AJN Jeugdartsen Nederland JA!40

Page 1

2017 #40

RUBRIEK

2017 #40 - 1

Positieve Gezondheid

Simone Voets:

‘Kinderen moeten zich gehoord voelen’ Chronisch ziek en toch sporten Carl Verheijen:

‘Kijk naar de mens achter de ziekte’ Ja! magazine


RUBRIEK

2017 #40 - 2

Ja! magazine


3 - 2017 #40

COLUMN VOORZITTER

Gewoon bijzonder Het meisje komt schuchter binnen. Bang voor de vaccinatie die zo volgt? Wordt ze gepest? Of is haar moeder niet zo aardig als ze lijkt? Of is ze gewoon een schuchter meisje? Het gaat allemaal door mijn hoofd. Het meisje geeft keurig een hand en er ontstaat een klein lachje als ze me voorzichtig aankijkt. Ik start met vragen hoe het met haar en moeder gaat. Moeder heeft zelf geen vragen of bijzonderheden. Ik bevestig hoe geweldig het is dat het dus allemaal zo goed gaat. Ondertussen heb ik het meisje een velletje papier en potlood toegeschoven en krabbelt ze met een mooie pengreep wat op het papier. Ik knik haar bemoedigend toe. Dan keuvelen we wat over school en vriendinnen. Want ja, die heeft ze. En ze fleurt steeds meer op. We tekenen volgens het Van Wiechenschema verder en springen samen door de kamer. Met de visustest krijgt ze er lol in. Heel natuurlijk gaat dit alles over in het moment van vaccineren. Eenmaal op schoot bij moeder leg ik concreet uit wat er volgt, maar maak het niet te lang. Ik vaccineer en hoewel ze haar lippen op elkaar perst, geeft ze verder geen kik. Als het voorbij is, vleit ze zich kalm, licht snikkend op de armen van haar moeder. Na een stevige knuffel springt het meisje op. We schudden handen en moeder en dochter lopen gearmd naar buiten. Het meisje keert dan terug en zegt: ‘Ik vind u lief’. Moeder draait zich om: ‘Ze had er zo tegenop gezien, maar ik ben zo blij met hoe u het heeft aangepakt!’. Positief bekrachtigen, het gewone bijzonder maken, gezondheid koesteren; dat is voor mij een van de krachten van de jeugdarts. Ik ben er trots op.

Mascha Kamphuis voorzitter AJN Jeugdartsen Nederland voorzitter@ajnjeugdartsen.nl

Trots

Eigen stem

“Mijn laatste JA! als hoofdredacteur. De liefde voor taal, de trots op mijn vak, de collega’s in de redactie, het ‘nieuwsgierig mogen zijn’ en ‘iets moois maken’, deden me destijds ‘ja’ zeggen. Het was een avontuur, soms een achtbaan. Vooral dankzij de kritische steun van mijn mederedacteuren en de deskundige en geduldige begeleiding van de toenmalige eindredacteur, kijk ik met trots en tevredenheid terug op hoe de JA! zich heeft ontwikkeld. Het is tijd voor een volgende stap. Ik wens Jeanne-Marie, de nieuwe hoofdredacteur, een prachtig avontuur toe!”

“In deze tijd van grote verschuivingen in ons vak, ben ik blij om ‘ja’ te zeggen tegen JA!. Een blad waarin jeugdartsen passie en kennis delen, geeft een gevoel van eenheid. Het gezamenlijke doel van jeugdartsen, de gezondheid en het welbevinden van kinderen, is de drijfveer om verder te gaan. Iedereen wellicht met een andere insteek of unieke achtergrond, iedereen met zijn eigen stem. Ik kijk ernaar uit veel verhalen van AJN-leden te lezen in JA! Ik zal zeker ook mijn ervaringen delen.”

Els Jonker

Jeanne-Marie Hament

Ja! magazine


INHOUD

2017 #40 - 4

INHOUDSOPGAVE AJN-lid Het begrip positieve gezondheid is AJN-lid Simone Voets op het lijf geschreven. Al meer dan 35 jaar stimuleert ze als jeugdarts kinderen hun mogelijkheden te benutten.

14

12

6 Dilemma Wordt positieve gezondheid overschat? Vier experts buigen zich over deze stelling.

Expertise Oud-schaatser Carl Verheijen maakt zich sterk om het concept positieve gezondheid te implementeren in de zorg. Samen met Machteld Huber is hij directeur van het Institute of Positive Health.

Onderzoek In Utrecht kunnen kinderen met een beperking of chronische ziekte toch sporten. Jeugdartsen zetten zich daarvoor in en doen onderzoek naar de effecten hiervan.

Ja! magazine

24


INHOUD

5 - 2017 #40

Visie Het AJN-bestuur wil anders organiseren, anders samenwerken en de why van de jeugdarts voelbaar maken.

34

Markant Vijf vragen aan Frans Pijpers, adjunct-directeur bij het NCJ. Hij won vorig jaar de AJ Swaakprijs vanwege zijn inzet voor de JGZ en zijn innovatieve denkkracht.

38

Verder in dit nummer

3 19 23 30 32 37

Voorwoord Column Elwyze Frijns Selfie AJN-lid Marieke Duif stelt zich voor Casus Ervaring met blended care Podium NVK-AJN dag Recensies

Colofon JA! magazine van de AJN

Aan dit nummer werkten verder mee:

ABONNEMENT: Alle AJN-leden ontvangen JA!

Frequentie: 3 keer per jaar ISSN: 1873-8346 EDITIE: 2017 #40

Kees Pieter Beijer-Paul, Tinneke Beirens, Dirk Jansen, Brita de Jong, Eric Kampherbeek, Rosanne van der Lugt, Farina Oprins

Niet-leden kunnen losse nummers bestellen of zich abonneren. Meer informatie bij het secretariaat van de AJN.

COVERFOTO: Eric Kampherbeek

SECRETARIAAT/CONTACT AJN: Churchilllaan 11,

Hoofdredacteur: Els Jonker Eindredactie: Bureau Bax Redactiecoördinatie: Louise Dijkmans Redactie: Meriam Broersen, Kathleen Doumen,

Elwyze Frijns, Paquita Gonzales dos Santos, Jeanne-Marie Hament, Sigrid Hendriks, Edith Langeveld, Marieke Morssinkhof, Rianne Paalman, Ulco Schuurmans, Irene Stekelenburg, Lucas Stuurman, Elle Struijf

ART DIRECTION/SALES:

Elma Media BV, Silvèr Snoek Salesmanager, s.snoek@elma.nl Postbus 18, 1720 AA Broek op Langedijk T: 0226 331 600, I: www.elma.nl Advertenties, advertorials en pagina’s ‘Marktvisie’ vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

Ja! magazine

3527 GV Utrecht, T: 0854 894 980, F: 0854 898 988 secretariaat@ajnjeugdartsen.nl www.ajnjeugdartsen.nl www.facebook.com/jeugdartsennederland www.twitter.com/jeugdartsen


INTERVIEW

2017 #40 - 6

‘Genieten van kleine dingen’ Ja! magazine


7 - 2017 #40

INTERVIEW

‘Vertrouwen is de sleutel’ “Kinderen en ouders moeten zich gehoord en geloofd voelen. Dat is cruciaal om in gesprek te komen.” AJN-lid Simone Voets werkt al 35 jaar als jeugdarts. Sinds 1994 doet zij dat bij GGD West-Brabant. Haar collega’s kennen haar vanwege haar bijzondere band met cliënten. Het begrip positieve gezondheid lijkt haar op het lijf geschreven. “Ik zoek altijd naar mogelijkheden.” Tekst: Paquita González dos Santos Beeld: Eric Kampherbeek

Waarom wilde jij arts worden?

gekozen. De wisselwerking tussen het kind als individu en de maat-

“Ik wilde kinderen beter maken. Ik denk dat het te maken heeft

schappij waarin het kind zich beweegt, heeft me altijd geboeid. Op

met de ziekte van mijn jongere broertje. Hij was 8 jaar toen hij

zoek naar verdere verdieping heb ik heel bewust het specialisme

steeds weer ziek was. Hij knapte maar niet op. Op een bepaald

arts M&G gedaan. Op eigen kosten, zo graag wilde ik het.”

moment zei de schoolarts ‘hier klopt iets niet’. Hij heeft mijn broer doorgestuurd naar de 2e lijn zodat er goed naar hem gekeken zou

Wat heeft deze specialisatie jou gebracht?

worden. Toen is bij hem leukemie geconstateerd. De diagnose

“Ik had een geweldige cursusleider, Flora van Laas. Zij bracht de

viel heel zwaar, maar gelukkig was het in een vroeg stadium. Met

lesstof op een hele natuurlijke en enthousiaste manier. Het lukte

veel goede zorg is hij uiteindelijk genezen en heeft hij nu nog

haar altijd mensen op een positieve manier te prikkelen om meer

steeds een gezond leven. Hierin heeft de jeugdarts een grote rol

na te denken. Ik heb toen de schakel gemaakt van het individu-

gespeeld.”

eel naar het collectieve en overstijgend denken. Ik heb inzicht in beleid en invloed vanuit beleid gekregen.”

Heb jij daarom bewust die keuze voor de jeugdgezondheidszorg gemaakt?

Op wat voor manier heeft je opleiding je werk veranderd?

“Nee, het was geen bewuste keus. Ik heb gekeken naar verschil-

“Ik ben adviserende functies gaan vervullen. Eerst op regionaal

lende gebieden die mij aanspraken. KNO-geneeskunde, kinder-

niveau en later in een Orthopedagogische dienst. Na een tijd

geneeskunde, huisartspraktijk, sociale geneeskunde; allemaal

miste ik de contacten met de cliënten en ben terug gegaan naar de

gebieden waarin ik iets zou kunnen betekenen voor kinderen. Op

uitvoering. Weten wat er in het werkveld speelt, maakt je doeltref-

zoek naar werk, kon ik starten als consultatiebureau-arts voor de

fender in beleidsadviezen. Ik denk mee nu mee in werkgroepen

toenmalige kruisvereniging in Bergen op Zoom. Ik heb niet te veel

over onderwerpen als integrale jeugdgezondheidszorg en het

nagedacht en die kans gewoon aangepakt.”

contactmoment in het VO.”

Heb je de juiste keus gemaakt?

Wat betekent positieve gezondheid voor jou?

“Mijn interesse in sociale geneeskunde is er altijd geweest. Niet voor

“Zorgen dat ik gelukkig ben en het kunnen genieten van de kleine

niets heb ik tijdens mijn co-schappen voor sociale geneeskunde

dingen. Dat heb ik geleerd van mijn moeder. Zij was astmapatiënt

Ja! magazine


INTERVIEW

2017 #40 - 8

in een maatschappij waar roken de norm was. Vaak kon ze het

om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren’. Door ervarin-

binnen niet uithouden, dan moest ze naar buiten. Daar vond ze

gen in mijn privé leven, heb ik geleerd te denken in mogelijkheden

altijd iets om van te genieten; frisse lucht, bloemetjes buiten, een

en niet in beperkingen. En die insteek gebruik ik ook in mijn werk.

gesprek met een voorbijganger. Dat was haar kracht. Voor mij is

Met name bij de M@ZL casussen, waarbij integraal gekeken wordt

het de kunst om een goede balans te vinden. Ik ben elf jaar gele-

naar de oorzaken van ziekteverzuim, kom je daar veel verder mee.

den fanatiek gaan roeien en combineer deze passie met mijn werk

Het dwingt je om breder te kijken. Naar mijn idee is dat jeugdge-

als jeugdarts en mijn gezinsleven.”

zondheidszorg.”

