. Bij het ontwerp van de werkplaats hebben we hulp gekregen van Agrifirm Exlan. We hebben het gebouw aan laten sluiten aan de bestaande werkplaats. Deze is gebouwd in 2016.”
“Naast de nieuwe werkplaats staat een gebouw met onze kantine, kantoor en sanitair. Dit gebouw staat er al sinds 2011. Achter de kantine hebben we dit jaar een nieuwe spoelplaats gerealiseerd. Rechts van de kantine zie je ook een relatief nieuwe aanwinst op het bedrijf: een in 2023 gebouwde weegbrug.”
“In deze schuur hebben we de aardappelbewaring (2700 ton) en uienbewaring (700 ton) ondergebracht. Achter deze schuur staat het oudste gebouw op ons erf. Het staat er sinds 1980. Op dit moment gebruiken we het als machineberging en stro-opslag.”
“De kippen krijgen altijd voorrang, ze zijn de basis van al onze activiteiten”
Ondernemers
Johan en Alida Laarman uit Ruinen (DR)
Bedrijf
> Pluimveeboerderij:
65.000 1-Ster Beter Leven kuikens
> Poeliersbedrijf
> Eigenaren van het Vershuus in Ruinen
> 10 (parttime) medewerkers
Johan en Alida Laarman houden 65.000 Hollandse scharrelkippen in het Drentse Ruinen. Ze verwerken een deel van het vlees zelf tot een breed assortiment én zorgen voor de afzet ervan. Kipdijfilet, kipsatés, maar ook kalkoenvlees en andere producten vinden hun weg naar de klanten van hun boerderijwinkel ‘t Vershuus in het dorp. Daarnaast leveren ze aan horecabedrijven en zo’n dertig boerenwinkels in de buurt.
Hoe ben je ertoe gekomen om kippenhouder, poelier én winkelier te zijn?
Johan: “Toen mijn ouders hier in 1995 begonnen met kalkoenen, zat ik op de middelbare landbouwschool en liep ik stage bij een poelier. Toen deze zijn bedrijf wilde verkopen, ben ik erin gestapt. Ik was toen 21 jaar, runde het bedrijf en volgde daarnaast een opleiding tot poelier. Veel geleerd in die tijd, maar financieel kon het niet uit.
Bij de Sligro deed ik vervolgens veel ervaring op met de afzet van kipproducten voor de horeca. Toen m’n ouders een paar jaar later de kalkoenhouderij uitbreidden, ben ik met hen in maatschap gegaan. We openden een winkel op het erf waar ik zelfbereid kalkoenvlees verkocht. Zo is het begonnen.”
Welke eigenschappen zijn voor jou het belangrijkst als ondernemer?
“Flexibiliteit en initiatief nemen. We zijn bijvoorbeeld geconfronteerd met de gevolgen van vogelgriep. Duitsland sloot de grens en we konden onze kalkoenen niet meer leveren aan de slachterij in Duitsland. Dat kostte handenvol geld. De voorlichter van Agrifirm vroeg waarom we geen vleeskuikens gingen houden. Kippen hebben een andere drinklijn en mechanische ventilatie nodig, maar de manier van werken is hetzelfde. De bank wilde niet mee in het plan, maar de voorlichter van Agrifirm zorgde dat de financiering er kwam: we bouwden de vier stallen om en in juli 2007 kwamen de eerste 30.000 kuikens.”
>>
Waar beleef je zelf het meeste plezier aan?
“Ik houd van de uitdagingen die het ondernemerschap met zich meebrengt. Natuurlijk wil ik technisch goed draaien met de kippen. Maar ‘s morgens een rondje door de stallen lopen om te controleren of alles naar behoren gaat, kan ik met twee vingers in m’n neus. Dat zou voor mij niet genoeg zijn om voldoening te ervaren. En toch vind ik het het belangrijkste onderdeel van m’n werkzaamheden. Het maakt niet uit wat er op de planning staat, als het nodig is krijgen de kippen altijd voorrang. Ze zijn de basis van ons bedrijf, ons hoofdinkomen. En: Ik ben en blijf op de eerste plaats boer. Zo’n rondje door de stal geeft dan misschien geen uitdaging, maar wel ontspanning. Dat is, zeker nu ‘t Vershuus tijd en energie vraagt, wel zo fijn.”
Samen met kaasmaker Geke en fruitteler Joyce hadden jullie sinds 2016 een winkel. Sinds juli van dit jaar hebben jullie deze zonder hen voortgezet. Wat komt daar allemaal bij kijken?
“Nou, het zijn wel even extra drukke maanden geweest. Sinds Joyce en Geke besloten te stoppen met de winkel, moesten wij echt een tandje bijzetten.
“Ik houd van de uitdagingen die het ondernemerschap met zich meebrengt.”
Samen met onze medewerkers zorgen Alida en ik nu voor het reilen en zeilen van ‘t Vershuus en dus ook voor de in- en verkoop van groenten, fruit, vlees, sappen en delicatessen. De logistiek daarvan is een nieuwe tak van sport en onze medewerkers hadden natuurlijk ook even tijd nodig voordat ze op de nieuwe situatie waren ingespeeld. Onze medewerkers van het poeliersbedrijf zijn nu ook meer betrokken bij ‘t Vershuus.”
Wil je op termijn nog meer boerderijwinkels zoals het Vershuus openen?
“Nee, dat is niet onze insteek. Toen we voor de keuze stonden om, net zoals onze vennoten, te stoppen of door te gaan met de boerderijwinkel, hebben Alida en ik
deze keuze voorgelegd aan onze kinderen Erwin (21) en Rianka (24). Zij willen het bedrijf in de toekomst voortzetten. Dat was voor ons geen voorwaarde, maar het perspectief is wel doorslaggevend geweest voor ons besluit om door te gaan met het Vershuus. Daarnaast ligt mijn ambitie bij de pluimveeboerderij en het toekomstbestendig maken van de vijf kippenstallen. Volgend jaar beginnen we met de bouw van de overdekte uitlopen. De vergunningaanvraag heeft tweeënhalf jaar geduurd en is nu eindelijk rond voor het houden van 140.000 scharrelkippen. Daarmee hebben we voldoende ruimte voor ontwikkeling, en kunnen we voldoen aan de eisen voor het eigen merk van Albert Heijn met het 1-ster Beter Leven Keurmerk.”
