2 . 0
L I S A
R U I J N E
Colofon Vormgeving: Lisa Ruijne Opdrachtgever: Roc Friese Poort
Y
Inhoudsopgave Accenten
Typografische begrippen Schreef & schreefloos Letteranatomie Letter stijl Woordmerk huisstijl logo Opmaak Kleuren Beeld Bestanden ampersand Punt Dots per inch Pixsles per inch
4
Y
5
é Accenten
P
Een reeks diakritische tekens en symbolen die aangeven dat de klank van een letter verandert tijdens de uitspraak ervan. Accenten komen relatief
weinig voor de Nederlandse taal, maar zijn heel gebruikelijk in talen als Spaans, Frans, Duits en Slavische talen.
É – aigu: Een accent boven een klinker van linksonder naar rechtsboven dat aangeeft dat deze lang moet worden uitgesproken, een hogere klank krijgt of dat de klemtoon erop ligt. Afkomstig van het Latijnse actus, wat ‘scherp’ betekent.
6
Ê – circonflex: Een circonflex
of circumflex, gevormd als een
puntig hoedje, bevindt zich boven een klinker om aan te geven dat deze een lange klank heeft. Van
het Latijnse circumflex, wat ‘ombuigen’ betekent.
P Ë – umlaut: Twee punten boven
È – Grave: Een accent boven een
een klinker die aangeven dat de
klinker van rechtsonder naar links
klank verandert door de klinker-
boven dat een klemtoon of een
klank te combineren met die van
speciale uitspraak aangeeft. Van
de letter die erop volgt. Karakte-
het Latijnse gravis, wat ‘zwaar’
ristiek voor de Germaanse talen.
betekent.
Van het Duitse um, wat ‘rond’ of ‘verandering’ betekend, en laut, wat ‘klank’ betekent.
7
O
Typografische begrippen
Klein kapitaal: Hoofdletters die zijn ontworpen in een kleiner formaat dan
TT
gewone hoofdletters. Ze worden doorgaans gebruikt voor afkortingen, zoals voorbeeld, zodat ze niet zoveel opvallen in een tekst. Omdat ze speciaal
zijn ontworpen, hebben ze een aantal voordelen ten opzichte van met de
computer gemaakte ‘nep’-kapitalen die veel programma’s bieden. Door de kleinkapitalen ontstaan er meer typografische controle over een ontwerp.
Corps: Corps en lettergrootte zijn
Korps: lettergrootte, gemeten
beide termen uit de typografie die
van de bovenkant van de stok tot
slaan op de hoogte van de letters
de onderkant van de staart en het
van een tekst. Het corps wordt uit-
korpswit. De korpsgrootte wordt
gedrukt in punten of in pixels. Deze
uitgedrukt in punten.
maat verwijst naar de afstand tussen de bovenkant van stokletters
tot de onderkant van staartletters.
Typo
Corps
8
Uitvulling: tekst die zowel links
als rechts is uitgelijnd (regels zijn even lang)
O Lijning: de positie van de tekst
Gecentreerd: tekst die niet
ten opzichte van een kolom of
links en niet rechts is uitgelijnd:
pagina.
symmetrisch, met een even grote
Broodtekst: De broodtekst is dat deel van een (kranten- of tijd-
marge aan weerzijden van de regel..
schrift-)artikel, hoofdstuk of boek
dat wordt gevormd door aaneengesloten proza.
Links/ rechts geordend: tekst die links of rechts van een kolom is uitgelijnd.
SpatiĂŤring: Het aanbrengen van een ruimte tussen leestekens, zodat een evenwichtig en
harmonieus geheel ontstaan in
een tekst. Sommige fonts verei-
sen meer spatiĂŤring dan andere, vanwege hun letterkenmerken.
De overdreven schreven van de Clarendon bijvoorbeeld.
grafie grafie grafie -75
0
75
9
T
G
Schreef en schreefloos Een klein streepje aan het einde van een verticale of horizontale lijn van een letter die het lezen vereenvoudigt, doordat het
streepje het oog over een regel tekst leidt. Schreef wordt ook gebruikt voor lettertypes die
een decoratieve ronde, puntige, vierkante of vette schreefafwerking hebben. Een schreefloos
font heeft dergelijke decoratieve afwerking streepjes niet en
heeft doorgaans weinig variatie in de letterafwerking, een grote
x-hoogte en geen nadruk op de afgeronde vormen.