‘Ik probeer me te verplaatsen in kinderen’

Hoe gebruik jij positieve gezondheid in de spreekkamer? “Ik observeer graag en kan goed luisteren. Ik probeer me te verplaatsen in kinderen en ouders om erachter te komen wat hen beweegt. Dat gebruik ik om vervolgens samen te kijken naar de mogelijkheden. Vertrouwen is daarbij de sleutel. Ik stel me open in het gesprek en vertel mensen wat ze van mij kunnen verwachten. Het is belangrijk dat iemand zijn beperkingen kan loslaten en zijn emoties durft te tonen om zo tot de kern te komen.”

Hoe kijk jij aan tegen het begrip positieve gezondheid zoals dat door Machteld Huber is geformuleerd?

Lukt dat altijd?

“Heel herkenbaar, vooral het stukje over ‘het vermogen van men-

“Niet altijd, meestal wel. Ik respecteer hun keuzes. Ik gebruik de

sen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen

gegevens uit het medisch dossier, noem feiten en de zorgen die ze

Ja! magazine


9 - 2017 #40

INTERVIEW

aangeven om in gesprek te blijven. Als ze daar niet klaar voor zijn,

het goed gaat. Een belangrijk signaal dat ze mij weten te vinden.

laat ik het met rust. Soms heeft het tijd nodig.”

Als er eenmaal vertrouwen is, nemen cliënten mijn advies veel makkelijker ter harte.

Welke technieken gebruik je om van probleem naar oplossing

Ook buiten de spreekkamer merk ik de effecten. Als jeugdarts

te gaan?

maak ik deel uit van het zorgnetwerk van een kind. Wanneer het

“Vraaggericht werken is voor mij een gouden instrument. Ik

bijvoorbeeld gaat om advisering en begeleiding van ziekgemelde

gebruik het bij allerlei soorten problematiek, van overgewicht tot

kinderen, weten scholen en leerplichtambtenaren mij sneller te

schooluitval. Het gaat om de hulpvraag van kinderen en ouders,

vinden. En dan gaat het niet alleen over het verzuim zelf. Ik kijk

niet om hoe ik daar tegenaan kijk. Het is belangrijk dat ze zich

naar alle aspecten van een kind en wat hij of zij nodig heeft om in

gehoord en geloofd voelen. Dit is een cruciale stap om in gesprek

zijn geheel beter te kunnen functioneren.

te kunnen gaan. Ik stel vooral open vragen en vraag door totdat er

Gisteren kreeg ik een bedankmail van een moeder die met haar

een zo concreet mogelijk verbeelding ontstaat van wat ze willen

zoon naar Zweden is verhuisd. De jongen is hoogbegaafd en hoog

bereiken. Vaak komen ze zelf tot een eigen oplossing.”

sensitief en heeft in het onderwijs zijn plek niet kunnen vinden. In Zweden heeft hij ontheffing van de leerplicht gekregen en andere

Wat voor effect heeft jouw aanpak?

mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen. In Nederland dreigde

“Kinderen en ouders lopen hier meestal rustig en tevreden de deur

hij uitzichtloos in de psychiatrie terecht te komen. Daar lukt het

uit. Ik hoor regelmatig nog even van ze. Soms om aan te geven dat

hem wel. Een duidelijk voorbeeld van positieve gezondheid.”

iets niet lukt, vaak ook om te laten weten dat ze geslaagd zijn, dat

Wie is...

‘Ik kijk wat een kind nodig heeft om beter te functioneren’

Simone Voets (59) is arts M&G en werkt in de jeugdgezondheidszorg sinds 1982. Ze groeide

Welke uitdagingen zie jij op dit moment voor de jeugdgezond-

op in Almelo in een gezin met drie kinderen,

heidszorg?

studeerde geneeskunde in Groningen en

“Ik zie veel problematiek in het voorgezet onderwijs. Bijvoorbeeld

behaalde haar doctoraal in 1982. Ze verhuisde

hoog sensitieve kinderen komen in de knel in het huidige systeem.

met haar man naar Noord-Brabant en startte als

Scholen staan nog in de kinderschoenen als het gaat om passend

consultatiebureau-arts bij de Kruisvereniging in

onderwijs. Daarnaast hebben ook maatschappelijke ontwikke-

Bergen op Zoom. In 1987 is ze arts M&G gewor-

lingen als social media invloed op het dagelijks functioneren van

den. Na haar specialisatie heeft ze adviserende

kinderen. Slecht slapen is daar een gevolg van.”

functies vervuld. Tussen 1992 en 1994 heeft ze ervaring opgedaan in het bedrijfsleven in com-

Leer jij nog altijd bij?

binatie met een adviserende functie. Sinds 1994

“Ja, dat vind ik zo leuk aan dit vak. Het individu en de maatschap-

werkt ze bij GGD West-Brabant. Ze is getrouwd

pij zijn nauw en constant in interactie en dit is een zeer dyna-

en heeft 3 kinderen van 30, 29 en 27 jaar. Ze is

misch proces. De jeugdgezondheidszorg verandert steeds. In de

als CB-arts vanuit de federatie CB-artsen direct

afgelopen jaren heb ik een proactieve en outreachende houding

AJN- lid geworden.

ontwikkeld. Ik ben meer ‘naar buiten’ toe gegaan om de expertise van de jeugdarts neer te zetten. Ik merk dat mijn netwerk mij actiever opzoekt en mijn expertise steeds vaker gevraagd wordt. Dat maakt mijn werk ongelooflijk boeiend.”

Q

Ja! magazine


N

IO S ijnAT ON

l R TI 1eEPARUC

PR ST IN

Met LGG With LGG®®

In sneltreinvaart richting het einde van koemelkallergie Eerste tussenstation - het verdwijnen van allergische verschijnselen √ Aangetoonde gemiddelde klinische werkzaamheid van 99% 1^ √ Snellere verdwijning van KMA-verschijnselen vergeleken met Nutramigen zonder LGG 2,3†

Richting eindbestemming All the existing benefits of Nutramigen LIPIL with the addition of a probiotic branded LGG®, for no extra cost. terug naar melkº en richting het einde van KMA √ De eHF waarvan klinisch is bewezen dat deze de tijd tot een terugkeer naar melkº verkort 4‡ First stop — symptom resolution √ Na 12 maanden gebruik kunnen 8 van de 10 zuigelingen koemelk verdragen 4,5 Proven to have an average efficacy of 99%1† Faster resolution of CMA symptoms vs previous formulation2,3 √ Nutramigen LGG (caseïne hydrolysaat) mag nu volgens de nieuwe JGZ richtlijn ook voorgeschreven worden in de eerste lijn voor milde en matige KMA6 Final destination — oral tolerance to leave CMA behind √ Er is nagenoeg geen prijsverschil tussen Nutramigen LGG en wei hydrolysaten; 4‡ Thegoede only eHF clinically to accelerate to tolerance een reden om vanproven Nutramigen LGG uwtime eerste keuze te maken

Wereldwijd toonaangevend in de aanpak van KMA7

4‡

PR

ESTIMIL LIP EG

www.nutramigen.nl IL

IGEN PUR AMIGEN PURA M A A

NOINO MI M

® M w iet t L G GG® h LG

RAMIGEN UT N TRAMIGEN U N

2 2

M TRA IGEN NU TRAMIGEN 1 U 1 N

NUNUT TR R

8 out of 10 infants are tolerant to cow’s milk after 12 months of use The world's leading CMA formula5 Mocht u bij een zeer ernstige vorm van KMA niet uitkomen met Nutramigen LGG 1 of 2, kan Nutramigen PURAMINO ™ een uitkomst bieden.

Een oplossing voor al uw KMA-behoeften A solution for all your CMA needs

® M w iett L G GG® h LG

Belangrijke mededeling: Borstvoeding is de beste voeding voor baby’s. Nutramigen LGG 1 & 2 en Nutramigen Puramino zijn dieetvoedingen voor medisch gebruik en moeten onder medisch toezicht worden gebruikt. ® Nutramigen withC LGG not recommended for Mpremature and immunocompromised infants unless directed and supervised by Referenties: 1. Dupont et al. Br Jis Nutr 2012;107:325–338. 2. Nermes et al. Clin Exp Allergy 2011;41:370–377. 3. Baldassarre ME et al. J Pediatr 2010;156:397–401. 4. Canani RB et al. J Pediatr 2013;163:771–777. 5. Canani RB et al. Jwww.nutramigen.co.uk Allergy Clin Immunol 2012;129:580–582 6. JGZ-richtlijn voedselovergevoeligheid, 2014 7. Mead Johnson Data on file, 2014. a healthcare professional.

Dit materiaal is uitsluitend bestemd voor zorgprofessionals.

01-2016

®

. Berekend aan de hand van gegevens over allergische reacties na orale voedselprovocatie met een eHF uit tabel 3 van Dupont C et al. 2012, vóór toevoeging van LGG Studied before the addition of LGG®. Calculated using data on allergic reactions after oral food challenge with an eHF from table 3 of Dupont C et al. 2012, as judged by the beoordeeld door de Voedingscommissie van de Franse Vereniging ‡ voor Kindergeneeskunde. †vs. Nutramigen LIPIL. ºOnder terug naar melk wordt hier verstaan het normale fysiologische Committee on Nutrition of the French Society‡Vergeleken of Paediatrics. eHF based on casein, riceLGG, hydrolysate, and amino acid formulas. CMA, milkop allergy; extensively proces waarin voeding een grote rol speelt. met vs eenancaseïnehydrolysaat zonder een sojasoy voeding, een rijsthydrolysaat en eencow’s voeding basis eHF, van aminozuren. ® hydrolysed formula; LGG , Lactobacillus rhamnosus GG. References: 1. Dupont C et al. Br J Nutr rhamnosus GG. 2012;107:325–338. 2. Nermes M et al. Clin Exp Allergy 2010;41:370–77. 3. KMA: Koemelkallergie; eHF: Intensief gehydrolyseerde voeding; LGG ®: Lactobacillus Baldassarre ME et al. Jvan Pediatr 4. Canani RB et al. J Pediatr 2013;163:771–777. 5. Data on file,Reserved. 2014. Trademark and copyright used under license. LGG ® en het *Gedeponeerd merk Mead2010;156:397–401. Johnson & Company, LLC. ©2016 Mead Johnson & Company, LLC. All Rights IMPORTANT NOTICE: Breastfeeding provides the best nutrition babies. *Trademark Mead Johnson Company, LLC. © 2015 & Company, LLC. All geregistreerde handelsmerken van Valio Ltd, Finland.for Mead Johnson Nutrition,ofWTC Toren H, 17e&verdieping, Zuidplein 142,Mead 1077 Johnson XV Amsterdam, Servicenummer: LGG ®-logo zijn ® 0800reserved. - 44 55 001 (tijdens kantooruren). rights LGG is a registered trademark of Valio Ltd, Finland. This material is for healthcare professionals only. EU15.572/09–15.

† ^Onderzocht


eye q omega 3 en 6

&&/ 4-*..& '03.6-& .&5 0.&(" 6*5 7*40-*& &/ 5&6/*4#-0&.0-*& #&-"/(3*+, +6*45 00, 7003 ,*/%&3&/ Vetzuren - zoals omega 3 (visolie) en omega 6 (plantaardige olie) - spelen een belangrijke rol in ons lichaam. Het lichaam kan deze vetzuren in kleine hoeveelheden zelf maken, maar is verder afhankelijk van voeding.

De specifieke samenstelling van vetzuren, zoals in Eye Q, is de laatste jaren regelmatig in het nieuws geweest:

Een natuurlijk voedingssupplement met een bijzondere combinatie van omega 3- vetzuren EPA en DHA en het omega 6-vetzuur GLA in de verhouding 9 : 3 : 1, die goed door het lichaam wordt opgenomen.

Johnson M, Fransson G, Östlund S, Areskoug B, Gillberg C.