Zou je collega’s aanbevelen om een boerderijwinkel als tweede tak te beginnen?
“We willen onze producten en het verhaal erachter verkopen op een manier die het publiek aanspreekt. Vandaag de dag wordt een boerderijwinkel al snel gezien als een lucratieve tweede tak. Maar het probleem is dat boeren doorgaans hun arbeid niet berekenen. Dat zijn wij wel gaan doen. Een veelgehoorde aanname is dat een Boerderijwinkel goedkoper zou moeten zijn dan de supermarkt, omdat de keten korter is. Maar je producten
moeten juist meer opbrengen. Je levert een kwaliteitsproduct dat ambachtelijk is geproduceerd, zoveel mogelijk uit de streek en waar veel tijd en arbeid in zit. Ik heb de afgelopen jaren gemerkt dat de consument helemaal niet zo prijsbewust is. Voor een mooi product met een goed verhaal hebben mensen geld over.”
Spar je met andere ondernemers?
“Bij onze studieclub ontmoet ik collegapluimveehouders. We komen regelmatig bijeen om over actuele onderwerpen bijgepraat te worden. Ik vind het fijn om zo nu en dan ook de visie en ervaringen van collega’s te horen. Dat heeft me al heel wat gebracht.”
Arian Kamp draagt voorzitterschap RvC over aan Gerben Smeenk
“Toekomstgerichte, kritische én betrokken leden zijn onze spiegel”
Na zeven jaar voorzitterschap van de Raad van Commissarissen, en na een periode van ruim achttien jaar waarin hij betrokken was bij Agrifirm, draagt Arian Kamp het voorzitterschap over aan Gerben Smeenk. In dit gesprek geven ze hun visie op de huidige en toekomstige positie van Agrifirm en het belang van de leden voor een gezonde coöperatie.
Positie
Arian: “Ik kijk met tevredenheid naar de huidige positie van Agrifirm. De afgelopen jaren heeft Agrifirm zich sterk gepositioneerd in de voedselketen en als een van de cruciale spelers in de Nederlandse landbouwsector. Ik
ben ook trots op de kracht van de coöperatie. Met opleidingen en werving hebben we ervoor gezorgd dat onze leden goed vertegenwoordigd zijn in een toekomstgerichte, kritische én betrokken ledenraad. Een ledenraad die inmiddels uit meer vrouwen en meer jonge mensen
bestaat dan in voorgaande jaren en die ongelofelijk goed in staat is om discussie te voeren en vragen te adresseren. De zeer actieve Jongerenraad kiest jaarlijks een thema en adviseert hoofddirectie en RvC op basis van onderzoek en interviews.
Daarnaast voeren we sinds drie jaar op rij de ledendialoog met onze leden. Dit alles is van grote waarde om te kunnen doen wat onze leden belangrijk vinden.”
Gerben: “Wat ik vooral wil behouden is de kritische én
betrokken ledenraad en de constructieve wijze waarop we met elkaar werken. We komen voor keuzes te staan die niet altijd even populair zijn en dat zal soms schuren met de wensen van de leden. Maar we hebben een collectief belang te dienen en we willen ook de continuïteit waarborgen van onze coöperatie. Er komt nu veel op ons af. Doelstellingen van de huidige overheid leiden waarschijnlijk onomkeerbaar tot een krimp van de veestapel. Dat heeft impact op Agrifirm.
Op het aantal boeren, op de bedrijfsomvang van deze boeren, op de sfeer die heerst in het veld, maar ook binnen het bedrijf. De mogelijkheid om gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken wordt bijvoorbeeld heel erg ingeperkt. Deze factoren vormen een bedreiging voor de leden, maar Agrifirm kan helpen naar oplossingen te zoeken.”
Toekomst
Arian: “Het aantal veranderingen dat de komende drie jaren gaat plaatsvinden zal groter zijn dan in de afgelopen drie jaar. We moeten mee kunnen veren met een markt die competitiever is dan in de voorgaande decennia. Gelukkig kunnen we dat. We hebben een heel goed eigen vermogen, een productienetwerk, fabrieken die op goede locaties liggen.”
Gerben: “Om te zorgen dat we de loyaliteit van onze leden blijven verdienen, moet onze prestatie absoluut in verhouding staan tot onze concurrentie. We moeten heel goed begrijpen wat er in het veld speelt om bij te dragen aan de visie van Agrifirm: een verantwoorde voedselketen voor toekomstige generaties, onze leden goede producten bieden voor een scherpe prijs, maar ook kennis en kunde bieden
waar zij behoefte aan hebben en hen ontzorgen. De ledenraad is daarbij een belangrijke spiegel voor ons.”
Overdracht voorzitterschap
Arian: “Ik draag het voorzitterschap met een gerust hart aan Gerben over. Gerben is een innovatieve top-ondernemer met een toekomstgerichte visie en een zakelijke insteek. Dat sluit aan bij wat de organisatie nu nodig heeft. Ook de Raad van Commissarissen is klaar om de uitdaging aan te gaan. Alle competenties zijn aan boord. Er is nieuw leiderschap in de top en de strategie voor de komende jaren staat in houtskool klaar. Er moet nog veel gebeuren om deze te concretiseren en uit te voeren, maar het plan ligt klaar voor besluitvorming in december. Het mooie is dat onze ledenraad daar volledig in meegenomen is.”