10
TT Schreef
Schreefloos
G Letteranatomie Vlees: het wit rondom de letter
x-hoogte: de hoogte van een
Kapitaal: Hoofdletters
onderkast-x in een letterbeeld.
Onderkast: Kleine letters.
Basislijn: De basislijn is de denk-
Boog – een ronde lijn om een
beeldige lijn waarop de letters in
pons
een regel rusten
Oor – het kleine streepje aan de
Staartlijn: Staartletters hebben
rechterkant van een g
een hoogte van de basislijn tot de
Dwarsbalk – een horizontale lijn
staartlijn.
die twee lijnen met elkaar ver-
Stoklijn: stokletters hebben een
bindt.
hoogte van de basislijn tot de
Pons – de lege ruimte binnen een
stoklijn.
boog.
Stok
A H j g Stoklijn X-hoogte
Kapitaal
Boog
Basislijn
Dwarsbalk
Oor
Onderkast
Staartlijn
Staart
Pons
11
Letter stijl Regular: oorspronkelijke ontworpen lettertype, de ‘gewone’ Oblique: Obliques zijn schuin geplaatste varianten van romeinen en zien er hetzelfde uit.
a Bold: Ook wel: vetgedrukt of dikgedrukt
Cursief: Speciaal ontworpen
schuine letters bij een font die er heel anders uit kunnen zien dan de romein.
Lettertype: de reeks visuele at-
tributen (ontwerp of stijl) van een
specifieke groep letters: Helvetica is een lettertype
Font: lettersoort, dat wil zeggen
een grootte, dikte en breedte van een letter. Garamond Roman 12 pt is een font.
12
abc abc abc
abc helvetica helvetica 28 pt
Woordmerk logotype: Een woordmerk is het tekstuele deel van een logo of beeldmerk. De tekst van het woordmerk bestaat vrijwel altijd uit de merknaam of bedrijfsnaam. Ook bijvoorbeeld een slogan is mogelijk.
16:9 Beeld Aflopend/ Bleed: Aflopend wil zeggen dat foto’s, illustraties en/of achtergrondkleuren doorlopen tot aan de rand van de pagina. Zij lopen dus door buiten het bedrukte deel van de pagina, gebruik makend van de paginamarge. zie illustratie aan de zijkand> Aspect ratio: beeldverhouding Aspect ratio is de verhouding tussen de hoogte en de breedte van een foto, illustratie of een beeldscherm. Het aspect ratio wordt meestal aangeduid door een vereenvoudigde aanduiding van de breedte en hoogte, bijvoorbeeld 4:3 of 16:9. Hierbij wordt de breedte als eerste genoemd. Soms wordt het aspect ratio genoemd als één getal door de breedte te delen door de hoogte. 13
Logo beeldmerk: Een logo is een beeldmerk van een organisatie of merk dat wordt ingezet voor de herkenbaarheid van het merk in communicatie-uitingen. Een logo kan een zuiver grafisch symbool zijn, of bestaan uit tekst die op een onderscheidende manier is opgemaakt, of een combinatie hiervan. Een logo is een belangrijk onderdeel van de huisstijl van een bedrijf, merk of instelling.
beeldmerk
beeldmerk met woordmerk 14
Huisstijl Huisstijl: corporate identity De huisstijl van een organisatie of merk wordt ook wel de corporate identity of brand identity genoemd. De huisstijl omvat alle uitingen van een bedrijf, zoals de bedrijfsnaam of merknaam, logo, slogans, tone of voice van taalgebruik en de vormgeving van de website, drukwerk, bedrijfskleding, reclamespotjes, slides bij presentaties enz.
15
Opmaak
F
Basislijn & verschuiving van basislijn: Een denkbeeldige lijn waarop alle
boven- en de meeste onderkastletters zijn geplaatst. De basislijn vormt een betrouwbaar kader om alle tekst en beeld op te plaatsen. Het verschuiven
van de basislijn wordt gebruikt om de positie van de sub- en superscript te bepalen, zodat ze goed staan ten opzichte van de ‘bodytekst’.
Binnenwerk: inhoud van een boek. Het deel dat niet tot de omslag wordt gerekend.
Quote: Engels voor citaat, het
herhalen van een stuk tekst voor meer begrip.