Verkrijgbaar in verschillende vormen: Capsules, kauwcapsules met aardbeismaak en vloeistof met citrussmaak. De capsules zijn klein en geur- en smaakloos. Zonder toevoeging van kunstmatige stoffen of suiker.

EYE Q t CFWBU OBUVVSMJKLF WFU[VSFO [PBMT EF[F PPSTQSPOLFMJKL JO EF OBUVVS WPPSLPNFO

Journal of Child Psychology and Psychiatry. Online, 2016 Aug 22.

Omega 3/6 fatty acids for reading in children: a randomized, double-blind, placebo-controlled trial in 9-year-old mainstream schoolchildren in Sweden

Neuropsychiatric Disease and Treatment. Vol. 12, 2016 July 26.

Critical appraisal of omega-3 fatty acids in DWWHQWLRQ GH¿ FLW K\SHUDFWLYLW\ GLVRUGHU WUHDWPHQW Königs A, Kiliaan AJ.

t X PSEU HPFE HF[VJWFSE FO XPSEU OJFU CFXFSLU NFU DIFNJTDIF TUPò FO t IFFGU FFO CJK[POEFSF WFSIPVEJOH t I FFGU WBOXFHF EF TBNFOTUFMMJOH EF IPHF LXBMJUFJU FO EF [VJWFSIFJE BM KBSFOMBOH EF WPPSLFVS WBO WFMF PVEFST JO EF XFSFME

Journal of Attention Disorders. Online, 2014 Jan 24.

(I¿ FDF\ DQG 6DIHW\ RI 2PHJD )DWW\$FLGV Methylphenidate, and a Combined Treatment in &KLOGUHQ :LWK $'+' Barragán E, Breuer D, Döpfner M.

Kijk op www.springfieldnutra.com voor de laatste studies die zijn gedaan met Eye Q*

*Registreer en log in als professional om alle artikelen te kunnen lezen onder ‘ingredienten’ > ‘omega 3 en 6 vetzuren’

E info@springfieldnutra.com t 5 0186 - 626 173 t 8 springfieldnutra.com


DILEMMA

2017 #40 - 12

‘Positieve gezondheid wordt overschat’ Machteld Huber introduceerde in 2011 het concept positieve gezondheid. Het zou beter zijn de mens centraal te stellen in plaats van de ziekte. Het leidde tot een nieuwe definitie: gezondheid is het vermogen van mensen om zich aan te passen en hun eigen regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. Wat vinden deskundigen hiervan? Wordt positieve gezondheid overschat?

“Ik ben het oneens met de stelling dat het concept

“Ik vind niet dat het overschat wordt, maar wel dat

positieve gezondheid wordt overschat. De kracht

je niet alles kan vangen in positieve gezondheid. Om

van positieve gezondheid is dat de beschreven

meteen maar met de deur in huis te vallen: ik ben niet

dimensies zijn geformuleerd op basis van vele

zo van modellen en kapstokken. Alle modellen uit het

gesprekken met burgers. De brede zienswijze van

verleden lopen in elkaar over en nemen stukjes van

burgers is uitgangspunt waardoor geen welzijn- en

elkaar over. Er is gewoon geen alomvattend model. Zo

gezondheidsaspecten worden uitgesloten. Sinds

is dus ook op het concept van Machteld Huber het een

2015 is positieve gezondheid een basis voor de missie

en ander aan te merken.

en visie van GGD Hart voor Brabant. Het is een term

Positieve gezondheid stuurt veel op eigen regie

waarin de kracht van mensen benadrukt wordt en

en eigen redzaamheid. Het zelf kunnen en willen

minder de focus ligt op het afwezig zijn van ziekte.

organiseren van gezondheid in de breedste zin van het

Gezondheid wordt hiermee in termen van veerkracht,

woord. Maar heel vaak kunnen of willen mensen dat

functioneren en participatie gezien in plaats van alleen

niet. Bovendien is de maatschappij sceptisch over de

in somatische of psychische zin.

vraag of iedere ouder goed voor zijn kind kan zorgen.

Positieve gezondheid als uitgangspunt beïnvloedt zowel

Hoe valt hierop te sturen, zonder positieve gezondheid

de werkwijzen van gemeenten als die van GGD’en. In

uit het oog te verliezen?

de gemeente Tilburg - mijn werkgebied - werken sinds

Er zijn diverse studies verricht binnen moeilijke

een paar jaar professionals van verschillende disciplines

zorggroepen zoals zwervers. Waarbij bijvoorbeeld

en organisaties intensief samen om een brede blik te

in plaats van een pakket zorg een zak geld gegeven

houden op wat er speelt bij volwassenen en kinderen

werd om naar eigen goeddunken in te zetten.

in de wijk. Trainingen Oplossingsgericht werken, Eigen

De uiteindelijke kosten vielen lager uit en na de

kracht en Sociale netwerk versterking helpen om cliënten

proefperiode waren er betere resultaten bereikt met

te stimuleren een actieve bijdrage te leveren aan hun

woning, werk en toekomstperspectief.

welzijn en gezondheid. Waar de helpende hand van

In Amsterdam Zuidoost, mijn eigen wijk, zou dergelijk

de hulpverlener toch nodig is, wordt deze nog steeds

onconventioneel aanbod ook kunnen werken. Ouders

geboden.

met schulden en tien verschillende hulpverleners,

Gezondheidswerkers in Tilburg hebben een brede blik

zien vaak door de bomen het bos niet meer. Ze

om bewoners te stimuleren gezond te leven en gezonde

kunnen moeilijk de eigen regie pakken en weten niet

keuzes te maken. Hierbij wordt gekeken naar financiële

meer hoe een begin te maken naar een gezonder

situatie, participatie, geestelijk welzijn, bewegen en

leven. Als we hier de blokkades eens wegnemen? Als

opvoedvaardigheden. Bij bewonersonderzoeken en

mensen niet meer aan schulden hoeven te denken,

-dialogen is positieve gezondheid het uitgangspunt

komt er mogelijk veel meer ruimte voor een gezonde

om te achterhalen wat bewoners als belangrijkste

levensstijl.”

speerpunten zien waardoor hun welzijn en gezondheid kan worden verbeterd.”

Hanneke Duijkers

Pim Jansen

wijkgezondheidswerker Gemeente Tilburg GGD Hart voor Brabant

jeugdarts GGD Amsterdam

Ja! magazine


13 - 2017 #40

“Zijn de verwachtingen van positieve gezondheid

“Ik vind deze nieuwe definitie te eenzijdig op gedrag

te hoog? Tuurlijk niet! Positieve gezondheid is een

gericht. Gezondheid betekent meer dan je kunnen

fundamenteel andere manier van kijken naar en denken

aanpassen aan de uitdagingen van het leven. Dat zou

over volksgezondheid en publieke gezondheidszorg.

inhouden dat je gezond bent als je je kunt aanpassen

Ongetwijfeld is het ook van toepassing op andere

en ongezond of ziek als je dat niet kan. Gezondheid

velden van gezondheidszorg, maar daar werk ik

is een keuze. Dat levert vreemde kronkels op. Als je

niet. Het is een prettigere manier, een logischer

kanker hebt, maar ‘gewoon’ doorwerkt, ben je dan niet

beloningssysteem: je beloont de dokter voor het gezond

ziek? En hoe zit dat bij kinderen met autisme? Zijn zij

houden (en gezonder krijgen) van de patiënt.

ziek of gezond? Ik denk dat veel kinderen met autisme

Gelukkig bestaat publieke gezondheidszorg uit

het niet met de definitie eens zouden zijn. Hoewel

verschillende lagen: van persoonlijke behandelingen

zij zich vaak niet goed aan de omgeving kunnen

tot brede gezondheidsbevordering. Op al deze

aanpassen, zullen zij zichzelf niet ziek noemen. Voor

verschillende niveaus kan positieve gezondheid worden

hen, maar ook voor anderen, is het van belang dat ook

ingezet. Als dat gebeurt, zal de impact duidelijk zijn.

de omgeving zich aanpast. De definitie wekt ook een

Het is zo’n andere manier van doen dat het niet meteen

beetje de indruk van ‘eigen schuld dikke bult’. Als je

goed en fijn voelt: het vraagt even doorzetten en

niet mee kunt komen in het maatschappelijke leven

oefenen. Maar bij zo volledig mogelijke disseminatie

door een ziekte, dan heb je dat aan jezelf te wijten.

heeft het ook een positief effect op mensen die in de

Ik vind dat geen geen goed signaal voor mensen

zorg werken en dat is een heel belangrijke bron van

die toch al vaak kwetsbaar zijn. Hiermee wordt het

duurzame zorg: de professionals van gezondheid

verregaande individualisme onderstreept. Als public

versterken. Dit baseer ik overigens allemaal op gelezen

health dokter vind ik dat we daar voorzichtig mee

stukken, bekeken filmpjes en TED-praatjes met een

moeten zijn. Ik zie het als mijn taak om mensen te

flinke scheut Rianne-positiviteit eroverheen.

helpen en ervoor te zorgen dat ook de omgeving

Met collega’s in mijn ICT groep heb ik positieve

zich aanpast aan de zieken en kwetsbaren in de

gezondheid als onderwerp voor ons persoonlijk

maatschappij.”

handelen in de spreekkamer en het is nog erg spannend. We vinden het lastig, maar geloven in mogelijkheden. Iedereen kent motiverende gespreksvoering (en het loslaten wat daarbij hoort) en dat linkt voor ons heel sterk aan de vertaling van positieve gezondheid naar de spreekkamer van de jeugdarts.”

Rianne Reijs

Edith Langeveld

jeugdarts GGD Zuid Limburg

jeugdarts GGD Amsterdam

Ja! magazine

DILEMMA


Expertise

2017 #40 - 14

‘Kijk naar de mens achter de ziekte’ “We moeten beter kijken naar de mens achter de klacht of ziekte,” zegt Carl Verheijen. Hij vormt sinds kort met Machteld Huber de directie van het Institute of Positive Health. De organisatie probeert het concept positieve gezondheid te implementeren in zorg en welzijn. En heeft daarvoor een gespreksinstrument ontwikkeld waarmee een arts samen met een cliënt bekijkt wat nodig is om het welzijn van de cliënt te vergroten. “We zijn nu bezig dit model aan te passen voor gesprekken met kinderen.” Tekst: Jeanne-Marie Hament Beeld: iPositiveHealth

Op wat voor manier verandert positieve gezondheid de zorg? “Het zorgt voor een andere denk- en handelswijze. Zorgprofessionals moeten breder kijken ze naar alle aspecten die in iemands leven van waarde zijn. En welke onderdelen daarbij meer aandacht nodig hebben. Met deze aanpak verschuift de zorg meer naar preventie. In de nabije toekomst wordt de zorg verschrikkelijk duur en is preventie nog belangrijker. Nu worden zorgaanbieders betaald voor hun verrichtingen, maar ik wil dat mensen die gezonde keuzes maken ook beloond worden. Dat bijvoorbeeld een zorgverzekeraar uitbetaalt als iemand besluit te gaan sporten. We moeten beter nadenken over de mens achter de klacht of de ziekte. En mensen tot bloei brengen, in plaats van repareren.”