Gerben: “Ik heb de toewijding waarmee Arian het voorzitterschap vervulde altijd zeer gewaardeerd. Hij zorgde ervoor dat dingen goed geregeld waren, de puntjes op de i. Dat heb ik ook dit jaar ervaren waarin we samen bewust een aantal grote voorbereidende processen hebben afgerond. Daardoor kunnen we in 2025 weer aan het werk, voorwaarts op basis van de nieuwe strategie.”
Agrifirm in Spanje: ruimte voor groei
Agrifirm heeft een sterke aanwezigheid opgebouwd in de Mediterrane regio, met name in Spanje. General manager voor Spanje Angel Baguer werkt nu twee jaar voor Agrifirm, na een carrière bij bedrijven als MSD, Boehringer Ingelheim en Zoetis. Zijn missie: Agrifirm moet de voorkeurspartner voor varkensproducenten in Spanje worden.
Agrifirm is een gevestigd bedrijf in Spanje en is vaak bekend onder merknamen als Nuscience. Volgens Angel heeft Agrifirm echter nog niet de top-of-mind status bij klanten in de regio bereikt. “Je zou kunnen zeggen
dat we een beetje te stil zijn geweest”, merkt hij op. Angels strategie is erop gericht om dit te veranderen en Agrifirm stevig te positioneren in de Spaanse varkenssector. “We willen een nog vertrouwder en erkender
voerbedrijf worden. Dit doen we bijvoorbeeld door onze marketinginspanningen uit te breiden. We zijn aanwezig bij klantenevenementen, congressen en bijeenkomsten en organiseren workshops om Agrifirm als prominente speler voor het voetlicht te brengen.”
Een strategische focus op biggenvoer
Spanje is de grootste varkensproducent van Europa en de derde grootste wereldwijd. Agrifirm richt zich in Spanje voornamelijk op biggen. “Er zijn grote integraties actief in de Spaanse markt, die meer dan
2,5 miljoen zeugen hebben”, legt Angel uit. “Om effectief op deze markt in te spelen, verbeteren we op dit moment onze salesstrategie. Dat doen we om de banden met grote integraties te versterken, terwijl we onze aanwezigheid bij middelgrote klanten behouden.”
Angel benadrukt het belang van training en opleiding om dit te bereiken: “We hebben getalenteerde, goed opgeleide mensen nodig die de behoeften van onze klanten begrijpen en het beste advies over onze producten kunnen geven. We zijn goed op weg om dit doel te bereiken.”
Voordelen van aanwezigheid in Spanje
Terwijl de varkensindustrie in andere Europese landen met ruimtelijke beperkingen wordt geconfronteerd, biedt Spanje een unieke groeikans. “In tegenstelling tot West- en Noord-Europa heeft Spanje nog ruimte voor uitbreiding”, zegt Angel. Spanje profiteert van beschikbare grond, wat groei mogelijk maakt met minder
hindernissen op het vlak van regelgeving. Bovendien heeft
Spanje als AVP-vrij (Afrikaanse Varkenspest) land een belangrijk voordeel ten opzichte van landen zoals Duitsland. In dat land beperkt AVP het vervoer van vee en de export van varkensvlees. Angel benadrukt het belang van het beschermen van deze status: “Spanje exporteert 60% van zijn varkens, dus AVP zou een ramp zijn voor ons.”
Gebruik maken van lokale productiemogelijkheden Een groot voordeel dat Agrifirm in Spanje heeft, is een eigen productievestiging. “Onze lokale fabriek geeft ons een concurrentievoordeel op het vlak van efficiëntie en kosteneffectiviteit”, zegt Angel. “Onze nabijheid tot de markt stelt ons in staat om de productiekosten concurrerend te houden terwijl we de hoogste kwaliteitsnormen garanderen.”
Omgaan met uitdagingen op de markt
De Spaanse markt is niet zonder uitdagingen. Een voorbeeld hiervan is het Europese verbod op zinkoxide voor biggen, dat in 2022 is uitgeroepen. Dat heeft ook gevolgen voor de Spaanse markt, want het heeft geleid tot een toename van speendiarree bij biggen. Angel: “Agrifirm heeft voeralternatieven voor zinkoxide ontwikkeld, zoals onze nieuwe PTS-voeders. Onze ervaring en expertise stellen ons in staat om klanten effectieve oplossingen te bieden, wat ons een waardevolle partner maakt bij het overwinnen van dergelijke uitdagingen.”
Bijdragen aan Agrifirms wereldwijde succes Angel merkt ook op dat het succes van Agrifirm in Spanje positieve gevolgen heeft voor de leden in Nederland en andere landen. “De expertise die we Spanje opdoen, delen we met collega’s over de hele wereld, wat zorgt voor kruisbestuiving. Onze activiteiten hier verbeteren het bedrijf in het algemeen en verhogen de winstgevendheid, wat Agrifirm wereldwijd ten goede komt.”
“Ik kijk er enorm naar uit om een sterke coöperatieve onderneming nog sterker te maken”
Begin deze maand nam hij het spreekwoordelijke stokje over van Dick Hordijk. Tijd voor een kennismaking met de nieuwe Agrifirm-CEO Piet Hilarides.
Hoe is het om na lange tijd weer in Nederland te werken?
“Door mijn werk zijn we altijd veel in het buitenland geweest en ons gezin is vrij internationaal ingesteld. Ik hou ook enorm van reizen, maar vind het een mooie uitdaging om weer in de Nederlandse cultuur te werken en dichterbij vrienden en familie te zijn. Het geeft me ook de kans om meer aanwezig te zijn op ons eigen familiebedrijf: samen met mijn twee broers heb ik een akkerbouwbedrijf in Friesland. Ik zit al jaren niet meer op de tractor, maar het is fijn om weer in de buurt te zijn.”
Toch keerde je voor Agrifirm terug naar Nederland. Wat maakt deze baan zo bijzonder?