MORE IDEAS THEN Intro: het begin van een verhaal of artikel. Inleiding/ opening.
Tussenkoppen: Kleine kopjes in een artikel, daarmee word een
hulpmiddel voor de lezer gebruikt
Kopregels: Een regel boven de tekst waarin de hoofdstuktitel wordt vermeld.
om de lezer door de tekst te navigeren.
Kolom: Een deel of veld in de
Bladspiegel: De totale indeling van de tekst op een pagina.
Lay-out: Het plaatsen van beel-
den en tekst die samen de inhoud van een ontwerp vormen.
16
lay-out van een pagina waarin een tekst is geplaatst.
F Kopregel
kopregels Intro
Intro dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo Tussen kop Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod
Quote
MORE IDEAS THEN TIME
Kollom sit amet, elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex Tussen kop
Tussen kop
sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod
binnenwerk/lay-out
17
kleuren
I
CMYK: cyan, magenta, yellow,
RGB: Rood (R), Groen (G) en
and key of Europaschaal
Blauw (B) zijn de additieve pri-
De afkorting van het kleuren-
maire kleuren die wit licht produ-
model CMYK staat voor Cyan,
ceren als ze worden samenge-
Magenta, Yellow and Key Color.
voegd. Het oog bevat receptoren
Het is een systeem om kleuren
die reageren op deze additieve
vast te leggen in een code. Kleu-
kleuren, zodat de beelden wor-
ren worden in het CMYK-systeem
den gevormd die we zien. Bij vier-
ontleend in aandelen cyaan (licht-
kleurendruk worden de additieve
blauw/turkoois), magenta (felroze/
kleuren gereproduceerd met be-
fuchsia), geel en zwart (key plate).
hulp van de subtractieve primaire
kleuren CMYK. Als je dicht bij een oud televisiescherm zit kun je de RGB kleuren goed zien.
CMYK
RGB
Bitdiepte: Als je in (bijvoorbeeld) Photoshop een nieuw document aanmaakt
kun je naast een kleurprofiel van RGB of CMYK ook een bitdiepte kiezen. De keuzes zijn dan 8-bit, 16-bit of 32-bit. Maar wat is dat dan precies? Bitdiepte verwijst naar de kleurinformatie die is opgeslagen in een afbeelding. Hoe
hoger de bitdiepte van een afbeelding, hoe meer kleuren deze kan opslaan.
18
I
Steunkleur – een visueel zwakkere kleur die contrasteert met de hoofdkleur of deze complementeert.
Accent – een kleur die wordt gebruikt voor een aantrekkelijk visueel detail.
Hoofdkleur – de hoofdkleur die wordt gebruikt om de aandacht van de kijker te trekken.
PMS: Pantone Color Matching System: PMS is een kleurenmodel waarvan de afkorting staat voor Pantone Color Matching System. In tegenstelling tot ande-
Gradiënt: Een vulkleur die steeds
re kleurensystemen als RGB en
intenser wordt van wit via allerlei
CMYK zijn PMS-kleuren en hun
gradaties tot een volle kleur, of
notatie niet gebaseerd op een
van de ene kleur naar de andere.
vermenging van basiskleuren. PMS beoogt de standaardisering van kleuren, zodat deze kleuren door verschillende fabrikanten, ongeacht de gebruikte technieken en materialen, kunnen worden gereproduceerd.
19
bestanden AI: Ook wel: Adobe Illustrator Artwork Adobe Illustrator Artwork (AI) is een bestandsindeling voor het opslaan van afbeeldingen. Bestanden in dit formaat hebben de extensie .ai. AI-bestanden kunnen grafische informatie in EPS-formaat of PDF-formaat bevatten.
E EPS: Ook wel: Encapsulated PostScript
Encapsulated PostScript (EPS)
is een bestandsindeling voor het opslaan van afbeeldingen. Be-
standen in dit formaat hebben de extensie .eps.
PDF: Ook wel: Portable Document Format
Portable Document Format (PDF) is een bestandsindeling voor het opslaan
van documenten en afbeeldingen. Bestanden in dit formaat hebben de extensie .pdf.
Het grote pluspunt van dit bestandsformaat ten op zichte van anderen is dat
de inhoud van documenten wordt beschreven op een manier die de gebruiker niet afhankelijk maakt van bepaalde software, hardware of besturingssystemen. Een PDF-bestand bevat alle tekst, lettertypes en afbeeldingen die noodzakelijk zijn om het weer te geven.