Ja! magazine


15 - 2017 #40

Expertise

Positieve gezondheid In 2011 publiceerde Machteld Huber een artikel

ciale kindversie van het spinnenwebmodel. Met professionals uit

in het gerenommeerde British Medical Journal

de kindergeneeskunde en de JGZ bekijken we welke aspecten pas-

(BMJ), wat meteen de voorpagina haalde. Hierin

sen in de kindversie. Wat is bijvoorbeeld belangrijk bij lichamelijk

beschreef zij het concept positieve gezondheid

functioneren? Is dat sporten, slaap, of de beleving van het lichaam?

en presenteerde hierbij een gespreksinstru-

We zijn nu bezig om daar consensus over te krijgen. Het aange-

ment, het spinnenwebmodel. Het idee achter de

paste model zou een gestandaardiseerde en gedigitaliseerde

term positieve gezondheid is dat de gezondheid

aanvulling kunnen zijn voor consulten van de jeugdarts.”

en het welzijn van een mens een resultante is van meerdere leefgebieden, waarvan fysieke gezondheid er slechts een is. De andere leefge-

‘De cliënt krijgt goed inzicht in welke hulp iets toevoegt aan zijn welzijn’

bieden zijn onder meer mentaal en spiritueel welbevinden, sociaal en maatschappelijk participeren en dagelijks functioneren. Het Instituut of Positive Health, waarvan Machteld Huber en Carl Verheijen de directie vormen, probeert het concept van positieve gezondheid te implementeren in het denken en handelen van zorgverleners en de maatschappij in bredere zin.

www.positivehealth.nl Is het spinnenweb een evidence-based tool? “Het model is ontwikkeld op basis van kwalitatief onderzoek dat is gedaan met behulp van bijna 2000 stakeholders, waarvan het grootste deel medici en patiënten. Het is dus een stevig onderbouwd model. We willen het gespreksinstrument zoals het nu is, verder Hoe proberen jullie dat te bereiken?

ontwikkelen tot een gevalideerd instrument. Het model kan heel

“Een hulpmiddel voor zorgprofessionals is het spinnenwebmodel

goed laten zien waar een persoon het moeilijk mee heeft en waar

dat wij hebben ontwikkeld, een gespreksinstrument waarmee je

actie op ondernomen moet worden. Soms is dat een ander terrein

op zes leefgebieden een score kan aangeven van 0-10. Deze gebie-

dan de objectieve criteria of de richtlijn van de professional aangeven.”

den zijn: lichaamsfuncties, sociaal-maatschappelijk participeren, dagelijks functioneren, mentaal welbevinden, kwaliteit van leven

Wordt er teveel met richtlijnen gewerkt?

en zingeving. De scores vormen een soort spinnenweb dat meteen

“Richtlijnen heb je nodig, maar als arts moet je soms een afweging

duidelijk maakt waar nog behoefte bestaat. De zorgverlener kan

maken of je de richtlijn volgt of dat de behoefte van een patiënt zwaar-

daar dan met zijn cliënt aan gaan werken. Op die manier krijgt

der weegt. Als iemand bijvoorbeeld in een rolstoel terecht komt, kan

de cliënt zelf ook goed inzicht in welke hulp iets toevoegt aan zijn

het zijn dat die persoon lijdt onder het feit dat hij niet zelfstandig naar

welzijn. Bij een vervolggesprek is aan de vorm van het web heel

het toilet kan. Terwijl de arts focust op een ander gebied, bijvoorbeeld

duidelijk te zien of er wat veranderd is.”

een protocol dat de persoon helpt bij het versterken van de spieren. Dan gaat er toch iets langs elkaar heen. Dat schept afstand en onvermogen

Jeugdartsen zijn gewend ouders en kinderen uitgebreid te bevra-

om snel en effectief de juiste zorg aan te bieden. In dat opzicht is het

gen over hun welbevinden. Wat voegt positieve gezondheid toe?

goed dat de zorg voor jeugd en ouderen is gedecentraliseerd.”

“Het is mooi om te horen hoe deze holistische benadering al in de denk- en werkwijze van jeugdartsen zit ingebed. Het spinnenweb-

Ben je voorstander van de transitie van de jeugd- en

model zou een nog bredere kijk op het welzijn van een kind kun-

ouderenzorg?

nen bieden; wat maakt het kind gelukkig, wat minder gelukkig?

“Ik vind het goed dat deze zorg kleinschaliger en persoonlijker

Het model helpt de jeugdarts om geen deelgebieden te vergeten en

wordt geregeld. Op zijn minst regionaal, maar beter is het nog dat

om de focus nog meer bij het kind te leggen in plaats van bij de ouders.

het per gemeente is georganiseerd. Dan voelt iedere gemeente

Om artsen hier beter in te ondersteunen werken we samen met

zich verantwoordelijk. En merkt een gemeente het meteen als de

het Wilhelmina Kinderziekenhuis en de GGD Utrecht aan een spe-

wachtlijsten oplopen of de kosten stijgen. Dan komt de vraag naar

Ja! magazine


Expertise

2017 #40 - 16

voren ‘hoe komt het dat we zoveel ziekte hebben?’ En ‘hoe kunnen we dat voorkomen?’ Ik vind het belangrijk dat deze ‘awareness’ groeit. Dan komt het belang van preventie naar voren. Ook kan er op kleinschaliger niveau makkelijker worden samengewerkt. Daardoor kunnen schotten tussen instanties overbrugbaar worden. Werken met positieve gezondheid kan bijdragen aan een goede samenwerking tussen ketenpartners omdat er meer onderling begrip ontstaat.” Mensen die het financieel beter hebben, besteden meer aandacht aan gezondheid dan mensen die het minder breed hebben. Hoe bereik je die groep? “Mensen met een lage sociaal economische status gebruiken drie maal zoveel zorg als mensen met een hoge sociaal economische status. Artsen komen dus juist met deze groep in aanraking. Het is belangrijk om in dat contact ook aandacht te besteden aan zaken als geldzorgen, relatieproblemen en woonzorgen, in plaats van alleen de klacht te behandelen. Als we de achterliggende zorgen in een vroeg stadium bespreekbaar maken, is er mogelijk meer ziekte te voorkomen. In Limburg gaan we dit in praktijk brengen. Daar hebben we bij wijze van pilot met zorgverzekeraars, thuiszorgorganisaties, ziekenhuizen, huisartsen en andere zorginstanties afspraken

Wie is... Carl Verheijen (1975, Den Haag) studeerde Geneeskunde in Utrecht. Tijdens zijn studie werd hij steeds succesvoller als schaatser. Na het behalen van zijn doctoraal geneeskunde aan de Universiteit van Utrecht in 2003, volgde hij zijn hart en ging fulltime aan de slag als topsporter. Hij was expert op de 5 km en de 10 km schaat-

gemaakt waardoor meer op het resultaat wordt afgerekend dan op de

sen. In 2005 zette hij een wereldrecord neer op

diagnose. Op die manier blijven mensen niet teveel in het medische

de 10 km en in 2006 behaalde hij twee bronzen

domein hangen, als er eigenlijk een maatschappelijk probleem is.”

medailles bij de Olympische Winterspelen. Na 15 jaar topsport, besloot hij in 2010 om zich weer

Heb jij persoonlijk ervaring met de kracht van positieve gezond-

te richten op de gezondheidszorg. Hij werd alge-

heid?

meen directeur van twee gezondheidscentra in

“Tijdens mijn schaatscarrière merkte ik dat het erg belangrijk is om in

Nijkerk. Sinds januari 2017 is hij mededirecteur

balans te zijn. Als je even minder in balans bent doordat je het druk

van het Institute of Positive Health. Verheijen is

hebt met bijvoorbeeld een verhuizing, dan merk je dat in de topsport

getrouwd met oud-schaatsster Andrea Nuyt. Ze

meteen. In het dagelijks leven is dat gelukkig minder, maar op de

hebben samen drie dochters.

lange termijn heeft iemands leefstijl uiteraard een uitwerking. Ik denk dat ik het daarom belangrijk vind om gemeentes en instanties

www.carlverheijen.nl

bewust te maken dat zij hier een sturende rol in kunnen hebben.”

Ja! magazine


17 - 2017 #40

‘We hebben een pilot waarbij meer wordt afgerekend op het resultaat dan op de diagnose’

Expertise

En hoe gaat het Institute of Positive Health daaraan bijdragen? “We zijn bezig met veel projecten. De samenwerking die we hebben met Limburg, hebben we ook met Texel en andere gebieden. Daarnaast willen we vooral inspireren door onze boodschap te verspreiden. We gaan ook onderwijs en trainingen geven. En we zijn bezig met de ontwikkeling van e-health en e-learning applicaties. We willen onze diensten zoveel mogelijk gratis aanbieden, zodat het bereikbaar is voor iedereen. Als positieve gezondheid inslijt in de gezondheidszorg en het sociale domein, dan kan het zijn dat we over tien jaar niet meer nodig zijn. Dan is ons doel bereikt. ”

Q

Ja! magazine


Voor meer informatie over de IDea studie: www.nutriciavoor professionals.nl

IDea studie onderschrijft het belang van Groeimelk Wat peuters vandaag eten, is bepalend voor hun groei en ontwikkeling, voor nu en later. Het belang van gezonde voeding kan daarom niet genoeg benadrukt worden. Uit voedselconsumptie-onderzoek bleek eerder al dat peuters in Nederland via hun voeding niet alle voedingsstoffen binnen krijgen die ze nodig hebben1. De WHO stelt dat ijzertekort en vitamine D-tekort de meest voorkomende deficiënties onder jonge kinderen zijn 2. Het effect van Groeimelk op de ijzer- en vitamine D-status van peuters is onderzocht in de IDea studie, welke op 4 januari is gepubliceerd in The American Journal of Clinical Nutrition3. Na een interventie van 20 weken blijkt dat3:

A Groeimelk de ijzerstatus behoudt A Groeimelk de vitamine D-status verbetert A Groeimelk de kans op een tekort aan ijzer verkleint met 58% (P=0,036) A Groeimelk de kans op een tekort aan vitamine D verkleint met 78% (P<0,001) Drs. Marjolijn Akkermans, arts-onderzoeker kindergeneeskunde Juliana Kinderziekenhuis/HagaZiekenhuis in Den Haag: “Dagelijks gebruik van Groeimelk gedurende 20 weken zorgt voor een behoud van de ijzerstatus en verbetert de vitamine D-status van gezonde 1-3 jarigen uit West-Europa.” In de IDea studie is wetenschappelijk aangetoond dat Groeimelk de kans op tekorten verkleint Groeimelk kan zo, als onderdeel van een gezonde voeding voor peuters, een rol spelen in een gebalanceerd voedingspatroon.

Bronnen: 1. Goldbohm R et al (2016) Food consumption and nutrient intake by children aged 10 to 48 months attending day care in the Netherlands. Nutrients 8(7):428 2. Allen L, de Benoist B, Omar D et al. Guidelines on food fortification with nutrients (Wold Health Organization). Last updated: January 1,2006. Accessed: February 12, 2014 http://www.who.int/ nutrition/publication/guide_food_fortification_micronutrients.pdf 3. Akkermans M et al (2017) A micronutrient-fortified young child formula improves the iron and vitamin D status of healthy young European children: a randomised double-blind controlled trial. AJCN First published ahead of print Januari 4, 2017 as doi: 10.3945/ajcn.116.136143


19 - 2017 #40

COLUMN

Met volle teugen Niets zo bijzonder als een kind dat immense verandering ondervindt. Dat zich met volle teugen in de omgeving begeeft en van rups tot vlinder opleeft. Deze zinnen komen bij mij op als ik nadenk over de maatschappelijke kern van ons vak. Kinderen kunnen het immers als geen ander: het leven intens leven. Althans, zolang hun omgeving veilig en goed genoeg te verdragen is. En zolang ze onbezonnen hun zintuigen kunnen benutten, ervaringen op kunnen doen en kunnen leren. Dan zijn indrukwekkende ontwikkelingen het gevolg. Het kind wordt volwassen, klaar om z’n mannetje te staan in de maatschappij. Het voert me terug naar een middag in het ďŹ lmtheater tijdens de week van de kindermishandeling. De moedige jongvolwassene, Sophie Franken, toonde haar documentaire Lieve Mama over haar ervaringen als KOPP-kind in een gezin met een ernstig depressieve moeder. Haar indringende tweestrijd verscheen kunstig op het doek. Enerzijds het intense verlangen haar vleugels uit te slaan en zich te bevrijden van de verstikkende verstandhouding met haar thuis. Anderzijds het instinctieve verlangen haar moeder niet in de steek te laten. Dapper deelde ze haar zoektocht naar antwoorden op vragen die in haar jeugd niet gesteld konden worden. Zoals de documentairemaakster daar haar werk stond te presenteren; dat gaf me een gevoel van trots. Positieve gezondheid in zuivere zin! Als kind, toen ze kennelijk de kracht had weten te vinden om een nijpende gezinssituatie het hoofd te bieden. En nu opnieuw, nu ze haar schouders eronder zet en deze ervaringen weet te benutten. Met kracht verworven uit kwetsbaarheid zet ze zich in voor gelijkgestemden. Door contact te zoeken en mensen om zich heen in te schakelen. De maatschappelijke zin straalde ervan af. En het beoogde effect was daar: ik voelde me aangesproken. Als professional en vooral ook als mens. Deze middag blijft me bij. Haar vragen zijn mijn antwoorden als ik me bezin over de waarde ons vak. Tijdig aandacht, advies of zorg organiseren om kinderen de kans te geven hun kracht te ontdekken en te ontplooien. Â

Elwyze Frijns jeugdarts

Ja! magazine


RUBRIEK

2017 #40 - 20

Ja! magazine


RUBRIEK

21 - 2017 #40

Ja! magazine


RUBRIEK

Meld je nu aan !