“Dat is in de eerste plaats de agrarische sector, en alles wat daar nu speelt. Er gebeurt enorm veel en dat heeft niet alleen impact op de markt en de economie, maar ook op boerengezinnen. Beleidsmakers mogen daar veel meer oog voor hebben en ik vind het heel waardevol om daar een bijdrage aan te leveren.
Daarnaast verandert ook Agrifirm. Ik weet dat verandering voor veel mensen iets negatiefs is, maar ik zie het ook als iets moois. Verandering kan spannend zijn, maar het betekent daarnaast dat je
de kans krijgt om jezelf te ontwikkelen en nieuwe dingen te leren. Het moet juist positieve energie opleveren. Als je energie krijgt van wat je doet, kost alles minder moeite en ik kijk ernaar uit om samen met mijn collega’s binnen Agrifirm dat enthousiasme aan te spreken.”
Waar kijk je nog meer naar uit?
“De belangrijkste opdracht die voor me klaar ligt is er een waar ik erg enthousiast van word: de kans om de nieuwe strategie voor Agrifirm zowel op te stellen als uit te voeren. Dankzij de vorige hoofddirectie en RvC staat er een succesvol en sterk bedrijf en nu mogen we dat uitbouwen tot een coöperatieve onderneming die ook de komende decennia succesvol blijft. De elementen die Agrifirm zo sterk maken nemen we daarin natuurlijk mee, en we zoeken naar nieuwe elementen om nog sterker te worden.”
Bij Agrifirm keer je ook weer terug in de coöperatieve wereld. Hoe kijk je daar tegenaan?
“Ik heb jaren bij FrieslandCampina gewerkt, daarna bij een familiebedrijf en een beursgenoteerde onderneming. Een gezonde winst is overal belangrijk, maar er zijn toch duidelijke verschillen en het coöperatieve karakter is zeker iets dat ik waardeer aan Agrifirm. De blik is meer op de toekomst gericht, op de generaties die na ons komen. Bovendien kijk ik erg positief terug op de jaren waarin ik samenwerkte met leden binnen een coöperatie.”
Wie is Piet Hilarides?
Wat zie je als je grootste uitdaging de komende jaren?
“Dat er volop uitdagingen liggen, is duidelijk. De buitenwereld verandert en Agrifirm moet zich aanpassen. Wat ik als een belangrijke opdracht zie, is om groeisectoren te creëren in een sector waar iedereen het heeft over krimp. Ik heb er de afgelopen twintig jaar enorm veel plezier in gehad om samen met collega’s oplossingen te vinden voor moeilijke bedrijfsvraagstukken en die een bijdrage te laten leveren aan het resultaat. Het zou mooi zijn als we dit ook bij Agrifirm kunnen realiseren. Dat is een van de voornaamste redenen dat ik, nu ik deze kans heb gekregen, die met beide handen aanpak. Ik hoop over een paar jaar te zien dat er een toekomstbestendige organisatie staat met een heldere strategie.”
Piet Hilarides is 60 jaar, getrouwd met Tanja en vader van Emma en Maarten. In verschillende directiefuncties bij FrieslandCampina kwam hij terecht in Singapore. In Singapore werkte hij ook voor andere bedrijven en zijn meest recente functie was CEO van de beursgenoteerde zuivelonderneming Baladna in Qatar.
In zijn vrije tijd kun je Piet tegenkomen in de sportschool of het voetbalstadion. “Ik geef het maar toe: ik ben hartstochtelijk Ajax-fan. Daarnaast hou ik veel van lezen en, niet heel verrassend, van reizen. Wat voor velen wel verrassend is: ik mag graag op de Playstation spelen, daar maak ik echt tijd voor.”
“De
food- en agrisector heeft een goede en uniforme storyline
nodig”
Carin van Huët is in september benoemd als lid van de Raad van Commissarissen van Agrifirm Group en is toegetreden tot het bestuur van de ledenraad.
Ze studeerde Agrarische Economie in Wageningen en is CFO van Royal Fruitmasters, waar ze ook verantwoordelijk is voor IT, Sales en Operations, Duurzaamheid en Coöperatiezaken. “We moeten beter uitdragen dat de kwaliteit van, en de eisen aan voedsel en agrarische producten, nergens zo hoog zijn als in Nederland.”
Waar wil je je op richten binnen de RvC?
“De agrarische sector staat voor veel uitdagingen en één daarvan is de publieke opinie. Ik vind het belangrijk dat Agrifirm gaat voor een toekomstbestendige sector en dat we blijven focussen op de gestelde stip op de horizon. De dialoog met de
maatschappij is heel belangrijk. We laten ons daarin als sector vaak in de verdediging drukken. De food- en agrisector heeft een goede eenduidige storyline nodig. Daar kan Agrifirm een belangrijke bijdrage aan leveren. Zorg dat mensen ervan doordrongen zijn dat er geen land ter wereld is waar de kwaliteit van voedsel en andere agrarische producten zo hoog is.”
Wat breng jij mee in deze functie?
“Mijn focus ligt op toekomstbestendigheid van de food en agrisector, met een eerlijk verdienmodel voor boer en teler als vertrekpunt. Een transitie zonder verdienvermogen, zonder rendement, krijg je niet voor elkaar. Verbinding met het werkveld vind ik heel belangrijk. Ik ben geboren en getogen op een melkveehouderij. Met mijn netwerk en ervaring hoop ik vanuit de inhoud een zinvolle bijdrage te kunnen leveren.”
Natuurinclusieve bollenteelt
Het project Demoveld X Bollenjongens heeft dit jaar de eerste ervaringen opgedaan met experimenten voor natuurinclusieve landbouw. “De proeven bieden aanknopingspunten voor de praktijk”, vertelt Bram Mulder, teeltadviseur van Agrifirm-GMN en coördinator van het Demoveld. “We testen alternatieve teeltmaatregelen om te ervaren of deze ook in de praktijk te realiseren zijn.”