20
E JPEG: Ook wel: Joint Photo-
graphic Experts Group of JPG Joint Photographic Experts
Group (JPEG) is een bestandsindeling voor het opslaan van
afbeeldingen. Bestanden in dit
formaat hebben de extensie .jpg of .jpeg.
In het JPG-formaat worden de kleurwaarden van de diverse
pixels in een foto of andere af-
beelding omgezet naar bytes en
bits. Hierbij kunnen verschillende
JPEG
compressietechnieken worden
toegepast, die het mogelijk maken om gedetailleerde afbeel-
dingen om te zetten naar relatief kleine bestanden.
PNG: Portable Network Graphics is een bestandsindeling voor
het opslaan van afbeeldingen.
Bestanden in dit formaat hebben de extensie .png.
PNG
21
Bladindeling Stramien: Een grafische con-
Kopwit: Het wit boven aan de
structie die wordt gebruikt om
pagina, hier wordt vaak geen
de plaatsing van verschillende
tekst in geplaatst maar kunnen
elementen binnen een ontwerp of
wel afbeeldingen in staan.
pagina te plaatsen. Een stramien heeft gelijksoortige functie als een
Snijwit: het wit aan de buitenkant
steigerconstructie bij bouwwerk
van de pagina.
en dient als hulp bij het plaatsen van tekst, grafieken, tabellen,
Rugwit: Het wit in de rug (de
folio’s, ondertitels, kolommen
binnenkant van een spread)
enzovoort. Staartwit: De wit aan de onderRugmarge of rugwit: Het deel
kant van de pagina.
van de pagina aan de kant van de binding. Dit stuk wordt vaak
Snijwit: de witmarge tussen twee
ingekort tijdens het binden, waar-
naast elkaar geplaatste pagina’s
door alles dat op deze uiterste
tussen de zetspiegel en de rug
rand is gedrukt onzichtbaar kan
bevindt.
worden. Informatie kan verloren gaan of moeilijk te zien zijn. Het
Zetspiegel: Het bedrukte deel
woord ‘marge’ wordt ook gebruikt
van een pagina (paginaformaat
voor de ruimte tussen twee naast
minus marges).
elkaar gelegen tekstkolommen.
22
Rugw
stramien
Zetspiegel
Staartwit
Snijwit
wit
Kopwit
23
Ampersand Ampersand: Een ligatuur van het Latijnse woord et, wat ‘en’ betekent. De naam ampersand is een samentrekking van de Latijnse zin en per se en die te vertalen is als ‘het symbool en de term voor en’ het vroegste gebruik van het ampersandsymbool vond plaats in de eerste eeuw en is nu te vinden in tal van talen die het Latijnse alfabet gebruiken.
Punt
& & ...
Punt: De meeteenheid van het uiteinde van de stok tot het uiteinde van de staart van elke letter. Deze afmeting is ontleend aan verschuifbare drukletters en was oorspronkelijk het formaat van het loden blokje waar de letter deel van uitmaakte. Omdat de punten van een letter verwijzen naar de hoogte van het letterblokje en niet naar de letter zelf, zullen verschillende letters met hetzelfde aantal punten andere formaten hebben en niet noodzakelijkerwijs doorlopen tot de boven-of onderkant van het zetsel. Dit heeft invloed op de manier waarop het zetsel wordt gemaakt.
24
Dots per inch Dots per inch: DPI of punten per inch: DPI (dots per inch) is het aantal puntjes per inch
10 DPI
waaruit een grafisch beeld is opgebouwd. Hoe meer punten per inch, hoe scherper het beeld. Deze eenheid voor resolutie
72 DPI
wordt vooral gebruikt om de scherpte van drukwerk aan te geven. Een gebruikelijke resolutie voor
300 DPI
drukwerk is 300 DPI.
Pixsels per inch Pixels per inch: Ook wel: ppi, pixel density, pixeldichtheid of pixels per centimeter (ppcm) De scherpte van een digitaal beeld wordt uitgedrukt in het aantal pixels per inch (PPI). Soms wordt het ook vermeld als aantal pixels per centimeter (PPCM). Het aantal pixels wordt bepaald door de grootte van een individuele pixel en hun onderlinge afstand.
25