E-learning:

‘Jong geleerd is oud gedaan’ Smaakontwikkeling en aanleren eetgedrag bij kinderen

Gezonde voeding is belangrijk voor de groei en ontwikkeling van het jonge kind en legt een stevig fundament voor gezondheid op latere leeftijd. Een gevarieerde voeding met hoofdzakelijk basisvoedingsmiddelen levert hiervoor de benodigde waardevolle voedingsstoffen. Al op jonge leeftijd ontwikkelen kinderen voedingsgewoonten die bepalend zijn voor hun voedingspatroon later in het leven. In de E-learning leert u meer over smaakontwikkeling bij kinderen, goede voeding voor kinderen, hoe om te gaan met moeilijke eters en de rol van de ouder. Meer informatie en aanmelden U kunt zich nu al aanmelden via: www.fci-academy.nl De E-learning is eind juni 2017 gereed. Zodra de E-learning gereed is ontvangt u een bericht van ons.

Praktisch Doelgroep

(Kinder)diëtisten JGZ verpleegkundigen JGZ artsen

Accreditatie

Wordt aangevraagd voor diëtisten, JGZ verpleegkundigen en JGZ artsen

Kosten

Ontwikkeling

Vragen? Deze E-learning wordt kosteloos aangeboden Ja! magazine door het FrieslandCampina Institute

E-learningmodule ‘Jong geleerd is oud gedaan: Smaakontwikkeling en aanleren eetgedrag bij kinderen’ is ontwikkeld in samenwerking met een kinderdiëtist, jeugdarts en jeugdverpleegkundige. E institute.nl@frieslandcampina.com


23 - 2017 #40

Wie: Marieke Duif-Klessens (29) Werkt: Sinds 2012 als jeugdarts met 0-12 jarigen bij GGD Hart voor Brabant. Opleiding: Rondde in 2016 haar arts M&G 1e fase af. Volgt nu de opleiding tot arts M&G 2e fase. AJN-lid: Sinds maand 2016.

Echt iets betekenen “Ik vind het waardevol dat ik als jeugdarts dichtbij ouders en kinderen sta en echt iets voor ze kan betekenen. Zo heb ik laatst in een gesprek met ouders mijn zorgen geuit omdat hun 2-jarige peuter slechts klanken uitte en zich nog kruipend voortbewoog. De ouders schrokken enorm, waarop ik ze de tijd heb gegeven om er thuis over te praten. In een tweede gesprek zagen ouders zelf ook de achterstand. We hebben verder onderzoek afgesproken. In contact met ouders vind ik het belangrijk om een luisterend oor te bieden. Ik wil de eigen kracht van ouders versterken door aan te sluiten bij hun behoeften en zo nodig hulp op te starten. Het belang van het kind staat daarbij voorop. De steeds duidelijkere verbinding met scholen, gezondheidszorg en sociale wijkteams vind ik een positieve ontwikkeling. Hierdoor is het mogelijk om de brede zorg voor kinderen optimaler te organiseren. Als arts M&G hoop ik in de toekomst bij te kunnen dragen aan een adequate beleidsvoering.� Q

Ja! magazine

SELFIE


ONDERZOEK

2017 #40 - 24

Sporten ondanks chronische ziekte Ja! magazine

Chris van de Velde sport bij Only Friends in Utrecht


25 - 2017 #40

ONDERZOEK

Kinderen met een chronische aandoening die willen sporten, vinden vaak geen aansluiting bij sportverenigingen in de buurt. Het Wilhelmina Kinderziekenhuis, JGZ Utrecht en het sportnetwerk van gemeente Utrecht zijn daarom gestart met het initiatief WKZ Sportief! zodat ook deze groep kinderen weer kan sporten. Jeugarts Kees-Pieter Beijer Paul: “Vaak is er met een paar aanpassingen heel veel mogelijk.” Tekst: Kees-Pieter Beijer Paul, Rianne Paalman (interview Chris), Lian van der Meijden en Ewout Tuy (interview Roemer) Beeld: Eric Kampherbeek (foto’s pagina 28 en pagina 31)

Een jongen van 6 jaar met taaislijmziekte wil graag op zwemles,

sportnetwerk van de gemeente Utrecht. Deze drie partners geven

maar zijn ouders twijfelen of dit wel kan. Is er geen gevaar voor

kinderen advies en begeleiden zo nodig naar een sportvereniging.”

longontsteking? Bij het sportadvies spreekuur van WKZ Sportief!

Beijer-Paul en zijn collega jeugdarts Fleur Ausems zijn vanuit de

hebben ze advies gekregen van jeugdarts Kees-Pieter Beijer Paul.

JGZ betrokken bij het initiatief. “Samen stellen we een sportadvies

“We hebben met de behandelend kinderlongarts in het WKZ

op dat toegespitst is op de unieke omstandigheden, sportwens van

overleg gehad. Het blijkt dat zwemmen in natuurwater in verband

het kind en vragen van de ouders. Hiermee kunnen ouders zelf, met

met het voorkomen van pseudomonas een iets verhoogd risico

hulp van een beweegmakelaar of een medewerker van ‘aangepast

geeft op een luchtweginfectie. Maar bij een kind met CF waarbij

sporten’, een goede plek vinden in de buurt om te sporten.”

de infectie frequentie laag is, is het risico verwaarloosbaar. Zeker wanneer hij in een zwembad met chloorwater gaat zwemmen.

Aan bed

Omdat de jongen in kwestie wel motorisch wat achter loopt op

De meeste kinderen komen bij WKZ Sportief! via de nuldelijn.

zijn leeftijdsgenootjes, hebben we zwemles in een speciale groep

Ze zijn ooit bij de huisarts of in het ziekenhuis behandeld of nog

voor kinderen met een chronische aandoening geadviseerd. Ieder

onder poliklinische controle. In veel gevallen hebben ze instructies

donderdag heeft hij nu zwemles voor zijn A-diploma.”

gehad over hun chronische aandoening en de mogelijkheden om te sporten. Eenmaal thuis blijven ze toch met vragen en onzeker-

Beweegnorm

heden zitten, waardoor ze de aansluiting bij sportverenigingen in

De stad Utrecht telt zo’n 13.000 kinderen met een chronische licha-

de buurt missen. “Tijdens contactmomenten met de JGZ vragen

melijke aandoening. Deze lopen uiteen van astma en eczeem tot

jeugdverpleegkundigen en artsen naar sportbeoefening. Als blijkt

de ziekte van Crohn, jeugdreuma of hartafwijkingen. Daarnaast

dat een kind niet sport, maar wel wil sporten en daarbij extra be-

hebben ongeveer 3.250 kinderen een chronische geestelijke aan-

geleiding nodig heeft, wordt hij of zij aangemeld bij WKZ Sportief!,”

doening. Het gaat dan om bijvoorbeeld ADHD, autisme, gedrags-

vertelt Beijer-Paul. “Zo had ik drie tienermeisjes met het chronisch

of stemmingsstoornissen. Uit screenings van JGZ Utrecht en

vermoeidheidssyndroom die bij mij op het spreekuur kwamen door

volksgezondheidsmonitoring blijkt dat van de ‘gezonde’ kinderen

schoolverzuim. Zij zijn na hun individuele revalidatie-trajecten bij

in het reguliere onderwijs 80 tot 90 procent lid is van een sportver-

elkaar gebracht om samen onder begeleiding te gaan sporten.”

eniging en aan de beweegnorm voldoet. Van de kinderen met een

Ook kinderen die opgenomen zijn in het WKZ worden gestimu-

chronische aandoening en in het speciaal onderwijs is slechts 50

leerd te bewegen met het ‘aan bed’ project waarbij sportleiders

procent lid is van een (aangepaste) sportvereniging en voldoet aan

op zaal leuke activiteiten met ze doen. Kinderen die klaar zijn met

de beweegnorm. Beijer Paul: “In Utrecht zijn dus ongeveer 8.000

hun behandeling en revalidatie in het ziekenhuis, leren met het

kinderen met een chronische aandoening die niet sporten en on-

programma ‘dit ben ik’ wat ze allemaal wel en niet kunnen met

voldoende bewegen. Terwijl het juist voor hen zo goed zou zijn!”

hun chronische aandoening en welke sporten daarbij passen. “Eenmaal thuis stimuleren Fleur en ik de kinderen om verder te

Aangepast sporten

gaan met sporten, steeds meer gericht op groepjes met leeftijd-

Het initiatief WKZ Sportief! moet daar verandering in brengen. Met

genoten en met minder individuele aanpassingen en begeleiding.

geld dat in 2015 bijeengebracht werd tijdens een sponsorcampagne

We zoeken zoveel mogelijk in hun eigen wijk een leuke sportplek.”

rondom de Grand Depart van de Tour de France, is in september 2016 het sportinitiatief gestart. “Hier vindt een kind dat graag wil sporten

Weer meedoen

maar ook een chronische aandoening heeft alle benodigde kennis

Het doel van WKZ Sportief! is om het percentage sportende kinderen

bijelkaar: het Wilhelmina Kinderziekenhuis, JGZ Utrecht en het

met een chronische aandoening omhoog te krijgen. “Op individuele

Ja! magazine Ja! magazine


ONDERZOEK

2017 #40 - 26

basis willen wij de resocialisering van een kind met een chronische aandoening beter laten verlopen. En de tweede- of derde lijns revalidatie beter laten aansluiten en voortzetten in de wijk.” Een goede dialoog tussen hulpverleners en gezin is daarbij de sleutel tot succes. De jeugarts merkt dat het heel belangrijk is om ouders en kinderen de ruimte te geven om hun zorgen te uiten. “Veel zorgen worden direct weggenomen. Dat lucht op.” Daarnaast hebben de betrokken jeugdartsen tijd beschikbaar om direct met medisch specialisten in het WKZ te overleggen over complexe gevallen of extra onderzoek dat nodig is. “We maken de vertaalslag van medisch advies naar praktisch sportadvies waar

‘Voetbaloefeningen vind ik leuk’ Naam: Roemer Leeftijd: 9 Woonplaats: Harmelen Ziektebeeld: Een afweerstoornis en een o gediagnostiseerde stoornis Neemt deel aan: WKZ Sportief! ‘aan bed’ Welke voor sport doe je graag? “Ik voetbal drie keer in de week bij voetbalvereniging SCH in Harmelen. Doordeweeks ga ik twee keer trainen en in het weekend speel ik een wedstrijd. Ik ben spits en maak regelmatig doelpunten.” Hoe sport je nu je in het ziekenhuis ligt? “Ik doe oefeningen met de fysio. Dit zijn vooral voetbaloefeningen, omdat ik die het leukste

de coach of begeleider op het veld behoefte aan heeft. Als het lukt

vind.”

een kind en zijn ouders over drempels te helpen en hij weer lekker gaat sporten, betekent dat enorm veel. Het kind vindt aansluiting

Zijn er aanpassingen nodig om jou te laten

bij leeftijdgenootjes en zet daarmee stappen in zijn ontwikkeling,

sporten?

op sportief en sociaal vlak. Ook ouders merken dat hun kind weer

“Ik moet rekening houden met mijn hoeveelheid

meekomt en zien de weg naar verdere normalisering positief in.”

energie. Tijdens voetbalwedstrijden moet ik vaker wisselen van positie, zodat ik dan even kan

Onderzoek

uitrusten. Ik ben ook reserve keeper geworden.”