Elf bollenkwekers uit de Duin- en Bollenstreek, verenigd in studiegroep De Bollenjongens, hebben
samen met Agrifirm-GMN, Living Lab B7, Greenport Duin- en Bollenstreek dit initiatief genomen. Op het proefveld van 0,35 hectare voeren ze proeven uit om met minder chemie en meer aandacht voor bodemgezondheid, waterkwaliteit en biodiversiteit te telen. Met het demoveld willen de partijen de omgeving tonen dat zij zich inspannen voor een natuurinclusieve teelt. Studenten aan de HAS green academy monitoren de resultaten. Subsidie voor een groter Fieldlab wordt mogelijk eind van dit jaar toegekend. Hiermee kan het praktijkonderzoek op de kwekerijen zelf verder uitgebreid worden.
Samenwerking met retailpartners: erkenning voor boeren en telers
> Fanny Weinbreck (2de van links) samen met de andere leden van het Wortel Collectief.
Agrifirm werkt samen met Unilever, Jumbo en Ardo aan de ontwikkeling van regeneratieve teeltmethoden in Nederland. Doel van de samenwerking in dit Wortel Collectief is dat er steeds meer producten in de schappen liggen, die zijn geteeld met een zo laag mogelijke milieuimpact en met rendement voor de teler.
“Onze samenwerking met ketenpartners is een prachtige kans om te zorgen dat letterlijk en figuurlijk waarde wordt toegekend aan de inspanningen van onze boeren en telers”, vertelt Fanny Weinbreck, Global R&D Director bij Agrifirm.
”Unilever, Jumbo en Ardo erkennen met ons dat de ontwikkeling naar duurzame teeltmethoden alleen samen kan gaan met een goed verdienmodel
voor de boer. Agrifirm zet expertise en ervaring in om boeren en telers te ondersteunen bij de eisen die vandaag de dag en morgen aan hen worden gesteld. Door te investeren in de gezondheid van de bodem bijvoorbeeld, kunnen zij vandaag de dag al werken aan een vitaal bedrijf op de lange termijn. Vitaal betekent niet in de laatste plaats: een goed rendement voor de producent.”
Retailbedrijven als Jumbo en Unilever hebben maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) hoog in het vaandel. Zo richt het MVO-beleid van Jumbo zich onder andere op gezonder eten, duurzame ketens en een beter milieu. Unilever wil een leider zijn in duurzame groei.
Fanny: “De hele keten, van producent tot consument, moet werken aan een zo laag mogelijke impact op het milieu. Onze samenwerkingspartners hebben er, net als agrariërs, belang bij dat een zo groot mogelijke milieuwinst op het boerenerf wordt behaald. Daar heeft de retail geld en inspanningen voor over en dat komt boeren en telers ten goede.”
Scan de QR-code voor meer info.
Kipster Brood met Agrifirm baktarwe
Agrifirm ondersteunt vier akkerbouwbedrijven in Groningen bij het telen van baktarwe voor Kipster Brood. De percelen worden bemest met mest van Kipster kippen en andere meststoffen. Brood dat niet wordt verkocht wordt benut als voer voor de kippen. Het volkorenbrood ligt sinds september in de schappen bij Lidl.
“Dat het brood met hun tarwe nu in de schappen ligt geeft de akkerbouwers veel energie en een gevoel van trots”, vertelt conceptmanager Jan Nammen Jukema van Agrifirm. “Ze zijn enorm gemotiveerd en denken mee over mogelijkheden om zo duurzaam mogelijk te werken.”
Wie?
Cees Verweel (57)
Wat?
Aardappels rooien
Waar?
Zeewolde
Wanneer?
4 oktober 2024
Op een mooie herfstdag start akkerbouwer Cees Verweel met het rooien van zijn eerste perceel fritesaardappelen (5 hectare, Innovator). Cees heeft deze grond geruild met zijn buurman, een veehouder. “In totaal heb ik nog zo’n 30 hectare aan aardappelen staan (Agria en King Russet) en teel ik ook uien, suikerbieten, mais, wortels en wintertarwe. Op dit perceel ben ik gestart met rooien, vijf dagen later had ik alle aardappelen eruit. De omstandigheden waren goed, de grond zeefde goed. De opbrengst is dit jaar gemiddeld, ik ga uit van zo’n 50 tot 55 ton per hectare. Daar ben ik tevreden over, zeker gezien het natte voorjaar en de slechte winter. Het rooien was ook dit jaar weer alle hens aan dek. Mijn schoonzoon zit op de rooimachine en ook mijn dochters hielpen een handje mee.”
Agrifirms visie op doelsturing
De eerste milieuvergunning op basis van doelsturing is een feit. Een Gelderse varkenshouder heeft de primeur. “Het schip is inderdaad de haven uit. Dat is echt een heel goede ontwikkeling voor de totale sector”, zegt Ruud Tijssens, Director Public & Cooperative Affairs bij Royal Agrifirm Group.
Agrifirm is ervan overtuigd dat doelsturing een essentiële bijdrage kan leveren aan een eerlijk verdienvermogen van de boer. Op die manier krijgen boeren en telers zelf de ruimte om milieudoelstellingen te realiseren voor het verminderen van bijvoorbeeld emissies en milieu-impact.
Doelsturing doet z’n intrede in de vergunningverlening voor agrarische bedrijven. Een grote doorbraak is mogelijk als de milieu-impact van alle bedrijfstypen betrouwbaar is aan te tonen. “Maar de belangrijkste voorwaarde is vertrouwen tussen boer en overheid. Ook daar zie ik positieve ontwikkelingen”, zegt Ruud Tijssens.
Boer aan het roer
Scan de QR-code voor meer info.