Het initiatief WKZ Sportief! loopt nog geen jaar. Het is daarom lastig om effecten te meten en vergelijkingen te doen. Wel is in samenwer-

Wat betekent het voor jou dat je kunt sporten?

king met de Hogeschool Utrecht een tevredenheidsonderzoek gestart.

“Sporten vind ik leuk! Het is gezond en de hele

Deelnemers en ouders aan verschillende WKZSportief! onderdelen

dag thuis zitten vind ik niks. Ik word vrolijk en

wordt gevraagd hoe zij de begeleiding ervaren, hoe de verschillende

gelukkig van sporten.”

onderdelen lopen en waar nog lacunes zijn in het sportaanbod.

Ja! magazine


27 - 2017 #40

ONDERZOEK

Het is bewezen dat bewegen van essentieel belang is voor gezondheid en welbevinden. Een mens die beweegt, voelt zich vitaler, tilt minder zwaar aan zijn aandoening (lagere disease burden), consumeert minder medicijnen en zorg en blijft gemotiveerder (empowerment) om zijn gezondheid op pijl te houden (physical litteracy). “Als alle onderdelen van WKZ Sportief! hun definitieve vorm hebben, zetten JGZ Utrecht en WKZ samen longitudinaal onderzoek op in het kader van ‘levensloopgeneeskunde’. Hiermee

‘Nieuwe vrienden en betere conditie’

hopen we op termijn te weten hoe we kunnen voorkomen dat

Naam: Chris van de Velde

ren ondanks een chronische aandoening.”

ouders en kinderen blijven zitten in de afhankelijkheids- of patiëntenrol en hoe ze zoveel mogelijk op eigen kracht normalise-

Leeftijd: 10 Woonplaats: Bilthoven

Q

Ziektebeeld: Cerebrale Parese waardoor hij slecht kan lopen en spalken moet gebruiken Neemt deel aan: Only Friends Utrecht, een nieuwe sportclub in Utrecht voor kinderen met een beperking. Een van de organisaties waar het WKZ Sportief! mee samenwerkt. Sinds wanneer sport je bij Only Friends? “Sinds september 2016. Ik ben de eerste die daarvoor is ingeschreven. Ik vind het echt super leuk omdat ik allerlei verschillende sporten kan doen.” Welke sport doe je het liefst? “Het klim- en klauterparcours is het allerleukst. Als we dat doen, ga ik met super veel plezier. Basketbal is ook leuk, omdat je dat samen kan doen. Ik houd niet van dansen. Dat is voor meisjes. En bij tennis gaat het niet goed omdat ik niet zo goed zie.” Heb je ook bij reguliere sportclubs gesport? “Ik heb een paar maandjes judo gedaan. Dat vond ik echt super lastig, omdat anderen mij zo op de grond konden krijgen. Daarnaast was ik na de warming-up al hartstikke moe. Ik heb judo nog wel vol gehouden tot aan het halen van de gele slip!” Wat betekent het voor jou dat je weer kunt sporten? “Ik vind sporten fijn. Ik heb vrienden gemaakt en heb er lichamelijk voordeel van. Ik krijg een betere conditie. Ik hoop voor andere kinderen dat Only Friends ook in de rest van Nederland komt.”

Ja! magazine


Droogbed- en bekkencentrum

We teach...

INTRODUCTIECURSUS JEUGDGEZONDHEIDSZORG 0-18 • 8 en 29 september, 13 oktober, 3 en 17 november en 1 december 2017, Utrecht • 22 september, 6 september, 3, 10 en 24 november en 8 december 2017, Meppel

PLUIS - NIET PLUIS

INCOMPANY

Ruim 200 verpleegkundigen zijn reeds geschoold om “pluis-niet pluis kinderen” te kunnen onderscheiden in de frontoffice van de JGZ. De jeugdartsen hebben hier een belangrijke rol in. Het incompany traject biedt de NSPOH op maat voor iedere organisatie.

EEN OGENBLIK VOOR HET OOG 2 oktober 2017, Utrecht

Sinds 2013 heeft Meppel het Droogbed- en bekkencentrum. Het Continentietrainingscentrum kreeg landelijke bekendheid door de Droogbedcursus; een behandelmethode voor kinderen en ( jong)-volwassenen die ondanks verschillende behandelingen toch last houden van bedplassen. Ook in de behandeling van zindelijkheidsproblematiek in combinatie met een beperking of psychische stoornis is het team in Meppel gespecialiseerd. Voor algemene informatie over bedplassen, kijk op www.kenniscentrumbedplassen.com Meer informatie www.isala.nl/droogbedenbekkencentrum of via telefoonnummer (0522) 23 38 50

TOP 10 KLEINE KWALEN IN DE SPREEKKAMER VAN DE JGZ 2 november 2017, Utrecht

DE JEUGDARTS ALS BEHANDELAAR 23 november 2017, Utrecht

TERUGKOMDAG VOOR DE VAN WIECHEN INSTRUCTEURS 24 november 2017, Utrecht

PSYCHOPATHOLOGIE BIJ KINDEREN 29 november en 14 december 2017, Utrecht

TERUGKOMDAG VOOR GECERTIFICEERDE VISUSINSTRUCTEURS 30 november 2017, Utrecht

...en nóg 170 modulen! Bekijk het volledige bij- en nascholingsaanbod op www.nspoh.nl. Of vraag de brochure aan.

De NSPOH wil een waardevolle bijdrage leveren aan de verbetering van de volksgezondheid, de arbeidsomstandigheden en participatie in Nederland. Dit doen wij door professionals kwalitatief goed en vraaggestuurd op te leiden voor de hedendaagse praktijk van public en occupational health. Wij ontwikkelen en organiseren opleidingen, bij- en nascholing, in-company programma’s en symposia op academisch en post-hbo niveau.


1EFASE FASEOPLEIDING OPLEIDING ARTS GEZONDHEID 2016 2017 1E ARTSMAATSCHAPPIJEN MAATSCHAPPIJ EN GEZONDHEID Een basis voor een levenslang professioneel leren Wil jij een adequate bijdrage leveren aan het bevorderen van de gezondheid van de jeugd in jouw regio? Verwerf de competenties die je daarvoor nodig hebt in de opleiding jeugdarts KNMG bij TNO. Als je voor TNO kiest, kies je voor

3. het digitaal portfolio EPASS met o.a. een competentiemeting waaraan je kunt aflezen hoe je competentieontwikkeling verloopt tijdens de opleiding.

1. het volgen van het cursorische onderwijs in een jaargroep. Het leerrendement is groot door uitwisseling van kennis en praktijkervaringen. Je vergroot je netwerk in heel Nederland en je jaargroep biedt jou een steunende en veilige leeromgeving! 2. integratie van theorie en praktijk. Hierdoor word je goed voorbereid op de taken van de jeugdarts in het Basispakket JGZ waarbij veel aandacht is voor de sociaal-medische context.

STARTEN EN STARTEN ENINSTROMEN! INSTROMEN! De opleiding april2017 2016gestart in De opleidingstart is ininapril Eindhoven en in 2016 in in Eindhoven enseptember zal in september Leiden.starten Naast deze startmomenten is 2017 in Leiden. Naast deze het mogelijk om is in bestaande groepen startmomenten het mogelijk om in in te stromen: in Eindhoven in bestaande groepen in te stromen: in september 2016 (groep 2016 Eindhoven in september 2017 (groep Eindhoven) en in Leiden januari 2017 Eindhoven) en in in Leiden in 2017 (groep 2016 januari 2018Leiden). (groep 2017 Leiden). Onderwijssecretariaat T 088 866 62 70 W www.tno.nl/onderwijs E onderwijs@tno.nl

Spinnenwebdiagram, visualiseert competentieontwikkeling in EPASS ( Electronic portfolio and assessment Support System).

Bij TNO ontstaat een hechte groep aios. Dit maakte dat ik met veel plezier naar de Voor meer info: https://www.tno.nl/media/6111/opleiding_jeugdarts_knmg_1e_fase.pdf onderwijsdagen kwam en nog steeds kan sparren met collega’s buiten mijn instelling. Esther Pijl, jeugdarts KNMG, arts M&G i.o. Voor meer info: https://www.tno.nl/media/6111/opleiding_jeugdarts_knmg_1e_fase.pdf

Herkent u de jonge mantelzorger? 25% van de jongeren is jonge mantelzorger Jonge mantelzorgers zijn kinderen en jongeren t/m 24 jaar die opgroeien met een familielid dat chronisch ziek of gehandicapt is of een psychische aandoening heeft. Deze situatie kan een grote impact hebben op hun leven. Zij hebben vaak zorgtaken thuis voor hun familielid maar maken zich ook zorgen over de situatie. Het is daarom belangrijk deze groep vroegtijdig te herkennen, erkennen en ondersteunen.

Hoe kunt u jonge mantelzorgers ondersteunen? Actuele ontwikkelingen in de zorg vragen om meer gezinsgerichte ondersteuning. Hoe pakt u dit aan bij jonge mantelzorgers? Het webinar van Mezzo geeft hierover praktijkgerichte tips die u als jeugdarts goed kunt toepassen. Gastsprekers zijn ecologisch pedagoog en consulent Carlijn Lensink en jeugdarts Els Jonker.