Bij doelsturing stelt de overheid een emissienorm vast en de boer bepaalt zelf hoe die norm wordt behaald (zie kader Doelsturing). Zo is in de milieuvergunning voor het varkensbedrijf in Gelderland een maximale ammoniakemissie vastgelegd. Door continue meting met sensoren heeft
de varkenshouder inzicht in de actuele uitstoot. Bij een dreigende overschrijding van de norm, stuurt hij zelf bij. “Wij zeggen tegen de overheid: stel heldere normen en ga vervolgens van het erf af. Laat de boer aan het roer”, vat Tijssens kort samen. “Er zitten inmiddels meer vergunningen in de pijplijn die op deze manier zijn aangepakt. Er is echt sprake van een kanteling in de vergunningverlening.”
Data is cruciaal Belangrijke voorwaarde voor doelsturing is betrouwbaarheid waarmee de prestatie van het agrarische bedrijf kan worden aangetoond (zie kader Meten=Weten=Kunnen).
In gesloten stalsystemen doen meetsensoren hun intrede om bijvoorbeeld de ammoniakemissie te meten. In open melkveestallen of op akkerbouwbedrijven is het
Doelsturing
Meten = Weten = Kunnen
Agrifirm werkt aan een systeem van heldere doelen, goed onderbouwde meetinstrumenten en handvaten voor handhaving. Sensoren en automatische geanonimiseerde dataverzameling zorgen daarbij voor een cyclus van Meten = Weten = Kunnen
Zo kan elke veehouder en teler zijn eigen prestaties
verbeteren én aantoonbaar voldoen aan de vergunningsnorm.
Meten wat de echte emissie is in water, lucht en bodem = weten wat de daadwerkelijke impact op milieu en omgeving is =
veel gerichter beleid kunnen maken, waardoor boeren in hun kracht kunnen blijven.
meten van de milieu-impact ingewikkelder. Een combinatie van sensormetingen en datasystemen moet daar de oplossing bieden.
Voorbeelden van die dataoplossingen zijn PoultryNext in de pluimveehouderij en AgrifirmNext voor de plantaardige sector. In de melkveehouderij
Bij doelsturing krijgen agrarische bedrijven inzicht in hun emissie- of duurzaamheidsprestaties. Door dit meetbaar te maken kunnen ze aantoonbaar voldoen aan individuele emissie- of duurzaamheidsnormen. Deze normen staan vermeld in hun vergunningen of zijn onderdeel van afspraken. De boer bepaalt zelf hoe hij/zij dat doel behaalt.
Doelsturing is het tegenovergestelde van ‘middelensturing’. Daarbij worden specifieke werkwijzen of (stal)systemen voorgeschreven op basis van hun theoretische effect.
is KringloopWijzer het verzamelpunt van bedrijfsdata.
Vertrouwen is dé basis
Boeren tonen in de toekomst via sensoren en data-oplossingen aan dat ze voldoen aan de geformuleerde doelen. Naast technische oplossingen is er ook vertrouwen tussen boer en overheid nodig. Tijssens: “Het wantrouwen zit zowel bij de boer als bij de overheid, ook rondom data. Als sector moeten we daarom staan voor een betrouwbare en geborgde onderbouwing van onze milieuprestaties. Aan de andere kant moet de overheid accepteren dat een onafhankelijk geverifieerd bedrijfscertificaat voldoende zekerheid biedt. Laten we onszelf niet verliezen in té gedetailleerde bewijsvoering. Via kleine stapjes in de praktijk bouwen we dat vertrouwen nu op.”
KennisBoeren
Een initiatief van Coöperatie Agrifirm
Een hoger saldo behalen, met minder kosten en minder milieudruk. Hoe pak je dat aan en welke ervaringen hebben
Agrifirm en collega-boeren hier al mee? Vanaf januari 2025 kun je hiervoor terecht op hét nieuwe Agrifirm-platform: Kennisboeren.De plek om kennis en informatie op te doen, ter discussie te stellen én je eigen ervaringen te delen.
Met het nieuwe platform krijg je als lid van Agrifirm direct toegang tot de kennis en ervaringen die zijn opgedaan met Coöperatie
Projecten. Doel van deze projecten is de innovatiekracht en daarmee het financieel perspectief van Agrifirm-leden te versterken.
Commissieleden van de negen districten besluiten, na overleg met de leden, welke Coöperatie
Projecten rond specifieke thema’s worden uitgevoerd.
De lancering is in januari en we stellen de eerste 3 projecten nu al beschikbaar:
1. Stikstof van eigen land Er zijn verschillende mogelijkheden om eiwit en dus stikstof, van je eigen land te halen. Bijvoorbeeld door (gefermenteerde) mest van gewasresten of uit natuurland te gebruiken of door specifieke groenbemestermengsels in te zetten.
2. Hoe leidt inzicht in bodembiologie tot saldo Er wordt volop gewerkt aan oplossingen om de negatieve effecten van aaltjes en andere bodemparasieten zonder of met beperkt gebruik van gewasbescherming beheersbaar te houden.
3. Stalvergunningen via doelsturing dankzij betrouwbare sensoren. Met financiering van Coöperatie Projecten werken twee varkenshouders en twee rundveehouders aan een monitoringssysteem, zodat ze op basis van doelsturing een stalvergunning kunnen krijgen.
Wat werkt? Welke oplossingen vergen nog meer inspanning, en wat biedt volgens jou perspectief? Je bent hiervoor welkom op het nieuwe platform: Kennisboeren.
Kun je niet wachten tot januari? Scan de QR-code voor meer info.
“De ervaringen uit de praktijk neem ik mee naar de Jongerenraad”
Diana Eendhuizen-Toren
uit Garsthuizen (GR) maakt sinds kort deel uit van het dagelijks bestuur van de Jongerenraad van Agrifirm. De ervaringen die ze opdoet in haar werk als Commercieel Management Specialist én op de akkerbouwbedrijven van haar man en haar ouders, geven haar waardevolle input.