Bekijk het webinar ‘Tips voor gezinsgerichte ondersteuning van jonge mantelzorgers’ www.mezzo.nl/jongemantelzorgers


CASUS

2017 #40 - 30

AFSTAND 5m

VISUS

VISUS

0,1

0,1

0,12

0,15

0,25

0,2

#

#

#

#

#

#

#

#

#

#

#

#

#

#

#

#

#

Ja! magazine

#

#

#

#

#

#

#

#

#

#

0,8

#

#

#

0,5

#

#

0,3

0,4

0,65

1,0


CASUS

31 - 2017 #40

‘Ik heb intensiever contact met ouders’ Binnen de jeugdgezondheidzorg neemt de aandacht voor blended care toe. Jeugdarts Farina Oprins vindt online contact een welkome aanvulling op de reguliere face-to-face gesprekken. Samen met een aantal collega’s richtte ze het digitale platform Karify in. In deze JA! licht ze haar ervaringen toe. Tekst: Farina Oprins Beeld: Rosanne van der Lugt, www.rosannevanderlugt.blogspot.nl

“Toen Erik en Marjolein met hun vier weken oude zoon Joep bij

Meer contact met ouders

me kwamen, vertelden ze me dat het goed met hem ging. Wat

“In de afgelopen maanden startten twee consultatiebureaus

hen wel opviel was dat hij vaak met zijn hoofdje naar een kant

met blended care onder meer voor begeleiding bij voorkeurshou-

gedraaid lag. Ik onderzocht Joep en vertelde de ouders dat hij een

ding. Erik en Marjolein waren meteen enthousiast, andere ouders

voorkeurshouding had. Ze wilden weten wat ze konden doen om

reageerden nog wat terughoudend. We merkten dat het beter

Joep te helpen en vonden het prettig om tussentijds bij mij terecht

werkt wanneer je met ouders meteen de voordelen van online

te kunnen met vragen. Ik stelde blended care voor, een combinatie

begeleiding bespreekt en op het computerscherm laat zien hoe

van face to face consulten en e-health modules.”

het er uitziet. Als jeugdarts heb je meer contact met ouders tussen de face-to-face contacten door. Je moet je agenda zo inrichten dat

Online begeleiding

hier tijd voor is. Ik merk ook dat ouders beter voorbereid zijn bij

Ouders als Erik en Marjolein ontmoet ik vaker op mijn spreekuur. Ze

een volgend contact.

zijn goed op de hoogte van allerlei zaken rondom de gezondheid

Een nadeel is dat Karify niet gekoppeld is met ons DDJGZ. We

en ontwikkeling van hun kind. Veel informatie halen ze online op.

gebruiken deze twee systemen naast elkaar. En je kunt online

Als jeugdarts ben ik voor hen vooral een klankbord en een coach.

begeleiding ook niet bij alle ouders inzetten, bijvoorbeeld omdat

E-health toepassingen zoals blended care sluiten goed aan bij de be-

zij geen Nederlands spreken. Hoewel de teksten op B1 niveau

hoeften en wensen van deze ouders en zijn een goede aanvulling op

geschreven zijn, moeten we nog ondervinden of blended care ook

het reguliere contact. Ik geef bij deze werkwijze de contacten met

werkt voor mensen die laaggeletterd zijn.”

ouders dus op een andere manier en op een ander moment vorm.” “Samen met een aantal collega’s richtte ik het digitale platform

Overzichtelijk

Karify in. Voor ouders van jeugdigen van nul tot twaalf jaar maakten

“Erik en Marjolein gingen aan de slag met de oefeningen uit de mo-

we modules voor de begeleiding bij een voorkeurshouding, overge-

dule ‘voorkeurshouding’ in Karify. Ze vonden het fijn dat alle infor-

wicht, zindelijkheid en bedplassen. Voor ouders en jongeren boven

matie overzichtelijk bij elkaar stond en dat ze met de verschillende

de twaalf jaar bieden we modules voor begeleiding bij overgewicht

onderdelen konden werken wanneer het hen uitkwam. Ik ontving

en ziekteverzuim. De modules zijn opgebouwd uit informatie,

geregeld vragen. Erik bleek een toegewijd vlogger en stuurde

filmpjes, links naar websites en apps, opdrachten, bijvoorbeeld een

filmpjes waarop ik zag dat Joep vorderingen maakte. Bij de vervolg-

vragenlijst of een dagboek invullen, en widgets zoals een verzuim-

afspraak op het consultatiebureau bij de jeugdverpleegkundige,

dagboek. Ouders en jongeren kunnen mij vanuit Karify rechtstreeks

Joep was acht weken, heb ik even mee gekeken en kon ik met eigen

én veilig mailen. Opdrachten inleveren kan ook. Ik geef hierop dan

ogen zien dat hij zijn voorkeurshouding al bijna had afgeleerd.”

feedback. Ouders en jongeren hebben een eigen dossier in Karify en houden hier zelf de regie over. Zij bepalen wie mee mag kijken.”

Q

Ja! magazine


Podium

2017 #40 - 32

‘We hebben elkaar nodig’

NVK-AJN dag De NVK-AJN dag vindt plaats op woensdag 14 juni 2017 van 9 tot 17.30 uur in congrescentrum Papendal in Arnhem. Aanmelden en meer informatie: www.nvk.nl/congres2017

Ja! magazine


33 - 2017 #40

Podium

‘Slaapt niet, luistert niet, eet niet’ zijn de drie thema’s van de derde NVK/AJN dag. Specialisten houden tijdens de congresdag op 14 juni 2017 inspirerende lezingen waarbij uitgebreid ingegaan wordt op de praktijk. Brita de Jong, zowel jeugd- als kinderarts, is een van de organisatoren: “Het is een unieke kans voor jeugdarts en kinderarts om elkaar te ontmoeten en van elkaar te leren.” Tekst: Brita de Jong- van Kempen

Soms lijken de verschillen groot; de een is onderdeel van een

ling dat de aanwezige artsen na deze lezing met vertrouwen het

grote GGD, de ander van een groot ziekenhuis. Maar als het om de

gesprek aangaan met hun lastigste patiënt of ouder.”

zorg rondom het kind gaat, liggen de werkvelden van jeugdarts en kinderarts dichtbij elkaar. Volgens Brita de Jong is het daarom

Feiten en fabels

heel goed dat de AJN en de NVK gezamenlijk een congres

Eetstoornissen vormen het derde thema tijdens de congres-

organiseren. “Het is belangrijk om inzicht te hebben in elkaars

dag. In de periode van signaleren tot behandeling zijn er veel

werkveld, om te weten waar kansen liggen in de zorg rondom het

kwetsbare momenten die optimale zorg en afstemming vanuit

kind. We werken met dezelfde problematiek, staan voor dezelfde

de jeugdgezondheidszorg en kindergeneeskunde vragen. “De

dilemma’s.”

jeugdarts heeft een belangrijke rol bij het signaleren van een eetstoornis,” vertelt De Jong. “Vroegtijdige identificatie en be-

Slaapstoornis

handeling kunnen het risico op chronische schade verminderen”.

Kinderen met slaapproblemen zijn een goed voorbeeld. De

Maar hoe herken je een eetstoornis? Vaak wordt er gedacht aan

meeste kinderen presenteren zich met vermoeidheidsklachten,

bepaald eetgedrag of ondergewicht. Annemarie van Bellegem,

veroorzaakt door problemen met het in slaap vallen of doorsla-

kinderarts sociale pediatrie uit het Emma Kinderziekenhuis

pen. De Jong: “Meestal is uitleg over slaaphygiëne, zoals bijvoor-

AMC, werkt dagelijks met patiënten met eetstoornissen. Zij

beeld ritme en beeldschermgebruik, voldoende. Maar soms

werkt daarbij nauw samen met de Kinder- en Jeugdpsychiatrie

is het complexer en krijg je er geen grip op. Wat kun je als arts

de Bascule. Aan de hand van casuïstiek geeft zij inzicht in ver-

dan nog zelf doen? Wanneer spreken we van een slaapstoornis?

schillende manieren waarop eetstoornissen zich presenteren.

Met wie kun je overleggen? En naar wie kun je doorverwijzen?”

Tijdens het symposium komen de feiten en fabels over eet-

Specialisten uit het Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempen-

stoornissen voorbij, krijgen artsen tools voor het aangaan van

haeghe, waaronder kinderneuroloog Sigrid Pillen, kennen deze

een gesprek aangereikt en vertellen patiënten die lijden aan

problematiek als geen ander. Tijdens de NVK/AJN dag gaan zij

anorexia of daarvan genezen zijn, hun verhaal.

aan de hand van een casus in op de verschillende oorzaken en de impact voor kind en ouders. Dit biedt artsen handvatten voor het begeleiden en eventueel doorverwijzen van kinderen met slaapproblemen. Lastige ouders Een ander onderwerp tijdens het symposium is lastig gedrag van ouders en patiënten. “We kennen allemaal wel een vader of

‘Het is belangrijk om inzicht te hebben in elkaars werkveld’

moeder waarmee de dialoog telkens stagneert. Of gesprekken met een patiënt waarin je als arts steeds weer op weerstand

Zwart-wit

stuit,” zegt De Jong. “Hoe herken je moeilijk gedrag van ouders?

Raakvlakken tussen jeugdgezondheidszorg en kinderge-

Hoe kun je daarmee omgaan? En wat is onze eigen rol daarin?”

neeskunde staan in alle lezingen centraal tijdens dit sympo-

Thom van de Heuvel, psycholoog-psychotherapeut bij het Rad-

sium. De Jong: “Het is niet altijd zwart-wit; wanneer is iets nog

boudMC en GGNET, heeft dagelijks te maken met patiënten met

normaal en wanneer is het verstoord? Preventie of curatie. We

persoonlijkheidsproblemen. Tijdens dit symposium neemt hij de

hebben elkaar nodig om optimale zorg aan het kind te bieden.

verschillende persoonlijkheidstypen door. Wat kan een arts het

Dat vergt inzicht in elkaars werkveld en nauwe afstemming.

beste doen bij bepaalde personen en wat juist niet? Het verhaal

Deze dag zet hierin een stap in de juiste richting.”

van Thom van de Heuvel wordt tijdens dit symposium inzichtelijk gemaakt door acteurs van het Helder Theater. “Het is de bedoe-

Q

Ja! magazine


Visie

2017 #40 - 34

Jeugdarts in beeld Sinds het beleidsweekend in september 2016 zit het AJN-bestuur in een proces van transformatie. De veranderingen die dit voor de AJN als beroepsorganisatie met zich meebrengt zijn in drie categorieĂŤn te verdelen: anders organiseren, anders samenwerken en de why van de jeugdarts voelbaar maken. Tinneke Beirens, beleidsmedewerker bij de AJN, vertelt waarom dat laatste nodig is. Tekst: Tinneke Beirens Beeld: Dirk Jansen

Ja! magazine

Jeugdarts Ester Penterman GGD Twente aan het werk


Visie

35 - 2017 #40

Gelukkig weten ouders, ketenzorgpartners,

beschrijving die duidelijk maakt voor welke zorg

gemeenteambtenaren en andere samenwer-

en expertise de jeugdarts staat.

kingspartners jeugdartsen steeds beter te vinden.

Hiervoor was zowel de inbreng van jeugdartsen

Ook de media vragen jeugdartsen steeds vaker

als externen nodig. Het AJN-bestuur heeft

om commentaar bij maatschappelijke discussies.

Yvette Broeren en het creatieve team Goedzooi

Maar jammer genoeg komt het nog geregeld

gevraagd een concept te bedenken dat het

voor dat jeugdartsen bij lokaal beleid en lokale

waarom van de jeugdarts kan over brengen. Een

initiatieven niet in beeld zijn. Of dat ze ontbreken

verhaal, een gevoel, dat in zijn meest korte vorm

als samenwerkingspartner of op bijvoorbeeld con-

is samen te vatten in één zin.

gressen over relevante gezamenlijke thema’s. Het

Tijdens de AJN-dag van 21 januari, die als

lijkt erop dat jeugdartsen nog steeds hun bestaan

thema ‘Jeugdarts, waarom doe je wat je doet?’

en nut beter bekend kunnen maken.

had, werd hiervoor veel input opgehaald bij de aanwezige jeugdartsen. Ook is met verschillende

Nuttig en nodig

ouders en jongeren gesproken over het beeld dat

Jeugdartsen weten waarom ze hun werk doen

zij bij de jeugdarts hebben en over hun ervarin-

en wat hun drijfveer is. Ze zijn er voor het kind,

gen met de jeugdarts. Dit leverde quotes op als:

de jongere, de baby en de ouder(s). Ze zijn er om

“De jeugdarts weet je verhaal, helpt en onder-

te helpen en te ondersteunen bij het opgroeien.

steunt je.” En “Super vertrouwd, eerlijk, oprecht

Ondersteunen door individueel contact of advies

en open. Dat is de jeugdarts voor mij.” Alle

en door het inzetten van collectieve adviserende

inbreng is door het creatieve team uitgewerkt tot

maatregelen.

enkele concepten. Eensgezind heeft het bestuur

De manier waarop jeugdartsen het belang van

vervolgens gekozen voor de pakkende zin: “Nu,

hun werk uitleggen aan derden, spreekt vaak

voor het leven.”

minder tot de verbeelding. De uitleg gaat vooral over wat jeugdartsen doen: meten, screenen,

Professionele kracht

beleidsadviezen geven. Daar gaat de wethouder

“Nu, voor het leven” vertelt dat de jeugdarts

Jeugdbeleid niet van denken: “Natuurlijk, die

er nu is voor het kind, voor de jongere, voor

jeugdartsen die moeten we blijven betrekken

de ouder(s). Voor vragen, geruststelling, een

in de keten rondom de (preventieve) zorg voor

helpende hand, een steuntje in de rug, om te

jeugd.” En de kinderarts denkt niet: “Ik schakel de

sparren, om te bevestigen dat het goed gaat of

jeugdarts in bij dit chronisch zieke kind en zijn

om zorgen te delen als er mogelijk iets kan zijn.

problemen op school.” Of de ouder: “Hierbij vraag

Er als jeugdarts nu zijn, is ook belangrijk voor de

ik de jeugdarts om advies.”

volgende stappen in het verdere leven van het

Het is duidelijk. Als het gaat om het beeld

kind. De zin zegt ook dat de vereniging AJN er

van jeugdartsen dan is er een verbeterslag te

nu is voor de jeugdartsen zelf: voor vragen, een

maken. Jeugdartsen moeten kernachtig kunnen

helpende hand, een steuntje in de rug of om te

overbrengen waarom ze doen wat ze doen en

sparren.

waarom preventieve zorg nuttig en nodig is.

Tijdens de ALV van 24 maart heeft AJN-voorzitter Mascha Kamphuis meer verteld over het

In één zin

gekozen concept en wat daar verder mee gedaan

Maar hoe brengen jeugdartsen hun meerwaarde

wordt. Ook heeft een zangeres het verhaal van

en passie over op ouders, zorgprofessionals,

het werk van de jeugdarts in een lied voor het

samenwerkingspartners, gemeenteambtena-

voetlicht gebracht. Het bestuur hoopt op deze

ren en managers? Hoe veranderen jeugdartsen

manier jeugdartsen te ondersteunen bij het

stereotype beelden van hun beroep, zoals het

uitdragen van de professionele kracht van de

‘consternatiebureau’ en ‘schoolartsen’, in hun

jeugdarts.

directe omgeving en het publieke debat? Het AJNbestuur is op zoek gegaan naar een to-the-point

Q

Ja! magazine


RUBRIEK

2017 #40 - 36

Vanaf de geboorte te gebruiken ĂŠn op basis van natuurlijke ingrediĂŤnten!

Voor kleine avonturiers: VSM Kind Arnikind Vallen en stoten gel

Ja! magazine


37 - 2017 #40

Recensies

In 7 stappen naar zinvol leren Een kind kan gelukkig zijn wanneer het zichzelf mag zijn, wanneer het erbij mag horen, mag falen en proberen. Een kind verlangt om te ontdekken wie hij is, wat hij het liefste doet. Zo kan het een doel stellen en dat omzetten in concrete stappen. Het kind leert zo dat keuzes maken leuk is. Een veilige omgeving is voor elk kind belangrijk. Daar kan hij ontdekken dat iedereen verschillende kwaliteiten heeft en gewaardeerd wordt. Dit is kort waar In 7 stappen naar zinvol leren over gaat. Chantal Trigallez onderzocht vanuit haar ervaringen en nieuwsgierigheid wat nodig is voor kinderen om zinvol te kunnen leren. Ze beschrijft dit praktisch in zeven stappen: zelfverwezenlijking, jezelf zijn, je bestemming vinden, dromen, creatie, verbinden en omgeving. In verschillende kaders komen onderwijsprofessionals aan het woord, staan adviezen van experts en praktische oefeningen voor kinderen. Dit boek is gericht op het onderwijs en minder geschikt voor de jeugdarts. Het is wel de moeite waard omdat het inspireert om verder te kijken dan het fysieke en mentale: betrek ook zingeving in de spreekkamer. (MB)

schrijver: Chantal Trigallez uitgever: LannooCampus prijs: € 19,99

VGZ Mindfulness coach In een tijd waar iedereen het druk heeft; thuis met werk bezig is en op het werk zorgen heeft over de taken thuis, is er behoefte aan rust. Mindfulness wordt met de dag populairder en daar is zorgverzekeraar VGZ op ingesprongen. De verzekeraar heeft een app gecreëerd met ingesproken mindfulness oefeningen. De app biedt een lijst met oefeningen variërend van ademhalingsoefeningen, bodyscans tot mindfulnessoefeningen gericht op specifieke activiteiten als lopen, wachten en kijken. Per oefening wordt aangegeven of je die staand, zittend of liggend uitvoert. De duur van de oefeningen varieert van anderhalve minuut tot ruim een half uur. De mannelijke stem die de oefeningen uitlegt, is kalm, helder en warm. Het geluid van een milde bel geeft het einde van een oefening aan. De VGZ Mindfulness coach is een aanrader, ook voor de jeugdarts. Een paar minuutjes ontspannen na een spreekuur of wat langere oefeningen voor thuis om tot rust te komen. Mindfulness vraagt oefening, maar het resultaat is snel merkbaar: weg spanning, hallo concentratie, ontspanning en goed slapen. (MB)

uitgever: Zorgverzekeraar VGZ prijs: Gratis

Het Tienerbrein - Over de adolescent tussen biologie en omgeving Tieners en puberteit zijn hot. Professor Jelle Jolles spreekt in dit boek bewust over tiener vanwege de negatieve bijklank die het woord puber heeft en omdat hij een duidelijk onderscheid wil maken met de lichamelijke ontwikkeling, de puberteit. Gelukkig ontwikkelen de meeste tieners zich normaal zonder grote problematiek. Toch kunnen juist ook die alledaagse opvoedvragen ervoor zorgen dat ouders soms met hun handen in het haar zitten. Ook leerkrachten en andere professionals die met tieners werken, hebben te maken met dat ‘normale’ tienergedrag. Een tiener heeft veel slaap nodig, is lui, geeft regelmatig een weerwoord, heeft emoties die alle kanten opvliegen, neemt risico’s en experimenteert. Het zijn allemaal gevolgen van het tienerbrein dat nog in ontwikkeling is. Wie meer wil begrijpen van al dit ‘werk in uitvoering’ heeft naast vele andere titels, nu ook dit boek als must read. Jolles legt uit hoe de omgeving en biologie van invloed zijn op de hersenontwikkeling en het gedrag van tieners verklaren. In kaders gaat Jolles hier dieper op in en geeft hij enkele praktische tips. Het boek is zeer compleet en vrij wetenschappelijk geschreven. Dat maakt het boek vooral geschikt voor professionals en hoger opgeleide ouders. Voor de één wellicht te uitgebreid, langdradig en saai, voor de ander een helder overzicht. (SH)

schrijver: Jelle Jolles uitgever: Amsterdam University Press B.V. Amsterdam prijs: € 24,95 Ook als ebook verkrijgbaar.

Tekst: Meriam Broersen en Sigrid Hendriks

Ja! magazine


MARKANT

2017 #40 - 38

‘De jeugdarts moet weer arts zijn’ De AJ Swaakprijs ging in november vorig jaar naar Frans Pijpers, adjunct-directeur bij het NCJ. De jury roemde zijn jarenlange inzet voor de Jeugdgezondheidszorg en zijn innovatieve denkkracht. Pijpers’ onderzoek over honderd jaar jeugdgezondheidszorg toont aan dat wanneer de sector zich verder ontwikkelt, de JGZ een grotere rol kan gaan spelen. Hoog tijd voor vijf vragen aan Frans Pijpers. Tekst: Lucas Stuurman Beeld: Dorien Koppenberg

Wat is de grootste verworvenheid in de JGZ de afgelopen hon-

ties. Verder moeten wij jeugdartsen ervoor waken dat we te veel

derd jaar?

vanuit de spreekkamers werken. We moeten oog houden voor wat

“Je moet de rol van de JGZ altijd zien in de context van de problemen

zich in de wijken afspeelt. Dat kan gewoon door een buurtkrant

die op dat moment spelen. Zo had de JGZ een grote rol aan het begin

open te slaan of een rondje te lopen door de buurt. Als je interesse

van de twintigste eeuw in infectieziektenbestrijding en het bestrijden

toont in de leefomgeving van mensen en hierbij aansluit, wordt het

van armoede en slechte voeding. Halverwege vorig eeuw had de JGZ

voor jou als arts en voor je cliënt een stuk leuker.”

een aandeel in het opsporen en aanpakken van psychosociale problemen. Om de dertig tot veertig jaar moet de JGZ zich weer beraden en

Op wat voor manier kan de JGZ haar positie verstevigen?

zich afvragen wat de maatschappelijke doelen op dit moment zijn.”

“Op collectief niveau hebben wij als jeugdartsen een taak in beleidsadvisering en onderzoek. We kijken vanuit de wijkteams

Waar ziet u nu kansen voor de JGZ?

naar gezinnen en hun kinderen, maar hebben ook oog voor de

“De JGZ moet weer terug naar de biologisch-medische kant. De jeugd-

gehele groep inwoners in relatie tot het aantal voorzieningen in de

arts moet weer arts zijn. Op zowel kindergeneeskundig, als kinder-

wijk. Met deze kennis kunnen wij de gemeente gericht adviseren

psychiatrisch gebied kunnen wij een grotere rol spelen. Bijvoorbeeld

en oplossingen bieden. En door dit met drive en overtuiging te

bij het diagnosticeren van koemelkeiwitallergie. Een jeugdarts heeft

doen, kunnen wij onze positie nog meer verstevigen.”

meer oog voor een in kind in zijn gehele omgeving en de mogelijke (medische) oorzaken van zijn gedrag en kan daardoor hulpverleners

Wat betekent het winnen van de AJ Swaakprijs voor u?

uit het wijkteam gericht adviseren. Zo kan bijvoorbeeld een onnodige

“Het was heel bijzonder om de AJ Swaakprijs te ontvangen;

gang naar de psychiater voorkomen worden.”

een hele eer en fijn dat er erkenning is voor mijn werk. Ik heb zo veel verschillende, interessante dingen gedaan en het wordt

Waarover maakt u zich zorgen?

alleen maar leuker. Ik adviseer jeugdartsen dan ook om vooral

“De traagheid waarmee de JGZ verandert, baart me weleens zorgen.

werkzaamheden te doen die je leuk vindt. Als je plezier hebt in je

Ik zie wel een duidelijke verbetering in de laatste tien tot vijftien jaar,

werk, is dat de beste drijfveer.”

mede door het werk van de AJN. Hierdoor zijn we gesprekspartner geworden in grote vraagstukken, zoals recent rondom de vaccina-

Q

Ja! magazine


39 - 2017 #40

Ja! magazine

RUBRIEK


RUBRIEK

2017 #40 - 40

Hero Baby Nutrasense® Pep is speciaal ontwikkeld voor de behandeling van koemelkallergie De eiwitten in Hero Baby Nutrasense® Pep zijn in kleine stukjes geknipt, zodat het lichaam deze niet als koemelkeiwit herkent. Hierdoor is de voeding geschikt bij koemelkallergie.

• Bewezen effectief 98% tolerantie in klinisch onderzoek met kinderen met een bewezen koemelkallergie.

Borstvoeding is de beste voeding voor zuigelingen

De oplossing bij koemelkallergie

• Combinatie van gehydrolyseerd wei-eiwit en caseïne Gebaseerd op de samenstelling van moedermelk die ook een combinatie* van deze eiwitten bevat.

• DHA en AA Belangrijke vetzuren die de hersenontwikkeling ondersteunen. *Zowel de JGZ-Richtlijn als de NVK-Richtlijn maken geen onderscheid tussen een wei-eiwit hydroysaat en een caseïne hydrolysaat. Matencio, E. et al. (2016) J Hum Nutr Food Sci 4(3): 1090.

Ja! magazine

www.heromedisch.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.