“Ik zet mij graag in voor het dagelijks bestuur van de Jongerenraad. Vooral de mix van afgevaardigden uit verschillende regio’s en vanuit verschillende sectoren vind ik interessant. Onze inbreng wordt serieus genomen. De directie,
de Raad van Commissarissen, de ledenraadsleden, ze zijn altijd betrokken en oprecht geïnteresseerd in wat de Jongerenraad aan de orde stelt.
Zo heb ik in een online sessie meegedacht over de nieuwe strategie. Bij mijn werkgever, HZPC, een internationaal plantenveredelingsbedrijf dat nieuwe aardappelrassen ontwikkelt en afzet, heb ik ook meegewerkt aan de strategievorming. Als Commercieel Management Specialist ben ik onder andere verantwoordelijk voor de logistiek en afzet van (nieuwe) rassen in Centraal-Europa. Daarnaast werk ik wanneer nodig, in de avonduren, weekenden of vakanties, mee op het akkerbouwbedrijf van m’n man en dat van m’n ouders in Oudeschip, nabij de Eemshaven. Die verschillende rollen vullen elkaar mooi aan.
Agrifirm investeert enorm in kennis en scholing en dat is een van de thema’s die mij aan het hart gaat. Nu er middelen wegvallen en we voor een toekomstbestendige sector op zoek moeten naar alternatieven alsmede innovaties, is het belangrijk dat het kennisniveau onder de adviseurs van Agrifirm op peil blijft.”
Nederlandse ondernemers zien kansen in de lokale productie van exotische voedingsmiddelen
Producten van ver, lokaal geproduceerd
Hans Steenbergen
TRENDWATCHER EN MEDE-OPRICHTER
VAN FOOD INSPIRATION, PLATFORM VOOR
PROFESSIONALS
IN FOOD & HOSPITALITY
“Vroeger was er sprake van óf massa óf niche, maar nu zien we een massa van niches ontstaan. Het gaat om premiumproducten die worden omarmd door de culinaire gemeenschap, in Nederland geproduceerde buffelmozzarella bijvoorbeeld, of sojasaus uit de Hoeksche Waard. Producten die van oorsprong niet Nederlands zijn, maar die hier op kleine schaal en met waarden als lokaal, duurzaam en diervriendelijk worden geproduceerd. De vernieuwing die deze producten brengen, vormen een trend die ik van harte toejuich. Van bulk naar bijzonder. Chefs en foodies, mensen met een bijzondere belangstelling voor eetcultuur en voeding, zijn bereid geld uit te geven aan dit soort producten. Meer geld dan dat de consument wil betalen in de supermarkt. En de groep van mensen die er geld voor over heeft
groeit. Zij staan open voor een echt en eerlijk product met een goede smaak en met een goed verhaal.”
De culinaire vernieuwing door dit soort producten is een verheugende ontwikkeling. Het vraagt van de producenten dat ze investeren in merkbekendheid en het opbouwen van afzetkanalen. Vaak niet via de retail, waarbij de nadruk ligt op merkpositionering, maar kleinschalig op het eigen bedrijf en via foodservicebedrijven waarbij waarden, sfeer en authenticiteit van belang zijn. Ik voorzie een heel rustige groei van het aandeel aan dit soort producten, geen doorbraak naar de massa. Bij elkaar vormen ze best een belangrijke ontwikkeling. Enerzijds lijken steeds meer consumenten de connectie met hun voedsel kwijt te zijn en tegelijkertijd zien we mensen die bewust kiezen voor meer exclusieve, smaakvolle en lokaal geteelde producten.”
Arjan Swinkels
EIGENAAR WATERBUFFELBOERDERIJ DE STOERDERIJ IN SON EN BREUGEL (NB)
“Ik had een kantoorbaan toen ik besloot waterbuffels te gaan houden op de boerderij waar mijn vader melkveehouder was geweest. De financiële middelen om het melkquotum over te nemen had ik niet, dus melkvee houden was uitgesloten. Toen ik de eerste waterbuffels in 2010 aankocht, wilde ik vanaf dag één mozzarella maken. Maar
“We leveren aan boederijwinkels in de regio, de lokale supermarkt en aan horecabedrijven.”
het bereiden van deze kaas is ontzettend moeilijk en leer je niet van een paar YouTube-filmpjes, zo ontdekte ik al gauw. We zijn daarom begonnen met het maken van roomijs en yoghurt. Sinds vijf jaar beheersen we ook het bereidingsproces van mozzarella. Cruciaal is het moment waarop je heet water bij de wrongel giet.
Ook de samenstelling van de melk is bepalend, met het juiste vet- en eiwitgehalte.
We kiezen er bewust voor om niet alle melk te verwerken tot buffelmozzarella. Het is een duur, ambachtelijk product en we moeten het hebben van de korte keten. We leveren aan boerderijwinkels in de regio, aan de lokale supermarkt en aan horecabedrijven. Die combinatie is de kracht. Het is leuk om vijf bollen mozzarella naar een boerderijwinkel te brengen, per stuk verpakt in een bakje, maar je moet ook grotere klanten hebben. Aan horecabedrijven leveren we twintig bollen tegelijk in een emmer. Zij verwerken onze kaas vooral ’s zomers in salades Caprese. Onze eigen boerderijwinkel is heel eenvoudig en toch het belangrijkste verkooppunt voor onze producten. Klanten vertrekken hier met vier bakken buffelroom-ijs, en kopen de mozzarella voor speciale gelegenheden.”
Siem Kuijpers (7) uit Ysselsteyn
“Voordat mijn vader kuilvoer gaat voeren, help ik vaak met het afspaaien van de kuilbult. Eerst trek ik mijn overall en laarzen aan, en dan klim ik op de bult. Met mijn eigen schep haal ik het zand weg dat op het afdekzeil ligt. Dat is best zwaar, maar daar word je sterk van. Ook in mijn benen. Daardoor kan ik al heel hard rennen op het voetbalveld op ons erf waar ik vaak met vriendjes speel. Ik help mijn vader ook vaak met
het aanvegen van het voer bij de koeien. En met melken. Het liefst ’s avonds, want dan mag ik ook wat later naar bed. Op ons bedrijf hebben we tachtig roodbonte koeien; een kruising van MRIJ en Holstein. Pepernoot is de favoriete koe van mij en mijn broertjes. Zij is heel mak en lief.
Zelf wil ik later ook boer worden. Of eigenlijk loonwerker. En ook voetballer. Het liefst allebei.”
Vraag Agrifirm Exlan om advies
Antwoord op ondernemersvragen
Het beleidskader 'passende beoordeling' van Noord-Brabant is onderuitgegaan. Hoe kunnen we nu toch verder met onze natuurvergunningsaanvraag?
Lambert Polinder:
“Als gevolg van uitspraken van de Raad van State ligt vergunningverlening van vooral natuurvergunningen al weer even stil. De provincie Noord-Brabant dacht dat op te lossen met de handreiking ‘passende beoordeling luchtwassers’, in gebruik vanaf december 2023. Ook het ministerie overwoog een dergelijke handreiking, zodat met een passende beoordeling weer vergunningen kunnen worden verleend.
4 september 2024 oordeelde de Raad van State dat het toepassen van die handreiking onvoldoende zekerheid biedt over de emissies van ammoniak om daar een natuurvergunning mee te kunnen verlenen. Dat betekent dat vergunningaanvragen opnieuw stil liggen. Van diverse kanten kwam de vraag hoe toch voortgang in procedures kan worden geboekt.
De oplossing ligt mijns inziens niet in nog meer voorschriften verbinden aan vergunningen. De uitspraak van de Raad van State toont het failliet aan van vergunningverlening op de oude manier. De weg vooruit ligt in doelsturing. In de vergunning
wordt niet meer voorgeschreven welke middelen moeten worden toegepast om emissies te reduceren, maar staat enkel nog een meetbaar doel centraal. Voor een natuurvergunning in relatie tot ammoniakemissie wordt een maximale emissie in kg per jaar opgenomen. Het is aan de veehouder hoe dat doel te halen.
Uiteraard moet je als veehouder wel aantonen dat je het doel haalt. Dat kan met ammoniaksensoren (continumeting). Afgelopen 1,5 jaar heeft Agrifirm op verschillende bedrijven continu ammoniak gemeten. Die metingen zijn goed te doen.
Keerzijde van de methode is dat het niet halen van het doel consequenties heeft. Daarom is het van groot belang van tevoren goed inzichtelijk te hebben hoe dat doel gehaald kan worden.
Dus als je vergunning (weer) stil ligt, ga dan met de provincie overleggen of doelsturing in jouw situatie de weg vooruit kan zijn!”
De beste aanpak verschilt per situatie. Neem contact op met Juridisch Advies voor meer informatie. E-mail juridischadvies@agrifirm.com of T 088 488 29 29.
Op de werkvloer
Iedere dag zetten meer dan 3.000 medewerkers bij Agrifirm zich samen in voor een verantwoorde voedselketen voor toekomstige generaties. Maar wat houdt dit concreet in, waar houdt iedereen zich mee bezig? Wij geven graag een kijkje achter de schermen bij een specifieke Agrifirm-locatie, dit keer Meppel Maak kennis met de gezichten van Agrifirm.
Gert Flinkert
Afdeling Productierechten
“Al 27 jaar ben ik werkzaam op de afdeling Productierechten van Agrifirm, waar wij ons bezig houden met de aan- en verkoop van productierechten voor onze klanten. We vormen een schakel in het netwerk en zorgen dat productierechten van de ene naar de andere boer kunnen gaan, wanneer nodig. De diversiteit in mijn functie en het contact met de veehouders vind ik ontzettend leuk, je bouwt echt een band met ze op. Ik ben trots op onze werkwijze. We zijn transparant en bieden altijd marktconforme prijzen. We dienen echt het belang van de veehouder. En dat ik dit samen met mijn trouwe collega Arjo mag doen, maakt het werk alleen maar leuker!”
Op de werkvloer
Ronald Strijker - Operator fabriek
“Samen met mijn collega’s bedienen we de productielijnen in de fabriek, om zo goed en kwalitatief voer aan onze boeren te kunnen leveren. Ik doe dit nu al bijna 18 jaar en heb het nog altijd naar mijn zin.”
Johan van Leussen - Planner
Jeen Reitsma - Orderdesk medewerker
“De agrarische sector heeft mij altijd al getrokken, dus een baan bij Agrifirm past al 35 jaar goed in dit plaatje. Van order tot levering op het boerenerf, zonder hapering er tussen en naar tevredenheid van onze boeren. Dat is waar wij het met ons team voor doen!”
“Hoe draait de productie, hoe ziet de orderbak eruit en hoe kunnen we dit zo efficiënt mogelijk afleveren? Dat zijn de puzzelstukken waar ik dagelijks mee te maken heb. Elke dag geeft een nieuwe uitdaging en dat maakt dit werk als planner ook zo leuk!”
Roelof Mulder - Bulkchauffeur
Arina Hotting - Medewerker Mest & Mineralen
“Voorheen werkte ik in de buitendienst, maar sinds januari bij Agrifirm Exlan. Ik vind het leuk om de complexiteit die de wetgeving meebrengt dusdanig aan de boer uit te leggen dat hij het begrijpt en de mestwetgeving geen onbekend onderdeel in zijn bedrijfsvoering is. Zo ontzorg je de boer.”
“Sinds 2007 rijd ik op de bulkwagen voor de Gebroeders Groen, en de laatste jaren altijd in opdracht van Agrifirm. Ik ben trots op mijn auto en vind het prettig dat ik de meeste boeren ken waar ik kom, dat maakt het ook gemakkelijk. Ja, ik heb het hier wel naar mijn zin!”
Knip de kerstballen uit om ze te versieren en in de boom te hangen. Veel plezier!